aiRWEEKEUADÖpGEaGDOnDSlAG vöÖRDcZUID-HOUoiZECl^^ EHATIDEn N.V. UiïGEVERSMAAISCHAPPU „EILANDEN-NIEDWS" Buitenland STfGHTELIJKE OVERDENKING lie Jaargang ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1938 No. 965 Dit nummer bestaat nit 2 bladen Veel - alles. Uit het Kijkvenster WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" 18e jaargang DRESiSÓIR '-i' °.-i GROOTE SCHUlFTAFEt. 2 FAUTEUILS ^STOELEN BU HOOGStR.SOO ROTTERDAM:» l- Hamltalft UITGAVE VAN Advertenticpi^ 20 oemt pei tegcL RecUmes 40 et.; Diemt* axnTTagen en aaabiedJjigen van 1—6 tegeb 80 et.; Boekmaan' koudiglng 10 cent per regel Gmtracten belangt^k lagn. Gevestigd te MiddeDiaiiiils Ftüu Hendiikstr. 122 C Giro 167930 i Fostbox 8 Tel. 17. Bykanfoor voor Zeeland: St. Maartensdyk, Markf, Telef. 59. Abcmnementsprf|S 85 cent per 3 maanden bfj vooruitbetaQng. Verschot lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal j>er weck. AfzonderlglK nummera 5 cent Buitenland 8 jjuMen per iaar VERVOLG EN SLOT. „Maar Ezau zeide,: Ik heW veel, mijn broeder; het zy het uwe, -wat gij' heW. Toen zeide Jakob: Och neen, indiön ifc nu genade in uwe oogen gevonden heb, zoo neiem mijn geschenk van mijne tand, daarom dat ik uw aangezicht gief» zien he!b als had ifc Gods aangezicht gezien, en gij welgevallen aan mij geno«» men h'elbt. Neem toch mijnen zegen, Üiei u toegebracht is, dewijl God het mij genadig verleend heeft, en dewijl ik alles heb. Genefsis 33 911a. In die duistere oogenbhkken kunnen zij den Heere niet verstaan in Zijae leiding. Maar daarna zal hun hart belijden: Het is mij goed, dat ik verdrukt ben gesweeist,; opdat ik uwe inzeftingen leerde. En het wordt bij vernieuwing .door hen uitgec sproken: God hjfeft het mij genadigüjk verleend, ik heb alles 1 Bij voortgang wordt hun Christus dierbaar. Wiens weldaden hun wederom bevestigd worden. En zij leeren de Schrift verstaan in 2 Cor. 8:9: Want gij weet de genade onzes Heeren Je»» zus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar hij rijk' was, opdat gij 'door Zijne armoede zoudt rijk worden. En sterk in dit geloof roepen zij het uit: Zoo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Die ook Zijnen eigenen Zoon niet spaard heeft, maar heeft hem voor ons al' len overgegeven, hoe zal Hij ons ook met hem niet alle dingen schenkten? Voorzeker, de Heere zal het alles schen>» ken! De Heere kent de dagen der oprechten, en hunne erfenis zal ia eeuwigheid blijvlen:. Wij hebben u voorgesteld twee menschen. En beiden spraken zij hunns tevredenheid uit. Maar wij zouden niet gaarne u Elzau voorhouden als voorbeeld ter navolging, al is zijn getuigenis een zeldzaam feit ita onze dagen. i O, de Heere geve niet te rusten in he|t goed dezer wereld en alleen te jagen naar hetgeen vergankelijk is. Laat het Woord Gods u waarschuwen: de geldgierigheid is d'e wortel' van aUe kwaad. Hoe vreeselijk is het, dat Paulus drong te schrijven: „Demas heeft mij ver»" laten, hebbendede tegenwoordige wereld üefgekregen." Het is en blijft: Kiest u heden wien gij dienen zult. Het is veel óf alles. Zult gij dan uwe krachten inspannen voor hetgeen voorbij gaat en verzuimen hetgeen) eeuwig is? Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen dat geen brood is, en Uwen arbeid voor hetgeen niet verzadi.gen kan? Zie op den levensloop van Ezau. Geen Üefde bezat hij voor des Heeren Woord, voor des Heeren volk, omdat de liefde Gods hem vreemd was. Dies bleef hij arm, niet<« tegenstaande zijn bezit. Wee u gij rijken! want gij hebt uwen troost weg. Wee die verzadigd zijt! want gij ^Jult hongeren. Ernstig vermaant de Heere in het heden der genade: De goddelooz« verlate zijnen weg, en de ongerechtige man zijne ge^ dachten; en hij bekeere zich' tot den Heere, zoo zal Hij Zich zij'neir ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigï« vuldiglijk. Laat de gelijkenis van den rijken dwaas een waarschuwing Gods wezen. Van 'hem zegt de Heere: Gij dwaas, in dezen nacht zal men uwe ziel van u afeischen; en Tiet" geen gij bereid hebt, wiens zal het zijln? Alzóó is het mfet dien 'die zichzelVen schat«^ ten vergadert, en niet rijk is in God. Zie op het leven van Jakob. Hij is arm' gemaakt, opdat hjj rijk zou worden. Die Heere leidt zijh volk in moeiten, opdat het wantrouwen des ongeloofs zat uitko* men. Hoe zal de Heere verheerlijkt wor<* den, als nog iets goeds van den mentech' zich er bijvoegt? De rijke jongeling wilde niet arm worden, daarom ging h^ bedroefidl heen, i Welk een j'enade, dat God de Heere ook dit werk van arm te willen zijn, voor zijne rekening neemt. Ik zal, zoo, is Zijn Woord, de blinden leiden door den weg dien zij niet gte^veten hebben. Ik zal ze doen treden door de paden die zij niet geweten hefcitifein. Ik zal de duisternis voor hun aangezijcht ten licht maken, en het kromme, tot recht: deze dingen zal Ik hun dom, en Ik zal ze I** verlaten. (Jes. 42 16.) Dat is het voorrecht van des Heeren ivolk. En zalig, die aan deze leidingenl kennis heeft. Hij zal danken ook voor al het geleden kwaad. Jakob heeft de wegen des Heeren geprezen, toen hij in het leVen Wierd gehouden door Jozef, die hem eerst was ontnomen. i Die hier bedrukt met tranen zaait, Zal juichen, als hij vruchten maait. Gelijk Ruth eerst arm gemaakt is, opdat zij later de rijkdom van Boaz zou verkrij» gen, zoo zal ook al het volk des Heeren erven hetgjeen Christus voor hen heeft ver»' worven. f Als de Heere u dan breng't In den weg van het hongeren uwier ziel, o, zie dan uit naar het" Brood des levens. 'Ga maar voort== derend op den akker van Hem, die het leven is voor de Zijnen. Ga niet op een an* dei veld om op te lezen, want die man zal nieit rusten tenzij Hij deze zaak' voleindigd hebbe. In dit leven zal de Heere Zijn volk en erfdeel nooit begeven. Onder allle be» strijdingen en donkerheden bBjft Hijl de Getrouwe. Zijne weldaden zal Hij niet doen ontbreken. Hij zal het goede niet onthouden dengenen die in oprechtheid wandelen. Dit is Jakobs deel, waarvan wij lezen in het Woord Gods bij den profeet Jeremia: Jakobs deel is niet gelijk die, want Hij is de Formeerder van alles, en Israël is de roede zijner erfenis. Heere der heirscharen is zijn naam. Zalig, die dien God Jakobs tot zijn hul-» pe heeft, wiens verwachting op den Heere zijnen God is! Hij toch maakt nooit \sa> schaamd, die tot Hem de toevlucht n&> men. De rijke God zal Zijne arme kinderen gedenken, zoodat zij in hun armoede rijk zullen zijn en zeggen: Ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de Heere dtenkt aan mij. Dan zet Maria zich aan de voeten van Jezus en ontvangt het deel, dat van haar niet zal worden weggenomen. O, welk een geloofsvertrouwen^? als gij daarin moogt lévenl Het zijn rustplaa*» sen in de woestijnreize naar Kanaan, waar da Heere Zijne bemoeienissen doet ervaren. De reis is wel moeilijk, want in de wereld zult gij verdrukking hebben, maar de be» lofte is zeker en gewis: Heb goeden moed. Ik heb de wereld overwonnen. Eenmaal zal he. deel van Jakob overblijven en de Heere zal alles zijn in allen. Hier doet Hij al smaken, wat het is, als Hij alles is voor de ziel, maar dan zal het zijn: Wat geen oog heeft gezien en geen oor gehoord en in het hart des menschen niet is opgiefclommen, hetgeen God bereid heeft dien die Hem liefhebben. Gij, volk des Heeren, die in deze dingen geien vreemden zijt, ziet op den weg, waarin del Heere u leidt. Is niet telkens de ervaring, hoe arm gij zijt in uzetf, opdat de Heere Zijne heilsgoederen u schenke. Hij wil er van den huize Jakobs om' gebeden zijn. En nooit heeft Hij tot het zaad van Jakob geizegd: Zoek mij te vergeefs. Hij maakt u ellendig, opdat Hij Zijn hulp ter verf lossing zal toonen. Dan zult gij mejlt de Bru|id /(HlWgB, 8 7) van die liefde zeggen: Al gaf iemand al het goed van zijn huis voor deze liefi" de!, men zou hem ten eenenmale verachten. Die( Heere laat een arm en ellendig volk over en dat zal op Zyn naam vertrouwen. En als eenmaal het voUe bezit zaIiwor>« den genoten, dan zal het zijn: de heftft is mij niet aar^ezegd. Dan zal de rijkdom van Gods genade over het arme volfe in volmaaktheid ten deel vallen. Toch zal hier niemand iets te kort koB" men, ook al mag hij maar weinig verzaf* mejd hebben. De leidingen des Heeren met de Zijnen zijn wel onderscheiden, doch geien zal er zijn voor wien nieit de Heere da algenoegzame is. Al wait ontvangen wordt uit de schatkamer van dien God, zal hen doen zeggen: De Heere is het deel mijner erve en mijns bekers; Gij onderhoudt mijn lot. De snoeren zijn miji in liefelijke plaatsen gevallen, ja, eene schpone erfenis is mij geworden. Dei Heere zij ons genadig nabij om met Jakob te getuigen: G«l' heeft het mij get" nadiglijk verleend, d^ijl ik alles heb. Helm nu die machtig is meer dan OiVert» vloedig te doen boveil al' wat wij bidden of denken, naar 4e kracht die in ons werkt, Heim', zeg ik zij de heerlijkheid in de gjep meente door Christus Jezixs, in aUe ge-* slachten tot in alle eeuwigheid'. AMEN. (Ef. 3 20, 21) Ds. v. d. K. Een tijd van tejgtenstellingen Feest» igedruis Calvijn's laatst brief. Onze tijd is een tijd der tegenstellingen. Ofschoon de aarde in vruchtbaarheid niet is afgenomen, verkeert een groot deel van ons volk in armoede. Terwijl de levensmidi< delen door allerlei fiscale maatregelen duur blijven, wordt dagelijks voor honderden guldens groenten naar de mestvaalt gebracht. Er is een beangstigend verschijnsel van blijvende werkloosheid,' die alle welvaart drejigt weg te nemen en ons volk grijpt de minste gelegenheid aan om feest te vieren. Gaan daarin de steden meestal voorop, de dorpen blijven niet achter. Geen jubileum van zang» of muzie'kvereeniging mag onop* gemerkt voorbijgaan; in de omgeving van des Waarnemers zo^merye-ïbiijf is dagen aan=; een pret tot diep in den nacht, heel den „rechtschen" raad ten spijt. Van de onweers'» wolken, die over onze samenleving hangen, schijnen de menschen geen notitie te ne= men. Ook rijst de vraag, waar het geld vandaan komt dat avond aan avond naar het feesttterrein wordt gebracht. Misschien kunnen de .winkeliers in deze streek ons daarover inlichten, want een winkelier weet hoe zwaar zijn cliënten wegen. Alsof dé gedrukte toestand van ons land niet zorg vol genoeg is, dreigt in het buiit" tenland gedurig de oorlog. Alle vredema<< kers en nooit==meer*oorlogmenscheri zijn uit het veld geslagen; ter bewaring steken zij nu geen hand uit; integendeel, velen van hen hebben hun anti*bewapeningsideaal tij*" deiij'k opgeborgen, tot de internationale toe* stand weer wat opklaart. Voorwaar er zoude voor den bekenden Prof. Wisse reden zijn weder leen predicap tie uit te geven onder den titel „Onder de onweerswolken Nederland ten festijn," zooc als hij deed bij de viering der Onafhanke«= lijkheadsfeesten in 1913. Geen jaar later stond heel de wereld in Vuur en vlam! Laten wij hopen, dat het komend feest Van het Regeeringsjubileum waardig gevierd worde. Moge onze Koningin en Haar Huis zich dien 6n September maar met dank^ zegging onder de prediking des Woordsi zitten met overbuiging des harten als Da* vid: Ik zal mij buigen op Uw eisch, naar Uw paleis, het hof der hoven; en om' Uw gunst en waarheid saam. Uw grooten Naam eerbiedig loven. Dat zou een heerHjk' voor* beeld voor ons feestvierend volk wezen. Zoo is het niet ten onrechte, dat de toe* bereidingen tot het Septemberfeest met vre'eze worden gadegeslagen dooi allen dia voor het Woord van den God Israëlsi |be* ven. Instede van op te gaan in de schoone feestverlichtingen en roem van menschen, verlangen zij naar de vreugde des heils die God Zijn Kerk bereidt. Daarvan legt ook da laatste brief getuigenis af dien Calvijn gleischreven heeft. Hij was gedateerdGeneve 2 Mei 1564 en gericht aan den bekenden predikant Wil* lejm' Farel, Calvijn's medegenoot in de ver* drukking. Hij luidt aldus: Vaarwel, beste, zeer voortreffelijke broeder! Als God wil, dat gij mij overleeft, wees dan onzer innige vriend* schap indachtig die, gelijk zij' Gods Kerk fluttig was, ons ook in den hemel vrucht brengen zal. Maak U om mij g'een zorg. Ik kan nog slechts moeilijk adem halen en wacht er bestendig op, dat hij mij be|geeft. Het is genbeg, dat ik Christus leef en sterf. Die den Zijnen gewin is in leven en dood. Nog* maals, vaarwel! Groet ook de broeders." 25 'dagen later, op 27 Mei 1564 ontsliep Calvijn, I Hy wilde Farel een reis I>esparen, do"ch' ondanks dezen brief heeft Farel een af* scheidsbezoek aan Calvijn gebracht. WAARISIEMER. (Donkere wolken bedekken in de afi^i* loiopen week weder den hemel van Europa's poJjtleik De Duitsche manoevres zijn begonnen en duren zes weken. De wijze Waarop ze gei* houden worden is volgens de Duitsche lei* ders heel gewoon, doch volgens verschillen* da staatslieden heel ernstig. In de eerste plaats werd bericht, dat Maairschalk Balbo^ bij zijn bezoek, wel is Waar de bijzondere sympathie van Mussolini heeft overgebwacht, doch uiteindelijk de bood schaip deed, dait Italië bij een conflict in Midden Europa gfeen bela'ng heeft, en Hitler tot voorzichtigheid maande. Dei Amerlkaansche staatssecretaris Huil h'e(eft Dinsdag een radio rede gehouden, waarin hij duidelijk heeft uitgesproken, wel* ke voornemens men vreest dat Hitler he(eft. - Daarbij heeft ook Engeland, mede namens Frankrijk te BerHjn laten weten, dat het zich ernstig ongerust maakt. Wat werd dan gevreesd, vraagt gij wel* licht? Dit, dat Duitschland in Tsjecho*Slowakijb hetzelfde zou herhalen. Wat het met Oos* Itenrijk heeft gedaan. Bij een inval in I Tsj'e'Chö'sSlowlafeijte zou Diuitschland ongetwijfeld op tegenstand Stuiten omreden de Tsjechische grenzen' zijn vorsterkt. Toch zouden de Tsjechen het tegen dej overmacht moeten opgeven, voorals als zij geen directe hulp van buiten kregen eln Zou veel bloed vergieten toch nutteloos zijta. I Berlijn staat zeer en zeer verwonderd over al deze bezwaren en het zegt, dat hiet wel is waar, groote en zelfs zware manoevres zijn, maar deze normaal zijn, zooals ieder land manoevres houdt, Naarmate Duitsch* land meer bedreigld wordt, moet het zorgen dat zijn leger meer paraat is, doch andere bedoelingen heeft Diuitschland niet. Het is zeer te hopen, dat' deze bieirichten Waar mogen z'ijn, en de vrede nog mag be* stehdigd blijven, want zoo niet, dan staat een Europeesch conflict voor de deur. De besprekingen met Lord Rundmaln hebben deze week een iets gunstiger ver* loop. Waren de Sudeten*Duitschers vorige week wat heftig en minder toegankelijk, thans zijn ze veel inschikkelijker geworden. Verschillende bijkomstige feiten zijn nauw* ke,urig onderzocht, met resxdtaat dat partijen meter over de hoofdzaken dan over die bijzaken gaan praten. Dei afgevaardigden der SuidetensDuitsche partij hebben ernstig' a,angedrongen hun voorstellen aan te nemen en zoodoende de vrede te bestendigen. De Tsjechische regeering zou. haar stand* punt geheel moeten wijzigen en een andere grondwettelijke grondslag als basis moeten nemen, maar geheel onoverkomelijk zijn de bejzwaren 'niet. Vooral niet, als gelijk wij boven schreven, Duitschland er geheel van zou afzien, het geschil uiteindelijk met wapengeweld te bo» slissen. Wij hebben hierboven reeds geschreven dat de Amerikaansche staatssecretaris Qolrdieilll HnlH Dinsdagavond een radio rede over de we* reld toestand beeft uitgesproken. i Huil wees er op dat: invallen in het gebied van Sodverein/ei staten; vernieling van wettig gevormde regee* ringen; I schending op groote schaal van vast* staande verdragsverplichtingen; pogingen om intern.ationale geschillen met de wapens te beslechten ernstige bewijzen waren van groot verval en de grondslagen van de beschaving daar* door werden aangetast. Hij maande aan tot rechtvaardigheid en stabiliteit, en wees eroj? dat de vredle en elconomische welvaart, daardoor zou b&« vorderd worden. Dia voornaamste vrajiig hiefbij is echter, in hoeverre verleent Araerika stejun en is er op Ita rekenen? Zonder zelf in 1 vterwSkkfelinjgjen fq komen, wil Amerika elk ernstig pogen steiunen. Do politiek van „mijn groote broer" sijw* len, kan dus geen enkele staat toepasseln. Do rede is zeer gunstig ontvangen, maai wejlke waarde zij heeft, als Amerika bïj voorbaat zegt, zich te onthouden, dur* ven wij niet te peilen. Wanneer twee kerels in een vechtpartij elkander bont en blauw slaan, en deftige hejer gaat op eenigen afstand staan roepen: „beste mannen, doe dat niet, dat is naet be* schaafd;" zouden zulke woorden eenigen invloed hebben. Zouden b.v. Japan en China hierdoor tot de .erkenning komen, dat hun oorlog onwet* tig en barbaarsch is, en wil Japlaln dait algemeen als aanvailler is aangewezept, zich terugtrekken? Meieraere vragen zullen wij maar niflt stellen. I i Die wapenstilstand tusschfen Rusland e;n Japan duurt nog voort. Het schijnt dat beide landen nog weiiüg trek in oorlog hebben. MogdUjk later meer? De tijd zal het leeren. De inneming van de plaats gaat niet zoo spO|ed% als Japan had veB» wacht. i De Chineezen bieden een verbitterden tegjenstand en boeken hier en daar plaaisef lijk ecnig succes. Wanneer er een oorlog tusschen Rusland en Japan zou zijn uit^broken dan zou het er voor Japan niet zoo gunstig uitzieni. Thans echter zijn de tegenslagen niet zoo heel ernstig, want als Japan in staajt is, weidjer ilinfce reserves te laten aanrukken, dto moeten de Chineezen toch wijken. Dat d'e lauwe Chineezen zijn ontwaakt moge ook blijken uit het volgende be,richt' Vnouwieïijkfe strijders. Uit Kanton wordt gemeld, dat 'de 2l>jarige Mai Tjeh*hoea, dochter van een rijk koop* man uit Kwangsi, aan b% Noordelifke front shijdt aan Het hoofd van vijfhon* derd vrouwelijke soldaten uit Kwangsi, Maï Tjeih*hoea heeft onmiddellijk MJ het .uit» bceken der vijandeHjkheden dienst genomen «n bij de verdediging van Hsoetsjau werd' zij tot kapitein bevorderd. Zij" nam deel aan alle gevechten langs het Oostelijk doel van den Loenghai*spoorweg als commandant! van een vrouwelijk bataljon. Omtrent de strijd in Spwjld valt weinig en toch ook weer veel te mlejis 'dejn. De linkschen blijken zoo sterk dat zij de troepen van Franco geihieel in bedwang houden. Wat moet het nu wolrden als de vrij* wilÜgers vertrekken? Generaal Franco heeft meer vreemde soldaten dan de rooden- Ete kansen zouden dan weleiens kunnen) keef! rejn. I 1 I Burgos heeft een antwoord gestuurd aai^

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1938 | | pagina 1