CHRWEEKBIADÖpGED.GD0nD^UAGv5ÖRDlZlJID-l10aEnZCEl^ N.V. UiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEUWS" 28.- 32.- 58.-' lOe Jaargang WOENSDAG 181MEI 1938 No. 939 Rook- en Pruimtabak 50 Sigaren %i\ et. VERBRUGGE De schaarschte aan uien in Duitschland. Ingezonden stukken QFFICIEELE CRiSISPÜBLlCATlES WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" - 18e JAARGANG De Reorganisatie der Ned. Hervormde Kerlc. OUDE SMAAK 15 en 20 et. per half pond MID DELHARNIS -------j^;=[Xl^:?sm-'— Hoogstraai 327—335 RoHerdani niEuws UITGAVE VAN GevesUgd te Middelhands Prins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 Fostboz 8 Tel. 17, Bykantoor voor Zeeland: St. Maartensdijk, Markt, Telef. 59. Adtértentie^tjii 20 cent per regel. Reclames 40 et.; DlenstR uu vragen en aanbiedingen van 1—6 regels 80 <:t.; Boekmaan» koud^ins 10 cent per regel Contracten bdaogriljk lager. Abonneinentspr^s 85 cent per 3 maanden bQ vooruitbetalitig. Verschjint lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per weel^ 1 Afzonderljlke nummers 5 cent Buitenland 6 jiuldea j)Cc jaar XVI. Beoordeeling. De nu aanhangige reorganisatievoorstellen kunnen nier bogen op algemeene instem* ming, zelfs niet binne^n de kting der afzon* derlijke richtingen. Die modernen zijn una* piem tegen, de meerderheid der ethischen eveneens^ een deel der confesioneelen, de groep«Lingbcek, ofschoon principieel niette* gen ee^ reorganisatie, verzet zich wel tegen dit ontwerp en de gereformeerden zijn, en* kele uitzonderingen daargelaten, op gron* den aan hei beginsel ontleend, ook tegen* standers. In hoofdzaak steunt dit plan dus op de hoofdmacht der confessioneelen, wier aanvoerder, prof. Haitjema, de geestelijke vader ervan is op een deel der ethischen. Achteraf is zelfs gebleken, dat de meerder» heid van het moderamen van „Kerkopbouw," uit welks actie mede dit ontwerp geboren werd, er tegen is en vele ethischen zijn van meening, dat „Kerkopbouw" door aan deze reorganisatie mee te doen, zijn beginsel verloochent. Uit de geheele opzet van het plan blijkt duidelijk, dat het een product is van een compromis tusschen „Kerkherstel" en „Kerk opbouw." Het ethisch*confe(ssioneele blok schijnt hiermede een greep te doen naar de kerkelijke macht en de Hervormde Kerk te willen maken tot een Kerk der midden«= groepen. Prof. Haitjema zegt wel in ,JS[ieuw KetkcUjk Leven," dat beide vereenigingen weten, dat zy met de nieuwe kerkorde niet mogen gaan werken naar hun particuliere voorkeurmeeningen, maar de natuur zou zonder twyfel sterker zijn dan de leer. Het ontwerp brengt een „orthodoxe" Kerk, ge* fundeerd op een compromis, dat niet anders 'is dan een leege formule. De voorstanders van het ontwerp voeren als argumenten ervoor aan, dat het belij* dlend karakter der Kerk wordt hersteld, dat door de afschaffing der besturen de pres» byterjale kerkvorm terugkeert, dat leer* tucht mogelijk wordt en de zending in ker* k'döke banen wordt geleid. Dit alles lijkt heel mooi, doch bij nadere toetsing zal blij* ken, dat hierdoor nog geen Gereformeerde Kerk herboren is. De invoering der prest» bytetjale kerkvorm geschiedt slechts ten deele, want zooals Ds. Lingbeek terecht op* merkt in zijn brochure „Niet zulk een^ reorganisatie," ontbreekt het stelsel der last* brieven of instructies, zoodat in de meerdere vergaderingen niet de kerken, doch indif» vidueele personen spreken en stemmen. En aangaande de andere verbeteringen, die het ontwerp brengen zou, deze hangen geheel samen met de wijze, waarop het belijdenisi* vraagstuk wordt opgelost. De nieuwe kerk* vorm, die ongetwijfeld zeer veel vóór heeft op de huidige en in vele opzichten beanti* woordt aan onze verlangens, is slechts een onderdeel van het ontwerp, dat allereerst moet worden bepordeeld naar wat het voor^ stelt inzake de belijdenis. Prof. Haitjema beweert, dat door dit voor* stel de Hervormde Kerk weer wordt een belijdende Kerk. „Opnieuw gaat zij haar loopbaan als belijdende Kerk beginnen," zegt hij, hiermee erkennend, dat dit beiijj* den thans niet geschiedt! Het gaat er echter over, wat zij belijdt. Die inhoud der beliji» denis is de hoofdzaak. Voor de reorganisa» toren schijnt het voornaamste te zijn, dat de Kerk belüdt en gaarne stellen ze zich' dan tevreden met een algemeen Christelijke belijdenis. Ook Prof. Haitjema meent, dat herziening der Confessie noodig is, aangezien de revisie reeds 300 jaar heeft stilgestaan. En daar de BeUjdeinis niet de Bijbel' is, kan in art. 8 subs. 5 gevoeglijk het woord „hervorming" voor „handhaving" staan. Hij' gelooft, dat dit artikel voorschrijft, dat elke herziening der Belijdenis zich zal hebben te houden binneji de grenzen van een vorm*hernieuwing. Maar wajineer de revisie moet geschieden door een ethisch*confessio* neel gezelschap, wie waarborgt dan, dat de hervorming alle^en tot het formeele zal beperkt blijven en men de behjdenis niet ook in haar wezen zal aantasten? De links* ethischen en de modernen willen immers een radicale w^ziging. De bekende Ds. Aris (mocfern)- schreef in „Kerkopbouw": „Bij hervorming der Belijdenisschriften denk ik en denkep de meeste Kerkopbouwers aan een vernieuwing, die de historische BelïjW 'denisschriften even radicaal aangrijpt als de KerkKervorming dat de Roomsche leer heeft gedaan." Geeft men de Belijdenis in handen van dergelijke theologen, dan ligt het voor de hand, dat Sf van het karak* teristiek*gereformeer(k weinig zal overblij*i ven. I Artikel 8 met name punt 5, is een zon* deiling in elkander gedraaide formule met een zeer elastisch karakter. Daar het dej. quintessence van het heele ontwerp is, kani| j^ëischt worden, dat he^ een' ondubbel* zmnige formuleerïng geeft van het begin* sel, waaruit de Keirk' leven zal. Dt geschie* denis van het „quia ep quatenus|," vanj „geest en hoofdzaak" moest ervan weerhou* den, thans wedeirom de Kerk over te Ie* veren aan een formule, omtrent welker be* teekenis de opstellers het zelf niet voor 100 o/o eens zijn t^ de professoren Schol* ten en Haitjema het noodig vonden een gemeenschappelijke verklaring te publiceef» ren, ten einde de huns inziens juiste ini* terpretatie vast te stellen. Bezien we het artikel nader, dan blijkt het duidelijk de sporen te dragen van de geest der opstellers. Het spreekt uit, dat de bel'ijS» denisschriften de afspiegeling zijn van het geloof der kerk, want dit moet in de sym* bolischc en liturgische geschriften tot uit* drukking komen. Niet Gods Woord, maar het geloof der kerk heeft dus in deze nor|« matief gezag. Dit nu is puur ethisch. Voorts moet worden opgemerkt, dat het noemen van de openbaring der Drieëen* heid als regel van geloof en leven niet in een kerkorde thuishoort, doch in de Belijt» denis. De Kerkorde regelt de uitwendige organisatie en verv\^ijst voor hef wezen en de grondslag der kerk naar de Confessie. Merkwaardig is, dat als regel van geloof en leven genoemd worden èn de Heilige Schrift én de Ddeëenheid. De Schrift sluit echter de Drieëenheid in en daarom kan het noemen der laatste eigenlijk overbodig wor* den geacht. Het schijnt echter de bedoeling van de opstellers geweest te zijn, de Triniteit opzettelijk te noemen om haar alzoo te pro* clameeren tot het minimum der belijdenis en de norm voor de eenheid en verscheiden* heid. Op deze wijze worden andere leer* stukken als de Uitverkiezing uitgesloten of van minder belang geacht en is een be* Mjdenis geformuleerd, waarin de gansehe „orthodoxie" zich vinden kan, ja die ruim genoeg is zeilfs voor Lutherschen en Roomi» schen. Wel zegt Ds. Zeydner in zijn werkje ,»Die Hervormde Kerk op den tweesprong": „Het pnncipicele art. 8 bedoelt allerminst te zijn een verkorte belijdenis," maar hij voegt daaraan onmiddellijk toe: „Het is niets meer, maar ook niets minder dan een klare omschrijving, wat de beginselen en het kkrakter der Hervormde Kerk zijn." Uit het met uitsluiting van andere noemen van het dogma der Triniteit moet iedereen con?" cludeeren, dat op deze belijdenis de geor* ganiseerde Kerk zal zijn gebouwd. Maar dan geldt hiervan, wat Ds. Lingbleek' zeer juist opmerkt„Dit bed is voor den moderne te lang en voor den gereformeerde te kort." Wanneer dus de mannen der reorganisatie spreken van eerherstel der belijdenis, dan weten wij, dat dit niet beteekent, dat het ge^ heele kerkelijk leven zal worden geregtt* leerd naar de Belijdenis der vaderen, doch' dat slechts een zeer algemeen gehouden foiv mule de Kerk tot een belijdende moet pro»» clameeren. Hiermede is dus voor ons, Gerc 'formeerden, het Belijdenisprobleem, waarmete de Kerk staat of vait, njet bevredigend opgelost, integendeel, de Kerk, die eventueel het resultaat dezer organisatie worden zal, is geen Gereformeerde, doch hoogstens ees algemeen*Chrisielijke volkskerk. Zij is een Kerk, uitgedacht door aan het Gtttiatf meerde leven vreemde theologen en daarvoor zelve vreemd aan Let waarachtige leven der Kerk van Christus. Want deze Kerk zal niet leven uit het geloof der vaderen, maar zij blijft, wat ze nu is: een conglomeraat van richtingen en groepen. Van groot belang is, hoe het ontwerp zich uitspreekt over de oude Belijdenisgeschriften. Zij worden wel genoemd, doch slechts als historische documenten beschouwd, daar zij" niet mogen worden gehandhaafd alvorens ze zijn „hervormd." Er is over de woorden „hervorming en handhaving" heel veel te doen geweest. In „handhaving" spreekt de confessioneel, die, zij het misschien heel soe* pel, toch de leertucht wil toepassen, terwijl in het woord „hervorming" gemakkelijk de ethische herkend wordt, die de Drie Formu|* lieren niet accepteert als de uitdrukking van zijn geloof en ze daarom, voordat Jiij zich' kerkelijk aan de confessie bindt, wil „hervormen," opdat zoo het geloof der kerk aldus art. 8 subs. 5 „steeds zuiverder tot uitdrukking kome." Inderdaad meent! men in ethische kringen, dat bij hervorming de Belijdenis zuiverder worden zal. Op Ge* reformeerd siandpunt evenwel kan hierin niets anders worden gezien dan een aan* passing der Kerk aan allerlei geestelijke mod€*richtingen, aan de werking van de tijdgeest op heologisch gebied. Van men* schen, die niet Gods Woord als objectieve norm nemen, doch het geloof der gemeente, welks inhoud dan uiteraard zeer afhankei* lijk is van allerlei inenschelijke invloeden en die vereerders zijn van Schleietmacher, ,Brunner of Barth, is het te begrijpen, dat zij de Kerk van de oude Belijdenis willer< losmaken, want de geest van Calvijn is hen vreemd. Een integreetend deel van dit ontwerp is dus de „hervorming" der. Belijdenis. Eerst moet ze hervormd worden en mag dan pas worden gehandhaafd. Zoo wilden het ook de Arminianen op de Synode van Dordrecht, omdat ze wisten, dat ze bij handhaving] der oude Confessie veroordeeld zouden wor* 'den. Het is ons zuiver Remonstrantsch, de hervorming vóór de handhaving te stellen. Afwijkende richtingen moeten dit wel doen uit zelfbehoud. Wie, nu dit ontwerp aan* vaaxdt, geeft tevens zijn goedkeuring aan de hervorming, ook al zal hij blanco*mandaat moeten geven, want de resultaten zijn onbe* kende. Alleen is dit zeker, dat de Belijdenis in handen van de toonaangevende kringen der gereorganiseerde Kerk niet veilig is. Indien zij gaan „hervormen," dan ligt het voor de hand, dat daaruit een verminkte Belijdenis moet te voorschijn komen, daar het, om met Prof. Setverijn te sprekten, een „geloofsverdeelde menigte" is, die dit werk zal verrichten. Wat zal er op deze wijze overblijven van de Dördtsche Leerregels, wat van de leer der Uitverkiezing, door Calvijn het hart der Kerk genoemd en van andere cardinale leerstukken der Gerefor* meerde Kerk? En al heeft men, blijkbaar uit tactische overwegingen, het woord „her* vorming" gekozen, dat moet aanduiden, dat de veranderingen het karakter zullen dragen van een vormvernieuwing, het zullen zon* der twijfel wezensveranderingen worden, zoo* dat men beter kon spreken van wijziging, herziening of revisie. Prof. Haitjema schreef, dat alle ergerlijk*absolute kanten van de belijdenis moeten worden afgeslepen! In* dien een confessioneel zoo schijft, wat kan men dan van de ethischen verwachten? Men wil nog wel een belijdende Kerk, maar niet op de basis van de Reformator rische Belijdenis. Is dan deze Belijdenis onfeilbaar? Neen, ,zij is steeds appellabel aan Gods Woord en revisie op zichzelf is volkomen geoor^* loofd. Alleen maar, zij moet geschieden door hen, die eensgeestes zijn oi^' de opstellers en zij mag de fundamenteele waarheden der Schrift niet aantasten. Wie deze niet aan» vaardt, stelle zelf een 'Uelijdenis op, doch' blijve van de Gereformeerde Confessie af. Met Prof. Visscher zeggen wij: „Wij hebben geen nieuwe belijdenis noodig. Die Kerk, de wezenlijke Kerk vraagt geen her* vorming der Belijdenis, zij vraagt alleen; maar de rechten op der Belijdenis, die ons van de Vaderen werd nagelaten." Wordt vervolgd. Schuld van de Joden De oorrespondent van de N.R. Crt. te Berlijn meldt aan zijn blad: De Reichsnahrstand verklaart, aat er in Duitschland tot het begin van den volgen* den oogst geen uien meer in denhandel zullen zijn. Als hoofdoorzaak van dit ge^ brek aan uien aoemk de Reichsnahrstand de Joden, die de oogsten, onder andere de gei* heele productie van Nederland zouden heb* ben opgekocht, teneinde de prijzen voor Duitschland onbereikbaar hoog te doen wor^ den. Wij moeten dit bericht uit EXiitschland positief tegenspreken. Goeree*Overfiakkee is bij uitstek het uien*larid', waar ruim één* derde van de geheele Nederlandsche pro* ductie vandaan komt. De verkoop, in het seizoen 1937 heeft op normale wijze p? lais gehad; wel werden te voren uien opge* kocht in speculatie, (en niet eens door To* idien!) maar dat is zoo de gewone gang van zaken. Ook nu, voor de oogst 1938 wor* den reeds uien te velde gekocht op de gel* wone manier zooals dat jaar in, jaar uit gebeurd. Dat de prijzen der uien zoo hoog zijn geloopen heeft een geheel andere oor* zaak. n.l. verminderde toevoer uit andere landen, voornamelijlc uit Spanje. Het was wel wenschelijk voor den Ne* derlandschen uienhandel dat dit bericht ook in d'e Dwitsche pers werd rechtgezet. (Redactie.) (Buiten verantwooidemkheid der Redactie) Mijnheer de Redacteur, Hoewel niet veel tijd hebbend om in de couran^ te schrijven, mag ik bij déze wel eenigq ruimte van U verzoeken, om iets te schrijven naar aanleiding van het ingezon* den stukje in uw courant d.d. 7 Mei, waar* voor bij voorbaat mijn dank. VEILIG VERKEER. De geachte inzender van dit stukje is ver* moedelijk zelf geen autobestuurder, o£ mocht hij" dat wel zijn, dan in ieder geval geen goede rijder, want we zien hem weer opl* 'duiken, met het zoo verouderde systeem, van de auto te binden aan de dwaze maxi= mum snelheid, die reeds lang bewezen heeft, niet de oplossing te zijn, om minder gevaar op te leveren, doch wel om geld uït den zak kloppen van automobilisten, (die toch al zoo weinig moeten betalen.) De geachte inzender, doet alsof die controle zoo een* voudig is, doch weet misschien niet, dat indien men een gunstige autoval, wil hebben, er twee agenten bij noodig zijn, met een gecontroleerde chronometer, die elkander met seinen moeten waarschuwen, omtrent het juiste moment van passeeren van de auto. Doch neen, niet op die Mianier moet men de automobilisten opvoeden. Het artikel in de wet: rijden met een snelheid, waardoor de veiligheid van het verkeer in gevaari wordt gebracht; geeft de politie kracht ge* noeg, om tegen een woesteling op te tre* den. Het maken van betere overzichtelijke hoe* ken, is zeker een maatregel die meewerkt ongelukken te voorkomen, en zal door iede» re automobilist worden gewaardeerd. Het maken van ongelukken zit echter helaas in vele gevallen, in de chauffeur zelf. Men kan chauffeur zijn, en met goed gevolg zijn rijproef hebben afgelegd, doch daarmee is tcicn. nog niet een geroutineerd rijder. Hiervoor komt wat anders kijken, en dit is voor velen, zeer vele menschen nimmer te bereiken. Een goed chauffeur, heeft beres kening, en is bedacht op mogelijk komend gevaar, bij iedere bocht, welke hij niet kan overzien. Hij rekent bij iedere bocht op een tegenligger, of een zijjigger, en dat geeft hem de grootste zekerheid van een ongeluk te kunnen voorkomen, mits zijn collega mee onberekerid is, en daar kan niemand op berekend zijn. Er zijn steeds nog te veel autorijders, (geen vakmenschen, in werkelijkheid) die gedurende het auto* rijden inei hun hersens heele andere zaken verwerken, en het besturen geheel als bijj* zaak opvatten, of ook personen die op een moment dat moet worden ingegrepen, de kluts kwijt raken, en dergelijke menschen blijven een gevaar op den weg, en zouden zelfs gevaarlijk zijn met een maximum snel* heid van 20 K.M. De schrijver van Mtt ingezonden stuk van vorige week haalt daarbij aan, de Nieuwstraat te Middelhar* nis Dit is werkelijk door de daar op ui(| komende trappen, een Zeer gevaarUjke weg, doordat de meeste autobestuurders niet vol* doende op de hoogte zijn, m^t deze trapi* pen, of er niet om denken, en oi'ndanks dat, gebeuren e,r toch daar nog weinig oni* gelukken. Doch indien men daar een te hooge snelheid rijdt, is een ongeluk nimmer te voorkomen. Een daar bekend, en goed chauffeur, zal zijn snelhejd zeer beperken, en rekening houden met iedere trap. Dtoch in het algemeen, mag ik de auto* bestuurders enkele wenken geven, die allen ten goede komen, en die ik zoo dikwijls ook op de groote verkeerswegen, met levensi* gevaar niet zie opvolgen. Wees bij iedere onoverzichtelijke bocht, bedacht op komend gevaar, en daarbij dus klaar om direct in te grijpen. Wijk op een smalle weg, voor Uw tegen* ligger, of voor iemand die Wil passeeren, zoo ver mogeHjk uit, dit levert voor beiden het minste gevaar. Passeer een wagen die voor U rijdt nim* mer, wanneetc er een tegenligger op komst is, waarvan U niet met de grootst mogelijke zekerheid weet, dat deze niet gelijk met \i\ bij het te passeeren voertuig is, want denk er aan, de snelheid van een tegenligger is' niet te schatten. Snij een onoverzichtelijke linksche bocht nimmer af. Wee,s bovenmate voorzichtig met het passeeren van wielrij'ders, en doe dit nimmer op, onze smalle wegen, wan?» neer aan beide zijden wielrijders zijn. Let hierbij vooral op de schoolkinderen, waarbij nog een duopassagier op de fiets hangt. Zij kunnen zoo aardig en onberekenbaar slingeren. Rijdt met groote snelheid nimmer binnen 25 M. van Uw voorganger. Bij het uit* gaan van scholen, kan een snelheid van 15 K.M., nog een snelheid zyn, waarbij de vei* Zomer maofcos-;, tuums (colbert met lange pantalon) von zeer fijn geweven stoffen in nieuwe kleuren en dessins. Uiterst luchtige dracht. Ontworpen door vooraanstaande coupeurs,afgewerkt door eerste klas kleermbkers. ligheid van het verkeer in gevaar wordt gebracht. Dioch ook voor de voetgangers en wiel* rijders mag er op worden gewezen, geef tijidig verandering van richting, aan, en doe dit niet op het moment datU reeds vatlj richting verandert. Wijk bij he't hooren van een signaal nooit te achteloos, of soms ook wel eens tergend langzaam uit. Denk er vooral om, dat U met Uw eigen leven spot, en dat U er niets aan heeft, at wordt de automobilist gestraft, na Uw dood. Wij moeten allen streven, door goede kennis van de ve,rkeersvoórschriften, di« reeds op de scholen behooren te worden onderwezen, en door deze ook op te vol* gen, het aantal ongelukken naar beneden te krijgen, en vooral ook de niet geroulii' neerde automobilisten er aan te herinneren, dat goed autorijden, werkelijk een vak is, waarbij men de hersenen moet gebruiken, zoo zelfs dat het voor velen (meer dan 80 "/o) nimmer mogelijk is, geroutineerd be* stuurder te worden. 's*Gravenhage, 13 Mei 1938. VLAS OOGST 1938. Van bevoegde zijde vernemen wij het volgende. Zooals bekend is heeft de Minister van Economische Zaken eenigen tijd geleden be* sloten, voor vlas van den oogst 1938 geen steunregeling te treffen. Naar aanleiding van dït besluit werd van verschillende zijden het verzoek gedaan om toch de opbrengst van de met vlas beteelde perceelen door taxatie te velde vast te stel* len, opdat over de noodige gegevens be?» schikt zou kunnen worden, wanneer men onverhoopt toch nog een regeling zou moe» ten treffen. Op dit verzoek werd toen niet ingegaan, doch waar er thans onzekerheid bestaat om* trent de wijze waarop de situatie op de vlasmarkt zich zal ontwikkelen, heeft de Minister alsnog goedgevonden, dat het te velde staande gewas zal worden geschat. Uit deze goedkeuring dient uiteraard niet de conclusie te worden getrokken, dat de Mi» nister thans voornemens is wel een steun* regeling te, treffen. Als gevolg van de hiervoor genoemde beslissing hebben de provinciale landbouw* crisisorganisaties een dezer dagen aan de haar bekende vlastelers een formulier voot de aanvraag van taxatie toegezonden. Telers die geen formulier ontvangen heb* ben kunnen dit alsnog bij de landbouwer!* sisorganisaties, waaronder zij ressorteeren, aanvragen. Alle formulieren moeten vóór 25 Mei a.s. bij de betreffende, landboüw*crisis*oig'ani- satie zijn ingediend. Aanvragen, welke na dezen datum anko' men zullen niet meer in behandeling wor* den genome^n. i _j

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1938 | | pagina 1