CHRWEEKBIADÖpGED.GD0nD^UAGv5ÖRDlZlJID-l10aEnZCEl^
N.V. UiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEUWS"
28.-
32.- 58.-'
lOe Jaargang
WOENSDAG 181MEI 1938
No. 939
Rook- en
Pruimtabak
50 Sigaren %i\ et.
VERBRUGGE
De schaarschte aan uien in
Duitschland.
Ingezonden stukken
QFFICIEELE CRiSISPÜBLlCATlES
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" - 18e JAARGANG
De Reorganisatie
der Ned. Hervormde Kerlc.
OUDE SMAAK
15 en 20 et. per half pond
MID DELHARNIS
-------j^;=[Xl^:?sm-'—
Hoogstraai 327—335 RoHerdani
niEuws
UITGAVE VAN
GevesUgd te Middelhands Prins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 Fostboz 8 Tel. 17,
Bykantoor voor Zeeland: St. Maartensdijk, Markt, Telef. 59.
Adtértentie^tjii 20 cent per regel. Reclames 40 et.; DlenstR
uu vragen en aanbiedingen van 1—6 regels 80 <:t.; Boekmaan»
koud^ins 10 cent per regel Contracten bdaogriljk lager.
Abonneinentspr^s 85 cent per 3 maanden bQ vooruitbetalitig.
Verschjint lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per weel^ 1
Afzonderljlke nummers 5 cent Buitenland 6 jiuldea j)Cc jaar
XVI.
Beoordeeling.
De nu aanhangige reorganisatievoorstellen
kunnen nier bogen op algemeene instem*
ming, zelfs niet binne^n de kting der afzon*
derlijke richtingen. Die modernen zijn una*
piem tegen, de meerderheid der ethischen
eveneens^ een deel der confesioneelen, de
groep«Lingbcek, ofschoon principieel niette*
gen ee^ reorganisatie, verzet zich wel tegen
dit ontwerp en de gereformeerden zijn, en*
kele uitzonderingen daargelaten, op gron*
den aan hei beginsel ontleend, ook tegen*
standers. In hoofdzaak steunt dit plan dus
op de hoofdmacht der confessioneelen, wier
aanvoerder, prof. Haitjema, de geestelijke
vader ervan is op een deel der ethischen.
Achteraf is zelfs gebleken, dat de meerder»
heid van het moderamen van „Kerkopbouw,"
uit welks actie mede dit ontwerp geboren
werd, er tegen is en vele ethischen zijn van
meening, dat „Kerkopbouw" door aan deze
reorganisatie mee te doen, zijn beginsel
verloochent.
Uit de geheele opzet van het plan blijkt
duidelijk, dat het een product is van een
compromis tusschen „Kerkherstel" en „Kerk
opbouw." Het ethisch*confe(ssioneele blok
schijnt hiermede een greep te doen naar de
kerkelijke macht en de Hervormde Kerk te
willen maken tot een Kerk der midden«=
groepen. Prof. Haitjema zegt wel in ,JS[ieuw
KetkcUjk Leven," dat beide vereenigingen
weten, dat zy met de nieuwe kerkorde niet
mogen gaan werken naar hun particuliere
voorkeurmeeningen, maar de natuur zou
zonder twyfel sterker zijn dan de leer. Het
ontwerp brengt een „orthodoxe" Kerk, ge*
fundeerd op een compromis, dat niet anders
'is dan een leege formule.
De voorstanders van het ontwerp voeren
als argumenten ervoor aan, dat het belij*
dlend karakter der Kerk wordt hersteld, dat
door de afschaffing der besturen de pres»
byterjale kerkvorm terugkeert, dat leer*
tucht mogelijk wordt en de zending in ker*
k'döke banen wordt geleid. Dit alles lijkt
heel mooi, doch bij nadere toetsing zal blij*
ken, dat hierdoor nog geen Gereformeerde
Kerk herboren is. De invoering der prest»
bytetjale kerkvorm geschiedt slechts ten
deele, want zooals Ds. Lingbeek terecht op*
merkt in zijn brochure „Niet zulk een^
reorganisatie," ontbreekt het stelsel der last*
brieven of instructies, zoodat in de meerdere
vergaderingen niet de kerken, doch indif»
vidueele personen spreken en stemmen. En
aangaande de andere verbeteringen, die het
ontwerp brengen zou, deze hangen geheel
samen met de wijze, waarop het belijdenisi*
vraagstuk wordt opgelost. De nieuwe kerk*
vorm, die ongetwijfeld zeer veel vóór heeft
op de huidige en in vele opzichten beanti*
woordt aan onze verlangens, is slechts een
onderdeel van het ontwerp, dat allereerst
moet worden bepordeeld naar wat het voor^
stelt inzake de belijdenis.
Prof. Haitjema beweert, dat door dit voor*
stel de Hervormde Kerk weer wordt een
belijdende Kerk. „Opnieuw gaat zij haar
loopbaan als belijdende Kerk beginnen,"
zegt hij, hiermee erkennend, dat dit beiijj*
den thans niet geschiedt! Het gaat er echter
over, wat zij belijdt. Die inhoud der beliji»
denis is de hoofdzaak. Voor de reorganisa»
toren schijnt het voornaamste te zijn, dat
de Kerk belüdt en gaarne stellen ze zich'
dan tevreden met een algemeen Christelijke
belijdenis. Ook Prof. Haitjema meent, dat
herziening der Confessie noodig is, aangezien
de revisie reeds 300 jaar heeft stilgestaan.
En daar de BeUjdeinis niet de Bijbel' is,
kan in art. 8 subs. 5 gevoeglijk het woord
„hervorming" voor „handhaving" staan. Hij'
gelooft, dat dit artikel voorschrijft, dat elke
herziening der Belijdenis zich zal hebben
te houden binneji de grenzen van een
vorm*hernieuwing. Maar wajineer de revisie
moet geschieden door een ethisch*confessio*
neel gezelschap, wie waarborgt dan, dat
de hervorming alle^en tot het formeele zal
beperkt blijven en men de behjdenis niet
ook in haar wezen zal aantasten? De links*
ethischen en de modernen willen immers een
radicale w^ziging. De bekende Ds. Aris
(mocfern)- schreef in „Kerkopbouw": „Bij
hervorming der Belijdenisschriften denk ik
en denkep de meeste Kerkopbouwers aan
een vernieuwing, die de historische BelïjW
'denisschriften even radicaal aangrijpt als
de KerkKervorming dat de Roomsche leer
heeft gedaan." Geeft men de Belijdenis in
handen van dergelijke theologen, dan ligt
het voor de hand, dat Sf van het karak*
teristiek*gereformeer(k weinig zal overblij*i
ven. I
Artikel 8 met name punt 5, is een zon*
deiling in elkander gedraaide formule met
een zeer elastisch karakter. Daar het dej.
quintessence van het heele ontwerp is, kani|
j^ëischt worden, dat he^ een' ondubbel*
zmnige formuleerïng geeft van het begin*
sel, waaruit de Keirk' leven zal. Dt geschie*
denis van het „quia ep quatenus|," vanj
„geest en hoofdzaak" moest ervan weerhou*
den, thans wedeirom de Kerk over te Ie*
veren aan een formule, omtrent welker be*
teekenis de opstellers het zelf niet voor
100 o/o eens zijn t^ de professoren Schol*
ten en Haitjema het noodig vonden een
gemeenschappelijke verklaring te publiceef»
ren, ten einde de huns inziens juiste ini*
terpretatie vast te stellen.
Bezien we het artikel nader, dan blijkt het
duidelijk de sporen te dragen van de geest
der opstellers. Het spreekt uit, dat de bel'ijS»
denisschriften de afspiegeling zijn van het
geloof der kerk, want dit moet in de sym*
bolischc en liturgische geschriften tot uit*
drukking komen. Niet Gods Woord, maar
het geloof der kerk heeft dus in deze nor|«
matief gezag. Dit nu is puur ethisch.
Voorts moet worden opgemerkt, dat het
noemen van de openbaring der Drieëen*
heid als regel van geloof en leven niet in
een kerkorde thuishoort, doch in de Belijt»
denis. De Kerkorde regelt de uitwendige
organisatie en verv\^ijst voor hef wezen en de
grondslag der kerk naar de Confessie.
Merkwaardig is, dat als regel van geloof
en leven genoemd worden èn de Heilige
Schrift én de Ddeëenheid. De Schrift sluit
echter de Drieëenheid in en daarom kan het
noemen der laatste eigenlijk overbodig wor*
den geacht. Het schijnt echter de bedoeling
van de opstellers geweest te zijn, de Triniteit
opzettelijk te noemen om haar alzoo te pro*
clameeren tot het minimum der belijdenis
en de norm voor de eenheid en verscheiden*
heid. Op deze wijze worden andere leer*
stukken als de Uitverkiezing uitgesloten of
van minder belang geacht en is een be*
Mjdenis geformuleerd, waarin de gansehe
„orthodoxie" zich vinden kan, ja die ruim
genoeg is zeilfs voor Lutherschen en Roomi»
schen. Wel zegt Ds. Zeydner in zijn werkje
,»Die Hervormde Kerk op den tweesprong":
„Het pnncipicele art. 8 bedoelt allerminst
te zijn een verkorte belijdenis," maar hij
voegt daaraan onmiddellijk toe: „Het is
niets meer, maar ook niets minder dan een
klare omschrijving, wat de beginselen en het
kkrakter der Hervormde Kerk zijn." Uit het
met uitsluiting van andere noemen van
het dogma der Triniteit moet iedereen con?"
cludeeren, dat op deze belijdenis de geor*
ganiseerde Kerk zal zijn gebouwd. Maar
dan geldt hiervan, wat Ds. Lingbleek' zeer
juist opmerkt„Dit bed is voor den moderne
te lang en voor den gereformeerde te
kort."
Wanneer dus de mannen der reorganisatie
spreken van eerherstel der belijdenis, dan
weten wij, dat dit niet beteekent, dat het ge^
heele kerkelijk leven zal worden geregtt*
leerd naar de Belijdenis der vaderen, doch'
dat slechts een zeer algemeen gehouden foiv
mule de Kerk tot een belijdende moet pro»»
clameeren. Hiermede is dus voor ons, Gerc
'formeerden, het Belijdenisprobleem, waarmete
de Kerk staat of vait, njet bevredigend
opgelost, integendeel, de Kerk, die eventueel
het resultaat dezer organisatie worden zal,
is geen Gereformeerde, doch hoogstens ees
algemeen*Chrisielijke volkskerk. Zij is een
Kerk, uitgedacht door aan het Gtttiatf
meerde leven vreemde theologen en daarvoor
zelve vreemd aan Let waarachtige leven der
Kerk van Christus. Want deze Kerk zal niet
leven uit het geloof der vaderen, maar zij
blijft, wat ze nu is: een conglomeraat van
richtingen en groepen.
Van groot belang is, hoe het ontwerp zich
uitspreekt over de oude Belijdenisgeschriften.
Zij worden wel genoemd, doch slechts als
historische documenten beschouwd, daar zij"
niet mogen worden gehandhaafd alvorens
ze zijn „hervormd." Er is over de woorden
„hervorming en handhaving" heel veel te
doen geweest. In „handhaving" spreekt de
confessioneel, die, zij het misschien heel soe*
pel, toch de leertucht wil toepassen, terwijl
in het woord „hervorming" gemakkelijk de
ethische herkend wordt, die de Drie Formu|*
lieren niet accepteert als de uitdrukking
van zijn geloof en ze daarom, voordat Jiij
zich' kerkelijk aan de confessie bindt, wil
„hervormen," opdat zoo het geloof der kerk
aldus art. 8 subs. 5 „steeds zuiverder
tot uitdrukking kome." Inderdaad meent!
men in ethische kringen, dat bij hervorming
de Belijdenis zuiverder worden zal. Op Ge*
reformeerd siandpunt evenwel kan hierin
niets anders worden gezien dan een aan*
passing der Kerk aan allerlei geestelijke
mod€*richtingen, aan de werking van de
tijdgeest op heologisch gebied. Van men*
schen, die niet Gods Woord als objectieve
norm nemen, doch het geloof der gemeente,
welks inhoud dan uiteraard zeer afhankei*
lijk is van allerlei inenschelijke invloeden
en die vereerders zijn van Schleietmacher,
,Brunner of Barth, is het te begrijpen, dat
zij de Kerk van de oude Belijdenis willer<
losmaken, want de geest van Calvijn is hen
vreemd.
Een integreetend deel van dit ontwerp is
dus de „hervorming" der. Belijdenis. Eerst
moet ze hervormd worden en mag dan pas
worden gehandhaafd. Zoo wilden het ook de
Arminianen op de Synode van Dordrecht,
omdat ze wisten, dat ze bij handhaving]
der oude Confessie veroordeeld zouden wor*
'den. Het is ons zuiver Remonstrantsch, de
hervorming vóór de handhaving te stellen.
Afwijkende richtingen moeten dit wel doen
uit zelfbehoud. Wie, nu dit ontwerp aan*
vaaxdt, geeft tevens zijn goedkeuring aan de
hervorming, ook al zal hij blanco*mandaat
moeten geven, want de resultaten zijn onbe*
kende. Alleen is dit zeker, dat de Belijdenis
in handen van de toonaangevende kringen
der gereorganiseerde Kerk niet veilig is.
Indien zij gaan „hervormen," dan ligt het
voor de hand, dat daaruit een verminkte
Belijdenis moet te voorschijn komen, daar
het, om met Prof. Setverijn te sprekten, een
„geloofsverdeelde menigte" is, die dit werk
zal verrichten. Wat zal er op deze wijze
overblijven van de Dördtsche Leerregels,
wat van de leer der Uitverkiezing, door
Calvijn het hart der Kerk genoemd en van
andere cardinale leerstukken der Gerefor*
meerde Kerk? En al heeft men, blijkbaar
uit tactische overwegingen, het woord „her*
vorming" gekozen, dat moet aanduiden, dat
de veranderingen het karakter zullen dragen
van een vormvernieuwing, het zullen zon*
der twijfel wezensveranderingen worden, zoo*
dat men beter kon spreken van wijziging,
herziening of revisie. Prof. Haitjema schreef,
dat alle ergerlijk*absolute kanten van de
belijdenis moeten worden afgeslepen! In*
dien een confessioneel zoo schijft, wat kan
men dan van de ethischen verwachten?
Men wil nog wel een belijdende Kerk,
maar niet op de basis van de Reformator
rische Belijdenis.
Is dan deze Belijdenis onfeilbaar? Neen,
,zij is steeds appellabel aan Gods Woord
en revisie op zichzelf is volkomen geoor^*
loofd. Alleen maar, zij moet geschieden door
hen, die eensgeestes zijn oi^' de opstellers
en zij mag de fundamenteele waarheden der
Schrift niet aantasten. Wie deze niet aan»
vaardt, stelle zelf een 'Uelijdenis op, doch'
blijve van de Gereformeerde Confessie
af. Met Prof. Visscher zeggen wij: „Wij
hebben geen nieuwe belijdenis noodig. Die
Kerk, de wezenlijke Kerk vraagt geen her*
vorming der Belijdenis, zij vraagt alleen;
maar de rechten op der Belijdenis, die ons
van de Vaderen werd nagelaten."
Wordt vervolgd.
Schuld van de Joden
De oorrespondent van de N.R. Crt. te
Berlijn meldt aan zijn blad:
De Reichsnahrstand verklaart, aat er in
Duitschland tot het begin van den volgen*
den oogst geen uien meer in denhandel
zullen zijn. Als hoofdoorzaak van dit ge^
brek aan uien aoemk de Reichsnahrstand de
Joden, die de oogsten, onder andere de gei*
heele productie van Nederland zouden heb*
ben opgekocht, teneinde de prijzen voor
Duitschland onbereikbaar hoog te doen wor^
den.
Wij moeten dit bericht uit EXiitschland
positief tegenspreken. Goeree*Overfiakkee is
bij uitstek het uien*larid', waar ruim één*
derde van de geheele Nederlandsche pro*
ductie vandaan komt. De verkoop, in het
seizoen 1937 heeft op normale wijze p? lais
gehad; wel werden te voren uien opge*
kocht in speculatie, (en niet eens door To*
idien!) maar dat is zoo de gewone gang van
zaken. Ook nu, voor de oogst 1938 wor*
den reeds uien te velde gekocht op de gel*
wone manier zooals dat jaar in, jaar uit
gebeurd. Dat de prijzen der uien zoo hoog
zijn geloopen heeft een geheel andere oor*
zaak. n.l. verminderde toevoer uit andere
landen, voornamelijlc uit Spanje.
Het was wel wenschelijk voor den Ne*
derlandschen uienhandel dat dit bericht ook
in d'e Dwitsche pers werd rechtgezet.
(Redactie.)
(Buiten verantwooidemkheid der Redactie)
Mijnheer de Redacteur,
Hoewel niet veel tijd hebbend om in de
couran^ te schrijven, mag ik bij déze wel
eenigq ruimte van U verzoeken, om iets te
schrijven naar aanleiding van het ingezon*
den stukje in uw courant d.d. 7 Mei, waar*
voor bij voorbaat mijn dank.
VEILIG VERKEER.
De geachte inzender van dit stukje is ver*
moedelijk zelf geen autobestuurder, o£ mocht
hij" dat wel zijn, dan in ieder geval geen
goede rijder, want we zien hem weer opl*
'duiken, met het zoo verouderde systeem,
van de auto te binden aan de dwaze maxi=
mum snelheid, die reeds lang bewezen heeft,
niet de oplossing te zijn, om minder gevaar
op te leveren, doch wel om geld uït den
zak kloppen van automobilisten, (die toch
al zoo weinig moeten betalen.) De geachte
inzender, doet alsof die controle zoo een*
voudig is, doch weet misschien niet, dat
indien men een gunstige autoval, wil hebben,
er twee agenten bij noodig zijn, met een
gecontroleerde chronometer, die elkander
met seinen moeten waarschuwen, omtrent
het juiste moment van passeeren van de
auto.
Doch neen, niet op die Mianier moet men
de automobilisten opvoeden. Het artikel in
de wet: rijden met een snelheid, waardoor
de veiligheid van het verkeer in gevaari
wordt gebracht; geeft de politie kracht ge*
noeg, om tegen een woesteling op te tre*
den.
Het maken van betere overzichtelijke hoe*
ken, is zeker een maatregel die meewerkt
ongelukken te voorkomen, en zal door iede»
re automobilist worden gewaardeerd. Het
maken van ongelukken zit echter helaas
in vele gevallen, in de chauffeur zelf. Men
kan chauffeur zijn, en met goed gevolg
zijn rijproef hebben afgelegd, doch daarmee
is tcicn. nog niet een geroutineerd rijder.
Hiervoor komt wat anders kijken, en dit is
voor velen, zeer vele menschen nimmer te
bereiken. Een goed chauffeur, heeft beres
kening, en is bedacht op mogelijk komend
gevaar, bij iedere bocht, welke hij niet kan
overzien. Hij rekent bij iedere bocht op
een tegenligger, of een zijjigger, en dat
geeft hem de grootste zekerheid van een
ongeluk te kunnen voorkomen, mits zijn
collega mee onberekerid is, en daar kan
niemand op berekend zijn. Er zijn steeds
nog te veel autorijders, (geen vakmenschen,
in werkelijkheid) die gedurende het auto*
rijden inei hun hersens heele andere zaken
verwerken, en het besturen geheel als bijj*
zaak opvatten, of ook personen die op een
moment dat moet worden ingegrepen, de
kluts kwijt raken, en dergelijke menschen
blijven een gevaar op den weg, en zouden
zelfs gevaarlijk zijn met een maximum snel*
heid van 20 K.M. De schrijver van Mtt
ingezonden stuk van vorige week haalt
daarbij aan, de Nieuwstraat te Middelhar*
nis Dit is werkelijk door de daar op ui(|
komende trappen, een Zeer gevaarUjke weg,
doordat de meeste autobestuurders niet vol*
doende op de hoogte zijn, m^t deze trapi*
pen, of er niet om denken, en oi'ndanks
dat, gebeuren e,r toch daar nog weinig oni*
gelukken. Doch indien men daar een te
hooge snelheid rijdt, is een ongeluk nimmer
te voorkomen. Een daar bekend, en goed
chauffeur, zal zijn snelhejd zeer beperken,
en rekening houden met iedere trap.
Dtoch in het algemeen, mag ik de auto*
bestuurders enkele wenken geven, die allen
ten goede komen, en die ik zoo dikwijls ook
op de groote verkeerswegen, met levensi*
gevaar niet zie opvolgen.
Wees bij iedere onoverzichtelijke bocht,
bedacht op komend gevaar, en daarbij dus
klaar om direct in te grijpen.
Wijk op een smalle weg, voor Uw tegen*
ligger, of voor iemand die Wil passeeren,
zoo ver mogeHjk uit, dit levert voor beiden
het minste gevaar.
Passeer een wagen die voor U rijdt nim*
mer, wanneetc er een tegenligger op komst
is, waarvan U niet met de grootst mogelijke
zekerheid weet, dat deze niet gelijk met \i\
bij het te passeeren voertuig is, want denk
er aan, de snelheid van een tegenligger is'
niet te schatten.
Snij een onoverzichtelijke linksche bocht
nimmer af. Wee,s bovenmate voorzichtig
met het passeeren van wielrij'ders, en doe
dit nimmer op, onze smalle wegen, wan?»
neer aan beide zijden wielrijders zijn. Let
hierbij vooral op de schoolkinderen, waarbij
nog een duopassagier op de fiets hangt.
Zij kunnen zoo aardig en onberekenbaar
slingeren.
Rijdt met groote snelheid nimmer binnen
25 M. van Uw voorganger. Bij het uit*
gaan van scholen, kan een snelheid van 15
K.M., nog een snelheid zyn, waarbij de vei*
Zomer maofcos-;,
tuums (colbert met
lange pantalon) von
zeer fijn geweven
stoffen in nieuwe
kleuren en dessins.
Uiterst luchtige
dracht.
Ontworpen door
vooraanstaande
coupeurs,afgewerkt
door eerste klas
kleermbkers.
ligheid van het verkeer in gevaar wordt
gebracht.
Dioch ook voor de voetgangers en wiel*
rijders mag er op worden gewezen, geef
tijidig verandering van richting, aan, en doe
dit niet op het moment datU reeds vatlj
richting verandert. Wijk bij he't hooren van
een signaal nooit te achteloos, of soms
ook wel eens tergend langzaam uit. Denk er
vooral om, dat U met Uw eigen leven
spot, en dat U er niets aan heeft, at
wordt de automobilist gestraft, na Uw dood.
Wij moeten allen streven, door goede
kennis van de ve,rkeersvoórschriften, di«
reeds op de scholen behooren te worden
onderwezen, en door deze ook op te vol*
gen, het aantal ongelukken naar beneden
te krijgen, en vooral ook de niet geroulii'
neerde automobilisten er aan te herinneren,
dat goed autorijden, werkelijk een vak
is, waarbij men de hersenen moet gebruiken,
zoo zelfs dat het voor velen (meer dan
80 "/o) nimmer mogelijk is, geroutineerd be*
stuurder te worden.
's*Gravenhage, 13 Mei 1938.
VLAS OOGST 1938.
Van bevoegde zijde vernemen wij het
volgende.
Zooals bekend is heeft de Minister van
Economische Zaken eenigen tijd geleden be*
sloten, voor vlas van den oogst 1938 geen
steunregeling te treffen.
Naar aanleiding van dït besluit werd van
verschillende zijden het verzoek gedaan om
toch de opbrengst van de met vlas beteelde
perceelen door taxatie te velde vast te stel*
len, opdat over de noodige gegevens be?»
schikt zou kunnen worden, wanneer men
onverhoopt toch nog een regeling zou moe»
ten treffen.
Op dit verzoek werd toen niet ingegaan,
doch waar er thans onzekerheid bestaat om*
trent de wijze waarop de situatie op de
vlasmarkt zich zal ontwikkelen, heeft de
Minister alsnog goedgevonden, dat het te
velde staande gewas zal worden geschat.
Uit deze goedkeuring dient uiteraard niet de
conclusie te worden getrokken, dat de Mi»
nister thans voornemens is wel een steun*
regeling te, treffen.
Als gevolg van de hiervoor genoemde
beslissing hebben de provinciale landbouw*
crisisorganisaties een dezer dagen aan de
haar bekende vlastelers een formulier voot
de aanvraag van taxatie toegezonden.
Telers die geen formulier ontvangen heb*
ben kunnen dit alsnog bij de landbouwer!*
sisorganisaties, waaronder zij ressorteeren,
aanvragen.
Alle formulieren moeten vóór 25 Mei a.s.
bij de betreffende, landboüw*crisis*oig'ani-
satie zijn ingediend.
Aanvragen, welke na dezen datum anko'
men zullen niet meer in behandeling wor*
den genome^n. i _j