CHnWEEKEUADÖpGED.GQ0n[)SlAGvöoRD£ZUID-H0aÊnZCEUW3CI1EEII^
Indien gij maaglijder zijt,
N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-MEÜWS"
EEN HONDERDJARIGE
op ons eiland.
STICHTELIJKE
OVERDENKING
10e Jaargang
ZATERDAG 30 APRIL 1938
No, 934
H.K.H. PRINSES JULIANA
Uit het Kijkvenster
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 19350PGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" - 18e JAARGANG
Dit nummer bestaat uil 2 bladen.
De bevlogen Gods, de komst tot
Christus ea de heerlijkheid der Kerk.
Vlnööer naef „Mijnhardfifs"
UITGAVE VAN
Gevestigd te Middelhamis Frins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 t Postbox 8 Td. 17,
Bijkantoor voor Zeeland: St. Maartensdyk, Markt, Telef. 59.
Adverfenlle»priifs 20 cent pet regel. Reclime» 40,et.; Diensf
aanvragen en aanbiedingen van 1—6 regels 80 rf.; Boek*aaa»
kondiiging 10 cent per regel Contracten belangr^k bget.
Abonnementsprys 85 cent per 3 maanden Iwg vooruitbetaling.
Verschynt iederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland Sguldtii per jaar
Want alzoo zegt de Heere der heir<=
scharen: Nog eens, een weinig tijds
zal het zijn; en Ik zal de hcimelen
en de aarde, en de zee, en het droge
doen beven; ja, Ik zal dei Heldenen
doen beven, en zij zullen komen tot
den Wensch aller Heidenen, en Ik
zal dii huis met heerlijkhesid vervul
len, zegt de Heere der heirscharen.
Haggai 2 7 en 8.
(VERVOLG)
De komst tot Christus. „Zij zul*
len komen tot den wensch alter Heide='
nen,"
God zal de Heidenen doien beven door
de prediking des Evangelies en de wer»»
king des Heiligen Ge]estes. Dat beven zal
niet een slaafsche vreeze zijn: een vrees
voor seraf en zucht paar loon, voortkof
mende uit een werkheiligen grond maar
hun, die deze beving Gods overkomt, is
God Zelf tot eene, verschrikking ge^»
worden. Zij beven voor Gods Woord.
Zij hebben geen toevlucht meer. De afgo*
den en de ofiers aan hen gebracht zij|n hun
tot zonden geworden, Zij zijn door Gods
Geest er van ove,rtuigd.
De veranderingen en beroerten, die zy
ondervonden hebben uit\vendig hen te"
leurgesLeld in hun vesrwachting. D'è
Voorzienigheid is voor Zijn uitverkoren
volk gunstig, zoodat middelen en wegen
samen loopen. Nochtans kennen zij den
Heere niet. Hun zonden zijn hun schuld.
Die schuld te voldoen fcunnem zij niet. Te
voren meenden zij hunne goden te kun*
nen verzoenen door hunne offers. Nu
staan z\j voor een onbetaalde rekening(J
Die rekening blijft, openstaan. Dus is de
ondergang hun deel, de hel is hun plaats'-
Uit die onmacht om te betalen worden
zij heilig wanhopig. Er is geen kans meier
op zaligheid. God is rechtvaardig, als Hü'
hen verdoemd. Onder dat recht liggen zij"
verloren. God kwam Zijn Zoon in het
hart van Paulus te openbaren. Toen ginlg
de deur des hemels open. Christus heeft
hun zonden en schuld en straf op zich
genomen en verlossing voor verlorenen
van Zijn Vader verkrege,n< Zij leerden
Christus kennen door de gejrechtigheid, de
vergeving der zonden en het eeuwige leven,
dat zij van Hem kregen. Hij Zelf was het
leven voor hen, die dood en verloren la»
gen. H\j Zelf was hun gerechtigheid waar"
in zü' voor God konden bestaan. Door
Christus' offer hadden zij vergeving ont"
vangen van al hunne zonden. En dat al"
leen door het geloof, dat de HeiUge Geest
in hun hart werkte. Dat Christus de
Wensch is van hun hart, er is geen ander.i
Die Jezus heeft heeft alles
Die Jezus mist mist alles.'
Het geboorteuur van het eeuwige Ie"
ven sloeg, toen zij gansch verloren in
zichzelf Jezus vonden door zijn eigen
openbaring door Zijn Geest en Woord. Nu
leven zy, bewegen zich en zijn zij uit Hem,
door Hem, tot Hem. Niet zij leven, maar
Christus leeft in hen, In Christus hebben
zy God gevonden. Hij is hun geworden tot
Wijsheid. Hij is de Opperste Wijsheid. Zijn
Raad is een raad van volkomen verlossing,
Hij is hun gerechtigheid. Er is gaen gef
rechtigheid buiten Hem.' Hij is hun hei»
ligmaking. Door de nauwe vereieniging met
Hem als man en vrouw worden zij' g^
heiligd, afgezonderd tot den dienst Gods;
Hij is hun volkomene Verlossing, zoodat
ZIJ in Hem van alle rampen in* e|n uitwen*
ding bevrijd zijn.
De komst tot Christus is de vrucht van
de beving Gods. De Heere belooft het: Ik
zal de Heidenen doen beven. Al de uit"
wendige bevingein en beroerten in de wep
reld kunnen niet uitweyfcein, dat w^ tot
Christus komen zonder de beving Gods,
dat God Zelf onze verschrikking wordt.
De heerlijkheid der Kerk. „En ik
zal dit huis met heerlijkheid vervullen',"
zegt de Heere der heirscharen.,"
De eerste tempel van Salomo schitter"
de van goud en zilver. De tweede tempel
van Zerubbabel was slechts uit oudej stee"
nen brokstukken saamgevoegd. De Joden
werden moedeloos en staakten het bou"
wen. De Heere God zegt: Als Ik het wilde
en het u nuttig was, Ik zou u genoeg goud
en rilver kunnen gevein om uw tempel
te versleren, doch Ik heb een uitnemender
heerlijkheid voor U weggelegd n.l. de te*
genwoordigheid des Heeren Christus en
Zijne geestelijke gaven. Wat is een kerk
zonder den Heere? Een synagoge des Sa"
tans, hoe schoon hij schijnt te zijn. Wat is
een kerk zonder de gaven des Geestes? Die
letter doodt. De belijdenis is onwaar, de
plichtoefening geveinsd.
Wat is een kerk zondeir Gods volk? De
ware meubelstukken worden gemist en' een
weerklank is er nieit.
Toen de Geest des Heeren uitgestort was
over de discipelein en Petrus en Johan»
nes preaiKten in den tempel was het leven,
er ingekomen, n.l. d e; H e e r e Zelf. P a u"
lus was niet het 1 e v ei n. De Heere was
voor hem het leven geworden en daarom
kon hy zonder den Heere niet prediken,'^
Hü' moest acht geven, waarheen de Heere
hem zond. Buiten 'sHeeiren weg kan geen
leeraar in waarheid prediken. Wat is dus
de heerlijkheid der kerk? Des Heeren te*
genwootdigheid en Zijne geestelijke gaven,
zonder welke geen leeraar prediken en
geen hoorder hooren kan.
Voor die heerlijkh€;id-moeten-aüe^ af^e**
den wijken en word* dei levendige God en
Christus alleen gediend door Zijn kracht
en kinderlijk gevreesd.
De heerlijkheid van dit laatste huis
der nieuwe bedeeling zal g r o o; t e r w o, iv«
den dan van het eeirste huis der oude
bedeeling mti al zijn goud en zilver. Daar
zal de Heere Vrede geven, d.i. geestelijken
welstand: Vrede met God in Christus, vre"
de als vrucht van de Uefde tot Gods Wet
door den Heiligen Ge;est Zijn volk ge?»
schonken.
„Geeft eere den Heere uwen God, eer
dat Hij het duister make en eer uwe voe;*
ten zich stooten aan de schepierende ber"
gen." Amen.
He
Vrieniden ie& kostie van het recht
en^ vain Abessinië,
's Heeren Woord waarschuwt ons om in
't algemeen zijn vertrouwen niet op men=
schen te zetten en inzonderheid om ons
vertrouwen niet te stellen op prinsen.
Dat wordt weer eens by vernieuwing
bevestigt in de wereld van de diplomatie
en staatkunde.
Xoi zijn schade moet de negus van Abes'
sinië df waarheid van 'sHe«|ren Woord
onidcrvinden.
Nog versch ligt in 't geheugen de land"
roof van ItaÜë op Abessinië gepleegd.
De verontwaardiging over de geheele we*
reld was schier algemeen.
De Volkenbond werd er voor gespannen,
maar die actie liep op een jammerlijke fi"
asco uit.
De landen, die zich tegenwoordig bij voor*
keur de groote democratiën laten noemen
Frankrijk en Engeland schenen het voor
het beklaagde recht te zullen opnemen.
Inzonderheid Engeland scheen voor Abes:
sin,ië te willen vechten, Engeland scheen
als wreker voor hei geschonden recht in
het krijt te willen treiden. Reeds toen
bleek dat er geen sprake was van het ge»
schonden recht, waren Frankrijk en Abes*
sinië het in een vroeger verdrag al niet
eens geworden over de verdeeling van het
ongelukkige land, maat van eigen belangen,
die in het gedrang kwamen,
Dat alles ligt achter den rug. Engeland
en Italië worden vrienden en Frankrijk
maakt zich gereed te volgen. Over het
gepleegde onrecht wordt niet meer gespro*
ken. Men wordt vriendein ten koste van
het recht en ten koste van Abessinië, dat
zoo op de Volkenbond en op Engeland
zijn vertrouwen had gesteld. Abessinië laat
men aan zijn lot over en men neemt de- ge*
legenheid te baat om zijn eigen belangen
zoo goed mogelijk te verzekeren, waarvan
de heele vriendschap-tusschen Engeland en
Italië die inzet i». i
30 April 1909 30 April 1938. i
Zaterdag 30 April viert Hare Koninklijke;
Hoogheia Prinses Juliana haar verjaardag.
Een gebeurtenis, die ons volk met blijd*
schap vervullen mag.
In Haar heett ons Oranjehuis een nieuwe
fpruit ontvangen.
En uit Haar is wederom een nieuwe loot
aan ons Oranjehuis toegevoegd.
Zoodat ons volk zich verheugen mag in
het bezit van drie generaties uit het Aoots'
luchte Oranjehuis.
Tot blijdschap van ons volk trad de Prin*
ses in het huwelijk.
En tot dankbare blijdschap stemde het ons
volk, dat dit huwelijk met de geboorte van
een Prinses werd gezegend.
Zoo \vcrd ons Koningshuis verdubbeld en
mogen we met blijdschap opzien tot een
viertal dat samen ons Koninklijke Huis
vormt.
Koningin Wilhelmina Prinses Juliana,
Prins Bernhard en het kleine Prinsesje
Beatrix.
Moge de Heere nog vele jaren toedoen
aan h.&t leven van onze geliefde Prinses
Juliana.
Moge Zij en de Koninklijke Moeder en de
Prinselijke gemaal en het kleine Prinsesje
nog lang met en voor elkaar gespaard blij*
ven tot in lengte van dagen.
En ons Koninklijke Huis begiftigen met
de genade, die eenmaal het deel was van
de stammoeder van ons Vorstengeslacht Ju»
liana van Stolberg, aan wie onze Prinseis
Juliana haar naam ontleende.
Ja dit is zeker, dat zij kou, griep ein: pijnen
niet alleen vlugger, maar ook veel gron"
diger en meer blijvend verdrijven. Mijn*
hardtjes zijn hartvormige' cachets die zeer
gemakkelijk innemen ?<^,>verkrijgbaar ,b;j
Apothekers en Drogisten. Koker 12 st. 50
et, Proefverpakking 2 st 10 et
Wijlen Ds. W. Zijlsira John. Bun»
yan en het klokgelui. Kokkie de
groenteboer.
Op den 9en April heeft te Kootwï^ker»
broek plaats gehad de begrafenis van Ds.
W. Zijlstra, Ned. Herv. Predikant, ovei*
leden op bijna 80*jarigen leeftijd. Onder
groote belangstelling is zijn stoffelijk
overschot ten grave gebracht. In het kerk*
gebouw hebben vele vrienden van den over*
ledene hem herdacht, den dominé die, om
zijn innige godsvrucht, bij zoo velen geliefd
was. Uit het verslag van deze plechtigheid,
voorkomend in het Ger. Weekblad, teeken
ik aan, dat Prof. H. Visscher de lijkrede*
heeft gehouden, sprekende over Numeri 23
vers 10b, Mijn ziel sterve den dood der
oprechten en mijn uiteirste zij gelijk het
zijne. Meer dan 50 jaren is prof. Visscher
met den overledene bevriend geweest. Ook
sprak nog Ds. de Geus, van de B'ilt, die
hem tijdens zijn ziekte meermalen had be*
zocht, en mededeelde, hoe Ds. Zijlstra nog
vele bestrijding had gehad, maar daaruit
toch ook weer was gered. Uit Psalm 32
vers 1 had Ds. Zijlstra nog rijken troost
mogen genieten: Welzalig hij, wiens zonden
zijn vergeven, die van de straf voor eeuwig
is ontheven. Ja, de z!i^ke had aan Ds. de
Geus medegedeeld, na veel strijd weernieu*
wen- vrede te hebben ervaren: „ik hoorde
de Engelen in den hemel juichen," zoo
sprak hij kort voor zijn heengaan. Niet
allen van Gods kinderen is het vergund om
van de zekerheid huns geloofs zoo heerlijk
getuigenis te geven in die aangrijpende
stonde., als hun voeten door de doodsjor»
daan worden omspoeld. Er is een levensge*
meenschap tusschen de strijdende kerk op
aarde en de engelen voor Gods troon, zy*
het ook, dat die relatie niet door allen even
klaar wordt ervaren.
Als de aanslagen van den Booze zijn af*
gewend, als 't geloof triumfeert, dan rijst er
zingensscof in 't hart van Gods kinderen:
Gij hebt mijn ziel op haar gebed, verhoord,
gered, haar kracht gegeven en de Enge*
len in den hemel zongen mede, aldus sprak
zekere oude juffrouw tot haar zoon.
Het is Johan Bunyan, de schrijver van
de Christenreis, die gezegd heeft, dat, als
hij in den hemel kwam, de hemelklok"
ken wel zouden luiden. Die gedachte ver"
tolkt hy ook in zijn over heel de wereld
bekende „Christenreis", wanneer hij aan
het eind beschrijft des Christen's aankomst
in den Hemel; de Engelen begeleiden hem
en den Hopende naar de poort der stad
onder gejuich en bazuingeschal. Opmerkelijk
is wat de verlichte schrijver zoo terloops
schrijft: „en thans waren deze twee mannen
als het ware reeds in den hemel eer zij er
aankwamen" en iets verder: „zij verheel"
den zich, dat zij al de klokken daarin hoor"
den luiden om hen te verwelkomen." Als
zij de poort der Heilige Stad intreden
hoort Bunyan al de klokken weer los*
barsten, ja, hij werpt achter hen een blik
naar binnen, aanschouwt de heerlijkheid des
nieuwen Jeruzalems en „toen wenschte ik
mijzelven onder hen," zoo schrijft hij. Maar
de poort ging weer dicht en 'twas Bun"
yan's tijd nog niet.
y Then I heard in my dream, that all the
bells in the City rang again for joy, (toen
hoorde ik in mijn droom, dat al de klokken
in de Stad opnieuw luidden van vreugde.)
Zoo heeft Bunyan het in de gevangenis
in zijn landstaal neergeschreven. Twaalf
jaren en later nog eens zes maanden heeft
hij in den kerker gezucht, omdat hij een
niet*geordende dominé was. En weer vrij
gelaren was hij een machtig prediker, die
duizenden hoorders trok. Met veel schoone
gaven was hij bedeeld, dat wil een ieder
gaarne gelooven die de Christenreize ge*
lezen heelt. Het is een singulier boek. Spuii*
geon, de gevierde Engelsche Volkspredi*
ker, verklaarde, dal hij de Christenreize
meer dan honderd maal gelezen had. Alles*
zins geloofwaardig, want elke keer dat gij dit
boek ier hand neemt, is er weer iets anders(
in dat U bijzonder treft.
De groenteboer is er niet meer. Hij en
zijn vrouw zijn dezen winter in hoogen
ouderdom op éénen dag gestorven. Van
zijn prille jeugd aan kon hij de herinnering
ophalen van de genade die God in hem
gewerkt had. Door zijn spreken heeft hij
velen tot jaloerschheid verwekt. Een boek"
deel was te vullen aan al hetgeen hem itt
dit moeicevolle l«ven was wedervaren. En bij
den groentewagen deed hij ook een schat
van menschenkennis en zelfkennis op. Had
hij de jongens bestraft, die appelen van
zijn wagen weggenamen, daar bepaalde God
hem er bij wie hijzelf van nature was, en
dan zonk de groenteboer laag voor God
in de schuld. Hoog vliegen was hem maar
nooit vergund.
In Schiedam had een Gemeentewerkman
hem aangehouden en breed uitgemeten ojer
de groentenboeren, die maar hooge prij^n
namen en „dat kon er allemaal bij door."
Drie kwartier had deze strafpredicatie ge*
duurd. Maar nu kwam Kokkie de groente^
boer toch met deze opmerking voor den
dag; ja vrind, daar is allemaal veel van
waar, maar vertel me eens, je hebt nu
drie kwartier van je tijd verpraat, wie bef»
taalt dat?
Deze man nu had in zijn jeugd ook
een crisistijd beleefd, toen handel, industrie
en landbouw in buitengewoon slechten toe*
stand verkeerden. Daardoor verloor bijna
alles zijn waarde. Een groot brood kosttei
slechts 10 cent, maar nooit is er zulk e.en
armoede geleden als toen omdat de men=
schen die 10 cent bijna niet konden betalen.
Bij hem thuis „raasden zij van den hongcjr."
Ook wij leeren het weder, dat als alle
prijzen inzakken, een zeer moeilijke tijd
wordt doorgemaakt. En de gedachte is nog
zoo dwaas niet: werd alles maar wat duur*
der! Ik erken, dit is maar filosofie van den
Waarnemer. Als de zegen er niet op rust,
kan ook „dure tijd" ons niet baten, inte)f
gendeel, dan zou die ons in groote zorgen
brengen. Wel heb ik den groenteboer de
stelUng hooren verkondigen, „dat het er
voor Gods kinderen niets toe doet of een
brood 10 cent of een gulden kost." En,
eerlijk gezegd, daar kon ik weinig tegen
inbrengen.
WAARNEMER.
De heer T. Poldeir te Battenoord, ges
meenffi Nieuwe Tonge, zal 11 Mei a.s.
een eeuw oud zyn.
D.V. Woensdag 11 Mei, zal de heer T.
Polder te Battenoord, gemeente Nieuwe
Tonge, zijn honderdsten verjaardag vieren.
Wij hebben de oude heer in zijn een,"
voudige woning, die op het haventje en
op de rivier de Grevelingen uitzicht heeft,
opgezocht om eens een praatje met hem te
maken.
En dat ging ons goed af! Vrietijdelij'k'
werden wij binnen gelaten en met een
amicaal gebaar noodde hij ons, naast hem
plaats te nemen. De heer Polder is na*
meiijk een weinig doof en de conversatiie
lukt het gemakkelijkst als men niet te ver
van hem afzit.
her heeft al in de groote krant gestaan
dat ik honderd jaar wordt, en dat is wel
wat vlug, zei de a.s. jubilaris. Ik hoop het
echter den Hen Mei te mogen beleven. Op
het „durpshuus" zeggen ze wel, dat het de
19e Mei pas is, maar ik houd vol van de
elfde. Mijn leven lang heb ik de elfde m"n
jaardag gevierd. Vroeger waren ze wel eens
meer een paar dagen abuis met geboorte*aan"
giften, maar m'n moeder zei altijd: de elfde
verjaar je! Ik ben 11 Mei 1838 te Nieuwe
Tonge geboren.
Waarmee heb je in de eeuw die nu
achter je ligt, de kost vej-diend, vroegen we
ik heb van alles gedaan, zei de krasse
oude. In 't land gewerkt, gevaren, kaaigast
geweest, vervangend veerschipper, aan den
dijk gewerkt enz. Ik ben zelfs nog eens in
Leuven geweest, en dat is een heel eind weg,
meneer! Het hardste en het zwaarste pakte
ik aan om wat meer te verdienen. Want er
was vroeger meeir armoe dan tegenwoordig.
Met drie of vier gulden in de week ken je
met een huishouden niet veel doen. Zwer*
men arme menschen bedelden van dorp tot
dorp, er waren er in den winter, die „beeff*
den" van den honger!
En, moest je zelf ook armoe lijden?
Dat hebben we gelukkig nooit hoeven
te doen. Rijk waren we niet, maar we
hadden altijd goed de kost. Moeder gaf
dikwijls aan anderen eten. Als wij volop
hadden, kon ze geen broodsgebrek zien. 't
Was een goed mensch. Ze is 87 jaar oud
geworden.
Onverpoosd en regelmatig vertelt de oude
verder, terwijl hij grettig trekt, aan een
dikke sigaar, die we hem gepresenteerd
hebben. We knikken maar eens, dat we hem
best begrijpen.
Zijn geheugen heeft hem nog niet in
den steek gelaten want hij doet ons al"
lerlei verhalen, dat er vroeger geen kjolen
waren en geen kachels en men alleen
op „de pit" stookte en hoe premitief de
verlichting was.
De oude Polder stamt uit een sterk ge*
slacht, want zijn familie is meest tachtig
en negentig jaar oud geworden. Vier en
dertig jaar geleden verloor hij zijn vrouw,,
nu woont hij met zijn 67"jarige zoon samen.
laat dan Uw sten weer smaken! Hoe kunt U eten en drinken zonder er
last van te hebben? Lees wat hier volgt!
Een wetenschappelijk saamgesteld medicijn heeft wonderen op medisch gebied
verricht, in zoo vergevorderde ziekten stadia, dat de lijders zich aan een operatie
zouden moeten onderwerpen.
Duizenden zijn er nu, die getuigen, dat ze zich voorstelden niet meer te kun"
nen genezen, totdat ze begonnen mét C R. Maagtabletten, die spoedig hun pijnen
lenigden, en hen brachten op den weg der genezing. Het medicijn ^«"2fJ[S5 5*^
folterende pijnen, veroorzaakt door brandend maagzuur, waardoor ZEER DIKWIJLE
DARM= EN MAAGZWEER ONTSTAAT, welke in korten tijd genezen na trouw
gebruik der maagtabletten. Door het innemen der tabletten kunt U weer een har"
tig maal gebruiken, zonder last van hinderlijke gevolgen te hebben. Als U last
hebt van Uw maag, is dit 'n waarschuwing van de natuur, dat het belangrijk"
ste orgaan van Uw lichaam niet in orde is, dat het voedsel in plaats van te ver"
teren, gist. Dat vergiftige stoffen in Uw bloed geraken, die allerlei kwalen te"
weeg'kunnen brengen. Evenwel is dit een van de meest voorkomende kwalen,
maar.... zé kan genezen worden. Dit is Het groote NATUURLIJKE geneesmid*
del, het heeft uitkomst gebracht aan duizenden Maaglijders en is door H.H. Me<
dici erkend als het meest afdoende middel tegen maagkwalen, en kunnen ten
zeerste worden aanbevolen, daar er geen medicijn bekend is, dat genezender werkt
dan deze C. R. tabletten. Prijs per doos van 20 tabletten f 1.90 plus 15 et. porto,
per doos van 60 tabl. f 5.50, porto vrij. Giro 281457. Gebruiksaanwijzing bij
elke doos ingesloten. Alleen verkoop Imp. M. C. GERMAN, Havenstr. 99, R'dam.