CnDWEEKEU/X)ÖpGED.GR0n[»IA6 vöcmoËZUID-HOainZCEliW^ EHADDEn
f 45.00
Indien gij maaglijder zijt,
N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „EMNDEN-NIEÜWS"
STICHTELIJKE
OVERDENKING
lOe Jaargang
ZATERDAG 2 APRIL 1938
No. 927
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Uit het Kijkvenster
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN"
18e jaargang
REIS - LIED.
MAAT
COSTUUMS
Maatcostuums in
een groote ver
scheidenheid van
moderne stoKen,
eerste klas kleer-
Adverttntie^t^ 20 cent per legeL RficUmes 40 ei.: Diensf
MUTragen en aanbiedingen van 16 regels 80 et.; Boek'aan^
koncliging 10 cent per regel Contracten belangrgk lager.
UITGAVE VAN
Gevestigd te MlddeUiands Prins Hendrikstr. 122 O Giro 167930 Fostboz 8 Tel. 17.
WÊÊÊimmimmK^mimmÊÊm
Abonnemenisprys 85 cent per 3 maanden 1^ vooruitbetaling.
Versch^'nt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden jwr jaar
Uwe inzettingen zijn mij gezangen ge^»
weest ter plaatse mijner vreemdelingen*
schappen. Ps. 119 54.,
„In de psalmen ziet men Gods kinderen
in 't hart" sclireef Luther eenmaal.
De psalmen gewagen van den heilfigen,
drieëenigen God, bezingen rijk en diep
de heerlijkheid van den Heere Jezus in
Zijne namen, ambten, naturen, staten en
weldaden, maar ontvouwen ook het ge"
nadewerk des Heeren in die diepte ver;»
heerlljkt aan Gods volk.
Het boek der psalmen is vot van Sions
klaagt en lofzangen, van Sions nooden,
maar ook van 's Heeren wonderlijke uit»
reddingen. Zij zijn een geestelijke heils*
apotheek, geliefd en bemind door alle op<=
rechten van hart.
Ps. 119 is terecht geheeten het A B, C
van Sions scholieren. De heerlijkheid van
Gods Getuigenis wordt daarin als een
kostbaar parelsnoer getoond. Op een van
die paarlen willen wij letten.
De gansche psalm is vol wat die geestelijke
pelgrims ondervinden op reis.
't Is vol van gevaren en bestrijdingen.
„Zij hebben op mij gewacht om mij te doen
vergaan. Zij hebben leugens tegen mij ge»
stoffeerd. Zij hebben mij bovenmate zeer
bespot". Temidden van dat aljès bidt de
dichter: „Heere, wentel van mij mijne ver«
smaadheid en verachting".
Hij heeft, lettende op zichzelf, overvloe»
dige stof tof pélgrimszuchten. Hij bidt: „Och,
dat mijne wegen gericht wierden om Üwe
inzettingen te bewaren," want hij leert Zich
kennen als een verwerper, verachter, overtre*
der van 's Heeren inzettingen. Hij bedelt„Ont
dek mijne oogen, dat ik aanschouwe de won»
deren van Uwe wet", want hij komt uit als
een blinde en begeert ziende te worden geè"
maakt. Hij smeekte gedurig: „Maak mij Ie»
vend naar Uw Woord. Gun leven aan mijn
ziel", want hij wordt al dieper aan zijn
geestelijken doodstaat bekend gemaakt. Hij
zucht; „Wend, wend mijn oog van de ijdel*
heden af. Hij zoekt het altijd weer- in de
dingen, die geen wezen hebben. Zoo krijgt
hij den Heere in allies noodig en de Heere
is in de plaats zijner vreemdelingsschappen
voor Zijn volk geen woestijn. Zijn goedheid
straalt hun toe. Zijn macht schraagt hen in 't
lijden, Zijn onbezweken trouw, zal nooit
hun val gedoogen, maar Zijn gerechtigheid
hen naar Zijn Woord verhoogen.
't Kleed, dat Sions pelgrim bedekt, is
het p elgrimskïeed.
Wanneer wij ons oor te luisteren leggen
aan de tenten der aartsvaders, letten op
wat David betuigt tokkelend de harp, merken
op Asats snarenspel, stemmen zij allen in
in met den dichter van dezen psalm: „Ik
ben een vreemdeling op aarde".
't Vreemdelingenkleed spreekt allereerst
van een droeve vergankelijkheid, 't Wijst
hun naar de breuk der zonde, 't Predikt:
wy zijn den hof des Heeren uit, verdreven
uit het paradijs der zalige gemeenschap Gods.
Het getuigt evenwel ook van het Gods»
wonder, in die pelgrims verheerlijkt. Een
vreemdeling in ons midden valt op, want
hij is van een andere afkomst, spreekt
een andere taal, gehoorzaamt andere wet»
ten, draagt andere kleeding en gevoelt
zich in 't vreemde land niet thuis. Dit
wonderen van vrije genade zijn verheer»
lijkt in degenen, die in geestelijken zin
vreemdelingen op aarde geworden zijn.
Wederomgeboren door den H. Geest zijn
zij onderdanen geworden van een gees»
telijk koninkrijk, dat niet van deze werel|d j
is, spreken zij een taal, die de Geest hen
geeft uit te spreken, die de wereld evenwel
niet verstaat, een dwaasheid acht. j
Zij mogen verteHen wat God aan hun ziel
heeft gedaan, wie de Heere Jezus is in Zijne
opzoekende ontferming voor een in zichzelf
verlorene. Zy gehoorzamen andere wetten.
Haman had het in rijn vijandschap goed'
opgemerkt, dat dit volk wetten had, onder»
scheiden van des konings wetten. De Heere
schrijft Zijn wet op de tafelen van hun hart.
Zy hebben een vermaak in de wet Gods naar
den inwendigen mensch.
't VreemdeÜngenkleed, dat hen dekt, ver»
tolkt, dat dit aardsche leven slechts een
doorreis is. Hun vaderland is elders; hun
verwachting is de stad, die fundamenten
heeft, welks kunstenaar en bouwmeester
God de Heere is; hun toekomst ligt ge»
waarborgd in Christus, I>ie hun hope is.
Wat is dat alles in tegenspraak met hun
aardschgezindheid. Zij zijn kinderen der op»
standing en hoe kleeft hun ziel aan 'tstot.
Zü zijn niet meer van de wereld en weljc
een wereld van ongerechtigheid vinden zij in
hun hart. Zij zijn erfgenamen Gods en mede»
erfgenamen van Christus en hoe zeer hunke»
ren zij naar de dingen, die men ziet. Hoever
worden zij met den tijdstroom meegevoerd.
En toch, wanneer de banden gaan kwellen,
de nood op de ziel wordt gebonden, wordt
te midden van alle afdwalingen uit de leven»
de klacht openbaar, dat zij in de wereld, vol
van de wereld en toch niet meer van deze
wereld zyn.
Er is een lied, dat den geestelijken pel»
grim op reis troost, 's Heeren inzettingen
zijn hem gezangen ter plaatse zijher vreem»
delingsschappen.
Die inzettingen zijn al wat de Heere naar
Zijn eeuwigen raad en vrijmachtig weibeha»
gen heeft vastgesteld; al wat uit 's Heeren
mond in wet en evangelie is uitgegaan. Zij
verkondigen 's Heeren deugden, prediken den
eenigen weg des behouds: 't geloof in den
Heere Jezus, Wiens naam is, „de Heere on»
ze gerechtigheid." Die inzettingen door den
Heiligen Geest toegepast zijn voor Sions
pelgrim een hamer, die de rotssteen des har»
ten te morzel slaat, maar ook levensbal»
sem voor verbrokenen van hart. Zij zijn
voor des dichters ziel zangen van bemoedi»
ging, vertroosting, overwinning en aanbid»
ding. Als David de harp tokkelde, moest de
booze geest, die Saul verschrikte, wijken.
Wanneer de Heilige Geest 's Heeren inzet»
tingen tot een snarenspel maakt, moet die"
booze wijken, wordt de Heere groot gemaakt
en Gods gunstgenoot verblijd.
Dan moet de dichter zingen:
„Uw Woord is zoeter dan honing en
honigzeem,
't Is kostbaarder dan goud, ja 't fijnste
f i goujd.
Uw Woord is zeer gelouterd. Uw knecht
heeft het lief.
Uw getuigenissen zijn mijn raadslieden
en mijne vermakingen."
Die inzettingen des Heeren ontsluiten voor
Sions pelgrims:
de deur van vrije genade:
de poort der gerechtigheid:
de haven der eeuwige behoudenis in den
Heere Jezus.
Ds. L.
I (Wordt vervolgd.)
Vrijheid en onafhankelijkheid vergt offers.
Ook in de jongste historie is dat niet ge'
noegzaam ingezien.
Vrijheid en onafhankelijkheid vragen of»
fers.
Slechts ten koste van ook geüdeUjke of»
fers mag men naar menscheUjke berekenin»
gen, op vrijheid en onafhankelijkheid re»
kenen.
In de dagen van de mobilisatie werd dat
door ons volk goed aangevoeld.
Toen werden de gelden van onze verde»
digingsmiddelen grif opgebracht. Men kon
zich spiegelen aan Beljgië, en die zich aan
een ander spiegelt, spiegelt zich zacht.
In die dagen stemden zelfs de socialisten
voor de credieten noodig voor leger en
vloot. Na den oorlog werd dat anders.
Toen kwam weer de leuze „geen man en
geen cent." Die deed weer opgeld.
De verderfelyke leugen van „Tiooit geen
oorlog meer," en allerlei onredelijk dwaas
gebazel van pacifistische profeten brachten
ook over ons land een mental|iteit, die met
de werkelijkheid geen rekening hield. Het
aantal „vrede, vrede en geen gevaar»roepers,"
was legio. Onder leiding van de socialisten
en communisten 'wètd onze land en zeemacht
als het ware afgebroken. Zelfs de regeeringen
onder Christelijke signatuur lieten zich rci^t
verloochening van de werkelijkheid voor de
humanistische wagen spannen en lieten van
ons leger en vloot slechts een raam over,
waarbinnen nu onze defensiemiddelen weer
moeten worden opgebouwd.
Onder invloed van den Volkenbond is de
verdediging van ons land schrikkelijk ver»
waarloosd. De achterstand in onze bewape»
ning is ontstellend. Hoe groot de gevaren
ook waren, men bleef maar gelooven in den
Volkenbond en geloofde in leuzen als col»
lectieve veiligheid en dergelijke phrasen meer.
De on..wapenaars zegevierden.
Tot groot nadeel van ons land. Nu moet
die ontzettende achterstand worden inge»
haald. Verhaast worden ingehaald. Verwaar»
loozing is duur. Dat wreekt zich nu de ach»
derstand moet worden ingehaald. Maar met
het oog op onze onafhankelijkheid en onze
vrijheid moeten die offers worden gebracht.
Jammer, dat men het zoo laat heeft ingezien:
Het is te wenschen, dat het niet te laat mag
zijn.
De Zondag is overal goed voor.
Het kwaad van de Zondagsontheiliging
woekert schrikkelijk voort.
Denk slechts aan de ontzettende sportver»
dwazing, die op 's Heeren dag hoogty viert.
En waar wordt de Zondag al niet voor ge»
bruikt?
De K.L.M, opent haar seizoen-
On Zondag.
X)p Zondag vUegen voor die seizoenope»
ning een vijftal vliegm'.chi-«s door de lucht.
Op Zondag brengen''vijf vliegmachines
van de K.L.M, een bezoek over 'de groote
steden van ons land.
Ter opening van het luchtvaartseizoen.
De Zondag wordt daarvoor misbruikt.
We meenen, dat de Regeering zuUcs be»
letten moest.
En ook beletten kan, al was het alleen
maar vanwege de groote subsidie, die uit
's Rijks kas wordt verstrekt.
Naar 's Heeren geboden wordt niet ge»
vraagd. i
Nutteloos, zonder een schijti zelfs van
noodzaak wordt 's Heeren Dag ontheiligd.
En toch de Heere is geen ledigen Aan»
schouwer.
Hij zal het zien en zoeken.
De vertrapping van Gods geboden, gaat
niet straffeloos.
In het houden van Gods geboden ligt
grooten loon.
En voor het tijdelijke èn voor hfet gees»
telJijke leven.
Het Huiswerk. De onrust van de
jeugd. De rust van de huiskamer
De moeilijkheid van onderwijs ge»
ven Die gfoede, oude tijdl
Wij leven in de eeuw van het kind.
Het beste is voor onze kinderen niet goed
genoeg. Ziedaar twee steUingen, die sedert
den aanvang onzer eeuw opgeld doen. Aan
beide uitdrukkingen wil ik niet alle waarde
ontzeggen, maar het ware voor de jeugd be»
ter geweest indien zij minder luid waren
uitgesproken geworden. Want de tegenwoor»
dige jeugd wordt over het paard getild
door de meer dan gewone belangstelling
die zij geniet. Hierbij heb ik de schoolgaande
jeugd op het oog. De jonge menschenj
die v.in school kwamen mogen zeker een
voorwerp van aller zorg zijn nu de moge»
lijkheid om gepast werk te vinden zoozeer
verkleind is geworden. Over hen moet wel|
vaak gesproken worden.
Nu hebben B. en W. van Rotterdam
besloten, dat op de Openbare Scholen des
Zaterdags geen huiswerk voor den Maandag
meer mag worden opgegeven. Ook mag
door dit voorschrift de hoeveelheid huiswerk
in den loop der week niet vermeerderd
worden.
Des Zaterdagsmiddags alzoo geen huis»
werk meer. Dat sluit mede in, dat op Zon»
dag geen huiswerk wordt gemaakt, zooals
maar al te veel geschiedde. Dit zou de eenige
goede zijde wezen die er aan te ontdekken
was.
In vele gevallen is de opgegeven huis»
werktaak niet klein. Na een dag van klasse»
onderwijs moeten vele kinderen nog uren'
lang over boek en schrift gebogen zitten.
Om dat vol te houden hebben zuljce kin»
deren veel zorg noodig: goede voeding, be»
hoorlijke nachtrust en een rustig hoekje om
thuis te werken. Kan aan die voorwaarden
voldaan worden dan is een flinke huiswerk
taak van groot nut. De jonge menschen
krijgen daardoor een idee van visX werken
is en daarin tijdig geoefend te wezen is van
groot nut voor het verdere leven. Niets is
zoo verkeerd voor de jeugd dan de ledig»
heid.
Er waren in Rotterdam veel klachten van
de ouders. Dat de kinderen al te bezet
waren. Zien wij echter hoeveel schoolkinde»
ren op Woensdagmiddag en ook des avonds
de bioscoop bezoeken, hoeveel er aan sport
gedaan wordt en zoo meer, dan moet achter
dat gebrek aan tijd een vraagteeken geplaatst
worden.
Waarom er des Zaterdagsmiddags en
avonds niet voor de school gewerkt zou
mogen worden is dus niet duidelijk. De
Zondag toch is gegeven om van den zesdaag»
schen arbeid te rusten. Hoe meer de week
met arbeid gevuld is hoe meer de mensch
de rust van den Zondag kan waardeeren.
Moet echter de Zondag óók gevuld worden
met bezoek aan voetbalwedstrijden en an»
der vermaak, zeker, dan wordt het een heel
erg bezet leven. En zoo zijn er dan ook'
vele menschen die het des Zondags juist
nog drukker hebben dan in de werkweek.
Allfes weer in strijd met de ordinanticn die
God voor ons leven beeft ingesteld.
Het opkomen voor de jeugd moet dus
immer met behoedzaamheid gebeuren, opdat
de kinderen niet de indruk krijgen, dat zij
door ouders en overheid voor een al te
bezig leven moeten worden behoed. Intes
gendeel, het laat zich aanzien, dat er in de
toekomst hard gewerkt zal moeten worden
om het brood te winnen en dat onze toe»
komstige huismoeders zich, nog minder dan
thans, omringd zuUen zien van gedienstigen,
die tegen betaUng den huiseMjken arbeid
zullien helpen verrichten.
Achter de klachten over te veel huiswerk
liggen velerlei oorzaken verborgen. Daar is
de over de menschen gekomen zucht tot
uithuizigheid. Men zoekt veelal zijn genoe»
gens buitenshuis. Uiteraard worden ook de
kinderen daarin betrokken, ook zij hebben,
althans in de stad, hun ultgaansavondjes.
Mede door het radiotoestel, dat speelt als
er juist behoefte aan stilte is, komt een ze»
nuwachtige steer in de huiskamer. De cou»
ranten met hun vele foto's en hun groote
kopletters van nieuws, werken op de kin»
deren in. Onze kinderen gevoelen zidK spoe;j
diger groot dan vader en moeder toen dezen
jong waren. Voeg er aan toe de sportver»
dwazing van onzen tijd; de groote belang»
stelling voor een man als Euwe, den Schaak»
meester, en ge hebt een lijstje van zaken,
die het kinderhatt min of meer in beslag
nemen en het kind doorloopend in een
gespannen sfeer houden.
En tegenover het rumoer van het moderne
leven langs den weg, moest juist de huiska»
mer het vertrek zijn waar een rustige sfeer
heerscht, waar vader, moeder en al de kin»
deren na hun ingespannen dagtaak weer
tot rust komen om herstel van verlpren
energie te vinden.
Gelukkig, er zijn nog zeer veeli gezin»
nen waar kalmte heerscht. Waar vader en
moeder veel bij de kinderen thuis bfijven
en daar gaat dan zulk een weldadige invloed
van uit op de kinderen. Indien er iets is,
dat wij hen vooral moeten trachten te ge»
ven, dan is het kalmte in het hulsgezin.
Tijdig ter rust gaan en tijdig opstaan, ook
dat neemt veel oorzaak van haasten en
jachten weg. i
Genoeg er van; waar met vaste hand
gestuurd wordt blijft ook op Zaterdag nog
wel tijd over voor huiswerk.
Wonderlijk ambt, van den schoolmeester
en juffrouw, 't Lijkt zoo eenvoudig en er
«-
makerswerk
VANAF
Hoogstraat 327—335 Rotterdam
komt toch zooveel voor kijken. Naast de
directe kennis, die er voor verelscht wordt
en waarvan de omvang steeds grooter wordt,
komt er nog iets bij, dat ik moeilijk kan
aanduiden. Ik bedoel het onderwijzen in en»
geren zin; de gave om anderen iets uit te
leggen, het beheerschen van de leerstof, het
staan boven den leerling. Ook speelt daarbij
de tact een groote rol. Niet alle menschen
zijn in staat hetgeen zij zelve kennen en
kunnen, aan anderen bij te brengen. Dus
ga ik altijd de schoollmeesters uit den weg
vanwege hun peadagoglek, hun opvoedkun»
de, hun menschenkennls. Met bovenmeesters,
als ik de heeren zoo noemen mag, ga ik
zeer behoedzaam om, opdat nooit het ge»
sprek al te veel diepte verkrljge en mijn
ondiepte aan den dag zou komen.
Waarom het verzwegen? Heb ik' niet
zelve een jonger broertje 'tis lang ge»
leden willen inleiden in dfe kennis van
de fransche taal? Maar bij de derde les van
de Bock en Leeman, was 'tuit. Ik mag
het u niet verbergen, het haperde aan de
paedagogiek. Zoo althans bezie ik het. Dfe
leerljing keek al te veel naar buiten in plaats
van in 't boek. Spoedig rolden leeraar en
onderwezene in één kluw over den grond.
Vader heeft ons toen met een enkele hand»
greep uiteen gehaald, den cursus direct stop»
gezet en mijn bekwaamheid aldus getaxeerd;
„jij mist het vermogen om anderen iets
duidelijk te maken." Vader had dat heel
goed bekeken. Sedert dien heb ik ingezien
dat lesgeven aan de vakmenschen moet over»
gelaten worden. En de schoenmaker dient
zich bij zijn leest te houden.
Dat viel nog voor in dien tijd, toen er
geen radio bestond, toen de bioscoop pas
in opkomst was, toen er nog een paarde»
tram reed en alleen de dokter een auto had.
Toen er maar zelden een mensch viel als
slachtoffer van het verkleer. In dien tijd
liep niemand blootshoofds op straat. Ook
lieten de dames zich het haar niet afknip*
pen, o, ze moesten er niet aan denken 1
WAARNEMER.
laat dan Uw eten weer smaken 1 Hoe kunt U eten en drinken zonder er
last van te hebben? Lees wat hier volgt 1
Een wetenschappelijk saamgesteld medicijn heeft wonderen op medisch gebied
verricht, in zoo vergevorderde ziekten stadia, dat de lijders zich aan een operatie
zouden moeten onderwerpen.
Duizenden zijn er nu, die getuigen, dat ze zich voorstelden niet meer te kuni'
nen genezen, totdat ze begonnen met C. R. Maagtabletten, die spoedig hun pijnen
lenigden, en hen brachten op den weg der genezing. Het medicijn verlost van de
folterende pijnen, veroorzaakt door brandend maagzuur, waardoor ZEER DIKWIJLS
DARM» EN MAAGZWEER ONTSTAAT, welke in korten tijd genezen na trouw
gebruik der maagtabletten. Door het innemen der tabletten kunt U weer een har»
tig maal gebruiken, zonder last van hinderlijke gevolgen te hebben. Als U last
hebt van Uw maag, is dit 'n waarschuwing van de natuur, dat het belangryki»
ste orgaan van Uw lichaam niet in orde is, dat het voedsel in plaats van te verx
teren, gist. Dat vergiftige stoffen In Üw bloed geraken, die allerlei kwalen te»
weeg kunnen brengen. Evenwel is dit een van de meest voorkomende kwalen,
maar.... zé kan genezen worden. Dit is Het groote NATUURLIJKE geneesmid»
del, het heeft uitkomst gebracht aan duizenden Maaglijders en is door H.H. Me»
dici erkend als het meest afdoende middel tegen maagkwalen, en kunnen ten
zeerste worden aanbevolen, daar er geen medicijn bekend is, dat genezender werkt
dan deze C. R. tabletten. Prijs per doos van 20 tabletten f 1.90 plus 15 et. porto,
per doos van 60 tabl. f 5.50, porto vrij. Giro 281457. Gebruiksaanwijzing bij
elke doos ingesloten. Alleen verkoop Imp. M. C. GERMAN, Havenstr. 99, R'dam.