(:riDWEEKfilADÖpOED.Gnoni]filAG vöönocZUID-HOUInZECU^^ CILAMDEn
Simon Gieke
N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EIIANDEN-NIEÜWS"
I
10e Jaargang
WOENSDAG 9 FEBRUARI 1938
No. 912
18e jaargang
De Reorganisatie
der Ned. Hervormde Kerk.
m.
De ketter van Scherpenisse
niEuws
Advertentie»prjfs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dknsti'
Mnvragen en aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boek«aani>
kondiging 10 cent per regel Contracten belangrjjjk lager.
UITGAVE VAN
Gevestigd te Middelharuis Prins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17.
Abonnemencsprigs 85 cent per 3 maanden bjij vooruitbetaling.
Verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlyke nummers 5 ceat Buitenland 8 gulden per jau 1
DE LEERVRIJHEia
Eén der meest droevige gevolgen van 'd«
invoering der Synodale Oïgasnisatie was we5
dt ipragtisdhe leervrijheid. We raken' hie»
een zeer belangrijte kwestie, die een sipeii'»
aléi uiteenzetting vordert, wil men de Sy^
n.odale historie'ten volle kunnen begrijpen^
Zoo men weet, is de Hervormde of Gere='
formeerde; Kerk in deze landen omstreeks
1560 uit de Calvinistische Reformatie ont>«
staan; en organiseerde zij' ridh als een be*
lijdende kerk, waarin leervrijheid contra.»,
bande was. Dit bleek wiel uit de handelinger^
der Dortsdhe Synode van 1618«'19, welke
leertuicht oefende door uitbanning der Res*
monstranten. De 3 Formulieren van Eenig*
heid vormden de Belijdenisschriften der
Kerk, waarnaar zij Wensdhte te leven. Maar;
doordat de Staten;<Generaal onder invloed
d'er Libertijnsche regenten het samenkometr»'
om d^e 3 jaar eemer Synode Nationaal ver*
hinderden rustte het ioe,feinen der leertuchs
olp de Provinciale Synoden, die daarin voor*
aï na 1650 zeer laks werden, zoodat reed*
toen( en vooral in de 18de eeuw met haaA
Fransche verlichtings^theorieën allWlei windj
van leer in de Kerk werd tóejgelafen. Veile
ipredik'anteni werden vurige aanhangers dei
reviolutie^leer zonder dat zïj daarvoor wer^
^en afgezet. En toen in 1813 Willjeml I. (de
troon beklom, was de Kerk in meerderheid
niet Gereformeerd meer.
Wijl willen ap het feit, dat reeds vóóy
1816 dotor de nalïitigheid der Synoden wei=j
nig leertucht werd geoefend, de aandacht!
vestigen. Hieruit blijlkt immers, dat ook'
een Gereformeerde Kerkorde, indien ze moet
worden toegeipast door mensohen, die zelfl
niet van Geref. belajidenis zïjta, de Kerki
niet voor dwaling kan behoeden. Wij' zien,
diti trouwens ten huldigen dalge wel zeer
Sterk in de Gereformeerde Kerken, die een
geperfectioneerde kerkinridhtjng heblben, uit*
gewerkt volgens de kerkredhtelijke hteginse»».
Iten van het Calvinisme, doch in wier bk>e='
zemi een aantal stroomingen en rifhtinjgen
gevonden worden en een verwoede strijkii
wordt gevoerd oyer versöhillende Ipunten
zeer groote dogmatische beteekenis, zonderi
dat men tot uitoefening der leertudht ovier«
gaat, hetgeen trouwens ook heel moeiljitl
zou zün, daar deze gansdhe kerk in de greeipi
der' dwaling gevangen zit en de één den'
ander heel gemakkelijk van ongerefcrmeend»'
heid zou kunnen beschuldigen. Hieruit
volgt, dat leen kerk, die op papiier de 'tuc|ht!
■perfect heeft geregeld, daardoor nog nielj
gewaarborgd is voor het insluipen van alter*
lei; ketterijlen.
WSjl willen hiermede natuurlijik niet de
S.O. goedpraten, in geenen deele, doA wtell
ervoor waarschuwen, ^at een Zuivere kerk»*
inriohting niet steeds een zuivere leer waar*
borgt, evenmin als een onzuivere kferkorjga*=
ganisafie 'persé een verwatering der leer ten^
jevolge zou moeten hebben. De eerste Chris*
tenen, dat zal ieder geredelijk toestemmeni,<
hadden een premitieve kerkorde, docih dit
belette niet, dat zij wat hun geestelijk' leven
aangaat en de zuiverheid hunmer leer, zeer'
verre bksven onze kerken stonden. Wat wél
voor ons moet vaststaan, is natuurlijk dit,,
dat de kerkelijke organisatie moet aansluitenj
bïj het geesteljijk leven den, kerk, dat dusl
diï geesteÜjik leven door de kerkorde be=;
sehermd moet worden tegen dégenereefendle,
deformeerende en kettersche invloeden ew
zoo deze reeds zïjii ingetreden, moet het mcw
gelijk zijtn door tuchtoefening de kvade tak'
ker{ af te snijden. Bn nu is het juist Ihfel
grootei kwaad der S.O., dat zij dit onmo*'
gelijk; maakt.
Toen'! Willem I aajn de oude Kerk eem
nieuwe organisatie gaf, was de groote
moieilijkheid, hoe te handelen met de leer}
Dei antipathie tegen de oude Gereformeer*
de waarheid was zóó groot, dat men in:
geenj geval JeertuChtprooessen wenschte als!
in 1619. De moeilijk'heid werd. echter mees*,
terlijk opgelost. In het Aljgemeen Reglement
werd wel gezet, zooals We reeds zag;en,i dat
ook „de handhaving, harer leer" tot de taakj
der bfesturen behoorde, en werd dus gopro*'
clameerd, dat de Kerk een leer had. Nergens
evenwel werd deze nader o,mschreven. Na*
tuurlijkl kon dit geen ander» zijln dan diei
'derl formuUereix, maar opzetteljk werd dit
niet uitgesproken. Deze zin was slechts ne*'
gatief bedoeld, n.l. dat het niet geoorloofd
zou zijM in die feeir veranidieringieffl. ta btciHs.
gen> doch het 'positieve, dat n.l. er voor zowgj
gedragen moest worden, dat andere leerin*
gen geweerd werden, wilde men niet. Tqen
aiimers de vraag werd gepteld, of de nieuwe-
Synode ook -daadwerkelijk leertucht zoui
nio-cten toepassen, luidde het antwoord van
den Commissaris*Generaal „De Synodei
wordt thans niet gpgeroepen om. leerstel**
ügej geschillen te beslechten, doidh' om def
kerk te besturen". En dit is tpt c^ de hui*
digei dag de gedragslïjb gebleven v.i i allef
kerkelijke besturen. Natuurijjik is het onmo^
geKjk de .Jeer te handhaven zonder overf
dogmatische geschillen te beslissen, dodh dit
iiras de bedoeling van denl Koning oniet en
van' dé Kerkelijke to.onaangev'enide -maiclht^
hebbers, die zich in 's Konings gunst moch»'
ten verheugen, noch minder. Zij wilden de
leer oipbergen in een safe, liever -ndg in oen
museumi van Oudheden. De Synode vajn
1816[. ging daarom direct een vrtjiziging in*
brenigen in het onderteekeniin^sfiprmuBer
Voor aanstaande predikaaiten. In een waar>«
lijki Geref. Kerk moeten uiteraard alle jpM*
dikanten hun instemminig betuigen niet d<J
Formulieren van Eenigheid. De Synodei
cischte, voortaan instemming met „de leer,
wielfce overeenkomstig Gods Woord in de
aangenomen Formulieren vervat is". Mew
kon deze listige omschrijlving oiok| aldus uit*
leigfeen, dat men de Formulieren onder»!
schreef, niet omdat, maar voorzO^ver ze met
Goids Woord overeen k'wamen. En bÜj; dei
uitdrukking „aa,ngenomen Formulieren"
kon men, zoo men dit wilde, bedenken,
'dat de Dortsdhe leerregels .(tegen de Remon*
stranten.) niet in alle Gewesten waren aan«
genomen. De belofte der predikanten werd
otpl losse schoeven gezet; alleen hun eigen
inzicht en opvatting gold. En daarmede
was feitelijk de leervrijheid ingevoerd. W<£'
staat in art. 3 van het Reglement voor k'er<»
keüjk opzicht en tudht, dat ,degenen, die in
openbaren strijd zijn met dien. jgwest en! de
beginselen van de Belijdenis der Hervormde
Kerk, aan tucht onderwoitpen zijn, -doch inr
verband met art. 11 staat ook deze bepalinjï
practisch; op non*activiteit. Bij .kerkrechte^
lijke geschillen heeft de BeEJdenis geen
rechtskracht, doch alleen de Reglementen.
Wie zich tegenover de Reglementen op da
Belijdeids beroept, wordt niet*ontvankeliik
verklaard. Bn daarmede is helldtr en klaar
aanigetoond, dat er zidh in de Hervormde;
kerk een toestand, van feervr'ijheid heaft
ontwikkeld, die ontaard is in een leeranar*
chie. Doordat de Synode op, het stuk van-
de! lee- alles toeliet, heeft het mensdhélijk!
subjectivisme, niet gebonden aan de oW
jöctieve waarheid van Gods Woord, vrij:
spel| gekregen en is er een chaotische toe*
stand ontstaan, waarin Waarheid en leuged
met elkaar strijd voeren zonder dat dd.
Synode zich daarmede bemoeit.
Zooals men bemerkt, gaan wij' uit vai;
de grondstelling, dat het oefénen van leer*
tucht onlosmakelijk aan het kerkelijk leven
■en het bshoud van .de geestelijke gezondheid'
daarvan verbonden is. Christus waarsi.huwJ
tegen de valsche profeten en Paulus tegen da
wolven, die in de schaa'pskooi willen binnen
dringen. Onze Gereformeerde vaderen heb-^
ben dan lOok in art. 30 der Ned Gelo'ofs*:
btel'ijdenis in vraag en antwojord 85 van dil
Heidelberger Catechismus, in de Artikelen.
tegen ide. Rem-onstranten en in de artikelen
72 en 80 van de Dorts^ihe Kerk'enorde uit<
drukkelijk -de leertucht ge.ëischt. De Kerk il
gebonden aan Gods Woord en heeft de Bei
lijdenis als daarmede overeenkomende, zsxiA
vaard. Indien zij haar karakter wil handhaj
vien,, is zij geroöpen en verplidht, de tucht»
Olp de leer met vaste hand toe te passen. i
Van,af J. 816 is dit niet gebeurd. Of eigen*i
lijW dateert zooals we zagen, de wanorda
reeds! van vóór de Reviolutietójid. Maar di3
.S.O. heeft elk herstel der Kerk in beiijdefi*'
den zin ten eenenmale onmogelijk gemaakt^
doior;-'bet verhinderen der leertucht. En a^
ze:gt de ethische prof. Slotemaker de Bruïnei
in zjijta werk Pro Ministerib, deel V, waar Ji'ij
handelt over het Ned. Herv. Kerkrecht, dat
„de Hervormde Kerk geen léervrijheid,
kent", Ait is niet anders dan ethische theorie
welke in flagrante strijid is met de reaüteii
van het kerkeffijk leven. Immers, alles wordt
geduld. Dt. Bahler, een Boeddhist, weiid in
1923 evenzeer door de Synode de handen
boven het hoofd gehouden, -onda-'fks alle
aanklau(hten tegen dezen man, die iniplaats,
van uit de Bijbel, ipreekte uit do Faust van
Goiethe. Socialistische :en communisti|s|4he(
Ipredikanten men denize aan Dt. Snetha
lagie blijven in hun ambt, opdanks he^^
feit,, dat ze niet alleen in ,lij|nrec|hte strijvj
leven met de Belijdenis, doidh ook met an*:
dere zinsneden uit art. 11 Uv. -dat over hef
aankweeken van liefde voor Kcining en
Vaderland in conflict komen. Dwaalleeraalr»
worden niet uitgezet. De predikanten mojgeni
léeren en de lidmaten geloiovcn wat ze;
willen. De predikers kunnen gezangen zin*'
gen of iiiiet. Catechismus ipreeken of nietj
fiormuUerenl gebruiken of wtijjzi|gen of niet,i
zielfs ide trinitarische Do|0|piformule is .ni^t
veilplicht. Het ligt voor de hand, dat naj
een paar leeuwen gedeelteliijke del^rml^tié
de Hervormde Kerk door haar léervrijheid/
thans een staalkaart ver*o|ont van; all'erl'e.S
godsdienstige richtingen, waarover we in
het volgend artikel hoipen te handelen.
(W^ordf vervolgd.)
if.
Rome is niet veranderd.
Ook in Spanje is het licht der Reforma*
tie heerlijk o(pge''gaan. Helaas het is Romei
gelukt het Protestantisme er uit te roeien.
Door gruwelijke vervolgingen en ontzetten*
de moordtooneelen. Aan Filips II, die een.'
vloek is geweest voor de Volken over wie
hij regeerde is het gelukt het welig opschiep
üende zaad der Hervorming te verstikken.
Filips II, de kettervervolger biji uitne*-
mendheid duldde in Spanje geen kéttei^s!.
Z.K.H. Prins Bernhard met H, K.H. Prinses Beatrix in statie*
kleed. Dit statiekleed werd nu voor de 7e maal gedragen.
Zijn verblijf in Spanje is voor de Hervorc'
ming doodelijk geweest. Welke zijn maat*
regelen tegen 'de Hervormden waren zijn
uit een. paar voorbeelden wel af te leiden
Die maatregelen van Filips II waren gru*
weiijk.
Wij citeeren hier Groen van Prinsterer,
„Na welvolbrachte reis was het ter dood
brengen van een aantal 'Christenen zijn
danko'ffer. B.v. in September 1559 is Fi*
Ups in Biscayen gelukkelijk aangekomen;
den 24 daarna heeft hij binnen Sevilien
een ontallijke menigte gevangenen om
de Religie, zoo mannen als vrouwen,
openlijk doen verbranden. In October
van gelijken te Valladolid in zijn eigen
tegenwoordigheid en in die van 'tgeheele
Hofgezin. Een auto*da*fé, een daad des ge-
loofs, werd in de Roomsche Kerk genoemd
het verbranden dergenen door wie Chris*
tius alleen als Zaligmaker aangeroepen
werd."
Der eeuwen door is het Protestantisme in
Spanje onderdrukt. Daardoor was het Pro*
testantisme er van zeer geringen invloed.
Door de regeering werd na de revolutie
aan de Protestanten godsdienstvrijheid ver*
leend. Daardoor kwam eenige opbloei.
Helaas die is van korten duur geweest. In
het gedeelte van Spanje, dat onder Franco
staat is de oude toestand van vervolging
weer lerugg^eerd. In dat gedeelte van Span<*
je wordt het Protestantisme weer onderdrukt
en in sommige gedeelten is bet aan de Pro*
tesian'ten verboden godsdienstoefeningen te
houden. Het staat er dus in het door de
Roomsche Franco geregeerde Spanje slecht
bij voor het Protestantisme. Waar Rome
kan zal het het Protestantisme uitroeien.
Rome is niet veranderd.
Naar een ond Dagboek
•Auteursrecht voorbehouden
(19.)
Stroef en schijnbaar wezenloos zat h^
voor zidh uit; te staren. Het luide noemen
van den naam van Franke deed hem' weer,
tot de werkelijlkheid terug keeren. 't Wasi
Arkelsz. die dien naam noemde en kort daa»
opl zag hij de priester en Anffaonio de hoofJ
den bij! elkaar steken en nog enkek malten'
vernam hij! den naam van den man in wiens-
woning hij die wonderlijke ontmoeting had
gehad. Tenslotte maakten Anthonio en Ar»*
kelsz. zich gereed om heen te gaan. An*'
thonio gaf nog; eenige hevelen en waar*!
schuwde de soldaten goed op den ketter t^
passen. 'De hoofdman zei, d^t tó| zich'
niet ongerust behoefde te makfen, want dat
dat ventje meer dood dan levend lag in .d^en
kgrker van het baljuwshuis en dat een schild
wacht voor de deur Was göplaatst en dat 'hij
jelf de manneru oio hun ipost zou 'bten^era.
Daarop waren de 'beide mannen vertrok*
ken en ook de hoofdman vertsok met een
der soldaten om! den soldaat of schilldwadhiti
af te lossen.
Kij z^n terugkomst iat Simon nc^g in
dezelfde houding. De hoofman wees op! de
'bbide matvnen, maar de waarde stelde-
hem lachend oipL de hoogte wie zij waren.
Daarop kwam de Waard naar Simon toe
en verzocht hem naar huis te gaan. Naaii
betaling vroeg de waard niet, evenwel!
zou hij en niet aan te kort komen, maar;
als »Simon zoo! stil was, dan gevoelde hij
zich niet op: z^ijin gemak. Liever was het
hem zoo hij hem op zijin gewone wBjfze*
hoorde razen, tieren en vloeken. Simon
gin^. Met Bentoi maakte de waard korte
metten. Met een krachtige Wewl(5ing hac\
hij hem van, de 'bank opgenomen en mtet
een handige duw had hij hem^ uit de deuil
geworpen. Daar kon Bento Ttijxi roes uit*
slaipen.
De soldaten namen nu banken in beslagl
om er au' te liggen. De hoofdman k're^i^
een gemakkelijke zetel en weldra verkon=^
digde het snorken,' dat ze allen in dietoe-
slaaw waren.
Alleen de waard sliep deie nacht niet.
Opi de iaange-geven uren moest hij den
hoofdman wakker maken, en bovendien wü*
de hij toch een Waakzaam oog houden olp de
soldaten, want zulk vreemd krijgsvolk was
tocih niet te vertrouwen. v
HOOFDSTUK VIIÏ
Viaiou de iweie<de maat dooir Simjoin geteldl
Franike sliep ook niet. j
Niet dat hij er kennis van oimdroeg valrV
de nare toestand, waarin zij'" geliefde vriendi
Jurien verkeerde. Neen, andere zoj^geh ver*,
vulde» zijln hart. Hij was maar alleen in;
zjjn woning. Dezen avond had hij ziijn'
vrouw en .zijn btide zoontjes naar West*'
kerke gebracht. Hij durfde niet la-nger bHj'*
ven. Hij had de raad van zij'n broer opige*;
V'olgd. Dezen voormiddag was hij' gegaan
naar Arkelsr. Hij wilde zekerheid; hebben
van de werkelijlke gezindheid van zijn buur*
man. O, 'twas hem^ zoo hard gevallen. Kji
het betreden van bet erf van Arklelsz. was;
deze naar buiten geloopen, 'had de hof*
hond op hem afgestuurd en hem toefgeroe*
(pen
„Vort, vervloekte ketter, van mijii. erf.
Hangen moet je. Al dat kettersche gespuis".
Verslagen was hij! over zulk een smade*
Bjké behandeling. En 't voorspelde hem
wieinig goeds. De toekomst zag hij zWaar
en donker in. Moedeloos was hij thuisgö*
kamen< Sprakeloos had hij zidh neergtezeti
't Was te veel voor den eerlijikfen, eenv-ou*:
idigen man. In korte woordeinf ^deelde hij:
zijn wedervaren aan zijn vrouw mede. H|ijl
vrcesdie, dat ze geheel en al omtmoedifeid zou
zijn. Maar dat was niet het geval. Ze was
een oprechte Christin, een trouwe echt*'
genoote. Haar hart weende over de smaad*'
heid haar man aangedaan, o, liever was,
zijl zoo behandeld dan haar man. En ze
vond' woorden ',van troost. „Zalig z'ijln zei
die smaadheid .Ujlden om Mijb Naams wille"i
Zoo spratk' f ze. Franke veerdéi uit zijb. diep^
moedeloosheid olp, jfroote liefde sprajk uit
zïjhi oog voor zjjin vrouw, en met warmtie]
z'ei' hijVrouw, ge 'hebt geBjik. H'ij, Dife
lonsl kodht met Zïjta bloed, is gesmaad ge*;
worden om zondaren te verlossen van de
eeuwige smaad. Laat ons dankbaar zijtoC
Veel heeft God ons geschonken. Hij sdhonk
lons Zïjii Zoon."
Daarolp! knielde het gezin neer en triodhtj
Franke alle noo'den, iorgen en 'bfehoeften van'
zijn vrouw, zijln ildnderen en van hem! zelf!
den Heere qipdragen. Een roerende smeeking
gir^g op voor land en vo'lk', ja ziel'fs de vjj«
anden en vervolgers vonden een plaats in
Franké's roerend smeekgebed. Maar nw
moest er verder gehandeld worden. ''Ec
wasl nog zooveel te doen. Zooveel gereed
te maken, 't Was nu een uur voor den noen.
Van avond omstreeks acht uur zou de*
beste tijd' zjjin om ongemerkt vrouw en kinei
deren te doen vertrekken. Dan was het
donker en zat de bevolking aan .den avond»^
maaltiijü. Wat gingen 'de uren onder al'die
voorbereidingen snel door. 't Was tijd voor
mem er erg in had. Met jpaard fn vsr^gen'
zbu Franke vrouw en kinderen wegblrenè.en.^
He1( -onmisbaarste en wat m'cn niét misgen
wilde werd Ijlinnen in de schuur opigelademj
Hoe moeilijk was de keuze. Veel van waf(
imen mee wilde niem.en mjoest adhter gelaten'
worden. Moeder Franke voelde rfdh won='
(derllijkl te moede. Nog zoo onverhouds allési
moeten verlaten. Haar woning die haar zoo|
lie^ was. Lief om de vele gelukkige jarenj
hiie^ 'doorgebracht. En todh, zte kon gaai^
Ze wSst het, het was het deel van 's Heerten/'
y,olk, verdrukking te lijden. Groot waren
nog hun voorrechten. Ze gingen niet geheej
lonberooid. Dankbaar mochten ze wezen, ^n
dien) ze zich vergeleek met zoovelen, 'die!
alleen het ijlf hadden kunnen redden. VooE
het donker was, nam Ze afsdheid van haai^
woning. Geen' plekje, dat niet bfezidht Werd^
Odh, wat lagen er liefelijke herinneringen
aan ZOO' menig plekje.
Eindelijk was het uur van vertrek gekomen.
'tvieli hard voor moeder Franke, en to,c!t(
ze was zidhzelf een raadsel. Droevig WaS
ze en toch blkjdie. Droefheid zeker, zooveeil
moest, verlaten, maar todh ook bïijdschalpi
't Was oml de Naam des Heeren dat ae alles"
verlaten moest. In 's Heeren kfcacht was dei
keus haar gemakkelijk'. De Heere dienen
naar Zijln Woord in 't gemis van fjjdeljke
goedelen, of de Heere verlboidhenen en tei>
rugvallen in het afgoidisc'h pausdom. D«'
Heere gaf kracht en Zoo reed daar in een
dlonkere avond van Februari 1568 door de
biinnenwegen van de Weüioek een wagen
waarop' gezeten was een -droevig en to^dhi
bljlde vrouw, die het hare gjnlg verlaten oni
een ongewisse toekomst te gem-oet te gaanj
Dat kon om dat de Heere werkte, omdat Hij
>had' geschonken Zijta dierbaar woord, ért
omdat zoo velen het met büjdsdhalp haddlen
mogen omhelzien. D'at k'on omdat het de.^jd
wasl van de geïelgende Reformatie, waarin
zjoovelen van het eiland aan -de duistemiK
vai» het afgodisdhe pausdom den rug toe=5
keenden; om te wandelen in het licht vaq
's Heeren Woord. i
(Word* vwvol^d.)