CHnWEEKU/^ÖpGEQ-GDOnDSlAG vöÖRDlZUID-HGUÊriZEElJWJ^^ EIIAMDEn
Wordt ^n ^ftriumphator^^ in smaak 1 Rook-
TRIUMPH
N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-MEUWS"
HALT!
STICHTELIJKE
OVERDENKING
10e Jaargang
ZATERDAG 22 JANUARI 1938
No. 907
Dit nummer bestaat uit 2 bladen,
De Godzaligheid tot alle
dingen nut.
Uit het Kijkvenster
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" 18e JAARGANG
niEuws
Adverteiitie«piJi||' 20 cent per regel. Redames 40 et.; Dienste
aanvragen en aanBlcdingen van 1—6 regels 80 et.; Boekmaan'
kondi^ing 10 cent per regel Contracten belangi^k lager.
UITGAVE VAN
Gevestigd te Middelhan^ Prins Hendriistr. 122 C Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17.
AI>onnemeiicspi3s 85 cent per 3 maanden b^ vooruitbetaling.
Versch^nt iederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderljike nummers 5 cent Buitenland 8 gulden per jaar
Maar de Godzaligheid is tot elle
dingen nut. 1 Tim. 4 8b.
Maar de Godzaliglieid is tot alle dingen
nut, hebbende de belofte des tegenwoor*
digen en des toekomenden levens.
Paulus wijst in zijn brief aan Timotheus
dat er in de laatste tijden waarin de
schrijver leeft, dwaalgeesten zijn, die aan
het werk zijn om zich van de gezonde
leer, die naar de Godzaligheid is, af te
wenden. De ascetische voorschriften,
waarin verboden wordt te huwen, velerlei
spijzen zich te ontzeggen, deden in Paulus'
dagen de rondte en vonden bij velen in*
gang. Zoo gingen deze dingen rechtstreeks
tegen de beschikkingen Gods in, om wat
de Heere in Zijn Woord voorschrijft, het*
zelve met dankzegging te gebruiken.
Timotheus wordt voorgehouden zich te
beijveren te blijven bij hetgeen hij' ge^*
leerd heeft, dan zal hij zich verre houden
van hetgeen hiermede strijdt en hier aan-'
geduid wordt als oudwijfsche fabelen, Hij
wordt verder door Paulus aangespoord
om zich te oefenen tot bet leven van
Godzaligheid. Dat woord oefenen wil hier
zeggen trainen omtrent den strijd idie
wacht. Het is een Griicksch woord, dat
vooral in onze dagen practisch veel op!«
gang maakt. Hetgeen er onmiddellijk aan
de hierboven gemelde Schriftwoorden
voorafgaat, wordt door talrijk velen in
onzen tijd tot hoofdzaak gemaakt, terwijl
de hoofdzaak als van geene waarde
wordt gebrandmerkt. Het kan trouwens
bij den natuurlijken mensch ook niet am*
dens. Wij zijn van nature ui,t de aarde
aardsch. Van de aarde verwachten wi/ het.
Het „help uzelven" zit er bij ons allen in.
Bovendien streven wij naar geluk en iefer».
De wereld leeft dit in. onzen tijd wel heel
bruut uit. Het zich oefenen tot een a.^'.
wedstrijd, om straks door duizenden be*
wierookt en vereerd te worden, grijpt
velen in onzen tijd aan. Wij hebben teH
midden der uitgietende oordeelen over
de aarde slechts de nieuwsbladen in te
zien, om na te gaan waaiïn de massa
opgaat. De zwem*, boks!* en voetbalwed-
stt'ijden en nog vele meer, bewdjzen het
hoe ons volk in breedt lagen daardoor
den druk der tijden tracht te verdoezelen
en in roemzucht zich verliezen. En de
duizenaen slaan zelfs op den dag des
Heeren de worsteling der strijdenden gade
met ongekend enthousiasme. Treurig is
het dat zelfs dit alles van regeering»'
wege in de hand wondt gewerkt, ziende
de goedkoope treinen die op Gods dag
daartoe worden beschikt en met 'groote
reclamebladen aan het publiek worden
aangeprezen.
Dat alles heeft slechts weinig nut, naar
Paulus' woord. Want de ellende kan daar*
door wel een oogenblik worden vergeten,
doch niet worden weggenomen. In tegen*
deel! De druk der tijden wordt grootei(.
De oordeelen worden al zwaarder ge*
voeld. De lasten des levens drukken steeds
meer naar beneden. Wat baat het of men
zich in de overwinningsroes van deze. of
geene partij al verliest. De naakte wer*
kelijkheid van het zware leven van onzen
tijd laat zich spoedig daarop weer gelden,
met alle moeiten daaraan verbonden.
Nu doet zich voor, dat velen die voor*
heen nauwgezet hun godsdienstplichten
vervulden, zich daarvan afwenden, omdat
die godsdienstplicht, waarvan zooveel
werd verwacht en die verwachting door
niet wemige voorbijgangers wordt geroemd,
helaas teleurstelt. Dat is zeer goed te
begrijpen. In dagen van algemeene voor*
spoed' schreef menige uitwendige belijder
eener oppervlakkige godsdienst die voor*
spoed daaraan toe. Maar nu komt de
ontnuchtering. En de godsdienstlooze is
er handig bij om zulke wankelende ver*
twijfelaars geheel daarvan af te trekken
en in zijne netten te doen veilstrikken,)
hetgeen helaas maar al te veel gelukt.
Zoo vervalt men van kwaad tot erger|.
Men geeft dan de godsdienst de schuld,
omdat deze niet geeft wat men verwacht*
te. Dit is geheel, fout. Want het is de
mensch zijn eigen schuld, omdat hij zijn
vertrouv/en stelt in den godsdienst (in
plaats van op den levenden God Zelf. De
uitwendige godsdienst houdt ons wel, in*
dien wij daarnaar leven, van het pad der
zonde af, doch verder geen troost biedt
voor he. hart. Hij verlost ons ook niet uit
allerlei druk. Immers is hij dan een
eigenwillige dienst, waarin wij streng loon
eischen op onzen godsdienstigen arbeid.
Daartegen waarschuwt heel Gods Woord
en ook die leeraars die als getrouwe
wachters op Zions muren van Godswege
worden geplaatst. Wanneer men daar op
let, kan men toch waarlijk den dienst van
God niet beschuldigen, noch hen die wij
zoo even noemden, zijnde getrouwe leids*
lieden, maar moet de hand in eigen boe'*
zem gestoken worden, omdat men het in
den diepsten grond door middel van gods*
dieastigc deugd en plicht van zichzelf
verwacht. Want die dienst is er eene
naar het vleesch, waarin een vernederen
onder de krachtige hand Gods ten eenen
male wordt gemist.
Paulus stelt daartegenover wat anders,
dat nimmer teleurstelt ,n.l. de Godzaligi*
beid. Dit is heel wat anders dan gods*
dienstigheid of uitwendige vroomheid.
Godzaligheid is vrucht van de eeuwige
verkiezende liefde Gods, zooals onze vade*
ren het in dfe vijf artikelen tegen de Rei'
monstranten zoo duidelijk hebben uiteen*
gezet. Godzaligheid is een werk des Hel»»
ligen Geestes. Zij vloeit voort uit de ver*
dienste van Christus. Daarom heeft zij de
belofte voor dit en het toekomende leven.
Dus voor beide. Niet alleen voor de
eeuwigheid, ook voor den tijd. Er wordt
wel eens een kind van God aangewezen
met de woorden: dat is een Godzalig
mensch. Hoe goed dit ook is bedoeld, is
deze uitdrukking nimmer geheel juist.
Godsvreeze staat wel in nauw verband
met Godzaligheid, doch is daar toch weer
van onderscheiden. Ware Godsvreeze gaat
aan Godzaligheid vooraf en volgt daarop.
Dat zal ons duidelijk worden wanneer wij
het woord Godzaligheid naar zijn inhoud
wat nader bezien. i
Godzaligheid is een rechtstreeksche of
dadelijke gemeenschap met God. Het wil
ook zeggen een gegeven gebed door den
Heiligen Geest opgezonden tot God. Om
het in de volkstaal uit te drukken is hét
werk, biddend werk te krijgen omtrent
een zaak waarover het gaat. Het ware
gebed is een gave Gods. Dat gaat immers
met geloot gepaard, eveneens een gave.
Gods volk kan in moeilijke omstandig*
heden zijn, zaken beleven die zwaar druk*
ken en toch een tijd lang biddeloos daaB
onder zijn. Men probeert het wel om ze
den Heere voor te leggen, doch moet e»*
varen dat het gebed bij wijze van spreken
in den boezem terugkeert. Er is geen
doorgang tot den genadetroon. O, het
oniderscheid tusschen een bidden in eigen
kracht en een gegeven gebed door den
Heiligen Geest is zeer groot. Het eerste;
benauwt. Het tweede is een zalig genot.
Wat Christus eens heeft gezegd, n.l. dat
men zonder Hem niets kan doen, wordt
door Gods volk doorleefd. Het bidden in
eigen kracht geeft men ook spoedig op^
Want het is voor ons vleesch te zwaar^
Daarom wordt het voor Gods volk een
behoefte om het gebed te mogen ont*
vangen omtrent den nood die drukt. Langs
dien weg behaagt het den Heere Hem al*
leen de eere te doen geven wanaeer Hjij/
door den Heiligen Geest, als de Geest der
gebeden en verzuchtingen, het gebed
verkent en dat gebed tot Hem wordt op*
gezonden. Het ligt nu voor die hand dat
dat gebed wordt verhoord. Immers is dat
VOOR
VIRGINIA CIGARETTES
gebed des Heeren eigen werk. Al wat
Hij wrocht zal immers juichen tot Zijn
eer. Die het door Gods genade te beurt
valt, heeft een gebonden leven aan God!s
genadetroon. O daar zegt David van: Zij:
hebben op Hem gezien en Hem als een
waterstroom aangéloopen en hunne aan*
gezichten zijn niet schaamrood geworden.
Dezulken worden niet teleurgesteld. Want
zij mogen beoefenen de Godzaligheid. Zij
hebben de beloften voor dit en het tO({*
koniende leven. In dezen belieft het den
Heere op het noodgeschrei wonderen te
idoen. Op hun smeekeede schenkt Hijl
diertiarc vertroostingen, heerlijke beloften
Zoolang zij de kracht dier vertroostingen
in hunne harten gevoelen, is 't hun reeds/
als zijnde verlost. De druk deert niet. De
benauwdheid is weg. Toch komt dit nïfet
zelden terug. Maar nu behaagt het de
Heere een», gegeven pleiter; te schenken
op de ontvangen belofte.. _Dus weer het
beoefenen der Godzaligheid. De Heere
vernieuwt telkens de geschonken belofte,
waardoor de liefde Gods uitgestort wordt
in het hart. De geheiligde druk wordt-
daardoor een middel in Gods hand, waar*
door Hij de ziel zijner gjuijstgenooten
zalig aan Hem verbinci^t'»? X ';r komt
straks nog zelfs een tijd waariü men God
dankend erkend voor den geheiligden
drukweg, omdat men daarin zoo rijk heeft
ondervonden wat men krachtens afdalen*
de liefde Gods in Christu^ aan zijn God
(heeft. Want dé Heene laat het iniet bif
woorden, maar H|j schenkt straks ook' de!
daad. Alie beloften zijn in Christus ja en
amen. Het heeft vaak plaats in wégetn
waarin men het niet verwacht. Daarin
ligt al weer dé leering om zich onder de
vertroostingen Israels te laten leiden. Hij\
bewijst in dat leiden dat Zijn doen maf'
jesteit en goed is. Dat Hij verlost, zooals
Hij beloofde. Zoo wordt Gods volk gewaar
welk een rijkdom van genade er wordtj
verkregen in de Godzaligheid. Tot alle
dingen nut. De dichter zong daar Van:
Hij schenkt mij hulp. Hij redt mij keer op
keer. O ,dan weet de Heere temidden der
oordeelen Zijn bemind volk niet alleen te
onderhouden, maar ook uit maatschap*
pelijken nood te verlossen, en waar anderen
schier onder bezweken.
Laat het den onbekenden lezer tot een
spoorslag zijn om niet zijn steun te zoel*
ken in uitwendigen godsdienst, maar dea
Heere smeeken om bekeering, om bearbeid
te mogen worden door Woord en Geest,
om straks in dat ware geluk' te mogen;
deelen dat begrepen ligt in de beteekenis
van het woord Godzaligheid.
Waar nu de Heere Zijn Woord houdt
aan Gods volk in den tijd, daar zal Hij het
ook houden voor de eeuwigheid. Daar zal
Hij bevonden worden getrouw te zijn. Die
't beloofd heeft en ook doen zal. Daar zal
Hij Zijn volk straks eeuwig doen zingen
van Zijne wegen.
Ds. Gr.
BEPERKING VAN HET KINDERTAL.
Geboortebeperking. Geen gevolg
va,n armoede. Rijke menschen jheb=
ben weinig, arme menschen daaren*
tegen hebben vaak veel kinderen.
Het is van algemeene bekendheid, dat
het aantal geboorten in beschaafde landen
onrustbarend toeneemt. In het voorbijgaan
maken we deze opmerking
In beschaafde landen achteruitgang van
het aantal geboorten. Wat ligt daarin opge'
sloten een bittere aanklacht tegen be'
«chaving.
In het buitenland met name Frankrijk
Duitschland en Engeland is het al heel erg.
Maar niet alleen daar, ook in ons land woe*
kert dat kwaad voort. Van socialistische
zijde is men er vaak als de kippen bij om
de oorzaak te zoeken in slechte sociale
toestanden. Zoo is men er van die zijde
al vlug bij, om b.v. lage loonen aan te
voeren als oorzaak van achteruitgang van het
geboortecijfer. -Dat dat geheel onjuist 'ds
heeft ieder in zijn eigen omgeving genoegi*
zaam kunnen constateeren.
De meeste kinderen worden geboren over
het algemeen bij de arme menschen. Juist
in de hoogere standen worden de minste
kinderen geboren. Rijkfe menschen hebben
weinig kinderen, arme menschen hebben veel
kinderen. Zoo was over het algemeen de
toestand, althans op onze eilanden. Het
kwaad van de geboortebeperking is van
hcoger hand gekomen. De gebooi*febeper*
king is begonnen in de welvarendste krin*
gen. Cn vandaar doorgesijpeld in de lagere
standen. Beperking van het kindertal is
geen gevolg van armoede, het is meer een
gevolg van levensgemak.
Een aannemen van de lusten van het hu=
weiijk met tegelijker tijd een afwijzen van
de lasten en verantwoordelijkheden. Het is
eeii gevolg van in materieel opzicht de toe»
komst in eigen hand te willen houden.
Evenwel is het gevolg van dit verschijnsel
het dooden van de volkskracht. De oorza*
ken liggeii in hef «verlaten, van de ordinan*
tien des Heeren. En de aanleidingen er toe
zien we in deleefwijze en de mentahteiit
van den modernen mensch. Bioscoop*tooneel
sportverdwaiiing e.d. in samenwerking met
groote fust tot uitgaan zijn niet bevorHeri*
lijk voor het op hoog peil doen blijven
van het gezins* en huwelijksleven. Daarbij
komt nog de verderfelijke propaganda van
het neo*mal{husianisme, dat een stelselmatig
ge propaganda voert voor géboortebeper*
king.
En de Overheid laat dergelijke in wezen
onze volkskracht doodende propaganda ge*
worden.
Dit is een keus
Voor ieders beurs.
Prima nieuw Dames of Heeren Rijwiel
met eerste klas remnaaf groote 4*dee*'
lige Jasbeschermer, Terry zadel met
tasch, Buisbagagedrager met standaard
en snelbinder, cell, stuur voor slechts
f 25.50. Ook met verzwaard achter*
wiel en halftransport rijwielen voorra*
dig. Daarom even naar
W. AKERSHOEK
in de Scheerhoek.
Dalende rentestand Conversie
van Staatsleening De renteniertjes
en de tijdsomstandigheden De ge=
zelschapsjuffrouw en de woningnood.
Op velerlei wijze wordt er naar gestreeM
de rijksuitgaven naar beneden te brenigen.
Dei stand der financiën is nog zoo zorgelijk,
•dat de Minister van FinandiëiV deae woe'K
verklaarde, dat hij zidh geen voorstellilng
maken kan van wat ons volk in 1940 aan
lasten te wachten staat. Reeds de verlenging
van militairen diensttijld vergt aeer groove
offers, terwijl het opvoeren der bewaipening
zöo nooidig omi onder Goidsl zegen onae
zelfstandigheid als volk te bewaren,, nog in
verre toekomst millioenen gelds eisdhen z'aL
Onder de middelen die tot biezuinigin,g
voor de sdhatkist kunnen dienen is ook de
don versie van leeningen. Het Rijk' heeft
daorloopend schuld wegens geleend geld,
en van dat geld moet jaarlijks voor enkele
milliioenen aan rente betaald wordlén. Aan*
gezien de. rentestand reeds langen tijd dalien*
de is, acht de Regeering haar tijd gekjotoenj
om de schuld van 4 "/o te veranderen in een
schuld van 3 o/o rente, welke rente over
10 jaar '31/2 «/o zal wiorden. Niet mindei*
dan 'n kleine 17 milUoen gulden wordt dus
als het ware aan de leeners- teruggegeven
en aangezien men todh niet weet waar men
zijn geld tegen hoogere rente kan uitzetten
zijn de hoiuders dezer stukken wel genood*
z'aakt weer in te teekenen, ditmaal voor 3 0/0.
Er heeft dus praütisdh alleen venwisseling
der stukken plaats. Voor het Rijk bieteekent
dit, ruw berekend, een verlaigin^ van den
jaarlijksche rentelast van 66 milhoen op 50
milüioen gulden. De begrootingspiositie wordt
bierd|Oior dus mét een 16i milüoen gulden
verbeterd. Dat i,s de eene rijde van het
vraagstuk.
Maar nu de andere zijde. Het rente*inkiOf»
men van stichtingen en particulieren, die
staatsstukken hebben, daalt nu van^ 4 o|p 3
o£ met 25 procent. Dat hakt er in. Banken
en miaatsühapipijen voelen dit geducht en
zullen op middelen zinnen om hun uitg'ave»
daar biji aan te ipassen. Pensioenfondsen en
dergelijken, die vaste uiitgaven hebben te
doen, hebben tegen dit inkomonverlies bïjjna
geen verweer. In de finaatieele wereld <jnt<<
staat nu een kleine revolutie, dat ligt voor
de hand. Er is weer heel wat wijdheid noo*
dig om in 1938 de eindjes aan elkaar te
kntoopen. I
Overigens biedt goedkoop geld weer meer
meer mogeUjkheid voor het zakenleven,
In het afdalen tot een lager levenspeil
Worden wij alzoo gedurig onderwez;en. Za*
kehjke ziorgen zijn niet lidht te torsen mjaar
■ook huiselijke zorgen drukt he(( hart neer.
De heer H. NoordijK, zoon van ïïet i^aadslid B. Noordijk meende de inge*
zetenen van Ooltgensplaat een dienst te bewijzen door van het historische
raadshuis een maquette te maken zooals het er zal uitzien na de restauratie
die ciezer dagen is aangevangen.
De maquette gemaakt van chocola en suikerwcrk is geheel naar de teekening
van den architect, den heer van Essen uit Voorburg en op schaal gemaakt,
't Is een keurig staaltje van banketbakkerskunst, wat veel belangstelling ge«
niet. i