CriDWEEKBL/^öpGED.GnonDSIA6 vöÖRDlZUID-HOLLiriZE EILAnDEM N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ JILANDEN-NIEÜWS" Provinciale Staten van 10e Jaargang WOENSDAG 15 DECEMBER 1937 No. 897 PUROL Uien-export in November. WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" 18e JAARGANG De strijd der Kerk in Duïtschland. Rziwe Huid lluice Handen Rmce Lippen Ztjid-Holiand. kg i -- EIIATIDEn Adv«tentie*prys 20 cent per regel. Rtckmes 40 et.; Dienst* aanvragen en aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boek*aan< kondiging 10 cent per regel Contracten belangrijk lager. UITGAVE VAN Gevestigd te Middelhamis Prins Hendrikstr, 122 C Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17. Abonnementsprys 85 cent per 3 maanden bjj vooruitbetaling. Verschgnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderlyke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden jier jaar m. Bij de besprekingen van de hoofdrich<= tingen in de Duitsche Evangelische Kerk hebben we uitvoerig stilgestaan bij de zv loofsbeweging der Duitsche Christenen, die wij, mutatis, mutandis, zouden kunnen ver' gelijken met onze modernen. Evenals bij deze laatsten kan men ook bij de Duitsche Christenen nog een linker;' en een rechten^ vleugel onderscheiden; de eerste, tot welke ook Ludwig Muller behoort is de radicale stróóming, welke zeer dicht het heidendom nadert, terwijl de meer rechts^georiënteerden onder hen althans nog eenige modernistic sche „dogmata" van het Christendom heb' ben behouden. Deze Duitsche Christenen hadden in 1933 van de ongeveer 17000 Evangelische predi' kanten er zeker 9000, die tot hen gerekend konden worden, alzoo de meerderheid. De gemeenschap der belgdende predikanten kon het toen niet verder brengen dan 2000, ter* wijl de zeer links'georiënteerden of hei' densch'gezinden ook ongeveer 2000 aanban' gers onder de predikanten rullen hebben gehad. Daartusschen bevond zich dan nog een breede groep, die men de neutralen zou kunnen noemen, zeker meer dan 4000 sterk, welke hoofdzakelijk uit orthodoxe predikanten bestaat, die echter het met de tactiek van het Belijdenisfront niet eens zijn of om de één of andere reden voor hun beginsel niet willen of durven uitkomen. Na 4 jaar is er in deze verhoudingen eeni' ge wijziging gekomen, n.l. in deze zin, dat het aantal Duitsche Christenen onder de predikanten momenteel met een kleine 2000 is verminderd, de neutrale groep ongeveer stationair is gebleven, terwijl èn de Hei' densche richting èn het Belijdenisfront aan' merkelijk in sterkte zijn toegenomen. Het ligt voor de hand, dat deze verschuiving aldus verklaard moet worden, dat vele Duit' sche Christenen de consequentie van hun standpunt inzagen en zich aansloten bij de uiterst'linksche groep van het heidendom, terwijl het aantal neutralen eenerzijds ver^ sterkt werd door r echtsche Duitsche Christe' ncn, doch anderzijds velen verloor, die in de stryd voor het Christelijk geloof en de plaats der Kerk in het volksleven positie gingen kiezen en zich aansloten bij het Bc lijdenisfront. Zooals het bijna altijd gaat in een periode van strijd ging het ook hier: de uitersten wonnen in kracht en aantal en daarmede was vanzelf een verscherping ge' geven van de situatie. Wat nu de Heidensche richting betreft, zij wordt in Duïtschland ook wel genoemd „de derde confessie" n.l. een godsdienst naast de Evangelische en de Roomsch'Ka' tholieke. Velen waren van meening, dat de Duitsche Christenen nog lang niet ver genoeg gingen. Zij hielden nog altijd iets vast van het Christendom en deze gods' dienst is toch eigenlijk volgens degenen, die zich geheel en al op het heidensche rassen.» en bloed' en bodemstandpunt stellen, van oorsprong semietisch of Joodsch. Zij stelden vast, dat ook de religie der Duitschers zui' ver Germaansch moet zijn, dat zij een „Re' ligion des Blutes" wezen moet, geen Chris' tendom, maar een „Deutschtum." Vele menschen, zoo is de redeneering, gevoelen zich nóch in het Evangelische nóch in het Katholieke geloof thuis en daar zij toch niet voor ongodsdienstig door willen gaan, moet er voor hen een „derde Confessie" zijn. Zoo werd in Juli 1933 een nieuwe geloofsbeweging gevormd, die zich de Duit' sche Geloofsbeweging noemt. Deze eischt gelijkstelling met de beide andere groote confessies, ja beschouwt zich eigenlijk als superieur en maakt er aanspraak op, als de staatsgodsdienst beschouwd te worden. Eén harer voormannen, de leider van de Hitler^ jugend Baldur voor Schirach, sprak eens deze woorden: „Ik behoor tot geen enkele confessie, ik ben evangelisch noch Katho^ Hek; ik geloof slechts aan Duiischland!" Ziehier de kern van het Duitsche Heiden' dom: een vergoding van volk en staat. Aan het hoofd dezer Duitsche Geloofs' beweging staat, voorzoover zy nog kerkelijk is, prof. Hauer van Tubingen, een vurig na' tionaal socialist, zooals trouwens alle aan' hangers dezer richting. Zij zijn bezig een nieuwen „bijbel" samen te stellen voor hun Germaansche geloof, welke een bloemlezing moet bevatten uit de Noordsche Edda'lie»' deren, Middeleeuwsche heldendichten, de wijsgeeren Fichte, Nietsche en anderen. Reeds uit deze opsomming blijkt de echt anti'christelijke geest, welke deze strooming kenmerkt. Zij gaat uit van de grondstelling, dat een Duitscher geen Christen zijn kan, daar het heele Christendom Joodsch is en vreemd aan de Duitsche volksaard. Men meene niet, dat deze heidensche re» ligie eerst met het nationaal'socialisme opl gekomen is. Haar groote vlucht dateert wel Vj«i 1955, doch ratda in d» wtreldoor* log waren er predikanten, die er heidensche ideeën op na hielden en iederen soldaat zalig spraken, die voor het Duitsche vaderland zijn leven liet. Dit NieuwHeidendom met zijn Walhalk'geloof heeft eigenlijk de heele Duitsche historie door gesluimerd en het zijn vooral de legerpredikanten geweest, die deze oud'germaansche religie levendig hebben ge' houden. Na de Wereldoorlog zijn het vooral generaal Ludendorff en zijn vrouw Mathilde geweest, die het meest consequente en anti' christelijke heidendom hebben gepropageerd en dit hebben georganiseerd in de z.g. „Tannen^bergbund." In het begin van het nat.'socialistische regime was Ludendorff geen „persona grata" bij Hitler, doch sedert ver' leden jaar de verzoening tusschen beiden plaats had, wordt de propaganda van dit radicaalste heidendom met verdubbelde kracht en onder de bescherming der staats' en partijorganen voortgezet. Tusschen de Duitsch'geloovigen en Luden' dortf in staat de evenzeer heidensche richting van Alfred Rosenberg, de philosoof van het nationaal'socialisme en ook wel ge' noemd de „theoloog van Hitler." Hij is de Rijksleider van de heele N.S.D.A.P., bo' vendien hoofdredacteur van de Völkischer Beobachter," het voornaamste partij'orgaan der nationaal'socialisten en derhalve een zeer invloedrijk en machtig man. Hij vindt, dat de Duitsch'geloovigen niet ver genoeg gaan en philosopbeert zich een religie, waar' in hij niet schroomt, zelfs de oud'Germaani' sche God Wodan voor den dag te halen. Tegenover het Christendom in al zijn scha' keeringen staat deze man zeer vijandig. Zijn volk is zijn God en evenals Baldur vbh Schirach, die de geheele Duitsche jeiigd onder zijn leiding heeft, aanbidt hij alleen Duitschland. Het spreekt vanzelf, dat al deze heiden' sche stroomingen in het nationaal'socialisme een vruchtbare voedingsbodem vonden. Wel zeidc dit te staan op de bodem van het Christendom, doch de ontwikkelingsgang, die deze nieuwe wereld' en levensbeschoui' wing theoretisch en practisch heeft doorge' maakt, doet ons duidelijk zien, dat de bloed' en bodemleer en de rassen philoso* phie, waarop het nat.'socialisme is gebouwd, dezelfde basis is als waarop de heidensche religie is opgetrokken, zoodat in de grond der zaak het politieke Hitlerisme en het religieuze neo'heidendom één en dezelfde fundamen'.eele oorsprong hebben en derhalve geestelijk één zijn. Daarom is het niet te verwonderen, dat het heidendom welig tiert in de nationaal' socialistische staat. Het verwaterde Chris' tendom uit art. 24 van het program is prac tisch reeds lang vervangen door de heiden' sche philosophieën, die we hierboven scTiets' ten en die vrij spel hebben in de kerk' en in de staat. Vooral na 1935 is een dui' delijke kentering te bespeuren in de hoviding der voormannen ten opzichte van de Kerk. Was deze eerst welwillend, na die tijd werd zij meer en meer vijandig. Daar de aanban' gers van 3e geloofsbeweging der Duitsche Christenen en die der Duitsche geloofs^ beweging juist de meest fanatieke nazi's zijn, hebben zij de machten der partijen van de Staat achter zich om de Kerken te onderdrukken, het Christendom uit te roeien en van alle Duitschers nieuwe hei' denen te maken. (Wordt vervolgd.) ONDERMIJNING VAN HET HUWELIJK, Rechtsgronden van scheiding vol^ gcns de Nederlandsche Wet. Het huwelijk is een instelling Gods. Het wordt gesloten voor het geheele Ie' ven. Verbreking op den grondslag van vrij' willig uit elkaar gaan is niet mogelijk. De eenige grondslag noodig voor het hu' weiijk is wederzijdsche liefde. Er is slechts ééne grond waarop men vols gens 'sHeeren Woord scheiden mag. Die grondslag is gepleegde echtbreuk. Het bedrijven van overspel. In feite is zoo'n huwelijk al verbroken. De Staat heeft het huwelijk omringd met beschermende bepalingen. Dat is goed en noodzakelijk. Immers het huwelijk is voor het Staatkundige leven van het allergrootste belang. De Nederlandsche Wel gedoogt niet, dat men de huwelijken lichtvaardig verbreekt. Zoo staat de Nederlandsche Wet niet toe dat het huwelijk op wederzijdsch goed vin= den wordt ontbonden. Als man en vrouw met elkaar zouden overeenkomen om maar van elkaar te scheiden, dan wordt dit door de Nederlandsche Wet niet aanvaard. Onze wetgeving kent naast het plegen van overspel nog eenige gronden waarop echtscheiding wordt uitgesproken n.l. kwaad;« willige verlating, vrijheidsstraf van tenmin> st« 4 ja«r «n hei toebrengen van gevaar,» lijke verwondingen door één der partijen. Daarbij komt dan nog het middel dat lang' zamerhand gewoonte is geworden: het uit' spreken van beschuldiging van overspel, bij de procedure verstek laten gaan en op die grond wordt ook de scheiding uitgespro' ken. Dan kejit onze wetgeving ook nog het instituut van scheiding tusschen tafel en bed. Een tijdruimte van vijf jaar wordt daar' voor gesteld. Na verloop van dien tijd kan scheiding worden uitgesproken. Bedoelde tijdruimte van vijf jaar is eigenlijk bedoeld als een tijdperk van verzoening. Uit het bovenstaande mag blijken, dat de Wetgever het huwelijk beschermd, door de scheiding niet gemakkelijk te maken. Evenwel moet opgemerkt worden, dat de Nederlandsche Wetgever de ruimte om te scheiden al te groot heeft gemaakt door verder at te wijken van het voorschrift des Bijbels, waar' in slechts eene grondslag voor scheiding genoemd wordt, n.l. het plegen van overspel. Doos 30 cent. In het verslag der Commissie van rap' porteurs omtrent het onderzoek in de Afdee' lingen van het ontwerp der Provinciale be' grooting voor 1938 lezen wij het volgende: Reglement op de provinciale wegen en lintbebouwing. Een lid vestigde de aandacht op de wij' ze van uitvoering van» de artikelen in het reglement op de provinciale wegen, betrek' king hebbende op de uitwegen op de pro' vinciale wegen. De eigenaren van uitwe' gen worden gedwongen tot het aanvragen van een vergunning tot behoud van den uitweg. Gedeputeerden Staten plegen deze vergunning alleen te verkenen onder voor* waarden, die zeer bezwarend zijn en inbreuk maken op de rechten der eigenaren. Op deze wijze komt men practisch tot een opheffing van een vaak eeuwenoud zakelijk recht van uitweg. Gedeputeerde Staten zou' den door het weigeren van de vergunning en door afsluiting van den uitweg den eigendom waardeloos kunnen maken. Het reglement is uitsluitend gemaakt voor de provinciale wegen en het verkeer over deze wegen. Door de hiervoren omschreven toe' passing wordt het gebezigd voor een an' der doel dan waarvoor het bestemd is. Deze laatste bemerking geldt ook voor de wijze, waarop door het stellen van voor' waarden zijdelings de lintbebouwing wordt tegengegaan, zonder dat voldoende waar' borgen worden gegeven en zonder dat kans op schadevergoeding bestaat. i Thans is een wet tegen de lintbebouwing van rijkswege vastgesteld. In de eerste ge' wone zitting van 1934 hebben de Staten een reglement vastgesteld op de lintbebou' wing langs de provinciale wegen. De Ko' ninklijke goedkeuring op dit reglement werd niet verkregen in verband met de verwerf* ping van het wetsontwerp op de lintbe' bouwing langs rijkswegen door de Eerste Kamer. Gevraagd werd, welke de voornemens van Gedeputeerde Staten thans zijn ten aanzien van het genoemde reglement en of zij be' reid zijn, in aansluiting aan de Rijkswetge' ving, voor de bebouwing langs de provin' ciale wegen op denzelfden voet een regie' ment te ontwerpen. Een lid wees er in dit verband nog op, dat het platteland ten aanzien van de lint' bebouwing heel andere eischen stelt dan de steden. Er werd op gewezen, dat ten aanzien van in provinciale slooten uitkomende goo' ten en riolen zich tal van moeilijkheden voordoen. Ook hier wordt door Gedepu' teerde Staten aan hen, die een zakelijk uit' wateringsrecht hebben, een vergunning ver' leend onder dezelfde voorwaarden als ge' steld bij het recht van uitweg zooals boven is geschetst. Bovendien moeten de eigenaren van de betreffende perceelen nog f2.50 per jaar betalen voor het hebben van wer' ken op provinciale eigendommen. De artike' len 126 bis en volgende van de Provinciale Wet staan het heffen van belastingen ech' ter alleen toe krachtens een provinciale belastingverordening, die tevens de grond' slagen en He bedragen vermeldt. Verkeersvraagstukken op Goeree en Over' flakkee. Een lid herinnerde er aan, dat in den zomer van 1935 is besloten tot'bestendiging van den toen bestaanden toestand voor den tgd van één jaar. Toegezegd is toep, dat binnen korten tijd het vraagstuk in zijn geheelen omvang in behandeling zou komen. Een ander lid had tevergeefs op de be' grooting gezocht naar een 'subsidiepost voor den veerdienst Hellevoetsluis'Middelharnis. Op voorstel van het College hebben de Staten het vorig jaar besloten de subsidiee' ring van den veerdienst nog voort te zetten tot 1 Januari 193 7en zoonoodig gedurende het eerste half jaar van 1937. Is subsidie niet meer noodig? Indien het Rijk blijkens een missive van Gedeputeerde Staten zelf het verkeersvraagstuk heeft ter hand geno= men wil het College dan mededeelen hoe de stand van zaken thans is en of de reor* ganisatie al in zicht is. In de Memorie van beantwoording van het verslag der Commissie van Rapporteurs omtrent het onderzoek in de afdeelin^en van het ontwerp der provinciale begrooting voor 1938 vinden wij de onderstaande ant' woorden op de gestelde vragen: Het door een lid aangevoerde bezwaar tegen de toepassing door Gedeputeerde Sta' ten van het reglement op de provinciale wegen berust, naar het Gedeputeerde Staten voorkomt, op misverstand. Dat dit reglement uitsluitend gemaakt is voor de provinciale wegen en het verkeer over deze wegen, gelijk bedoeld lid opmerkt, staat Gedeputeerde Sta' ten bij het verkenen van vergunningen als waarover hier gehandeld wordt, uiteraard steeds voor oogen en de grief van misbruik van bevoegdheid ten deze moeten zij na^ drukkelijk afwijzen. Ingevolge het reglement moeten Gedepu' teerde Staten met twee gevallen welke zich bij 'het aanvragen van de bedoelde vergun' ningen kunnen voordoen, rekening houden, namelijk of de aanvrager al dan niet een verkregen recht waarbij wel te bedenken is, dat elk van ouds bestaand uitpad niet te vereenzelvigen is met een tegenover de pro' vincie verkregen recht van uitpad of zakelijk recht heeft met betrekking tot één of meer uitwegen van den langs gelegen grond naar den provincialen weg (zie artikel 7, lid 4, van het reglement op de ptovinciala wegen.) In beide gevallen wordt bij het onderzoek of de vergunning zal worden Verkend, uitsluitend overwogen of het bc lang van den desbetreffenden provincialen weg en het verkeer daarover zich al dan niet tegen het verkenen der vergunning verzet, maar waar de vergunningsaanvrage van hem, die zonder verkregen recht is met het oog op genoemde belangen zonder meer kan worden geweigerd, wordt in het andere geval de vergunning, ondanks strijd met deze belangen, verleend, zij het ook, dat door het stellen van voorwaarden getracht wordt de uitoefening van het verkregen recht ten behoeve van het wegs' en verkeersbelang binnen redeOjke grenzen te beperken. Van een opheffing van een zakelijk recht van uitweg zooals door het lid wordt opge' merkt kan derhalve bij het verkenen van vergunningen als hier bedoeld uiteraard geen sprake zijn, voorzoover Gedeputeerde Staten, wijl zij behalve de bepaaldelijk tegenover de Provincie gevestigde rechten ook in het algemeen zakelijke rechten onder verkregen rechten begrijpen, een desbetreffende ver' gunning verplicht zijn te verkenen en dan ook steeds verkenen onder voorwaarden welke het verkregen recht zelf onaangetast laten. Gedeputeerde Staten meenen, dat zij biermede het beginsel volgen, dat aan de betrokken bepalingen van het reglement ten grondslag ligt. Dat bij het stellen van voorwaarden als hier bedoeld indirect ook lintbebouwing langs provinciale wegen kan worden tegen* gegaan, erkennen Gedeputeerde Staten, maar hierin op zichzelf kan bezwaarlijk een on' juiste toepassing van het reglement op de provinciale wegen worden gezien. Overigens heeft de aangelegenheid van een doeltreffende regeling der lintbebouwing, mede in verband met de ten deze totstand gekomen wettelijke voorziening, de aandacht van Gedeputeerde Staten. Zij stellen zich voor, nadat hun onderzoek ter deze zake geëindigd is, hierop nader bij de Staten terug te komen. Met betrekking tot hetgeen over moei' lijkheden ten aanzien van in provinciale slooten uitkomende gooten en riolen wordt opgemerkt, mogen Gedeputeerde Staten ver' wijzen naar hun voorgaande beschouwingen over de toepassing van het reglement op de provinciale wegen in verband met de uit» weg=vergunningen, terwijl zij wat betreft de opmerking over de te betalen vergoeding voor het hebben van werken op provin' ciale eigendommen meenen te kunnen vol' staan met verwijzing van hun uiteenzetting dienaangaande in de Memorie van Beant' woording van het Verslag van de Com' missie van Rapporteurs omtrent het onder' zoek der provinciale begrooting 1936. Ten aanzien van de verschillende aange' kgenheden welke verband houden met het verkeersvraagstuk op Goeree en Overflakkee zal de behandeling aangenomen moeten wor' den, totdat de Regeering besloten heeft, wel' k« voorcioningen mei betrekking tot de reorganisatie van de Rotterdamsche Tram' weg Maatschappij getroffen zullen worden. Voor zoover Gedeputeerde Staten bekend, is deze aangelegenheid bij de Regeering nog in onderzoek, terwijl zij geen kennis dragen van den stand van zaken ten deze. Met betrekking tot de vraag of verdere subsidieering door de Provincie van het veer Middelharnis'Helkvoetsluis gewenscht is na het verstrijken van den laatsten subsidie'termijn op 1 Juli j.l. nemen Gedc puteerde Staten het standpunt in, dat, in afwachting van de vorenbedoelde reorgani' satie van de R.T.M, thans geen beslissing genomen behoort te worden. Kionde.i, w5j jn het voorafgaaa'de seizoen rcgelmlatig iff onze maaindeKjksclbe opgaven metamg maken vatn recfird'dij&rs, wat be* treft de hoeveelheden uien, welke werden uitgevoerd VqOp de afgeloopen maand geldt, dat er wel sprake is van een reqcurd, maar 4ani een laagtcredord. Seoert de instelling der uien'dontrolle in 1930 is er in die seizioenen nimmer een maand voorgekomen, dat er nog niet ten volle 6 miilliloen k.g. uien werden uitgevoerd. De omstandigheden versdhillen dan ook nu wel zeer met die van voorafgaande jaren. Er heei| een zeer kleine oogst te zlijin en nie* mfetid, die eenigszins van den hamdel in uien op de hoogte is, zial dit willen tegen»» spreken. Echter dient niet over het hoofid te orden gezien, dat in Novem!bler andere landen voor een groot deel in de bleih(oefte! aan uien op de Engelsdhe markt 'hiebben vporzien en ons land door de vlasthjoudendheid der producenten en het bewaren der speculaticuien door expon» tfeurs ten, zeerste is a.dhtergelieven. Eem pilijs[ van f 4.50 iper H.L, is to,dh alleszins v(oldoende, zou men zoo denken, om de bloeren tot verkoop van uien te üewegen; deze schijnen echter op belangrijk hoogere pi^ijzen te rekenen. Deze boiuding adhten w^ij .Wet Van gevaar lontblloot, wamt Ihet zou "wel eens kuninen gdbeuren, dat djoor eem vlorstperiode hier te lande ernstige stagnatie in den uitvoer zou kunnen ontstaan, waari< dioor aan het einde vam het seizoen in( plaats Man een tekort, een teveel aan uien; mogelufc is. Speculanten, z;oowel bberen als expon» teurs, dienen dit gevlaar wel oinder het ioog te zien. 1 i f Hier en daar hoort men de meening ver<« kJDnd'igen, dat de landen, welke thans voor een groot deel de Engellsdhe m|arkt van- uien voorzien, wel eens de lust zou kunneri bekruipen, ook voor volgende jaren zich op den export naar Engeland toe te leggen. Wijl achten deze vrees ongegrond, omdat de •liggingl IV an ons land dermate guns% is, d'at ccfnourrentie practisch uitgesloten geadht mjag worden büj normale prijzen tot Uv. f 2.— per H.L. in het land. Onderstaand vermelden wij de uitgevoer' idiei hoeveelheden, gesplitst volgens de lan» déni van blestemiming. Afkomstig van: Nov. 1937 Nov, 1936 kfe Zeeuwsch'Vlaanderen 86.000 447.000 Tholen en St. PhiUpsland 970.000 3.089.000 N.' en Z.'Beveland en Walcheren 923.000 2.022.000 Sch'OMwen en Duiveland 865.000 2.370.000 Qoereo Overflakkee 2.524.000 10.552.000 Noord'Holl'aind 391.000 279.000 Limtourg 76.000 105.000 Gitoningen en Friesland Gelderllamdf 1 ---- Ri'oitterd'am 82.000 169.000 Amsterd'am 46.000 83.000 Westlland' 10.000 2.000 Zwijtodrecht Totaal 14.000 14.000 1 5.988.000 19.131.000 Uitgevoerd naar: Nov. 1937 Nov. '36 kg kg Engeland 5.328.000 16.018.000 België 298.000 1.587.000 Ierland! 171.000 497.000 West'Indië 117.000 144.000 Duitschland 32.000 175.000 Afrikia 24.000 146.000 Ntoorwegeni 8.000 206.000 Zweden 5.000 183.000 Finland '5.000' 107.000 Ojost'Indië 1.000 i LuxemlbuTg! r 10.000 Zwitserland 5.000 Diversen Totaal 1 r 52.000 i 5.988.000 19.131.000 i „DE TUINDERIJ"

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1937 | | pagina 1