Welke
verrassing
braigtHiUe?
HILLED
KWALIfEIT
Voor Hille's
KOEK EN BESCHUIT
Engros: Gebrs.v.d.Nieuwen(]ijk, Grossiers, Middelharnis
OFFICIEELE CRISISPÜBLICATIES
Flakkeesche Boerenbond.
Voor onze Jongens en Meisjes
blaar feit komen, omdat de fieitein in zijh t)le.<
diening z'ijn gepleegd.
Komende tot de verduisteringen Wijst het
O.M. e r op, dat het niet te aanvaarden
is, dat hij dit uit „sloffigheid" deed. Veels"
eer was het opzet niet uit te tiletakn,
terwijl hiji wist, dat het kleine luiden waren,
die het geld noodig haddem. Aan de hand
van eenige arresten van den hoogen Raad
hetoiogt spr. dat het hier een zeer strafbaar
feit is, omdat, al heeft hj' de geldenj zich
niet toegeëigend, hij de verduistering in zijn
hfediening als b'urgemeester heeft gepleegd.
Bij de finantieele positie van verdachte
staat spr. breedvoerig stil. Twintig dagvaar''
digingen zijn er in de looip van eenige
jaren tegen hem geweest. Het was zoo erg,
dat hijl 2 maanden tevoren zijb salaris ojjnam
en daarvan moest hij direct een deel aan
djn schuldeischers cedeeren. Wel kreeg hij'
van een oom geld, maar die stuurde h^m
ook wel eens zonder wat weg. Verdachte
zat finantieel aan de grond, hij moest die
gelden wel gebruiken.
Wat de getuigen bfetreft, maakt Pijl op
hem een betrouwbare indruk. Hij is zeer
kalm, ook z'n vrouw. Wat het tekort be='
treft, dit is volgens spr. te wijten aan slor»»
digheid. Spr. schaamt zidh niet, zidh aan
de zijide van getuige Pijl te scharen.
Ook schaart hij! zich aan de iijde van
getuige L. Goedegehuur. Inderdaad heeft
deze een zeer ernstig strafb'aar feit 'blegaan,
maar hiervoor heeft hij' geboet.
Hij' heeft alles van 'begin af aan erkend
en verklaarde precies hoe het gebeurd w'as.
Getuige L. G. is betrouWBaar en hij' w«et
zeker, dat de Rechtbank dezelfde gedachte
heeft.
De houding van verdachte is heel anders
"Wat moet men van zoo'n burgemeester
denken? Hoe kan spr. vertrouwen in hem
stellen, die als burgemeester ook huOlpt^
Oifficier van Justitie is? Zijta processen*ver«
baal zijn niet te vertrouwen. Meerdere malen
heeft hij onwaarheid gesiproken, zijn ver*'
klaringen luidden steeds anders.
Neem nu maar het geval met die zang*
vereeniging en het geval van den slager
Goedegebuur. Hij heeft de f 35.nooit
uitbetaald. De verdachte nam maar geld
aan waar hijl 't ook' kon krïj'gen. Als gezags^*
drager is hij volkomen ongeschikt. De
ambtseed die spr. voorleest legt hij|
naast zich neer. Het is nu al zoover geko*
men, dat de menschen te Ouiddorp hemi
zelf aanbiedingen durven doen, en ver»»
dachte durft wel te vragen „w'at zit er
voor mij' aan", óf „ik krij'g wel een envelop*
je". Dan zegt verdachte nog, dat zijln ver*
trouwen ongeschokt is. Het is ongelooflijk,
dat verdachte dat zelf meent, uw rechtbank
zal dit ook niet aannemen.
Door de verdediger is gevraagd een voor*
waardelijke niet*vervolging te kriijgen, op
grond dat verdachte's positie nu beter is.
Maar het O.M, zegt,' als hijl dergelijke
feiten niet zou vervolgen, hij' in zijn taak
zou tekort schieten.
Ook is aangevoerd, dat er geeta «aakf»
waarnemer te Ouddorp is en dat alles naar
den Burgemeester gaat. De Burgemeester is
ook verplicht inlichtingen te geven, maar
geld vragen voor dienstprestaties is straf*
baar. Al voert men aan, dat er ook 'burge*
meesters zijn die advocaat zijta, is dit heel
iets anders. Persoonlijk is hij van meening
dat een burgemeester geen bijbaantjes moet
hebben. i
Het O.M. noemt verdachte een ongeluk*
kige man, maar dat is zijw eigen scihuld
tenslotte.
Bij de moeilijke taak, om de straf
te bepalen, aldus het O. M., heW
ik wel overwogen, dat verdachte daar*
bijl zij'n positie zal verliezen.
Verdachte heeft een gevoelige straf
verdiend en vordert daarom een
gevangenisstraf van een
jaar. s
H e t| p 1 e i d oi o, i.
Mr. J. J. Fokma begint met te zeggen
dat veel wat door de Officier 'is gezegd,
door hem niet zal worden weersproken.
Pleiter vraagt alleen of een disciplinaire straf
niet beter ware dan een strafrechterlijke
vervolging. Het is toch bekend, dat een
burgemeester voor een bepaalde t'ijd wordt
btenoemd, zou hij zich misdragen, volgt een
disciplinaire straf, om niet te bfenoemen.
We hebben niet te onderzoeken of de
burgemeester onwaardig is voor zïjn amW,
maar strafwaardig is. L
Pleiter voert aan dat een burgemeester
in een plattelandsgemeente de vraagbaak
is voor allen. Spr. plaatst de burgemeester
van Oijddorp naast de 'burgemeester van
Mijlnsheerenland, die tegelijk meester in de
rechten is. Combinatie van burgemeester en
advocaat is geoorloofd. Tanis is gekomen
gekomen niet met de bedoeling proc6s*ver*
baal te maken, maar om zijn geld terug
te krijgen.
Een punt wil spr. in deze (procedure
belichten, dat nog niet naar voren is ge*
komen, n.l. de kerkelijke verhoudingen. Er
is een scherpe scheiding op politiek gebied;
Goedegebuur e.a. behoort tot de S.G.P.
de burgemeester is Chr. Historisch. De biir*
gemeester staat dingen toe die door anderen
sterk worden bestreden.
Dat is de auctor intellectualis van de
ietze. Er is een sesoannen verhouding, dat
men zoover komt en zegt: die burgemeester
moet weg.
Pleiter respecteert andermans gevoelen maar
noemt het onvoorzichtig, dat de officier
de zij'de van de getuigen kiest.
Getuige Goedegeb'uur's houding in zijn
strafproces is bekend, maar weet de offlcier
ook dat er een civiele procedure tegen G.
is geweest wegens benadeeling van f30.000
in een erfeniskwestie? Dit is spr. meege*
deeld door notaris van den Berg. Ook tegen
getuige Pijl is een vervolgiivg ingesteld we*
gens oplichting van een verzekerings*maat*
schappij.
Van pi. cliënt is 'beweerd, dat hij f5000
uit de gemeentekas zou hebben verduisterd.
Alles laster. Die laster is achterhaald ge*
worden. Voor deze tenlastelegging is vefd.
oót niet geschorst. Hij staat bij zijin^supe*
rieuren goed aangeschreven.
Stuk voor stuk gaat pleiter de gevalle,n
nog eens na en komt tot de conclusie, dat
het hier alle vrijwillige handelingen djta,
'bbiten de ambtsplicht waarolp geen veroor*
deeling kan volgen.
Dit alles valt buiten den strafrechter en
moet disciplinair gestraft worden.
De verduisteringen voirmen het moeilijkste
punt in de verdediging. Pleiter gaat de finan*
cieele kwestie nog eens na, Waarblijl we hpo*
ren, dat een afbetaling liep bij de Amstel*
brouwerij van 25.— per maand, bij Philips
van f 40.per maandeen leening bij
Breen; bij' Buij'sse f150.—, bij K. Vermaas
f 1000.enz. enz., maar aan alle verplich*
tingen werd op tijd voldaan. Alle fail'lisse*
ments*aanvragen moesten door betaling wor*
den ingetrokken. Het is nu eenmaal systeem
van verdachte om het op een dagvaarding
te laten aankomen. Het 'belangrijkste is,
dat nooit iemand een cent aan verd. is tekort
gekomen.
De vraag of verdachte als burgemeester
gehandhaafd zal kunnen blij'ven staat niet
ter beoordeeling aan de Rechtbank, maar aan
de bevoegdheid van den Commissaris der
Koningin of aan den Minister.
- Pleiter vraagt volledige vrijspraak.
Verdachte ktlijfet het laatste woord.
Verdachte dankt de Rechtbank voor de
wijze van behandeling. Het rapport Terp*
stra waarmee het proces begonnen is,
qualificeert hy als een onding, vol insinua*
ties en onwaarheden. i
Zou spr. in finantieele moeiljijkheden heb*
ben gezeten, wat had hij' dan aan f41.50?
Dan had hij' meer aan f 4000.
OiD een punt wil verd. 'blij'zonder de
nadruk leggende officier heeft gezegd, daar
staat een ongelukkige man. Als men hier.
als burgemeester, als man van ontwikkeling
moet staan, voelt men zich óók niet gelukkig.
Toch ben ik Goddank ook gelukkig, al
ben ik'misschien ontactisch geweest, ik bien
niet slecht. Gobius 'behoeft voor niemand
z'n oogen neer te slaan. Het is eeni opge*
zette hetze, yol minderwaardigheden. Het
deed hem _^oed, 'dat tijdens het proces aan*
hangig was, de notabelen uit de gemeente
Goeree kwamen om aan te driegen te sol*
liciteeren om ook Burgemeester van Goeree
te worden. Dat heeft hem een riem onder
het hart gestoken. Aan de eene kant'is het
Veel erg, anderzijids heeft hij goede hoop.
dat de Rechtbank hem volkomen zal vrij*
spreken. Moet het anders zijta, dan zal hij
'b^ukken. Wordt hij veroordeeld, dan weet
hij', geen slechte daad te hebbbn gedaan. Met
vertrouwen ziet hij de uitspraak tegemoet.
De uitspraak werd bepaald olp 2 Nov.,
a.s. des n.m. kwart voor 2.
's*Gravenhage, 18 October 1937.
Biggenmerken.
Wij vernemen van bevoegde zijde, dat het
aantal aangebrachte biggenmerken .in de
week van 4 October tot 9 October 1937 be*
droeg: 42056, tegenover 50376 in de overeen*
komstige week van het vorige jaar.
Van de toekejnning 1937 zijn van 1
Januari tot 9 October in totaal aangebracht
1.382.583 merken, tegenover 1.619.841 mer*
ken in de overeenkomstige periode van 1936.
Het aanhouden van reservekalveren.
Inzake de regeling betreffende het aan*
houden van reservekalveren waaromtrent
hier en daar een misverstand bestaat, maakt
de Nederlandsche Veehouderijcentrale het
volgende bekend.
Bij de huidige regeling kan iedere veehou*
der, wien voor 1937 een kalvertoewijzing
van 1 t.m'. 20 (de ossen*toewijzing staat
hierbuiten) werd verleend, van 1 October
1 November 1937 1 reservekalf in voorraad
hebben, terwijl degenen, wier kalver*toe*
wijzing 1937 21 of meer bedroeg, gedurende
deze maand nog 2 reserve*kalveren mogen
aanhouden. Deze reserve*kalveren waarvoor
dus geen identiteitsbewijzen aanwezig behoe*
ven te zijn, mogen xiiet zwaarder dan 250
kg. zijn.
Uiteraard kunnen voor deze kalveren, zoo
de eigenaren ze tijdig (d.w.z. voor 1 Janu*
ari 1938) doen schetsen, nog identiteitsbewij*
zen 1937 verstrekt worden.
Is echter de toewijzing*1937 reeds „vol*
geschetst,"' dan bestaat ook, echter eerst na
31 October 1937, gelegenheid, de bedoelde
reserve*kalveren op de toewijzing*1938 te'
doen schetsen. Aangezien echter de toewij*
zingen*1938 op 1 November 1937 nog niet
aan de georganiseerden bekend gemaakt kun*
nen zijn, ligt het in de bedoeling, door de
gewichtsgrens van 250 kg. tot 300 kg. te ver*
hoogen, gelegenheid te bieden, de reserve*
kalveren waarvan hier sprake is, zonder iden*
titeitsbewijs aan te houden tot schetsing
op de toewijzing*1938 mogelijk is.
Deze verhooging zal dan gelden voor
het tijdvak 1 November 1937 1 Januari
1938. Mochten de toewijzingen*1938 op laatst
genoemden datum onverhoopt nog niet be*
kend gemaakt zijn, dan zal dienovereen*
komslig weder een verhooging van de be*
doelde gewichtsgrens plaats hebben.
Voorts ligt het, met het oog op het feit,
dat de kalvertoewijzingen 1938 eerst later
bekend zullen worden gemaakt, in de be*
doeling, de onderste gewichtsgrens, vastge*
steld voor de kalveren, welke van de iden*
titeitsbewijs voorzien behooren te zijn, met
ingang van 1 November 1937 van 100 tot
140 kg. te verhoogen. Ook deze verhooging
heeft betrekking op het tijdvak 1 Novem*
ber 1937 1 Januari 1938.
Een en ander houdt in, dat gedurende
het tijdvak 1 November 1937 1 Januari
1938 iedere georganiseerde een onbeperkt
aantal kalveren met een gewicht tot 140
kg. zonder identiteitsbewijs in voorraad mag
hebben. Daarenboven zal een veehouder
met een kalvertoewijzing*1937 van 1 t.m. 20
in die periode nog 1 kalf met een gewicht
van 140—300 kg., zonder identiteitsbewijs
kunnen aanhouden, terwijl veehouders, wier
toewijzing*1937 21 of meer bedroeg, in dat
tijdsbestek 2 zoodanige kalveren zonder iden
titeitsbewijzen in voorraad zullen mogen
hebben.
Aan het Bestuur van den Flakteschen
Boerenb'ond werd door den Minister van
Economische Zaken bericht gezonden dat
inzake hun verzoek van 26 Augustus 1937
inzake „richtprijs tarwe" besloten was voor
'de tarweoogst 1938 de prijte vast te stellen
op f 10.iper 100 k.g. voor tarwe van
gemiddelde kwaliteit geleverd omstreeks 1
Februari 1939.
De Secretaris
A. W. KEIJZER.
BESTE JONGENS EN MEISJESI
Daar er nog heel wat btrieven te bieant*
woorden zijn, zal ik maar dadelijk aan de
nieuwe opgave beginnen. Het is
OPGAVE 4:
1.
a
2.
a,
3.
a
4.
a
5.
a
6.
a
7.
a
8.
a
9.
10.
a
a
U.
12.
a
13.
a
14.
a
15.
a
16.
a
17.
a
1. alleen de letter a.
2. plaats door Jozua ingenomen.
3. godvruchtig koning van Juda.
4. werd door z'ijn broeder gedood.
5. goddeloos koning van Israel.
6. zoon van David, door Salomo gedood.
KI Kon. 2).
7. spelonk waarheen D^-vid vluchtte.
8. bekend Romeinsch keizer ten tijde- van
Jezus' geboorte.
9. plaats waaruit een „achtbaar raadsheer"
kwam, die olpenbaar k'Wam bij' Christus'
begrafenis.
10. naam van den Engel des Afgronds
(zie Openbaringen.)
11. stad der Filistijinen.
12. bekend looper, werd gedood door
Abner. i
13. richter van Israel. f
14. Iprofeet ten tijde van Jerobeam I,. by
de scheuring van het Rijk.
15. vrouw van Lamech (Gen. 4.)
16. ander woord voor „klaar".
17. alleen de letter a.
Nu ga ik verder de brieven afhandelen.
Beriha L., Middelhaniis.
Ja, het is nu herfet, maar een heel
mooie herfst. Overdag lijkt het wel zomer,
maar 's morgens en 's avonds, is 't kil. Hoe
mooi zien we nu het langzame afsterven
der bladeren. Ze wonden niet woest door
windvlagen en stortregens afgerukt, maar
„ze sterven een natuurlijken dood".
Henk L., Middelharnis.
Van de tent heb je p'lezier gehad, maar
dat zal ie van die witte muizen ook wel heb»
ben, 't Zijta echter maar zwakke diertjes
en moeten dus een heel goede oppas hebben.
Maar daar zal 't 'bij jon niet aan mankeeren.
Maria J. van S. Nieu'wte Tmnpe. V
Dat was een kort en krachtig 'briefje,
maar't was ook in orde en heel mooi.
De Oplossingen waren in orde, en daar gaa^
het toch maar om. De pT*ijs was dus iwel ver*
diend. Was 't naar jö zin?
Johanna A. de G., Herkingen.
Al heb je niet geschreven het ,Jhöie" en
het „wat" van de naaisCho,ol, toch weet ik
heel best wat het is. Jij denkt, dsA ik er
niets van weet, maar dan zou je raar staaa
kijken. Ik heb zulke teekeningen wel gezien,
hoor, en ook hetgeen er blij! geschreven
stond.
Ik heb van een 'berjpeming nog niets
gelezen. i' i
Aren K., Ooltgensplaat.
Als je nu herfstvacantie hebt, dan tref
je het goed. Dan kunnen jullie mee hel*
pen werken o'p 't land. En het is zeker
erg druk. Want de uien djta duur, hoor
ik zeggenl i
Adri K., Ooltgensplaat.
Je vader had nog een week moeten
wachten met de uien, maar ja, je kaï^ er
maar goed mee wezen, nietwaar? En in
'de toekomst kan je niet Mj'ken. Je broertje
moet zoet naar school gaan, hoor. En
niet meer huilen.
Piet K.; Ooltgensplaat.
Ik' merk dat jullie graag leest en dat
de biblio.theek' van meneer K. met ongeduld
werd tegemoet gezien. Is het varken al ge*
slacht? Jullie zult er wel weg mee weten!
Clasien de V. Bd., Ooltgensplaat.
Of 'ik ook uien te verkoopen heb'? Neen^
Clasien, je kan geen zaken met me doen.
Als ik honderd mud had, zou ik een heel
sommetje kunnen beuren, want de prijs
is heel hoog.
Janjnie J. J. Oude Tomge.
Nu is het mooier weer om' bïamen te
plukken. Of zïj'n er nu geen meer? Anders
kun je de schade nog inhalen, want het
verschil 3 of 20 is nogal groot.
Johannes A. S., Melissani.
Je bedankje heb ik ontvangen. Had je
het boek al eens gelezen? Toch had je 't niet
in je bezit, nietwaar? Anders zou je nog
wel mogen ruilen, hoor!
Klavervier.
Ik ben Wij dat de prijs o zoo mooi
^vonden werd. Ik' vind het niet erg dat je
nu pas geschreven hebt, want ik kan wel
begrijipen, dat je het druk hebt. Nu heb je
een heeleboel geschreven ook, hoor! Daar
ben ik 'blij mee, met zoo'n langen brief.
Gaat je werk ook nog steeds naar je zin?
Ik hoop het.
Arentje van D. Ool'^ns(plaat.
Dat was nog eens een laat schoolreisje*
verslag, maar ik heb' ,het tnet genoegen gele*
zen, an ik kon het goed volgen,, want( de
plaatsen, die je opnoemde, heb' ik ook al
eens b'ezocht. Heb ik goed gelezen dat
jij van een anderen oom een prijs hebt
gehad?
To'on van D. Ooltg^enslplaat. i
Kun iiijl geen briefje schrijven, Tonny?
"Vat is niet erg hoor! Als je wat' ouder
bent zal dat beter gaan. Dan word je wel*
licht net zoio'n babbelkous als je zusje.
(Ik mag wel oppassen dat ze 't niet hoort,
.anders wordt ze nog boos op me niet
zeggen, ho,oTr)
Nu kende ik toch heusch je brief niet.
t
Mina van R. Herkingien.
Dat was niet de „oude Mina". En toch
is het dik in orde, want ik weet de reden.
Wil je wel gelooven dat het bij mijl óok
dikwijls vlug moet gaan? Een geluk, dat
jullie mijn schrift niet zien in de k'rant
zijn 'taltijd mooie druklettertjes, maar an*
ders. Zijn jullie beesten tot hiertoe nog
gespaard gebleven?.
Koi van R. Melissant
Heel vriendelijk bedankt voor je aanbod,
maar ik heb geen half dozijn katjes noo*
dig, zelfs niet één exemplaar! Dag, Ko.
Mina van R. Melissant J
Had je me heusdh vergeten? Het kon
ook niet anders tijdens die zwerftochten
van het een naar het ander. Maar in ,t ver*
volg heb ik moed dat het anders zal gaan.
Marie van R. Melissant
Dat was een nieuwsgierige olifant, om
zoo maar in het tasChje van het meisje te
kijken; en gulzig, door er op te kauwen;
en niet royaal, omdat hij de schade niet
vergoedde.
Vind je Schoxiwen*D. een mooi land?
Allemaal.
De maand is n»g] wel niet ten einde,
maar er zijn nu vier opgaven geplaatst,
dus mogen jullie nu inzenden. Ik wacht
dus de oplossingen. Niet lutstellen, maar
dadelijk' beginnen als 't mogelijk is.
De hartelijke groeten van jullie
OOM Ka