!li*l
CHDWEEKBLADÖpGED.GR0nDiSIA6 vöcmDcZUID-HOUEftZEClW^ EHAHDEn
N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEÜWS"
VR<l£>MiEN
Abonneert hedeni
INMAAKPOTTEN
59 89 1.15
1.75 2.30
lOé Jaargang
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1937
No, 874
EERSTE BLAD
STICHTELIJKE
OVERDENKING
Leven en Overvloed
Uit het Kijkvenster
MUZIEK
ZELF INMAKEN
IS VOORDELIG
INMAKEN IS
SPAREN
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN"
18e JAARGANG
Pit Dummer bestaat uit 2 bladen
Ingang nieuwe kwarlaal 1 Oct. a.s.
Bruine inmaakpotten,
het allerbeste fabrikaat.
Nu zeer voordelige
aanbieding.
10 L
15 L.
20 L.
30 L. 40 L
Verkoop in onze afdeling
Huishoudelijke artikelen
niEuws
Advertentie*prij^ 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst*
aanvragen en aanbiedingen van 16 regels 80 et.; Boek*aan»
Icondi^ing 10 cent per regel Contracten belangr^'k lager.
UITGAVE VAN
Gevestigd te Middelhamis Prins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17.
Abonnementsprijs 85 cent per 3 maanden by vooruitbetaling.
VerscKgnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden per jaar 1
Ik ben gekomen, opdat zij het leven
hebben en overvloed hebben.
Joh. 10 lObi.
(SLOT)
„Cpdat zij". Wie djin ze? Allen die le^
ven onder het licht des Evangeliums? Allen
die het teeken des Vèrbbnds dragen?
Ofschoon wel die allen onder het aanbod
leven, door eigen schuld wegens ongeloof
zullen verloren gaan, en het zóó sohrikke^
Hjk zal zly'n, dat het Tyrus en Sidoin in
den d^s des oordeels verdragieliijker zyn
zal, zullen het toch die allen niet ziijn.
Neen z ïj zullen het "zSjln, die in dat eeuwig
raadsbesluit züjn opgenomen, de Hem van
den Vader gegevenen, voor wie Hij' hemel,
kroon en troo» verliet, en in een beesten'*
stal zou willen neergelegd worden.
O miü" le^^^r lezeres, misb'ruik die leer
der verkiezing niet, die troostleer bij
Geestcs licht voor den geestelijken wanB>
delaar op het smallte pad, maar' vraag er
den Keere om, of ge, daar er zulk eene
verliezing is, of ge er biij zoudt mogen zïj'n.
Ware er geötï verkiezing niemand kon b'e»
houden worden.
•tis dus dat volk, dat kennis, ontvangt
van dit krachtdadige zaligmakende roe'fiag,
onmisbaar noodig tot zali^eid.
Dit Johanhes^gedeelte bepaalt ons bij den
goeden Herder.
En zulk een Herder kan er niet zlijn^,
zonder schalpen, en deze sdhapen die hier
genoemd worden„opdat zij."' 't Zijn dus
de getelden, niet een meer, geen enkel
niinder.
't Zijn 's Vaders geliefden, in de eeuwi»
gi besluiten oip'genomen, en deze zullen
het uuv iJer minne ondervinden.
Geen onderscheid in het schepsel. De
een niet dieper dan de a^er gezonken,
maar het vriije werk van eeuwige liefde
zal blijken uit het vrije welbehagen. Geen
aanraking in den mensch, inteigendeel,
dood in den dood, steeids dieper in dien
doodwegzinkend.
Welk een vrij) werk! Welk een wondere
werkl De schriftgeleerdei in de dagen van
des Heeren omwandeling^ begreep het niet.
Hoe kunnen deze dingen geschieden?
En de mensdh miet al zij'n historisdhe ken*
nis, h'iji weet het niet, tenzjij! hliji door Goids
Geest de persoonlijkfe ervaring krijlgt. Nie
mand toch die naar God vraagt, maiar
God vraagt Zelf, Hij roept onwederstande»»
lijk. Voor wien Hiij gekomen is, moet ko^»
men.
Geestelöke barensweeën moeten gekend.
Een droefheid naar God moet ervaren,
die een onberouweljke bfckÈering wierkt
tot zali^eid.
En toch hoevelen zullen bedrogen uit»»
komen, waar het kwam tot dichtbij. Waar*
schuwend wdjst de Koning van het Gods*
rfjk op de dwaze maagden, oip Loith's huis*
vrouw en in| ons hoofdstuk Spreekt Hij'
Die niet ingaat door de Deur in den stal
der schapen, maar van elders inklimt, is
een dief en moordenaar.
Bedrog, straks niet meer te herstellen.
Drieërlei geloof wordt ons geteekend als
zullende stranden aan de klusten der eeu
wigheid.
Maar „ziij" zuLen dat waie werk des
Heiligen Geestes ontvangen, .omdat een
DiieMjiig Goid e* de Werkmeester van is.
Zij leeren gelooven, maar dat is niet het
algemeene geloof dezer dagen, maar het
beproefde, waar Paulus oip wlijst, dat ge'
wioond heeft in moeder en grootmoeder.
Ziji. leeren gelooven, de hel rechtvaardig
verdiend te heUblen; en ondervinden ee"
hartelijke droefheid, dat God door hunne
zonden vertoornd hebben,, en mitsdien de**
dood rechtvaardig hebben verdiend.
Het leven, exi dit is het eenige leven,
dat zij' U; kennen, den éénen waaradhtigen
God en Jezus Christus, Dien Gij' gezonden
hebt.' Il
Dat leven verwierf Hij hun door dade'*
lijke en lijdelijke gehoorzaamheid. Door
Zijn Zelfofferande van kribbe tot kruis,
door in het graf de;r Zijnen neer te dalen.
En wat die Goede Herder vetwierf, past
Hij toe al Zijn kinderen zal door Hem
geleerd worden, ,hoe een verloiren Adams*»
kind weer in (gemeenschap met God ko*
men kan. I
„Hiij leerde ze in Zijn wegen wand'Ien.
Zoo wou Hij met geen volk'ien hand'len."
Hoe hebben onze bteproefide vaderen ge«
wezen op de noodzakelijkheid der kennisse
van den Middelaar,, als dien eenigen Weg
ter ontkoming, en hoe is in deze dagen
de Zon der ge'edhtigheid verduilstend.
Sprak eens vader Lodestein over een
Christewdom zonder Christus, hoe s,paar<s
zamelijk is de b'evindeljijk'e kennis van
dien eenigen Borg en Middelaar.
Zoo juist zal hieruit blijken moeten, of
de eerste gangen zaligmakend waren, als
deze kennis door den Heiligen Geest in de
ziel wordt uitgewerkt. Opdat ze, door dien
Geest onderwezen, den Middelaar mogen
leeren kennen in Namen, AmIBten, Staten,
Naturen en Weldaden, en zulki nood*
zakelijk als geestelijke bevinding in de ziel.
Vaak wordt dit in deze tijiden als een
christenppediking bestempeld. Maar een
Christus boven de Kerk, voor de Kerk, moet
ook in des Rerk, in heS ,hart wiorden
uitgewerkt.
Zalige bediening! Wonderlijke bteafbei*
ding! z'ijn de eerstelingen zalig, de genade*
waters zullen stijgen; hoe dieper onjb»
dekt, hoe grooter de weldaden in dien
Christus, want zijl zullen overvloed hebben.
Overvloed hébben of overvloediger héb*
ben, door Hem, Die machtig is om meer
dan .overvloedig te doen. Ik bfen er voor
gekomen, zegt Christus en Hij laat niet
varen, de werken Zijner handen. j
Hier staat Gods Sion met den nood der
ziele, missende de zalige wetenschap der'
verzekering en verzegeling. i
Hier staat ©en treurende Sioniiet met
den dood oj), de hielen; een ongeredde ziel
het nauwelijks zalig worden belevende. J
Maar Hij' is. gekomen; den vloek der wet
voldeed Hij, een eisdhend Redhter bévre*
digde Hij, oipdat zij overvloed zouden heb*
ben, en blij het eisdhend recht aan de
Jabboksbeke .de toepassing des heils jinj
den vollen overvloed zouden leeren kennen.
Niet alleen is er door dien Gekomene
schuldvergiffenis, maar van de li;plpen des
Rechters is schulduitdelging.
Overvloed Hiji is geworden tot v/ijSheid,
lechtvaardigmaking, heiligmaking en vol*
komene verlossing.
Maar ach, zelfs bij de verst gevorderden
hoe dikwerf is er vermagering, hoe dik*
werf donkerheid, hoe dikwerf zelfgenoeg*
zaamheid, hoe dikwerf het woestijnleven
maar zonder kladht.
Doch tegenover die ontrouw, Hiji is de
getrouwe; Vader, dat ze het overvloediger
mogen hébben; 't zal dan eens de volle
"i-ervloed z'ijn als ze zullen uitgaan door
de Ipoorte des doods, en ingaan dooir de
poorte des Levens om ongestoord in dien
overvloed zich eeuwig te moigen verlustigen.
Daar zullen zij, Gods knechten met hun
y zaa|di,|
Zij', idie ZiJn naam beminnen, erf'lijk
wonen..
Ds. V.B?
Dalende rente. De zorg van de
renteniertjes. Kleeding voor onze
werkloozen. Verlaging van de las»
ten. De telefoon van den Wethou»
der. De heeren Gedeputeerden van
Zuid°HolIand.
Onze tijd is vol van nieuwe vraagstuk*
ken; vol van nieuwe nooden. Vandaag'
is het deze groep van personen, die in moei*
lijkheden verkeert, morgen is het een an*
dere categorie die in druk geraakt. Tot del
verlaging der Rijksuitgaven werkt mede de
daling van den rentevoet; het geld is goed*
koop, dat moet uitlokken töt meer handel
en bedrijvigheid, indien niet de algemeene
internationale toestand tot groote voorzich*
tigheid in zaken maande.
Als de Rijksleeningen van 41/2 "/o door
inruiling op 4 <>/o, of van 4 op SVs "/o ge*'
bracht kunnen worden, scheelt dat /voor
de schatkist per jaar gauw een paar millioen
gulden rente. Maar, daat komen de men*
schen, die van wat effecten leven, door
hard werken bespaard, kleine spaarders dus,
meestal menschen op leeftijd, en die begin*
nen hun nood te klagen. Want als zij van
4 »/o op 31/2 ö/o komen, scheelt hun dat
precies een vierde deel van hun inkomen^
Wie soms meenen mocht, dat ieder rente*
tenier een rijkaard is, zou zich zeer vergis*
sen. Want denk U maar in als b.v. man en
vrouw op leeftijd van 10 of 12 of 14'gulden
rente nog juist kunnen rondspringen (in
werkelijkheid springt men op gevorderden
leeftijd niet erg meer) en daar moeten zij,
hun stukken inwisselen voor 1/2 minder,
scheelt hun dat een of twee rijksdaalders
per week, en dat is dan heel veel. Zoodat
de oudjes met veel zorg naar bed gaan en
met diezelfde zorg weer opstaan. De Re*
geering beoogt de lasten fü verlichten en zoo
ten slotte het leven goedkooper te maken,
maar tusSchen de hoop en de vervulling
ligt een lange <ifeg. Voorloopig wordt het
leVen door de plaats gegrepen hebbende
waardevermindering van het geld steeds
duurder en het renteniertje kan die duujte
op niemand verhalen; integendeel zijn in*
komentje sukkelt nog steeds omlaag. In*,
dien er onder onze jonge lezers zijn, did
een onbedaarlijke begeerte koesteren naar
geld, veel geld, laten zij dan bedenken,
dat geld een harde meester is: o, het stel(
zooveel eischen aan zijn bezitters. De zegen
des Heeren maakt rijk die zegen is aan*
bevelenswaardig. En wie dien zegen niet
kent, welnu, die is een arm mensch.
Voor de werkloozen heeft de Regeering
tot eenige verbetering besloten. Bij gesteun*
den inwonende kinderen van 21 jaar en
ouder, die voorheen behoorlijk verdiend
hebben, kunnen eenige toelage verkrijgen.
D'at zal nader worden uitgewerkt. Wel is
te vreezen, dat niet veel gezinnen daar
hulp van zullen hebben, want niet velen
hebben 21*jarige kinderen, die nog langen
tijd behoorlijk hebben verdiend. Men zal
de uitwerking dezer regeling dienen af te
wachten.
Voorts is aangekondigd het plan op rui*
mere schaal kleeding en dekking te ver*
strekken. Allereerst zal er ingevoerd worden
een spaarsysteem, geldend voor gezinnen
met meer dan één kind. Bij elk kwartje,
dat gezinnen met 2 tot 4 kinderen sparen,
zal het Rijk één kwartje toevoegen; bij meer.
dan 4 kinderen geeft het Rijk bij elk kwart*
je 40 cent. Dat is een.mooie belegging, by
geen enkele bank te verkrijgen. Het aldus
verkregen sommetje mag dan alleen voor
kleeding en dekking worden aangewend. La*
ten wij hopen, dat straks menig gezin een
kwartje op zij weet te leggen om alzoo spoe*
dig over een paar rijksdaalders te beschik*
ken. Voor de administratie van de steunre*
geling zal het echter veel arbeid medebren*
gen. Speciaal in de grootere gemeenten den*
ke men er niet licht over. Maar, het is voor
het goede doel en dat zal het werk van de
ambtenaar veraangenamen.
Omdat er met dat sparen eenigen tijd ge*
moeid is en de winter voor de deur staat,
zal de minister ook nog een beroep op het
volk doen. In welken vornj weten wij nog
niet, maar misschien wordt het één groote
inzameling voor kleeding en dekking. Allo.
dat is mooi. De nood is er. Bij langdurige
werkloosheid raakt de linnenkast finaal uit*
geput en de bovenkleeding raakt ook versie*
ten. Hopen wij van alle maatregelen het
beste. Er wordt in onze magere jaren veel
en dikwijls gevraagd, maar de Bijbel zegt
ons, dat het toch zaliger is te geven dan te
ontvangen. Gij weet van dien dominé die de
diakenen in het ambt bevestigde en er op,
wees, dat het toch zoo gelukkig was, da^
de mannen*broeders aan deze zijde van de
groene tafel mochten zitten er niet aan de
andere zijde staan. Want het is ten slotte
toch alles gegeven goed en daar moeten
wij maar weer eens bijgebracht worden om
het te zien. Dön kruipen we weeï heel
klein ineen.
Het Verbond van Nederlandsche Werk*
gevers heeft vergaderd. Daar heeft de Voor*
zitter, de heer Gelderman er op gewezen,
dat de stijging van den levensstandaard een
groot gevaar in zich houdt, daar zy wel
spoedig tot hoogere loonen zal leiden. Daar*
om is spoedige verlaging van crisislasten en
andere belastingen zeer dringend. Ook op
het Christ. Sociale Congres is er op gewe*
zen, dat de huidige belastingwetgeving een
rem is voor den economischen opbouw.
Nu heeft de schatkist wel een 55 millioen
gulden meer ontvangen dan in de eerste
8 maanden van 1936, maar het ware mij aan
genamer, indien die 55 millioen onder het
volk gebleven waren en vadertje Staat zich'
tóch maar zag te redden, precies als. een
renteniertje, die zijn inkomen met een pro*
cent of twintig ziet slinken. Onze tijden zijn
bijzonder geëigend voor overschatting van
de taak van den Staat. Hoe meer deze zijn
werkzaamheden inkrimpt, hoe beter het volk
zelve met de bespaarde penningen kan wer*
ken. In soberheid en degelijk beheer dient
de Overheid het volk voor te gaan. Dfe
macht om belastingen te heffen is óók aan
zedelijke normen gebonden. De Overheid
de Dienaresse Gods dus is zij ook ver*
antwoording aan haren Meester verschul*
digd. Verlaging van lasten mag niet een
dag langer dan noodig is worden uitgesteld.
Gedeputeerde Staten van onze Provincie
hebben aan B. en W., van Schiebroek doen
weten, dat, onder meer, een telefoonaan*
sluiting van de beide Wethouders niet meer
ten laste van de gemeentekas mag komen.
Ja, er moet op de kleintjes worden gepast.
Men moet natuurlijk niet een Wethouder
van Schiebroek plaatsen naast een lid van
Ged. Staten. Deze laatsten hebben sedert
enkele jaren wèl een telefoon thuis. Dat
is maar goed ook. Wel was dezen heeren
het gebruik van de telefoon ^niet geheel
onbekend, maar, tot 1927 hadden ,zij zulk
een toestel niet in hun woning. De nood*
zaak er van hadden de heeren nog niet
ervaren. Noch des- avonds noch des nachts
kon U de hoogedelgestrengen bereiken, ten*
zij gij in baarlijken lijve aan hunne huis*
bel trokt (of duwde, al naar de bel elec*
trisch werkte of niet.) Daar hebben toen
Prov. Staten een einde aan gemaakt en hun,
inclusief den Hoofd Ingenieur, deze nieuwe
uitvinding opgedrongen. Want eén lid van
Gedeputeerde Staten moet dag en nacht te
hulp geroepen kunnen worden, dat brengt
het besturen van zoo een groote Provincie
mede. Maar toch schuilde er in deze onge*
kunsteldheid iets goeds. Het was een uiting
van eenvoud en soberheid die ,nu, na tien
jaren, nóg weldadig aandoet. Aangezien er
nog al wat verschijnselen zijn die minder
weldadig zijn, mocht ik dit wel eens in her*
innering brengen. De heeren leden van Ge*
deputeerde Staten van Zuid Holland zijn
wars van eigen belangen, dat mag geluk*
kig gezegd worden. Voor enkele jaren werd
de Provinciale Griffie belangrijk vergroot.
Bij die gelegenheid kregen de leden van
het College ook een werkkamer; die had*
den zij voordien niet. Toch .kwamen de
zaakjes ook toen voor elkaar. .Gij werdt
dan in de vestibule ontvangen ,en kondt,
heel amicaal. Uw belangen uiteenzetten, knus
jes met den heer Gedeputeerde op de bank
ziftend. Nu, daar heeft een der heeren
ook al eens een buiten mannetje in audi*
ëntie o^jtvangen, die zeer smakelijk een
boomtakje in den mond hield en dat, al
pratend, van links naar rechts, en omge*
keerd, liet verhuizen. Maar wat zou dat?
's Lands wijs, 's lands eer. De hooge hoed
geniet daar geen meerdere eere dan de zij'*
den pet. Moge het nog lang zoo blijven'!,
WAARNEMER.
DE PSALMEN.
Rhylhmie. i
De manier waaroip in de ProtestantsChe
kerken de psalmen worden gezongen, heeft
niet steeds de goedkeuring van allen weg»*
gedragen. Vooral het Cantus planus, vlakke
zang, dus het zingen met eenidiere noten*
waarden is doorloopenid; een wrijlvingspunt
geweest en is tot op heden actüeeL
Wlijf weten dat de meeste van onze IpsaW
melodieën Fransdhe volksliederten( .zïjto. Het
oorspDonkelijke rhyfhme van deze zangen
is bijna ongewijzigd; door; .Bour*
geois. Mr. Pierre enz. bijl de psalmtekst aanp»
gehouden, zoodat ook in ons land de eerste
tijden ideze meer bewegelijke Zangmamier
werd toegepast. En ook nog heden staan
de wïjzen in onze psalmhoeken met hun
authentieke beweging afgedrukt. Kjl de ver*
dere behandeling van ons onderwerp, n.l.
daar waar wei de invloed van het orgel*
Spel Oip. de gemeentezang zullen behandelen,
■zal er op gewezen worden, dat het de 'schuld
der orgelisten is geweest, dat ons kerklied
4jn huidige uitvoerJlngswSjize heeft verkregen.
Allereerst nu een verklaring van 't hfeerioi
rhythme
In de muziek zijn twee elementen, die
door velen sledhtsi vaag van elkaar pnderi*
scheiden worden n.l. maat (metrum) pn
rhythme. En toch is er een diepgaand verschil
tussdhen beiden. i
"Rhythme is de goilving, het komen ein
gaan, het geordende in ,de natuur. De
dagen en n achten, eb en vloed, de jaargetij|*
den, de stuwing welke uit de arbeid ons
toeklinkt, de arsis en thesis van de spreeld'
taal en de toonkunst. j
Omtrent rhythme en metriek söhtljlft Jus*
tine Ward
„Als f'w jj spreken van tijd, dan bedoe*
„»en wlijl iets, anders, iets Meiners, iets
„.dat sch'ijint te klojplpen binnen in de
„rh-ythmisohe golf, zooali het hart klopt
„in onj lichaam. Het hart gaat rustig dooir
„met kloppen ook! als ons lichaam mee*
„deint met de op* en neergaande golven
„van het rhythme".
In zekeren zin, zij'n de maatstrepen een
belemmering vO'Or het vrije rhythme (cheiroc
nomie), het Gregoriaansch bezit ze niet en
ook in onze 'psalmbundels vinden we geen
speciale metrische aanduiding.(
Het lied heeft de bedoeling een oipjglec
voerde uiting te geven van de tekst, eigen
stemming en extase door .de woonoen teweeg
gebïacht uit te jubelen oif te snikken. De
spreektaal alleen schiet! hierin te kort, de
kunst geeft de mogelijkheden om lofeang
danküed en smeekbede als volle gemioedsui*
ting op te) zenden. Deze toonkunst heeft
als basis heti rhythme, dit is het oer.*pTinf=
dpeivan de muziek; de eerste instrumenten
waren trommelen zo.oab de hedendaagsdhe
primitieven ons nog doen zien. Velen
hebben getracht om d;ze muzikale hoofd»
factor wederom b'ijj het psalmg|ezang in te
voeren.
De Synode van 1892 heeft aan Prof.
Aquoy de opdracht gegeven een t)salmbloek
samen te stellen met een voor ieder leesbaar
notenschrift, met herstelling (van de ossf^
slpronkelijke lezing en een noteering j^m
lange en korte noten. Aquoy heeft doord
gaans de lange noten aan het begin en
einde van iedere regel geplaatst waardoor
het geheel monotoon bleef en ee!n rhytthi*
misch verband tusschen woord en toon nog
steeds ontbïak. Een ander btz'waar is dait
Mj een vaste twee kwarismaat vaststelde
en ook die Ipsalmen, welke een uitgespxokfln
3«ideelig karakter bezitten,| zooals psalm 42,
in het pantser, van een tweedeelig metrum'
wrong. Dit iijn genoeg motieven om Aquoiy
's werk, dat overigens zeer ■verdienstelijk i;s
geweest, af te keuren op muzikale gronden.
1 F. A. BERNARD.