CHRWEEKBLi^ÖpGED.GR0nD5IAG vöÖRnZUID-HOainZEEUWSCIIE EIIAMDEn
Morgen,
Grote Seizoen-
Opruiming
N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEÜWS"
Hevige SNIJWOND
IN DEN VINGER
KLOOSTERBALSEN
EERSTE BLAD
STICHTELIJKE
OVERDENKING
9e Jaargang
ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1937
No. 862
Dit nummer bestaat nit 2 bladen.
Een Gode verheerlijkende bede
Uit het Kijkvenster
Fa. Gebrs. Buijsse
WAARIN 'SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" 18e JAARGANG
UITGAVE VAN
BLOEDT VERSCHRIKKELIJK
Verband met KLOOSTERBALSEN
geneest de wond In 24 uur
„Geen goud zoo goed"
laatste dag der
Doe nu nóg Uw voordeel II
Middelkarnis
niEuws
AdveTtentie»pry« 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst*
aanvragen en aainbkdingen van 16 regels 80 et.; Boek'aa!ni<
kondiging 10 cent per regel Ccaitracten belangrijk lager.
Gevestigd te MiddeUiamis Prins Hendrikstr. 122 G Giro 167930 Postbos 8 Tel. 17.
Abonnementsprys 85 cent per 3 maanden b^} vooruitbetaling.
Verschynt iederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per vreek.
Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland Solden jjcr jaar
Gord uw zwaard aan de heulp, o
Held I uwe majesteit en uwe heer=«
lijikheid; en rijd voorsipoediglijk in
uwe heerlijkheid, olp het woord der
waarheid en rechtvaardige zachtmoé=<
digheid, en uw redhterhand zal u
vreeselijke dingen keren.
Psalm 45 4 en 5.
II.
Deze Koning, deze Schoonste aller men*
schenkinderen is Sions Helld 1
Waarom staat het Heldszijn van Christus
hier op den voorgrond?
Omdat hier Zijn strSjd voor en omi
Zijb Bruid, het hart van den z'ange'r^ftjid»'
der vervult.
Christus was Held en daarom kon Hij
strijden, maar ook in den strijd blijkt
pas welk een Held 'de Kerk heeft^
Dit bleek reeds, toen in de stilte der
eeuwigheid God aan God de vraag stelde
ot met behoud van Gods glorieuze €igen='
sdhaipipen het gevallen Adams^geslacht kon
gered. Toen trad niemand anders dan de
Zone Gods naar voren. Hoort aijn heldene
taai, later door Juda nagezeg'd„Ik' zal
Borg voor hem zijn, van Mlijn hand zult
Gij hem eisdhen indien Ik hem niet tot U
breng en Rem voor Uw aangezicht stel'
zoo zal Ik alle dagen tegen Ui gezondigd
hebbten."
Hierin heeft Hijl Zijn helden«éiart reeds
bloot gelegd tot troost van het volk', waar*
voor Hij' dtn strijd aanging.'Welgelukzalig*
die mensch en dat volk waarvoor Hij{ het
opneemt, zijl kunnen van de uitkomst
zeker zijn.
Is het niet gebleken?
Zie daar ligt de Held, in de kribbe van
BethleBiem I
'k Ben het met U eens, dat Zijn uiterliijik
heel geen uitdrukking is van Zijn grootheid.
Doch dit Ipaste bij Zlijn uitnemiendheid
Wait gestel dat Hij daar met uitwendige
heroïsche heerlijkheid jpiaalde! Dan zou
Hij ipassen blij een iprachtigen Herodes. Neen,
om van meetaf Sion te leeren dat Zijln
schoonheid alleen door 't geloof kan
gezien, moest ai wat het oog bekorenl kon
wegvallen. Zoo ea niet anders heeft Hij
waarde als ge Hem ziet voortschrijden oip
Zijn Borgtochtellijken weg. In de verzoeking
met satan triomfeert Hij! als Held. Hooi
alleen dit woord „Ga weg satan; want;
daar staat geschreven: den Heere uwen God
ruit gij aanbiddtn en Hem alleen dienen.'"
-Als Held aanvaardt Hij Zijta Ijldenl
Neen, Hij aarzelt niet! En heelemaal niet,
als ging Hij. Hjide,i omdat Hij andersj voor
Gods straffen had te vreezen. Die zoo
denkt en slpreekt, toont voor dit boog
heilige werk vai, Christus niet gedïSponeejId
te zijn en heeft van tweeën éénj te doen
öf van dit terrein af te blijven hoe zlou
een blinde over kleuren kunnen oopdee?<
len öf sdiuldbelijidend zSjb knie te
buigen met de hkê; „och sdhonk't Gij( m'ijl
de hulp van Uwen Geest".
Christus ging lijden omdat fflj wilde
lijden. Daartoe stootte Hij de deur oipen,
die Hem tot het binnenste heiligdom des
lijüens, toegang verschafte. Nooit betrad een
held zóó het strijdperk als Christus het
Zijne. Hij ging zingend uit de Paasch»'
zaal naar Gethsémané.
„Om de vreugde Hem voorgesteld, heeft
Hij het kruis verdragen en de schande;
veracht".
Daar kampt de Held in 't strijldperkl
Het bloed^zweet parelt van Zijn gezegend
gelaat.
- Nooit is er op aarde zoo'n zware[ strijd*
gestreden 1
En Zijn overwinning,,Niet Mïjh wil
maar Uw vAl geschiede".
Ais Held bewandelt Hij Zïjn lijldeiisweg
jran schrede tot schrede.
Of ge Hem hoort uitspreken „Ik ben het!"
tot Zijn moordenaars, of dat ge Hem
zwijigend ziet staan voor 't Sanhedrin, of
als spot^konlng zonder Zijjn almacht in
werking te zetten tot afstraffing der on*'
verlaten, of gaande naar den kruisheuvel,
terwijl Hïjl de tranen van medelijlden afwijst,
ot hangend aan 't kruis en dei sflhamipere
god*onteerende Spotters niet laat 'er helle
varen.
Doch Zijln Heldendom schittert 't aller^»
meest" in wat Hij verricht, adhter del zicht*'
bare wereld met den onzienlijken Rechter
der gansche aarde.
Want in 't Goddelijk rechtsgeding
volk des Heieren komt gij ipas! aan de
weet bijl welken Held, God voor u hulp
beschoren heeft.
Door Zijn dadelijke gehoorzaamheid heeft
Hij bet recht der wet vervuld, dodh in Zijn
lijdelijke de straf der vret gedragen. Heel
de schuldrekening der Zijinien moet Hij
betalen. Ook wil Hiji die betalen ein' dan
zóó, dat er niet één zonde te betalen
oveAlijift.
Wanneer de strafoefenende gerechtigheid
aan Hem wordt voltrokkfcn, w'aarvoor Vgij
in den doem, den ^tikdomkeren nacht der
God*verlating, ingaat, wil Hij niet daar
uit of Hij' moet de Goddelijke" zekerheid
hebbtn, dat heel de toorn Gods tegen Hem
uitgewoed is. Al Gods eigensdhajplpen redht
"wedervoeren. Anders zou Gods eer niet
hersteld zijfn, Zïj'n - yplk niet volkomen
verlost. '-
Wanneer dit heeft iplaats gehad, geeft Hij
Zijn lichaam in den dood, Zïjln geest in
de handen Zijlns Vaders. -
Dus een doode Held
Neen, na drie dagen rijlst Hij trioinfaal
uit het graf, nadat de gansch voldane Reüh*
ter Hem had opgewekt. Daar ontvai^t' Hijl
de kwijitbrief met het goddelijk voldaan."
Van dezen Helfd jnag de Kerk ge^vagen
,,overgeleverd om onze zonden en opgewekt
om onze rechtvaardigmakiing."
En wanneer Hiji luisterrijk ten hemielj vaart
gaat in vervulling:
,,GiJ voert ten hemel op vol ee,r.
De kerker werd Uw buit o^ Heer',
Gijl zaagt Uw strijd bekronen,
Met gaven tot der meinschen troost.
Opdat zelfs 't wederhoorig kroost,
A'Mjjd bij U zou wonen,"
Hij( b'Bj'ft de Held Gods ten blate van Zijn
armi volk, want Hijl bidt voor hen,. Wat zou
er van Sion worden als het in 'tstrij'dperk
van dit leven bij' dezen Held Gods njjeit
fe,recht kon? Juist omdat Hïjj in Zijn strijd
in ajlles is verzocht geweeS*. galijlk als zijl,
mogen ze biji oogenblikken met vrij*
mioedigheid toegaan tot den troon der get*
nadè om' geholpen te worden ter bekwamer
tijd.
Benevens de Held, vraagt de tekst, onze
aandacht voor de wapenr u,stin g van
den Held. ,.Gond Uw zw^^ard aan de
heup, o Held!" Wat hebben we daarondet
te verstaan?
Natuurlijk geen wapen, zooals deze ge*
bruüct wordt in de oorlogen op aarde. Daaj;
zou de Schrift diredt tegen protesteeren want
,,de wapenen van dezen krijjg zijn geestes»
ïijlk."
Gods Wooud laat ons niet in het c^nze»"
kere> In den HebreëArief vinden we de:
verklaring. ,,Want het Woord Gods is Ie*
vend en krachtig en scherpsniijidender dan
eenig tweesnijdend zwaard en gaat door tot
de verdeeTing ider zielj en dejs geestes ep
der samenvoegseïen en des mergs en is een
Aordeeler der gedachten én der ovei(leggin*
gen des harten."
Dat Woord Gods toegepast door den H.
Geest, heeft zijln tiendufeenden reeds ver*
slagen. Zie op den Pinksterdag 3000 men*
schen, die door schuldbesei^ getroffen en
verslagen, uitroepen: ,,wat moeten wij'doen."
Het tweede beeld dat de dichter gebruikt
voor d'it WooT0 is een strijldrois, als hij
verzoekt, ,,rijd voorspoedig op het Woord
der. waarheid." En 't doet ons denken aan
het boek der Openbaringen, wanneer Johan»
nes Christus ziet op „een wit paard en Die
daarop Zat, had een boog en Hem' is een
kroon gegeven en Hij ging uit overwinnen,»
de en opdat Hij' overwonne."
Hijl gaat dus door, m'oét doodgaan met
Zijln Woord te laten verkondigen, 't Is waar
rn 'Onzen .tjjd wordt gëkllaagd, dat er zoo
weinig „levende steenen" worden toege*
bracht. Anderen ^aan verder en spjJeken dat
de Geest Gods ZiA uit de Kerk des Heei*
ren heeft teruggetrokken. Ongetwijfeld door*
'leven we een .mageren tijid. Dit behoeft ons
'Ook niet te verwonderen,, wanneer wiji let*
ten lop ihet verfjaf*leven van.Gods vopc. Sion
is den aarlden flessdhen gelijk geW'Oi'den.
Doch anderzijds staat vast, de Heere werkt
dóór! Zijn Wo.ord zal niet ledig tot Hemi
wederkeeren. Het getal der verkorienen
moet vol worden. Wanneer dat Woord
geen vruchten meer ,afwerpt, dan houdt dez^
bedeel'ing op en. <Sal' Christus komien Oip
de wolken ten gerichte.
Wflnt' -^ len laten we dit niet vergeten
dat Woord is ion,afscheideïjk aan Christus
verbonden. Onze tekst zegt dat het zwaard
d.i|. het Woord Christus" 'm|a,jeste it en
he er lijikheid is.','
Majesteit wil zeggen met gezag bekleed
zijln, bevoegd om' heerschappij uit te oefe*
nen.
Wiar dit Woorld des Hel'ds is, daar is
heerschappij.
Daar gaat autoriteit van uit op de cionstik!
ëntie der hoorders.
En waar zondaren door dit zwaard vei»'
slagen werden wat wie 'straks breeder
wenschen te overdenken daar regeert
Christus Zijn volk door ZÜ'n Woord. Dat
Woord is de gids voor onwetenden; het
cofflpas voor hen, die de koelte- ïijb kwijt
geraakt; de lamp voor de in 'tdui|ster do*
lenden; de grazige weide waar de honge^
rige kudde gevoed wordt; de fontein waar*
aan de dorstige zich mag leven. Wat zou er
van Goids armie "violk terecht komen, als
ze dat Woord niet hadden?
't Is ook Christus' heerl'ijfeheid. 't Is Chris*
tus' adelbrief door Zijln Vader gedjcteeud',
waarin Zijn Bruidkerk kan lezen wie Hij
was en waartoe Hij' werd verheven,. Neen
Hijf heeft de eer van Held Gods niet Zelf
aangenomen, maar van Zijn Vader ontyaa*
gen,. Hoort het zielen, die snakken onv iii
de guns"ue Gods hersteld te worden, „Deze
is Mijn geliefde Zoon in Welken Ik Mijn
welbehagen heb, hoort Hem!" Heel 'tgetuij*
genis is een uiitstalling i "vaai al dTe deer*
baarbeden van dezen Middelaar. Werd uw
hart reeds heïlbegeerig naar Hem.? Is het
soms: ,,geef mij Jezus of ik sterf?" Houd
aan, grijp moed! In Hem is alles wat u'W
arme ziel behoeft. Onderzoek biddend Zijn
Woord! De HV Geest geleide u, opdat ge
den Schriftuurlijken Christus op 's Heeren
tijd moogt omhelzen doorf het geloof, en
uw zjei' het dan uitspreke,,die Held is jmijln
Vriend, o dochter van Jeruzai'eml"
Ds.-W. F. Laman
Wordt vervolgd.
Middelhamis
Kantoormadhires De faecfogMal en
d«i Gemeentepoliliek De positie
van de raadsleden Oipiemlblaarlheiid
'een «eirste vereischte Geen gieslioten
ideuren! Geen visites in Den Haag
Op het gebied der techniek worden gro.ote
vorderingen gemaakt. Vele machines, die
den arbeid vergemakkelijken, worden uitge*
vonden of zeer veel verbeterd.
Het is jammer, dat hierdoor veel bans'
denai'beid verloren gaat.
Al moet daar direct worden bijgevoegd,
dat ideze nieuwe arb'eidsmethoden ons in
staat stellen de wereldproductie bijl te hou*
'den en alzoo „in de markt" te blijVen met
onze producten. 'Men kan ook' kwalij'k het
standpunt innemen, dat de ontwikkeling
der dingen maar eens moet stilgezet wor*'
.den. Wij zouden 'daardoor tot een achter*
lijk volk worden; alle energie en ondeme*
mingslust zou er door gedood worden.
Nu is het niet alleen het fabrieksterrein
'de scheepswerf of de dorsohvloer, idie zich
van machines en wierktuigen bedient, maar
ook het kantoor heeft den ontwikkeUngs*
gang bdjigehouden.
Ongelooflijk is het wonder der techniek
in vele kantoormachines.
Denken ■w'iji alleen maar aan de rekenma,^
'chine, die optelt en aftrekt en vermenigvuL*
idigt tot in het oneindige; aan di^ fotoka*!
mer van de groote banken, w'aar meri| de
rekening der klanten niet meer overschrijft
maar eenvoudig fotografeert, waarmede al*
vast fouten van overschrijven worden voor«'
komen en men ook dat gesohrevenje niet
eerst 'behoeft na te zien, voor 'dei verzenl*
ding. De fotograaf doet het werk van vele
handen in een ommezientje. Over de schrijf*
machine spreken we maar niet eens.
Men maakt er en passant de noodige af*
schriften van btieven mede, die men wel*
eer in een 'boek ,.copieerde". En de' oude
notaris wist mij nog te vertellen van{ ziijn
jeugd, toen er zelfs geen Copieerinkt was
en de notarisbedienden des avonds om 8 uur
btegonnen alle brieven vóór de verzending
over te schrijven, om alzoo later te Icunnen
nagaan wat er geschreven was.
Nu is er nog één machientje, waarover
ik speciaal wil rapporteeren om hetzelve
in verband te blrengen met onze gemeente»
raden. Ik heb het oog op de c"yolostyle of
hectograaf. Al naar het merk van de, hec*
tograaf is, stelt die ons in staat, geschrei
ven stukken te vermenigvuldigen. De schrijf*
machine kan oris 4 'of 5 'dolpieë■n^ geven op
behoorlijk dik 'papier, maar de hectograaf
levert er wel 50,100 of meeit. Nul is het
mij 'Oipgevallen, dat deze hectograaf blij' de
Gemeentesecrietariën niet erg is ingeblur=»)
gerd. Anders dan het stelsel van volontair
ter secretarie, waarvan men zich maar al
t%t kwistig bedient. Juist omdat die volon*
tairs komen om te leeren, zou de hectograaf
zoo goede diensten doen; 'daar mede kon*
den zij leeren, hoe bSjvoorbieeld een Ges*
meenteraad behoort'bediend te worden.
Maar al te vaak blijkt uit de raadsversla^*
gen, dat de vroede vaderen ter eener ver.*
gadering volstrekt verbeten öjb wjft ter
vergadering besloten werd. Nog erger: de
leden herinneren zich elk wat anders, en
dan moet burgemeester of secretaris de
ktloop maar doorhakken met hun ambte*'
lijk geheugen. De fout li,gt m'ijlns inziens,
hierin, dat de raadsleden geen voorstellen
van Burgemeester en Wethouders zwart
op "wit vóór zi'ch krijgen. Het College! van
B en W is belast met de voorblere^ding
van de zaken voor den raad; wat ligt meer
voor de hand 'dan 'dat de Secretaris de
voorstellen van. B en W opstelt en van een
breede toelichfing voorziet? Daardoor krijlgt
elk voorstel eigen sfeer en kleur, nietwaar?
En de Wethouder moet in den Raad' met
ide hand op het hart kunnen verklaren,
dat er heusch geen muziek in hef! voorstel
zit. B en W moetien welbelij'nd over!" de
brug komen, dan valt er te praten. Kan het
er door zonder praten, zooveel te moioier.
Maar over en weer moet men vleten' waar
men aan toe is. Welnu, op dé hectograaf
kunnen de voorstellen ioo mooi vermenig*
vuldigd worden. Zij' gaan dan: ten eerste
naar de raadsleden; elk' een stuk' netjes
thuisgestuurd. Daarna, met spoed, naar de
couranten, die ze gaarne zullen opnemen,
oipdat elk ingezetene er kennis van kan
nemen. Bovendien heeft men een stuk
voor het archief, door Burgemeester en
Secretaris te onderteeldenen. De stukken
sluiten allen twijlfel uit en kunnen wel een
een eeuw lang uitwijfcen, wat ©r van
zekere zaak voorgesteld en biesloten is.
De pu'blieke zaak moet ook publiek be*
handeld worden. Wij leven niet in Italië
of Duitsdiland.
Er behooren m.i minstens acht dagen te
Uggen tusschen het versdhijinen der voor?»
stellen en den dag der raadsvergadering. De
'pubUeke meening kan er zich dan mede
bezig houden en de Raad heelft tijld er zich
op te bezinnen. De Waarnemer althans
zou niet 'bereid zijta. als raadslid maar hals*
over*kop voor beslissingen gezet te wor*
den, over voorstellen nog "wfel, die niemand
onder de neus gehad heeft! 'Men moest m.ii
Let best^ttren onzer Gemeenten jeens op'
hooger plan brengen. Er zijn groote bfelan*
mede gemoeid. De Raad bestuurt de Ge*
meente. B en W hébbien te zorgenl voor
de voorbereiding en voor de uitvoering
van wat die Raad bfesluit.
Het mankeert op onze Secretariën todh
niet aan personeel ter assistentie. En van
den Secretaris mag redadtioneelen arbeid
verwacht Worden. Dat luistert nauw, inder*
daad. Een komma te veel of te weinftg, een
ongelukkige zinswiendi'ug, kan het stuk een
ander aspect geven dan er aan bedoeld was
te geven.
't Zij zoo, "ieder in zïjn vak! 'Mitsj dan
ook bekwaam in het vak' en met de noodigel
hulpmiddelen toegerust.
Voor -een paar tientjes is de hectograaf
aangeschaft. Maar, men moet de zaak wil*
len. Da,n wordt de weg ge'baand voor rustiger
behandeling dan thans veelal wordt ver*'
,Als moeder van een groot gezin, had
ik het ongeluk mij bij 't brood snijden
een flinke jaap in den wijsvinger t»
geven. Het bloedde verschriltkelijk. Een
van mijn kinderen bracht dadelijk den
Kloosterbalsem, die in mijn huisgezin
met kinderen telkens van pas komt
Na een doekje met dezen geneeskrach'
tigen balsem op mijn vinger te hebben
gedaan, hield hel bloeden dadelijk op
en de hevige wond was tot mijn ver-
bazing in 24 uur geheel geheeld en
totaal genexM.' jj q^
n If If E p*C MmiHHL TM INZAM
Onovertroffen bQ brand- en snijironden
Ook ongeëvenaard als wrijfmlddel bQ
Rheiunatiek, spit en p^niyke spieren
SchroeTdoog 85 et Potten: 62^ et. en l.Oi
toond. Maar tevens is er dit voordeel,f dat
aan velerlei gepraat op de straat, aan' ver*'
denking en wantrouvi^n, aan den Goddie*
loozen laster, een eind komit.
Ge'brek aan schriftelijke voorstellen, gebtek
aan tijd voor de raadsleden om te' oveiW
wegen en een te veel"vuldig gelnuik van
geheime zitting, ziedaar wat ik tegen deac^
gang van zaken heb in te brengen.
Laten w'ij vele bijzaken eens laten rusten,
,doch letten op de vergaderingen met ge*
sloten deuren. Dat behoort hoogst zelden
voor te komen. De burgerij moet da ble*
wteegredenen van 's raads beslissinjgen kun*
nen nagaan. Niet alle dingen, vooral waar
het personen geldt, behooren op de pu*
'blieke markt des levens. Dat zal iederl er*
kennen. Men krijgt echter thans den indruk,
,dat 'dé raad zich maar al te graag in comitéi*
generaal 'begeeft om eigen fouten te be»»
dekken. Want het wemelt van vergissinjgen
en verkeerde 'begrippen.
Hoe meer geheime vergaderingen hoe
meer wantrouwen. De gemeenteraden hdï*
ben het in de hand om eigenl positie te
verstevigen. De kiezers zullen dan met tp
meer ijver en belangstelling de gemeente?»
zaken volgen. En de beste mannen voor
den Raad beschikbaar stellen.
Meer zal ik er niet van zeggen., Althans
voorloioipig niet. Den mantel der hefde
werp ik over veel dingen, ofschoon enfce*
len afkeerig rfjh van dit kleedingstuk', daai
zij meenen, dat het vele ongerechtige zaken
bedekt. Het Ware te •wenschen dat onze
raadsleden ziCh meer hun hooge positie
bewust waren. Dat zlij meer studie van' de
zaken maakten. Daartoe kunnen iVj- bteed*
voerige schriftelijke voorbereiding esdhen.
B en W kunnen zulk een eisch niet afwij*
zen. Op geenerlei grond De Raad staat aan
het hoofd der Gemeente. Zooveel te beter
Mj de zaken leidt, zooveel te minder be*
hoeft er door raadsleden, Wethouders of
Burgemeesters naar Den Haag gereisd ojn
raad, raad, raad! Want met al diel visitesi
op Griffie en Departement, versterkt men
de posi'tiie van B en W niet, Het klageju
over „den Haag" is veelal misiplaatst.
Maar al te veel wordt, zonder den raad er in
te kennen, 'de inmenging van Ged. 'Staten
uitgelokt. En het aanzien van mlijn Gemee(Ei«
teraad is m'ij' óók nog "Wat wiaard!
I WAARNEMER,