aiDWEEKfiLADÖpGED.GnoriD5IAG vö5ErDEZUID-H0aEnZEEUW3C^ EHAHDtn
Uitslag van de
Verkiezingen
Een zomerjurk
N.V. üiïGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEÜWS"
EERSTE BLAD
STICHTELIJKE
OVERDENKING
uan de Tiueede Kamer
der Staten Generaal.
DE NIEUWE KAMER.
R.K. Staatspartij
Anti-Rev. Partij
Christ. Hist. Unie
Vrijz. Dem. Bond
Communisten
Staatkundig Geref. Partij
Christ. Dem. Unie
N.S.B
31
zetels
23
17
8
6
4
3
2
2
4
DE OUDE KAMER.
9e Jaargang
ZATERDAG 29 MEI 1937
No. 840
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
OP DEZEN ZAL IK ZIEN.
Uit het Kijkvenster
100
R.K. Staatsparlij
28
zetels
22
Anti-Revolutionnaire Partij
14
Christ. Hist. Unie
10
Vrijheidsbond
7
Vrijz. Dem. Bond
6
Communisten
4
Staatkundig Gereformeerde Partij
Herv. Geref. Staatspartij
Ghrist. Dem. Unie
Kath. Dem. Partij
Nationale Boeren Partij
Nationaal Herstel
Beschouwingen over de uitslag
der Kamerverkiezingen
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD ,,ONZE EILANDEN" 18e JAARGANG
u* Ut n» 1
>r
>r
u 1/. A. r.
n
n
n
n
n
n
n
II. u. A. r
n
100
niEuws
Advettenticprijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst*
aanvragen en aanbiedingen van 16 regels 80 et.; Boek<<aan='
kondi^ing 10 cent per regel Contracten belangrijk lager.
UITGAVE VAN
Gevestigd ie Middelhamis Prins Hendrikstr. 122 C Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17.
Abonnementsprijs 85 cent per 3 maanden by' vooruitbetaling.
Verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden jper jaar
Maar op dezen zal Ik zien, op den
arme en verslagene van geest en
die voor Mijn Woord beeft.
Jesaja 66 2b.
(SLOT)
't Is Godi getuigenis, dat eeuwig zeker
is en slechten wijsheid leert.
'Naar dat Woord des Heeren zullen wij
allen geoordeeld worden.
Wiat is nu het beven voor Gods Woord?
Beven voor Gods Woord, dat wil
zeggen, dat Woord aan te nemen
als het getuigenis Gods en dat niet
uitwendig, verstandelijk maar omdat de
Heilige Geest getuigenis geeft in ons 'hart,
dat Gods Woord de waarheid is.
Beven voor G,ods Woord dat wil
zeggen, Gods "Woord als z' iji n rechter
leeren kennen en zXdk ga,nsch veroordeeltl
te zien in de vierschaar van Gods Woord.
Die weduwe uit de dagen van den pro*
£eet Elizi had nijets dan schuld, groote
schuld. De schujdeischers drongen bij haar
op betaling aan. Hoe beefde zij voor hun
woord, tun dreiging!
Wanneer een zondaar in den weg der
ontdekkende genade een arme en versla*»
gene van geest wordt, leert 'hij bévéiï VSöf"
Gods Woord.
Bevenvoor Gods Woord dat wil
zeggen, Gods Woord, Ijef te krijW
gen, gelijk de didhter uitroept in den
119den Psalm: „Hoe lief heb ik uw wet.
Zij is mijn verniakiiig den ganschen dag."
Dat geldt zooveel van wet als Evangelie.
Dat is wel zeer wonderlijk. Het Woord
des Heere toegeipast door den Heiligen
Geest ontdekt, ontledigt, veroordeelt, werkt
een arme en verslagene v^m geiest ein^ in
dien weg leert Gods kind dat Woord dier*
baar te aditen.
Beven voor Gods Woord dat wil
zeggen, een ernstig voorinemen
des 'harten te hebb'en om naar li*
ohaam en ziel, voor tijd en eeuwiighe'ljd,
door de genade Gods zich naar dat Woord
te schikken en voor Gods Woord o'p
te komen.
In welk een engte werd Luther een*
maal gedreven, toen hij van alle zijden door
vijanden omringd wexd.
Maar zie de Heere geeft 'hem te spre*
ken. Hij m^ getuigetiils afleggen vajn de
hope, die in hem is. Hij mag een berpep;
doen Oip Gods Woord en bevende voor
's Heeren Woord roept hij uit: „Het Woord
zullen zij laten staan."
Schipperen en plooien, dat wt;l men in
onien tijd.
Beven voor eens menschem woord, daar
is 'het vol van. Maar waar wordt gevonden
dat beven, dat opkomen voor Gods Woord
door de genade van den Heiligen Geest?
De Heere belooft: „Op dezen zal Ik zien,;
oip den arme en verslagene van geest en
die beeft voor Mijb Woord."
De Heere ziet van jeuwijg'hed op dat
volk, dat Hij zich ten eigendom verkoren
'heeft, met een oog van welbehagen. Daar*
\an getuigt 's Heeren Woord; „Ik 'heb u
lief ge'had met een eeuwijge liefde. Daarom
'heb Ik u getrokken met goedertierenhejld."
De Heere ziet op Zijn volk met een oog
vol welgevallen. De Heere zag al wat
Hij gemaakt had en zie het was zeer goed.
De Heere zag met wielgevallen op het
bloed, dat aan de posten der deuren des
kinderen Israels gevonden werd.
De Heere ziet met welgevallen op 'het
volbrachte Middelaarswerk.
Zoo ziet de Heere met een oog van wel*
gevallen op dezulken, die in den weg der
ontdekkende genade geworden iijn een
arme en verslagene van geest, een, die
beeft VOO? Gods Woord.
De Heere ziet op Zijn volk met een
oog vol ontferming.
Geen vader sloeg met grooter mededoogen
op teeder kroost ooit Zijn ontfermend'
oogen
Dan Isrels Heer op ieder, die Hem vreest.
De Heere ziet op dezulken met een oog
vol trouw en zorg.
D'e Heere belooft: „Mijn oog zal op u
zijb." De Heere laat niet varen de werken
Zijner handen.
Zij* gij geworden een arme en versla*
gene van geest vanwege uw zonde, uw
scfhuld, uw vijandschap en afkeerigheid?
Hdat g'ij geleerd God te redhtvaardigen
en uzelvc te veroordeelen
Is het u in waarheïd om den Heere
Jezus te doen geworden?
Hebt gij 'hieraan geen kènnü, zoo mist
gij alles.
Weldra zullen wij allen moeten versc'hij*
nen voor Gods rechterstoel. Dan zuUen,
wij geoordeeld worden naar 's Heeren
Woord. Dan zult gij beven voor dat ^oord,
maar dan is het eeuwig te laat.
Hagar doolde eenmaal om in de woes*
tijn. Daar was een bron, miaar zij' zag die
niet. De Engel des Heeren moest haar
oogen openen, opdat zij die bron zou zi(eni.
De waarheid van onzen tekst is een
bron van levend waier voor den arme en
verslagene van geest.
De Heere vraagt u, ongetrooste: „Wat
wilt gij', dat ik u doen zal?" Zij' uw ant*
woord voor Zijn genadetroon: „Heere, dat
ik ziende mocht worden."
'Ook in dien nood 'geeft de Heere Zijln
belofte: „Nooit 'heb Ik tot het zaad van
Jacob gezegd: zoek mij tevergeefs."
„Pij God des aanziens! Heb ik ook 'hier
gezien naar Dien, die mij aanziet?" dat
wordt de taal des 'harten van elk, die dat
oog des ontfermens mag kennen.
Zoo vele beloften Gods als er zijn, die
zijn in Hem ja en zijn ijn Heim amie5<„-
Gode to.t heerlijkheid.
Alles verbleekt, alles ontzinkt, maar Gods
Woord blijft tot in eeuwigheid.
Wat zal dat een beven zijn voor 'het
Woord des Heeren: „Ga weg van Mij, gij
vervloekte!"
'Op dat laatste woord verwezen naar de
eeuwigheid.
Wat zal dat een beven zijb voor Gods
Woord: „Kom in, gij gezegende Mijns Va*
ders en beërf 'het Koninkrijk, dat u bereild
is van voor de grondleggipg der wereld!"
Op dat woord zullen die armen en versla*
genen van geest ingaan en erven de eeuwif»
ge zaligheid.
Ds. L,
De schotel wordt opgemaakt De
oude juffrouw wil niet kieizein
Het zwijgrecht van vetdachteni
Het is weer achter den rug. De strijld is
beslist. Er wordt nog wat nagepraat onder
de mienschen. De honderd leden der 2e
Kamer en de vijftig der Ie Kamer zijn gekb?
zen. Vreugde hier, leedwezen daar. De buit
ligt nu biji Dr. Colijn 'op tafel als wiijlen
de potvisch op het zand en de polijtiecke
heexien zijn reeds druk be:zig elk een flink
stuk van 'het beestje voor eigen partiji en in*
vloed te bemadhtigen. Het wordt nog drijns*
gen en duwen eer de schotel smakeüj'k is
opgemaakt en men hem aan H.M. de Kof»
ningin durft voor te stellen. Men zegt wël,
dat de N.S.B, de positie van Hare Majestöit
verzwakt en Haar naar den achtergrond
dringt, maar wat de andere politieke 'heeren
durven bestaan is ook niet mis, hoor! Als
die adviezen aan H.M. eens openbaar wer*
den gemaakt zouden wiji vreemd opzien.
Zij verdeelen eenvoudig de Ministerspostjes
onder elkaar en H.M. vertrouwende dat 'het
serieus werk is schenkt er Haar zegel
aan. Leve het Ant. Rev. Staatsrecht! In
1925 beval Col'ijb, zooals ik vroeger al eens
beschreef, een Ministerie aan en het werd
ook benoemd, terwijl hij wist dat het dil*
reet in het najaar zou duikelen. Als dat
geen politiek spel is, weet ik er nieits meer
van.
Thans onthult Prof. Visscher ons weer,
dat Marchant destijds wel Minister wilde
tt
It
tt
tl
ft
Men zie voor verdere uitslagen de binnenzijde van dit Blad.
worden, als Prof. van Poelje Referendaris
werd op een Minijsters salaris. Dat ging
ook door. De Kamerleden zeiden: vooruit
dan maar. En in het najaar gipgen ziji in de
Kamer breed discussieeren over... 'het groot
salaris van van Poelje alles met 'heel onp
noozele gezichten, of het hun zeer overval*
len-was. Marchant is Roomsch geworden en
afgetreden, maar van Poelje is gebleven.
Zeer gescliikt om het volk met afkeer voor
de tegenwoordige politiek te vervullen.
Indien de 'WaarnemeT een „fijne politieke
neus" had, zou hij hier nog wat opdooi;i*
gaan. Nu stapt hïj weer van dit onderwerip
voor langen tijd af.
Verleden week hebben zij briefjes rond
gebracht. Wie die tIj. zijn, blijVe in het midj*
den. Eén jongeman stelt zich met zijn strooii*
biljetten op bijl den uitgang van een kleine
Kerk, waar ook midden in de week vaak
dienst is. Ieder kerkganger kreeg een billet.
Maar hoor nu het relaas van den ijiverigen
colporteur, toen hij bij zijn makkers terug
gekomen is:
„Eén juffrouw wou geen blaadje. Ze
zei: „jongen, ik hoef geen briefje ik
heb al mij'n recht verloren." Hebben
jullie ooit zoo iets gehoord?
Nu, de aanvoerder van de club 'had zoo
iets wel meer vernomen. Als ze waarheid
sprak, dan is 'het een gelukkige juffrouw.
Als 'het licht van 's Heeren Geest in het
'hart opgaat, komt er niets dan schuld voor
den dag. Het levendig besef daarvan en van
het eeuwig oordeel, dat over de zonde gaat,
drukt den zondaar zoo neer, dat hij vrij
wel onbekwaam raakt voor al wat hem wel»
eer belang inboezemde of aan zijn zorgen
was toevertrouwd. Aan een schuldig volk
wil God de wonderen van Zijta genade groot
maken. Als wij nog vol met vermeende
rechten zijn, is er voor gena geen plaats. Zoo
trekt de Heere onder de mensc'hen een
scheidslijn de een bepleit het merkwaar*
dig bestaan, het recht op arbeid en recht
om te leven, de ander is geheel ontdaan
van rechten en roept: gena, o, God gena,
hoor mijn gebed.
Nu, zoo zal deze juffrouw onvatbaar ge*
weest zijn voor haar stemrecht. Laten wij
'haar maar niet bespotten. Want wij' bekom*
meren ons om vele dingen dikwijls goed
en nuttig - maar één ding is nopdig. Ge*
lukkig mensch wien de goede keuze onuit*
roeibaar in de ziel is gelegd!
De rechten van den mensch. Daar had
men 'het in de F^ansche revolutie druk over
en het recht van den mien)sch is In .de)
maatschappij blijven woelen. Men heeft zoo
men zegt, recht op arbeid, op brood, op
vermaak, op steun en wat al niet. Dat rec'ht
tot gelding make* kan alleen door het ge*
weid van de wet. Zulk een wet tracht men
dan ook in elkaar te zetten. Daarvoor is een
meerderheid noodig, dus sturen de revoluti*
onairen, als mannen „met socialen aanleg,"
daarop aan..
Een product van Sociale bevliieging, va,n
averechtscbe beveiliging van de rechten van
den mensch is het volgende. In 1926 is het
Wetboek vanStrafrecht herzien. Men nam
toen tweeërlei bepaling op. Allereerst dat
een verdachte van misdrijf bij zïj'n onder*
vraging vóór de terechtzitting niet verplicht
is antwoord te geven en ten tweede, dat 'hem,
telkenmale op dat „zwijgrecht" zal gewe*
zen worden. Men kreeg daardoor dus dezen
toestand, dat Politie, Officier of Rechter*
Commissaris een verhoor gaat afnemen en
dit aldus inleidt; „Ik moet U nu veiihooren
en zal U dus een en ander vragen, opdat
ik achter de waarheid kome. Vooraf moet ik
U er aan herinneren, dat U nijet verplichit
bent mij antwoord te geven."
Wat zegt de lezer er van? Is het niet
belachelijk? De dienaar van de Overheid,
die 'het kwade moet straffen en recht helpen
bestellen, deelt den aangehoudene mede^ dat
'hij aan dat onderzoek geen medewerking
behoeft te verkenen. In de Eerste Kamer
ging de S. Dem. prof. Mendels zoover da|t
'hij in den verdachte en den justijtie ambte*
naar twee partijen zag. Nota bene. Als dat
zoo is, dan moet de polite een inbreker,,
die betrapt wordt, ook b.v. 10 ra|nuten tijd
geven om weg te loopen!
Toch heeft dit artikel tot heden bestaan.
Vele verdadliten hebben, als zij' de mededee*
ling aanhoorden, den ondervrager hoogst
verwonderd gezien. Eén rechter*clommissaris
vond, dat hij telkenmale als hij het artikel
toepaste, op een idioot leek. Dat zwijlg*
recht is nu in de wet blijven staan, maar
de mededeelingspliicht is er uitgelicht. Dat
is al eenige verbetering. Maar ook dat zWij'g*
redht moet er nog uit. Er is niet de minste
reden een verdadhte bij de wet middelen van
tegenwerking toe te kennen.
Wij zien uit deze vluchtige opmerkingen
wel, 'hoe zonderling met het recht wordt
omgesprongen. Als het Woord des Heeren
niet ten lampe is, kan men iiiets teweeg*
brengen dan gedrochtelijke bepalingen, die
een bespotting zijn van alle rechtshandha=
ving.
Et valt nog 'heel wat te reformieeren!
WAARNEMER.
een biefke huiskleur, dat past niet
bij elkaar. AMILDA zonnebruincrême doet
Uw huiskleur 8poedig wijken.
Flacon 90 et. Tube 60 et. Doos 50 en 25 er.
l I. OP FLAKKEE.
De met groote spanning verbeide uitslag
der Kamerverkiezingen geeft ons als ge*
woonlijk aanleiding tot eenige korte beschou
wingen. We kunnen daarbij uitgaan van de
stand der afzonderlijke partijen en ook van
de ver'houdingen in de diverse gemeenten).
Beschouwen we eerst de uitslag vanuit het
oogpunt der partijien, dan kan het volgende
worden geconstateerd.
De S.D.A.P. ging aanmerkelijk vooruit en
klom tot 2200 stemmen. Ook de Communis*
ten, voor wie Wijnkoop nog was wezen
spreken in het Sportpark te Middelha.rnis,i
boekten winst en brachten het tot 186. Eki
roode invloed stij;gt dus op ons eiland nog
voortdurend, zoodat er krachtige actie noo*
dig zal zijn van de rechtsdhe partijen om
de arbeiders uit de greep van het Marxismie
te 'houden. i
De thans Zoo beroemde A.*R. partij
beroemd om haar leider Dr. Colijn heeft
'het verlies, dat zij in 1935 leed, niet geheel
kunnen ophalen, ondanks het feit, dat vele
niiet^A.R. CoËj'n stemden en ondanks de
geweldige propaganda, welke gevoerd werd.
Bij 4 jaar geleden verloor de A.*R. partij
ongeveer 600 stemmen, doch zij werd weer
met haar 4000 stemmen de grootste partij op
Flakkee. Daar de Gereformeerden 'hoogstens
1000 man in het vuur kunnen brengen,
moeten de andere 3000 van Hervormd Ge*
reformeerden en vrijzinnigen afkomstig zijn.
Het blijkt weer, dat nog steeds groote groe*
pen Hervormden, vooral in Sommelsdijk,
Dirksland, Goeree, Nieu,we en Oude Tonge
en Ooltgensplaat de A*R. partij blijVen steu*
nen, ook al is haar beginselvierwording en
machtspolitiek zoo klaar als de dag. Maar
ook 'hun opgen zullen opengaan!
De C.H. Unie verloor ruim 100 stemmen,
veroorzaakt door de verplaatsing van onge*
veer 100 stemmen te Melissant van de C.H.
naar de C.N.A. Deze partij heeft op Flak*
kee nimmer willen tieren en 'het laat zich!
aanzien, dat dit ook steeds minder wordt.
De ViSjheidsboUid ging een paar honderd
stemmen achteruit. Deze eertijds madhtig«
partij daalde tot een getal, nog veel kleij*
ner dan wat de voor het eerst optredende
C.N.A. haalde. Het liberalisme heeft geen
toekomst meer.
Merkwaardig is de groei van de Vrijk-
Dem'. partij, dije van 219 op 570 klom. Dte
intensieve propaganda dezer partij, welke on*
getwijfeld schatten verslonden heeft, alsmede
de naam van l^nister Oud zijn daar aan
ook niet vreemd.
De Staatk. Gesref. Par^j' ging achteruit met