CmWEEKEMADÖpGED.GR0nD&IA6 vöSEmEZUID-HOairiZEEUW^ EHAHDEn N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ „EILANDEN-NIEÜWS" EERSTE BLAD STICHTELIJKE OVERDENKING 9e Jaargang ZATERDAG 17 APRIL 1937 No. 829 Dit nummer bestaat uit 2 bladen> Uit het Kijkvenster Muziek De bakermat van President Roosevelt Tholen WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" 18e JAARGANG Blijdschap en Vermaan. VERBODEN TE R.OOKEN MENEER ZELFS RUPE TABAKI" r Advertentieprijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst» aanvragen en aanbiedingen van 16 regels 80 et.; Boek=>aan* kondiging 10 cent per regel Contracten belangrijk lager. UITGAVE VAN Gevestigd te Middelharnis Prins Hendrikstr. 122 C o Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17. Abonnementsprijs 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling. Verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderlijke nummers 5 cent Buitenland 8 gulden per jaar Dewelke, daar gekomen zlijnde, en de genade Gods ziende, werd verlïlijd, en vermaande hen allen, dat zij met ,een voornemen des harten 'bij den Heere zouden blijven. Handel. 11 23. O, wat groot gena vordert de bekeering eens zondaars. Wordt de schepping van he* mei en aarde in de HeiliJ;e Schrift genaamd een werk van Gods vinger, de b'ekeering eens zondaars 'n Werk van Zijnen arm. In de schepping aller dingen was geen tegen* stand. Hij sprak en het was er. Maar komt de Heere aan het hart eens zondaars, daar is alles tegen. Met vijandsdhap en ongeloof bezet, wil de zondaar van God niet we" ten. Wat groote genade moet dan ver# tieerlij'kt om den wederwilUge te trekken en hem te overreden; om de overbeelp» sdhende macht des on,geloofs en dervij* andschap neer te werpen eïi hem te doen, roepen: „Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?' En voeg hier dan nog blijv dat de Heere, Die «en heilig. Goid is, dez,e Zijh«i genade niet kan verheerlijken, tenzïj! Zijn heilig recht genoeg gedaan zïj.^Hiju kan zicihzelven niet verloochenen. De Heilige Geest zou nooit in de harten van arme zondaren woning kunnen maken, ware Christus niet gekomen om te lijden en te sterven Daarom de inwoning des Gees* tes rust op het Borgwirk Christi. Die genade zag Barnab'as. God had Zijne" gena groot gemaakt. Zij blonk uit naar buiten. Het ging te Antiochië; als te Jeruzalem. Een van hart en een van zin, door eenzelfden Geest geleid, wan* delde men in de liefde, Was het wondier dat Barna'bas veiljl'ijd was? Diat hijl zidh verlustigde in het werk Gods. De blijd»' schap van Gods volk is niet gelijk die van de wereld. Diie is in de zonde en tegen het werk Gods gekant. Maar zal dan ook ver=< dorren Maar de blij|dschap van Gods volk is in den Heere. Dat is eene gegronde, eene heiligende en wezenlijke blij^dSchaip, Hoe springt Gods volk op van vreugde, als de Heere Zijne gena vetfheerlijlkt in sxi' deren. Als Hij nieuwe uitspruitelingen verwekt. Genade is mededeelzaam, is zoo gunnend. Neen, het is geen vrucht van de genade Gods, als we aan het btedillen, gaan en uit de hoogte anderen oordeelen waarin de Heere Zijne gena heeft vers» heerlijkt. Hoeveel kwaad heeft het al veroorzaakt, dat de ééne van Gods kin* deren meer wilde zijn dan de andere. Hoe moest de Heere Jezus het in Zijne disci* pelen bestraffen. Moest niet Paulus kla* gen: „zij zoeken allen het hunne, niet het* geen van Christus Jezus is?" Barnabas verblijdde zich en vermaan* de hen allen, dat zij met een voornemen des harten bSji den Heere zouden blijven. Neen, die vermaning is rdet ongegrond. Vloeide ook niet uit wantrouwen, maar uit liefde. Het is het vermaan van Chris* tus: „blijft in Mij en Ik in U". Neen, dat wil niet zeggen, dat er een afval der hei* ligen is. Hij', Die het goede werk bfegint, zal het voleindigen. Maar er dreigen zoovele gevaren, waardoor het werk der genade schade lijdt. Waar God Zij^e gena ver* heerlijkt, wordt de ziel ingewikkeld in den geestelijken strijd. Velen zijn de vijanden, daaitlij' madhtig. Wie van Gods volk vifeet dat niet, die min of meer ge* oefend zijn in den weg der gena. Wat doet alleen staande blijven. Wat doet opwassen m de gena en kennis van Chri;stus? Is het niet waartoe Barnab^as als een getrouw- dienstknecht vermaant? Hoeveel gevaren dreigen Hoe zouden we kunnen spreken van Satans verzoekingen, van de verlei* dingen der wereld en wat nog het ergste is, ons bedriegelijk hart. Wie zou de afdwalingen verstaan Bij den Heere te blijven, een bestendige en blijvende gemeenschap gelijk een rank in den wijnstok blij'ft. Laten wij' het kort mogen zeggen: dat gedurig verkeeren .in afhankelijkheid van in onderworpenhei,d aan, en vertrouwen oip den Heere met een volkomen hart. Een zich gedurig overge* ven en toevertrouwen aan Zijne leicüngi. Acih, Werd het eens meer beoefend. Hoe droevig, die van de genade Gods vreemd blijft Wien alles zal ontvallen als de eeuwigjheid zich opent. Ach, zondaar modht ge nog leeren buigen voor God. Dat dit getuigenis zijn kradht mocht doen op de harten van Gods volk. Neen, dit vermaan is nog niet over'bbdig gew'or* den. Werd het meer betracht, de breuke Sions ware Spoediger geheeld. Mocht de Heere Zijnen Geest nog uitstorten. Straks is geen vermaan meer noodig. Daar zal geen vijand meer kwellen; geen verwijl* dering meer zijn, maar eeuwige storelooze vreugde en blijdschap in God; DSjBI, CRISIS BIJ DE SOCIALISTEN. De socialisten verkeeren in een crisis*toe* stand Al gedurende vele jaren. De socialisten brokkelen af. Aan de eene zijde komt het tascisme aan zijn vesitei knagen en doet het socialisme in een storten, zooals in Duitscihland en Italië. Aan de an* 'dèïè zïjde dringt het cóHimunisme op en vernietigt het socialisme. Dat ziet ge in Rusland en Frankrijk, ja overal waar het socialisme wortel schoot. Ook in ons land. De communisten staan gereed om de socia»» listen te vervangen. Zoo staat het met de positie van de socialisten. Over het algemeen vertoioni het socialisme het beeld van de hulpeloosheid. Oorzaak daarvan is dat hun wetensdhalpte peMjk fundament is wegigeslagen* Wat Marx, de vader van het socialisme leerde blijkt onhoudbaar; blijkt een mis<» rekening te zijn. En nu ziet men bij de socialisten tweeërlei gebeuren. Een gedqelte van hen klemt zich vast aan de stellingen van Marx, inzonderheid de klassestrijd en het internationalisme. Een ander deel heeft die beginselen al lang als ballast /over Woord gezet. Het naburige België toont daarvan een duidelijk beeld, uitkomende in twee vooraanstaande socialisten. Daar heb je Van der Velde, zeker altijd nog de voornaamste leider. Hij schrijft: „Ik ben boven alles Marxist Hij die van het Marxisme afziet, die den klassestrijd niet meer aanvaardt, en de beginselen van het internatioriahsme verloochent, is geen lid meer va i de socialistische pai'i;ij(, Diaar staat tegenover Spaak, ook een bekena socialist, vroeger zeer links staande. Die verklaart o.m. Voor de klassestrijd, is in de sociale ontwikkeling geen [plaats meer. Van de revolutionaire algemeene werkstaking wil SipaaU ook niet meer weten. Voor het geluk van eeii volk zijn noodig: orde, gezag en verantwoordelijkheid, volgens de heer Spaak. Dat alleen oeconomisdhe faütoren het leven zouden beheerscheR is volgens hem onjuist. Ook geestelijke factoren oefenen groote in* vloed uit, zoo leert Spaak. Dat blijft over van het socialisme, tweespalt en verdeeld* heid. Daarin openbaart ziCh de crisis van het socialisme. Dat kan ook niet anders< Het socialisme heeft geleefd van de mis* standen Als het op de opbouw aankomt, dan blijken de Marxistische stellingen on* ''bruikbaar De groote istaid met 600.000 inwio: ners De rooide invloed op den jplattelanider Annexatie van ge» meenten Het lot van Fern's Suze en Jan Onrust oipi fcomst Onder de honderden feiten en voorvallen die 1de laatste weken de algemeene aan* dacht vroegen behoort ook dit, dat de groote stad Rotterdam 600.000 inwoners telt. De bevolkingstoename was de laatste jaren minder dan gewoonlijk. In goede tijden modht men rekenen op 10.000 stedelingen méér iper jaar. Dat cijfer werd niet meer bereikt. Maar ziet, door de annexatie van Bernis, Hoogvliet en een gedeelte van Poor* tugaal is men spoedig tot 600.000 zielen geraakt en de zeshondeudduizendste, een pas geboren jongske heeft van het Gemeen* teb'estuur een Spaarbankboekje mat f250. en van vele zakenlieden allerlei gesdhenken gekregen. Gelijk w'ij reeds meermalen opmerkten, heeft de groote stad haar bezwaren; dit is echter geen reden om met bijizondere mid* delen dien groei tegen te gaan. Trouwens, de Gemeentebesturen zien de bevolkingstoe* name maar al te gaarne. Is een college van B. en W. rood geteint, dan ziet het in de samenvoeging van gemeenten een heerlijk ideaal. In de groote menscihenmassa immers gaat de eenvoudige. Christelijk opgevoede bbitenman geheel schuil, ja hij ondergaat den invloed van de in de groote steden zoo op den voorgrond tredende socialistische levensbeschouwing. Zoo wordt menig jplat* telandarbeider, in de stad gekomen door vestiging of door annexatie van zijn dorp meegevoerd in den" stroom van roode vak* bonden. De betrekkelijk hooge loonen oêfe* nen hier ook grooten invloed uit en de olpvoeding welke de man in kwestie ont* vangen heeft, sipreekt ook een woordje mede Is het met die opvoeding maar zoo, zoo geweest; dan overheersdht al sipoedig het materieele, het stoffelijke. Onkunde om* trent oorsprong, b'eginsel en doel der mar* xistisdhe bonden doen er dan het slot aan toe. Vandaar, dat samenvoeging van ge* meenten en het verstevigen van de „arbei* derbteweging" voor de rooikens hand in hand gaan. f Nu is die vergrooting eener gemeente dikwijls noodig en dan mag men haar niet beletten. Toen Rotterdam b.v. in Pernis ha* vens deed aanleggen en zelfs Iplannen had er nóg grootere te graven, maakte het kleine Pernis bezwaar om de kosten van bewaking van die havens en gebouwen te dragen.J Teredht. Dat was voor zulk een dorp niet aan te betalen. Zoo .was de anexatie een natuurlijk gevolg van den drang tot verdere uitbïeiding van ^^tterdam. Ja', Rotterdami had groote iplannen. De ingetreden crisis heeft al veel daarvan naar den achtergrond gedrongen. Maar in de roode en andere vooruitstrevende hoofdjes was het voornemen gerijpt het geheele dorp Pfrnis af te breken en het grondgebied van Pernis tot één groote ipetroleumhaven te maken! Het is niet onmogelijk dat het er nóg toe komt, maar voorloolpig is dat plan van de baan. Jan ter Laan en Arie en Suze en hoe zij verders genaamd mogen, zijn, voelden zich gestreeld door de gedachte, dat straks heel zoo'n negorij tot één groote plas zou zijn gemaakt! De Pernissers konden veel beter eldeij wonen, meenden zij. En, stedelingen geworden, zouden z!j in de Voorrechten der stad deelen: hooger loon, complete sociale gemeentelijke zorg; hooger btlasting vanzelf is dat-een aanhangsel bij Werkloosheid redht op beteren steun dan Pernis ooit had gedroomd, enz. Ziedaar wat aan die plattelandsbewoners in uitzidht zicht werd gesteld. Want, hoe kan een mensch nu gelukkig zijh blij een weekloon van 12 of 15 gulden? En dan, van armoe klomipen aan! Wie draagt er nu klompen? Volgens Marx hangt iemands geestelijke welstand af van zijn stoffeEjke welvaart. Blijkt het nu, dat ondanks hooge loonen en sociale zorgen de menschen van pure ontevredenheid en landerigheid nóg niet te regeeren zïjn, wel* nu, dan mqet aan de verlangens maar verder voldaan worden. Zoo draait men in een noodlottigen cirkel rond, omdat het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid niet in de eerste plaats gezodht en gevon* den werden. Geloof In Gods voorzienigheid brengt mede dankbaarheid en tevredenheid. Dat zijn echter klanken die in de imodermie' vakbeweging en in de S.D.A.P. niet verstaan worden. En nu is de Overheid een madhtige steun om de sociaUstisdhe droomen te ver* vullen. Van met dwang afgeperst belasting* geld b.v. bouwt men dan groote, onverkoo'p* bare blokken Woningen zonder alcoof voor den arbeider. Dat er een ipaar ton per blok per jaar wordt toegelegd, hindert niet. De Gemeente is geen huisjesmelkiei, die de huur* ders uitbui*^. Wel knijpt de Gemeente den huisbaas uit als een citroen, om hem dan, met zijn eigen belastinggeld te beConcuree* ren Ja, voor huisvesting heb ik Suze in haar beste jaren men|igmaal hooren pleiten, en ook hoorde ik haar sissen en blazen als een booze poes, wanneer haar roode idealen werden becretiseerd. Daar voegde Jan ter Laan dan een oor^beleedi* gend gebrom aan toe dat de grootste trek* hond hem beniijüde. Mag een mensch zich dan niet gelukkig prijzien als hij' na zulk een concert weer tot zijn eigen stulpje mag in* keereti om rust te vinden en nieuwe kradh» ten voor een volgende bijeenkomst? Het leven van de „meneer van de krant" is heusch 'niet be'nijdenswaard.' Maar laat mij niet klagen. Elk vak heeft z'ijn schaduw* kanten. De laatste ^veken gaat het nog al. 't Is tarrelijk rustig om mij heen. Tot mijn eigen veAazing! Want er zijn tijden, dat de Waarnemei geen woord op pa'pier kan zetten of er breekt een storm boven zijn hoofd los. En dan de lachende derden! Wat een deege! „Heb die daar ef&ntjes voor zijn broek gekrege?". Maar de Waarnemer is grootmoedig; hij Spaart velen. En de Kijk* vensterrubriek wordt niet met booze be* doelingen in elkander gezet. Voor zoover wij in ons modern, ge* haast leven nog van rust mogen sipreken, zaï die spoedig worden verstoord. De ver* kiezingen zijn op komst. Met den dag sSijgt nu de warmte, die door de vele wrijvingen ontstaat. Gij meent, dat het U niet bijzondei interesseert, maar hoe nader de stemdag komt hoe meer g^ij! er over denkt, dat 't toch moeilijk is, geen partij te kiezen Van 't eene woord komt het andere; ook de tegenpartij laat zich niét onbetuigd. Hoe aangenaam als zonen van 't zelfde huis ook in dezen als broeders mogen samenwonen en 't liefdevuur niet wordt gedoofd. Helaas, de verwacihtiiigen zijin niet hoog gespanj* nen. Efraim en Juda trekken op elkaar los; en dat moet nog Vijï weken zoo door gaan! In stede van elkander ook in het minste te verdragen, schijnen zij' elkander zoo min mogelijk te verdragen. t Beginsel 'is 'waard, dat er voor gestre* den worde. Geen halfheid hier, geen on* zeker geluid. Maar het zij een waardige strijd. Moge al wat persoonlijk is uit den kamp der geesten geweerd Mij'ven. Wij leven in een tijd der ontbinding en versdheuring. Van toenadering hoort ge niet, wei van scheidingen tot in het- oneindige. Wij praten er wel over, maar wij verbeteren ons niet. Zoude het soms komen daardoor, dat ons klagen over Jo* zef's verbreking niet een levende klacht is? WAARNEMER DE PSALMEN. XI. De nieuwe berijiming komt tot stand. Van vele zijden werd dus aangedrongen olp een nieuwe officieele berijming. Dei invloed van Datheen, eerst als algemeen erkend, begon te minderen, al staat het vast dat zijn bferijming ook nog tijdens de 18de eeuw een Goddelijke oorsiprong werd toegekend, vandaar dat zooals uit hef vervolg ook zal blijken, het invoenen van een andere berijming niet btipaald op rol* letjes is verlooipen. Geschriften verschenen en werden met de tijd schenper van taal. Juvenalis GlauCcomastix is de sdhrijiver van: „Datheeninana of ophelderingen en aanmer* kingen over de vermaarde Psalmberijmingen van Petrus Dathenus; uit oude en geloof* waardige gedenkstukken, echte handsohrif* ten en onderscheidene leeringen der 'be* roemste geleerden verzamelt" (1758). Hef* figer is de ütel van een pennenvrucht welke Andreas Andriessen in 1764 in het licht gaf; Aanmerkingen op de Psalmberijmingen var Petrus Dathenus; in welke uit het algemeen gebrek van taal* en dichtkunde, onhebbelijke wantaal van psalm tot psalm voorkomende en ongelijkvormigheid aan den tekst. Ver* schenen bij Pieker Gillissen, Jeroen van der Sande en Adriaan de Vin te Middelbiurg. Werkelijk, de toestand waarin het psalm* gezang verkeerde, was onhoudbaar te noe* men. In een artikel over de ■Wijze, waarop men zong en het gebruik van het orgel tij* dens den eeredienst zal hierop nader in* gegaan worden. Doch het was niet alleen de schuld van Datheen's psalmen, maar in even groote mate die der organisten, voorzangers en ge* meente'eden. Ontegenzeggelijk voelt men de gewrongenheid tusschen tekst en melodie, een euvel wat tot op zekere hoogte ook thans nog aanwezig is. Op Statenverzoek kwamen op 12 Januari 1773 op het Mauritshuis 9 predikanten bij* een om een nieuwe psalmb^undel samen te stellen. Met biuifengewone toewiijiding |n ijver hebben deze heeren zich van hun 'Olpdradht gekweten. Na 121 zittingen waren iij met deze arbeid gereed en toen was het 19 Juli 1773. Op 30 September verscheen de eerjte druk en op 1 Jan. 1775 was diJ bWjming bijna algemeen in gebruik geno* men. Op welke wijze de literaire verande* ringen zijn tot stand gekomen, welke bron* nen aan de hervormers ten dienste stonden, hierover zoo dadelijk. i De invoering van de nieuwe berijming had niet overal een vlot verlooip en is zelfs oorzaak tot ernstige onregelmatigheden. Igieworden te Vlaardingen en Maassluis, iets Wat men van het HoUandsdhe temperament niet zou verWadhten. Een in 1775 te Dord*( recht verschenen geschrift „Brieven van een vriend aan zijn vriend. Wegens het berugte» voorgevallene in het psalmgezang der Geret!, NIEMEIJERs STERTABAK VAN 5T0T15 G. R HALF OW Gemeente te Vlaardingen" geeft hierovelr een uitvoerig relaas. Laat ons nu nagaan op welke manier de cVolmmissie tot de resultaten gekomen isi welke hebben geleid 'tot het totstandkomen! van „Het Boek der Psalmen benevens eeniga gelzangen door last van de Hoog Mog. Heö* ren Staten Generaal der Vereenigde NedierJ landen, uit drie berijimingen, in het jaafl ,1773 gekozen met de noodige daarin ge*, maakte veranderingen. In het jaar 1762 heeft de classis Walche>^ ren een voorstel gedaan om de Datheensche blqt|ijiming te vervangen door een weikei o^ffictieel zou, worden samengesteld. De motie werd begeleid door een raad* geving welke later ter harte is genomen: n.il om uit de berijming van Joh. Eusebius Voet van Hendrik Ghijsen en v.h. genootschap. Laus Deo, Salus popiulo, een literaire keu* ze te maken, zoonoodig daarin aangebiradht eenige wijzigingen naar het inzicht van du, ,yc|ommissarissen tot de verbeteringen deö .Rijtópsalmen". l F. A. BERNARD!. Alsof de inspectietocht van enkele jaren her naar het stadje Tholen, om de graven in oogenschouw te nemen van de voorzatejn van de familie „Roosevelit", de presidenten' der Vereenigde Staten in Noo4d*Ame,riJsa< de speurzin heeft gaande gemaakt naar den oorsprong dier voorvaderlijke Hollanders, wordt thans op een vrij' opvallende wijze Oud Vossemeer aangewezen als de bakermat van dien belangrijken Stam in de Nieuwe Wereld. Nu wagen we ons geenszins aan de be* twisting van dit primeurschap, omdat dit wellicht zou kunnen worden uitgelegd aïs niet vrij te zijn van chauvinisme, doCh laten eenvoudig de geschiedenis spreken. In oeroude tijden, in de helft der 16e eeuw, toen het eiland Tiholen althans voor zoover men 't dit althans kon noemen uit verscheidene eilandjes bestonld en doorsneden werd van even zoovele grootie wateren als 't thans nog wordt aangetroffeiv met tal van waterleidingen tot afvoer van het overtollige polderwater der landerijen, bevond zich in den omtrek van het Striën, tusschen Poortvliet, waaronder het nu res* sorteert, en Tholen, een soort van reede in verbinding met de Oosterschelde, waar vaak vele schepen ankerden. Nu W3S reede in de volksspraak synoniem met „roode", len we vinden dat treffend te* rug in den naam van den polder „Rooland" onder Tholen, die nog beter bekend is on* der de benaming van het Roioiland"< en hoewel meer binnenwaarts gelegen, op bescheidener sdhaal ook een ankerpjaats voor binnenvaartuigen bood. Alhoewel deze aanduiding niet op de roode kleur ^kon viiijzen, is de natuur daarbij als 't ware te hulp gekomen door 'het welig doen tieren van de wilde klaproos op de gronden vóót de Striënsche reede, dat aan 'het geheel het aanzien van een rood of rose veld gaf. Toen daar ver in de tweede helft van de 16e eeuw een belending op dien grond ge* sticht werd, kreeg de bewonef, door den volksmond vereenzelvigd met de-plaats der. vestiging, de zeer begrijpelijke bijnaam „Op 't Roosevelt". Dat was Cornells Joris op 't Roosevelt. De bakermat van de „Roosevelt's", ligt dus op de meest aannemelijke wijze op dat hoefje tusschen Striën en Tholen. Deze Comelis Joris op 't Roosevelt wordt onder dien naam in de geschiedblajderen in 1575 reeds genoemd als voogd over de wees*

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1937 | | pagina 1