CHnWEEKBLADopGED.GQ0nDSlA6vöÖRDlZUID-H0Ü:Êr;ZEEUW3CHEEIU^
STICHTELIJKE
OVERDENKING
De Chr. Nationale Actie
Prof. Dr. H. Visscher
STER TABAK
PUZZLE
9e Jaarflan^
ZATERDAG 23 JANUARI 1937
No. 806
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
EERSTE BLAD
zal met een eigen lijst uitkomen.
Uit het Kijkvenster
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN"
18e JAARGANG
aanvragen en-ainbledingen van 1-6 regels 80 et; Boek-aan- N,V. Uit^eVerSmaatSChappij „Eilanden-aiCUWS
Van achter de schaapskooi
geroepen.
Lijs|;aanvoerder.
Naar wij vernemen, heeft de Com
missie van de Chr. Nationale Actie
besloten, dat met de aanstaande
Kamerverkiezingen met een EIGEN
lijst uitgekomen zal worden.
PROF. DR. H. VISSCHER, gewe
zen A.R. Kamerlid, heeft zich be
reid verklaard als ^lijstaanvoerder
op te treden. De Voorbereidingen
voor het opmaken der groslijst en
der definitieve candidatenl^'st,' zijn
begonnen.
IEDERE GOEDE OPLOSSER
OhfIVANGT EEN PRIJS/
WAARONDER f. 50 GO
AAN QELDPRIJIEN
4-
Voornaamste inhoud
niEuws
tt
Advertentie-prii» 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst-1 -. UITGAVK VAN
kondiging 10 c«nt per regel Contracten belangrijk lager I Gevestigd te Middelharnis - Prins Hendri^str. 122 C. Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17
Abonnements-priis 85 cent per 3 maandtn bij vooruitbetaling.
Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar
(SLOT).
Toen zeide de Heere tot SamuelHoe.»
lang draagt gij leed om Saul, dien Ik
toch verworpen heb, dat hij geen koo
ning zij over Israël? Vul uwen hoorn
met olie en ga heen. Ik zal u zenden
tot Isaï, den Bethlehemiet, want ik heb
Mij eenen koning onder zijne zonen ult»^
gezien. 1 Sam. 16 1.
Wie zou het vermoed hebben, dat die
kleinste uit Jesses tent een smarteweg
moet gaan van omstreeks dertien jaren,
eer hij den troon van Israël zal beklimmen
in Sauls plaats.
Welk een dag in Jesses tent als Samuël,
de vergrijsde dienaar des Heeren zich daar
bevindt om het bevel des Heeren te vol»'
brengen. Met welk een welgevallen rust
zijn oog op Eliab. Diens sdhoone gestalte
en uitwendige voortreffelijkheid trekken
hem aan. Maar uitwendige gaven z!ijln geen
bewijs van genade. De mensch ziet aan
wat voor oogen is, maar de Heere ziet het
harte aan. De Heere heeft geen lust in de
sterkte des paards, nocih aan de beenen
des mans. De arme met een godvreezend
hart, is meer, dan de goddelooze in zdj>»
nen voorspoed. Neen, het zijb niet vele vAy
zen of edelen en machtigen. De Heere ver»
kiest het zwakke en het geringe. Hoe dik*
wïjls 'is idat gebleken. Dat is het vrije van
Gods welbehagen, de roem Zijner gena,
omi het wSj'ze en het sterke dezer wereld te
beschamen.
Als mistroostig vraagt Samuël, Waar niet
één der aanwezige zonen de verkorene des
Heeren is: „zijn dit al de jongelingen?" En
dan antwoordt Isaï: „de kleinste is nog
overig en zie, hij weidt de schapen". De
kleinste, de jongste, wiens naam betee'
kent: de beminde. Dat was hij', de bemin»
de des Heeren; op wien des Heeren gunst
rustte; op wien het Goddelijk liefdehart
gezet was. Neen, niet beter noch waardiger
was hij; dan zijne broeders. Waarom' heeft
God 2Sjn Volk lief? Todh nooit om waar»
digheid ot verdienste. O neen. Wat zou er
in hen kunnen zijii? Hij heeft de Zij'nen
vrijwillig lief. Alzoo was het ook met Da»
vid, de kleinste van Jesses tent. Hij moge
zelfs in de tent zïjns vaders en bSj zijne
broeders geen ruime plaats hebben, hij is
bij God uitverkoren en dierbaar. Van adh»
ter de schapen moet hij geroepen en tot
eenen voorganger gezalfd worden van het
huis Israels; voorwerp van Gods gunst,
van Diens liefde en gena, met welken
's Heeren 'hand vast blijven zal en Zijn
arm hem versterken. Welk een oogenblik
in Jesses tent, als Samuël den oliehoorn
opheft en hem uitgiet over het hoofd van
David, den kleinste, in wiens hart des
Heeren vreeze was. Gaf de Heere Saul een
ander hart, dat is, gaf Hij hem gaven om
te regeeren, David ontving meer. Over hem
werd de Geest des Heeren vaardig van
dien dag af en voortaan. Die leidde hem',
bestuurde en onderwees hem in het ver»
borgene en had voor hem reeds uitgestip'
peld eenen weg van dertienjarige loute»
ring, door de diepte tot den troon, dool
vernedering tot verhooging. Dit is Gods
weg, Zajn verborgen welbehagen. En todh,
wat veilige weg. David zingt er straks
van, Ps. 27:
Want, schoon ik zelfs van vader en van
moeder
Verlaten ben, de Heer' is goed en groot;
Hij is en blijft mijn Vader en Behoeder.
Leer iwij, o God, Uw weg in allen nood.
Van achter de sdhapen geroepen, hij de
verkorene, uit wiens lendenen zou voort»
komen, Die in eeuwigheid op zijnen troon
zou zitten; die Herder Israels, Die Jozef
als schapen weidt. Die gezalfd is met
vreugdeo!is boven 2ïïjne medegenooten, de
Verkorene des Vaders, met Wien in den
vollen zin des woords Gods hand vast bffij»
ven zal; ook zal Hem Zijn arm versterken.
Dien heeft de Vader gegeven in Zïjhe
liefde. Als een rijSje is Hij voortgekomen
straks uit den afgehouwen tronk van Isaï,
arm' geworden, daar Hij rijk was, veracht
en de onwaardigste onder de menschen.
Het is door Hem en om Hem, dat David
van achter de schapen is geroepen, want
het koningscbap van David geldt Christus,
Davids Zoon. Die zal koning zty'n en in
eeuwigheid regeeren. David ,is niet mesr.
Van achter de schapen geroepen, gaat hij
straks den weg van alle vleesch. Maar
zijn troon blijft oinbtwegelijk staan in en
door Christus, Want al wat de Heere tot
Diavid gesproken heefr, heeft in Christus
Zijne eenige en volkomene vervulling.
Gods goederisrenheid zal in Hem eeuwig»
Mj'k gebouwd worden en al Zijne schapen
tot in eeuwigheid in die goedertierenheid
Gods des Vaders ii Christus Jezus deelen.
Welk een geluk. Weik eene vastheid der
zaligheid heeft de Vader gelegd in
Christus. Die is des Vaders Verkorene, de
Verordineerde en Gezalfde voor al Zijn
volk. Die heeft betaald en alles volbracht.
Gerechtigheid en gericht zijii de vastig»
heden Zijns troons.
Dit is en bKjve de .^genoegzame sterkte
en tTOost voor al Gods volk, de schapen
Zijner weide. Hoe droef, die vervreemd
bljVen van Hem. Die_ de wegen Sauls be»
wandelen en daarin volharden. O zondaar,
zie toe. Bedenk wat tot uwen vrede is die»
nende.
Welk' een troost voor al Gods kinderen.
Davids zoon. Die ook is Davids Heere, jiie
is 'de van den Vader Zelf verkorene en
gegevene. Die heeft het alles volbracht.
Zoeke Hem te kennen, als de Gegevene,
de Gegevene voor u. Uit een gegeven Jezus
vloeie alle heil. Uit een gesdhonk'en zalig»
heid en toegepast heil kan, maar ook zal
Sion leven.
Ds. B.
ZEDELIJK VERVAL-
Toenememde verwoesting van de
zedelijke volkskracht; door de
Nieuw Maltbusiaansche Bond.
De zorg voor de zedelijke volkskracht is
voor een land van zeer groote beteekenis.
De waarde van die zorg kan niet licht on»
derschat worden. Indien de zeden verwor»
den zijn, dan is de bijl gelegd aan de wortel
van het volksbestaan. Dan gaat zoo'n volk
ten onder, of leidt het een kwijnend be»
staan.
Steeds weer zijn er zwarte machten die
knagen aan de zedelijke volkskracht der
volken. Ook in ons land.
Een van die verderfelijke machten die
knaagt aan onze zedelijke volkskracht, is
de Nieuw»Malthusiaansdhe Bond.
Die haar propaganda van ^eboortebeper»
king met den aankleve van dien, ook tot
op onze eilanden voert. Deze Nieuw»MaU
thusiaansohe Bond bestaat reeds 25 jaar en
een kwart eeuw is ze dus reeds bezig de
zedelijke volkskracht van ons volk te on»
'dermijnen.
Vooral in de laatste jaren heeft die,
bond groote uitbreiding verkregen. Van
1931—1936 steeg het ledenaantal van 20.000
tot 50.000. Veelzeggende cijfers, die ons ter
waarschuwing zijn en die ons openbaren,
hoezeer aan de zedelijke volkskracht van
ons volk wordt geknaagd.
In de eerste tientallen jaren richtte de
Bond zich met 'haar propaganda haast zon»
der uitzondering tot de beter gesitueerden
en onder de wetenschappeHjfcen in 'het maat»
schappeÜj'ke leven. Volkomen begrijpelijk,
dat waren de tijden van het dorre materia»
lisme. Alles verzinkt in het niet, zoo heertte
het, sledhts de stoffelijke wereld had bestaan
van geestelijke waarden, zoo zei men.
Diat grove materialisme, ijVerigdoor de
socialisten gepredikt, was tevens een felle
propaganda voor het ongeloof.
En velen die zich gaarne onder het intelf
lect, onder de wetenschap schaarden, waren
aanhangers van dat grove materialisme.
Stond besdhaafd om slechts te gelooven aan
de stoffelijke wereld..'
Juist die kringen waren als vanzelf rijp
voor het Malthusianisme. Het oude „Laat
ons eten en drinken, want morgen sterven wijf'
vond bij hen toepassing. Een zich geheel
uitleven naar het vleesoh was het ideaal. En
daarbij kwam het Malthusianisme hen van
pas. Dat stelde hen in staat omi in 'hun mate»
riaHstischen eigenwaan te leven in botviei»
ring van hun 'hartstochten.
Slechts het opgeriblikkelijke der genieting
was 'het puilt 'der begeerteiW
Het hebben -yan een nageslacht, aan wie
men groote geestelijke goederen kon na»
laten, paste niet in hun materialistisdhel
denkwijze en door hen werd de bodem toe»
bereid voor de groote vlucht van het Nieuw
Malthusianisme in onzen tijd.
Zedelijk verval'.
Uitbreiding van, hei; nieo<malthusianisme.
De uitbreiding van den Nieuw»Malthusi»
aansdhe Bond houdt nauw verband met
'de uitbreiding van ongeloof en atheïsme.
Ongeloof is de wortel van het streven
van Malthus en de zijnen. Ongeloof in de
Voorzienigheid Gods en in de Almacht
Gods. De volkeren breidden zich uit. Een
zekere angst maakte zich van die mannen'
van het ongeloof m'eester, dat de tijld zou,
komen, dat de aarde niet genoeg voedsel
zou bieden voor de grootere bevolking.
Een dwaasheid genoegzaam in de laatste
jaren van' vernietiging van vruchten op
groote schaal weerlegd. Vrees voor hon»
gersnood in komende eeuwen deed zoeken
naar middelen tot geboortebeperking. Het
voor 'de 'hand liggende middel van zelf»
zucht en onthoudi'ng greep men niet aan,
daarvoor is karakter en flinkheid van geest
noodig en daarover beschikten die mannen.
des ongeloofs niet. Veeleer moest gëboor»
tebeperking vergezeld gaan van een zich
vrijier viitleven naar 'het wellustige vleesch.
En daarom' werd gezocht naar een middel
omi niettegenstaande men aan de ongebtei»
delde 'hartstochten den vollen teugel kon
vieren, toch kon geraken tot verminderde
geboorten. Het middel werd gevonden. En
propaganda kon er voor worden gemaakt.
De bodem was er goed voor toebereid.
Rationalisme, materialisme en atheïsme had
den 'het hunne gedaan om het Malthusia»
nisme ruimen ingang te doen vinden. Oor»
sproi;kelijk onder de 'hoogere standen maar
later en vooral ook tegenwoordig onder het
gewone volk. De meerdere verbreiding van
het neo»malthusianisme valt samen met de
rechtstreeksche propaganda tegen den gods»
dienst, tegen het geloof en tegen de goede
zeaen waarvan zoo menjg boek en blad,
ja zelrs de radio»uitzending dienstbaar aan
werd gemaakt. Uit deze djfcrs ziet men
'het groote gevaar dat ons volk 'bedreigt.
En de Overheid weert het kwaad niet
Alleen al het welbegrepen belang van een
zedelijke volkskracht moest de Overheid
no'pen het kwaad te keeren.
Maar nog grooter oorzaak is gelegen
in het feit, dat al deze booze dingen ingaan
onaire vrijheid is haar leidmotief en dit
komt hierop neer, dat elk beginsel, hoe
boos en verkeerd ook, haar bfcsdherming
geniet. -
De wassenheeldengaleriji. Cineac,
zomder nieuws. De Telex van het
ferantcnbureau. Bekommeringen van
al den arbeid.
Een drietal dingen houden den Waarne»
mer bezig. Ofschoon rustig aan het Kijk»
venster gezeten, volbrengen de gedachten
hun rusteloozen loop. Vergelijking van het
verleden met het heden, voert nieuwe ge»
dachten aan. Hetgeen ditmaal onderwerp
van beschouwing moet zijii, wordt met een
drietal uitheemsche namen aangeduid, n.l.
Panopticum, Cineac en Telex.
Panopticum is de naam van een wassen»
beeldengaleriji. Cineac is de aanduiding van
een inrichting, nieuwsberichtenzaal wJ zijn,
terwijl Telex de naam is van een „verre»
schrijver", zijnde een onlangs uitgevondein
toestelj 'dat bij de kranten in gebruik is en
'dient om „in de verte" te schrijven, dus,
daar kom.t 'het op neer, nieuwsberichten bij'
elkander op 'het bureau neer te schrijiven,
ofsdhoon de schrijver van het bericht uren
sporens van 'het beschreven papier verwijk
derd is.
Het Panopticum ondersöheidt zich wel
zeer veel van beide andere vindingen van
'den menschelijiken geest. Het 'beelden in
was maken is niet een uitvinding maar een
kunst. Deze kunst heeft uiteraard niet met
de motorische krachten van onze hedendaag»
sdhe berichtgeving te do'en. Ze is, eerlijk
gezegd, wat ouderwetsdh, ja, zelfs heelemaal
uit den tijd geraakt. Amsterdam had tot
voor een tiental jaren haar Panopticum;,
waar ge allerlei vorsten en andere beroemde
personen, in was nagebootst, kondt bewon»
deren. Bekwame vakmensdhen wisten de ge»
laatstrekken en gelaatskleur van den voor»
gestelden persoon uitnemend na te maken,
zoo zelts, dat ge bijl een vludhtigen blik
soms meende met een levend mensdh te
doen te hebben. Als ge dat Panopticum be»
trad, wadhtten er U allerlei vergissirigen.
Gijl wilt immers de wassenbbelden zien?
Jammer, dat er nu net een meneer voor
U staat, die langdurig in zij^ 'handleiding
zoekt. Dus komt het er al gauw van hem
te vragen: mijnheer, mag ik even voorbij?
Maar er komt geen antwoord, want deze
bezoeker is zelf een wassen beeld.
De waswerker zoowel als zij! die de bbel»
'den hadden aangekleed, hadden eer van hun
werk. Daar, in 't hartje van die drukke stad
Amsterdam was het Panopticum gevestigd;
hoe is het mogelijk, denkt de 'hezoieker,
dat bij den ingang onder een trapje, eenige
kleine kinderen rustig met een berg zand
spelen? Daar vraagt ge naar, maar ge krijgt
een ontwijkend antwoord. En het blijkt U
later, dat men U al vóór ge binnen waart,
'de wassenbeelden heeft vertoond, want die
kindertjes zijn sledhts groote waspoppen.
Hun 'houding echter is zóó natuurlijk, dat
vrijwel elke nieuwe bezoeker zich er in
vergist. Van het vele dat er te zien was,
vermeld ik nu alleen nog de weergave met
wassen poppen van een diefstal» en dood»
slagvoorval in een café in Noordbrabant,
waar ge in aparte vertrekjes telkens de»
zelfde gelagkamer aanschouwt, waar een en
dezelfde bezoeker wordt bestolen en ten
laatste in een 'heftige .worsteling vermoord.
Alles buitengewoon', bekwaam' uitgebeeld
in levensgroote wassen beelden.
Genoeg er van; het Panopticum is er niet
meer, omdat 'het publiek de kunst van den
waswerker niet meer waardeierde en er 'dus
niet meer naar kwam zien. De bioscoop
verdrong de beeldengalerij en ofsdhoon het
verdwijnen van 'het Panoptidum geen groot
verlies is, zoo is de opkomst van de bios»
coop en 'haar zedenbedervende tafereelen
juist een bewijs van adhteruitgang van het
openbare leven. En ik moet erkennen, wie'
nog een beeldengalerij wil zien, die door
niets wordt overtroffen, die leze en bepeinze
maar het elfde hoofdstuk uit den Hebireër»
brief. Daar zinkt alle maakwerk bij' in 't
niet! 'En de Hebreërbriet wordt nooit ge»
sloten!
En nu de Cineac. Sedert ongeveer een
jaar is het bioscooptoestel dienstbaar gesteld
voor nieuwsverspreiding.
In de duistere zaal draait de film den gan»
sdhen dag door. De bezoekers loopen af en
aan. Het moet wel een goudmijintje wezen.
Rotterdam' 'heeft ook zulk een inrichting,
Den Haag reeds twee. Belangstellend in het
courantenwezen, bracht de Waarnemer er
ook zijn kwartje 'heen. Maar het is erg te»
gengevallen. Eenig nieuwsbericht kwam er
niet; wel wat foto's, die reeds dagen geleden
in diverse kranten verschenen waren. Dat
gemis aan nieuws wilde men echter vergoe»
den, door een voorstelling van een zonder»
linge verhuizing met allerlei ongelukken
tot groote pret van de talrijk aanwezige
jeugd, terwijl er dan nog hadt gijl 't
anders durven verwadhten? filmopnamen
vertoond werden van voetbalwedstrijden en
'harddraverijien. Plus op het doek een schaat»
senrijdende jongedame, wier vertooning de
eerbied voor het vrouwelijk geslacht zeker
niet vergrooten kan. Meer zal ik van haar
niet zeggen. Wat dus aangediend is als
nieuws»verspreiding met behulp van de al»
lerlaatste uitvindiingen, is niet anders dan
een bioscoop, die de aandadht van het pu»
bliek moet bezighouden, opdat de kostejp
lijkc tijd maar te sneller voortvliege. En de
zakenman slaat er goud uit! Daar gaat 'het
kostelijke geld v<m dea bezoeker, hetwelk!
aan zooveel nuttiger zaken kon zij|n gewijld.
Aan de entreegelden voov vermakelij'kheden
werd in 1936 in Rotterdam cirda 3 millioep
ogulden uitegeven; de Gemeentekas trok er
ongeveer zeven honderd vïj'ftig duizend gul'
den belasting van. Hoeveel nuttigs had met dit
geld kunnen worden verricht. Maar de
nood van den een grijpt den; ander niet
meer aan. Koud en harteloos stelt de we»
reldling zich aan.
Het 'derde object, dat beschouwd moeSt
worden is de Telex, de verreschrijyer.
Kennen de groote bladen hun avond» en
morgenedities, hebbten zij dus ook hun dag»
en 'hun nachtredacteuren, het vernuft heeft
een nieuwe 'hulp aan de hand gedaan in de
telexmadhine. Zij is het best te vergelijken
met een schrijfmachine, die electrisch be»
diend wordt. In Amsterdam is een juffrouw
bezig op een sdhrijfmachine het inkomende
nieuws te vermelden en ziet, terzelfder tijd
verschijnt bij alle aangesloten kranten op
de Telex, die voorzien is van een grootq
rol papier, datzelfde nieuws, kant en klaar
voor den drukker, zoodat de redacteur er
niets meer aan be'hoeft te doei»
Dag en nadht schrijft de Telex maar door,
een lange slinger papier vindt ge telkens
onder 'het tafeltje, waarvan ge het pasge»
beurde maar 'hebt af te lezen. Dat er dus
'des nachts of op den dag niemand op het
bureau van de krant zou zijn, 'hindert
niets, de Telex levert u al het ingekomefti
nieuws in keurig sdhrijfmachinesohrift af.
Dat de tedhniek van deze vinding mooi
is, zal een ieder gelooven; een volledige
beschrijving er van zal de lezer echter niet
begeeren, aldus meen ik te mogen veron*
'derstellen.
Zoo wordt dan de wetensdhap in onze
dagen vermenigvuldigd. Tot al grooter hoog»
te van kunnen verheft zich de mensch van
'de twintigste eeuw. De zenuwen van veleii
worden ten sterkste gespannen en t)eproefd,
in ontginning en ontdekking klimmen we
UIT HET KIJKVENSTER: De wassmbteel»
ideasgalerïj'.
DRIESTARREN:' Zedeüjik verval.
De partij van Prof, Dr. Visscher komt met
eeO' eigen ISjit uit.
BINNENLAND: Vier Ned«rliainds<a{e vlie«
gers in Frankijijk verongelukt.
Ouderavond Chr, Sdiool Ou4«'Tonge,
(Vervolg).
De Uien=expert in Deoeimber (2e Blad),
BUITENLAND: De Spaaasche Burgeroor»
log Presid'e,nt doet opnieuw diein ««d.
Een raidiouitzending uit OudsVossemser,
tot het Amerman^clie voBc.