Ct1QWECKBIADöpGED.OnonD51A6 vöÖRDlZUID-HOLLÊnZECUWiCHE EHAHDEn WINKELIERS LET OP! EERSTE BLAD STICHTELIJKE OVERDENKING 9e Jaargang ZATERDAG 5 DECEMBER 1936 No. 794 N.V. Uitgeversmaatschappij «Eilanden-nieuws" Dit nummer bestaat uit 2 bladen De beste bekommernis. Uit het Kijkvenster Ds. Zandt bepleit de rechten der Kerk. WAARIN SEDERT 1 N O V E M B E RJ9350 P G E N O M E N HET BLAD „ONZE EILANDEN" - 18e JAARGANG niEuws Advertentie.prijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst- aanvragen en -aanbiedingen van 1-6 regels 80 et.; Boek-aan- kondiging 10 cent per regel Contracten belangrijk lager UITGAVE VAN Gevestigd te Middelharnis - Prins Hendri^str. 122 C. Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17 Abonnementi-prljs 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling. Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar Werkt niet om de spijze, die vergaat, maar om de spijze, die blijft tot in het eeuwige leven. (Joh. 6 27.) Het is ontegenzeggelijk, dat de wel« stand des lichaams geenszins mag worden verv»faarloosd. Maar desniettemin vereischt oiize ziel meer zorg. Johannes, de Apostel der liefde, schrijft in zijnen derden brief: „geliefde, voor alk dingen wensch ik, dat giij welvaart en gezond zijt, gelijk uwe ziel welvaar t." Kan er treffelijker getuigenis gegeven worden? De ziel is toch uitnemender dan hiet lichaam. Deswege sprak de Heere Jezus eens tot Zijne dis* cipelen: „vreest niet voor degenen, die wel het lichaam kunnen dooden, maar de ziel niet kunnen dooden." Hoe kan het lichaam des menschen beitrekkelijk welgesteld zijn, terwijl de ziel in een zeer droeven toestand verkeert. Ach, het is een van de droeve gevolgen van de zonde, dat de arme mensch jaagt naar de dingen, die bleneden zijn, om zijn vleesch te koesteren, terwSjl hij van de dingen, die boven zijta, niet weten wil. Werd het niet openbaar in de menigte, der Joden, die Jezus volgden! „Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, gij zoekt Mij, niet omdat gij teekenen gezien hebt, maar omi> dat ^ij van de brooden gegeten hebt en verzadigd zijt," alzoo sprak Christus tot de schare. Voor Hem is niets verborgen. Hij kent de gedachten des harten. De meest ver;^ borgene neigingen liggen naakt en ge= opend voor Hem. Hoe was hiet met de Joden? Blind waren zij voor de dingen, die boven zijn. Het wezenlijk heil hunner ziel ging hen niet ter harte. Dat Christus' Koninkrijk niet van deze wereld, maar een hemelsch en geestelijk Koninkrijk is, neen, daar hadden zij geen oog vooi;. Zij' zochten aardsche dingen, aardsöhe groot* heid, een aardsch Messiasrijk, waarin hun vleesch zou worden gestreeld en hunne zinnelijke begeerte zou worden voldaan. En hierom is het, dat Christus het ernstig vermaan tot hen richt: „werkt niet om de spijze, die vergaat, maar om de spijze, die blijft tot in het eeuwige leven." Van spijze spreekt Christus. Dat heÜse" kent maar niet het brood, dat de mensch dagelijks eet, het .voedsel, dat hij' noodig heeft, neen, maar het omvat alles wati deze wereld opleveren kan, alle genoegens en begeerlijkheden der vleesches waarvan elders gezegd wordt: „de wereld gaat voorbij' met al hare begeerlijkheden." En dat door Christus genaamd wordt: „de spijze, die vergaat." Wat baat het den mensch al zou hij de geheele wereld ge* winnen en schade zijner ziele lijden? Al wat van beneden is vergaat. Kan niet behouden voor de eeuwigheid, kan onze ziel niet redden van den dood, bevat geen troost, die genoegzaam is in leven en in sterven. Hoe arm is toch de mensch, die werkt om de spijize die vergaat, die door de mot verteerd wordt. Daar is een andere spijke. Bene spij'ae, die blijft tot in het eeuwige leven. Christus spreekt er van. Bene spifze, die bestendig is. Die alle vergankelijke dingen verre overtreft. Eene spij'ze, die redt van den dood, die verlost van het verderf, eene spijze, die waarlijk behoudt en haren ge* bruiker eeuwig gelukkig maakt naar ziel en lichaam. Wie is de spijze? Waarin bestaat ze? Maar is het niet Christus Zelf? Is 'het niet Zijne gerechtigheid? Onder hoe velerlei benamingen en gehjkenissen wordt Christus en Zijta heil in de Heiligt Schrift voorgesteld. „Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven," alzoo spreekt Hij van Zichzelven. Dan weer: „Ik ben de deur, die door Mij- ingaat, zal behouden worden." Maar alzoo getuigt Hij ook: „Ik ben het Brood des levens. Ik ben het ware Brood, dat uit den hemel is nedergedaald." Ach, hoeverre was de menigte der Joden daar vandaan, om dat te verstaan. Zij waren gansch verblind en wisten niet van den droeven staat hunner ziel. Zij be* trouwden op hunne eigene gerechtigheid; waren lijk en verrijkt en hadden geens dings gebrek, en wisten niet, dat zij' waren arm, blind en naakt. Daarom kenden zij den Heere der heerlijkheid niet en hadden geene behoefte aan Hem als de Heere onze gerechtigheid. De pijl van geeste* lijken hongersnood had hen niet getroffen. Zij waren vreemd van alle ware zielsbe* hoeften. Hoe zouden zij dan hongeren en dorsten naar zulk Een, Die zeggen kon: „die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten". Zij verstonden niet het woord van Christus: „voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden, tenzij dat gij" het vleesch des Zoons des menschen eet en Zijn bloed drinkt, zoo hebt gij geen leven in uzelven. Die Mijn vleesch eet en Mijin bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage, want Mijn vleesch is waarlijk spijs en Mijn bloed is waarlijk drank. Die Mijn vleesch eet en Mijn bloed drinkt, die blijft in Mij', en Ik in hem." Hoe welgelukzaHg dan, die hongeren en dorseen naar Zijne gerech* tigheid, want zij zullen verzadigd worden. (Wordt vervolgd.) INDRUKKEN UIT RUSLAND. Gruwel'ijfce vrouwenarbeid, het bedrog der vreenidelingen. In Rusland daar is het in orde, zoo durven de communisten beweren. Vreem* delingen, meestal delegaties van socialistische or communistische vakbonden roemden ook elp Rusland. Maar deze maakten geen ken* nis met de werkelijke toestanden. De heer Sidney J. van den Berg vertelt andere dingen. Aan ziijb artikelenserie in de „Vrijzinnig Democraat" ontkenen we: „Het meest ontstellend voor onze West* Europeesche begrippen is edhter de vrou* wenarbeid. Vrouwen verrichten den aller* zwaarsten arbeid, wegenbouw, graafwerk etc. ziet men meer door vrouwen dan door mannen verrichten. In de groote tractoren* fabriek in StaÜngrad zagen we vrouwen in de ontzaggelijke hitte van de hoogoVens met gloeiende stukken metaal sjouwen." En verder: „En niet alleen dat deze vrou* wen overdag w'erk'en; iif werken precies als de mannen, ook in nachtploegen in de ver* schillende bedriijven." Verder wijst genoemde scihrijlver op het bedrog dat de communisten plegen door de vreemdelingen alken het gunstigste te laten zien. Men laat ide vreemdelingen in Mos* kou in enkele model*bedrij'ven zien, hoe voortreffelijk voor de kinderen der arbei* dende vrouwen door de bedrijlven gezorgd wordt en ziet voorbeeldige Kindergasten en Creches, waar de kinderen gedurende den tijd, dat de moeder werkt, verzorgd worden. Indien men echter komt in de bedrijven, die gewoonlijk niet bezocht worden en of in bedrijven in de provinck, blijkt het dat deze kinderbewaarplaatsen óf ontbtóken óf soms ver van de fabriek zich in een jams' merlijke staat bevinden. Hier moet men de communisten hooren. Maar dan in Rusland. Vrouwenarbeid olp groote isdiaal. En welke arbeid. Totaal ongeschikt voo? vrouwen. Het was het beste de communisten zelf maar eens te laten proHteeren van die heerlijke toestanden in Rusland. Ze zouden dan wel een toontje lager zingen. Of wat nog waarschijnlSjker is, ze zouden wel heekmaal zWijgen. De diïisfelij'ke Koscoopi op- komst De druk bezette jeugid Winteraivomd» lectuur Ds. Sdholten, Jacobus KoeI= man, Prof. Visfscher. Er is in de christelijke persorganen den laatsten tijd herhaaldelijk ruimte gewïjd aan de bioscoop als middel voor de opvóe* iding der jeugd. De bioscopen hebbfen zoo* Zeer terrein veroverd in geheel de wereld, dat men zich begint af te vragen, of er ook niet een christelijke bioscodp moet komen, die „onze" jeugd met vrijmoedig* heid kan gaan zien. Naast samenspraak en voordradht, naast sdhouwburg*bezoek, chris telijken voetbalclub en zooveel meer, is er blijkbaar behoefte aan een bioscoop met christelijk etiket. Dlie jeugd, men zit er blijkbaar mede. Zij wil bioscoopfgenot, is er reeds door de schoolbioscoop' mede ver* trouwid geraakt. Omdat de ouders door* gaans het gezag missen om die jeugd een „neen" te laten hooren, zoekt men naar een bioscoolp van eigen ridhting, om dan toCh de sensatiezüdht niet al te zeer in verkeerd Spoor te laten loopen. De jeugd heeft het druk in onze eeuw. Meisjes* en Knapen*vergadering,, cafechiïatie, 'n ,,avond* je" van de christeüjke, zangClub, bezoek vau de turn* en gymnastiekVereeniging, een avondje per maand voor de zending, ja wat al niet, zoo dat er bSjtaa geen avond meer overschiet om eens bïj vader en moeder te bijlven. Daar zou dan nog de bioscoop bijkomen, ja, 't wordt haast te veel. Hoe jammer dat de leidende personen nu niet eens een halt toeroepen! Dat er todh geen vermaan uitgaat om> de wereld niet gelijk* vormig te worden. Om' toch eens naar iets beters te zoeken dan den gezelligen oms* gang met vrienden en vriendinnen. Hoe lee* nen zidh de winteravonden juist om eens in een goed boek iets te lezen, dat tot nadenken kan stemmen, dat onder Gods zegen tot winst voor de ziel kon strekken. Hoe indrukwekkend kunnen ons de hoofd* momenten uit onze geschiedenis voorko* men, hoe sipreken de godsvrucht en moed van vroegere geslaChten ons toe. En de Kerkgeschiedenis, 'tis om er nooit genoeg van te hooren of fe lezen. Want die Kerk des Heeren gaat ook ons aan, haar voor* spoed en haar verval raakt ook ons. Wij djha immers nu in zulk een belangrlijk f!ijdsgewTicht; de geschiedenis der Kerk schriijUt vooral in deze jaren met groote schreden voorwaarts, en waarheen gaat het? Er is iets beters te doen, dan te zinnen olp een bioscoop voor de christelijke jeugd. Het i) bij alles wat ons hart met vreeze kan bezetten een troosVijke gedachte, dat de Heere Zelve Zijta Kerk regeert en bij haar iij'n zal tot de vokinding der wereld. Immers, indien de welsiand der Kerk van menschen afhing, dan >vVas het voorgoed verloren. Het is treffend eens o!p te merken, hoe de stem van Gods getrouwe knechten van alk eeuw eenzelfde doelwit verraadt. De evangeliebazuin, door den Geest gestemd, doet zoete harmonie ontwaren. Ds. H. P. Soholte, uit de Kerk gezet in de dagen der scheiding, zudht in den kerker. Of neen, hïj' zudit er niet, maar zingt, als Paulus en Silas in de gevangenis: zlijl zongen Gode lof. Op den 4en Dec. zoo schrijft hij in zïj'n dagboek in de kerker, verlevendigt God hem de hope op de eeu* wige heerlijkheid en vereenigt God zdjb ziel met alle kruis en smaad, en zingt hij met ziekblijdsChalpi Ps. 34 vers 15 en 8 11. En nu spreekt hij zijii verbazing uit hoe Christenen in dien psalmbundel geen genoegzaam voedsel kunnen vinden en men Sjvert voor menscheJij'ke liederen om' die dierbare Psalmen te verdringen. Precies als in onze eeuw, honderd jaar later dus, nu wederom gezangen zijn ingevoerd in de Ge* reformeerde Kerken, omdat men in de psalmen de verloste Kerk onvoldoende te* rugvindt, zoo men zegt. En Mj haalt het getuigenis aan van zekeren Moser, 'dk zegt, „dat wie niet in zWaren uit* of in* wendigen nood geweest is, de psalmen niet verstaat; hij weet niet wat hij er eigen* lijk mede doen moet." Nu doen we een groote sta|p. terug: Jaoo* bus Koelman, 'de afgezette piedikant van Sluis, aan wien Dr. KruU zulk een lezens* waard iproefschrift gewlijd heeft, spreekt al eenzelfde taal als ge nu nog van 's Heeren getrouwe knechten kunt vernemen. Koel* man leefde .van 1632 tot 1695. Hij is onder ons volk bekend om zijn véle geschrifte^ ook om die, welke hij uit het Engelsch vertaalde. In zdjin werk: wekker der Lee* raren, maakt hijl deze olpmerking over de predikanten uit rijn tijd„men zettj- der Gemeente opgesmukte en hoogdra* vende redenen voor, terwijl Mjlna altój'd de toepassing ontbrak. En wanneer zij nog met toepassing eindigden, was de* ze dikwïj'ls zóó bedenkelijk ruim, dat z!ij de vromen angstig maakte en de boozen goddeloos." Mijl dunkt, daar konden de collega's het mede doen. 't Is uitstekend gezegd. De he* meideur wordt door sommige Ipredikers zoó ver opengezet, .dat wie God vreest er van ontstelt, er zioh niet aan durft wagen. Het is de bekende Prof. H. Visscher die in onze dagen eenzelfde geluid als van Koelman is bewaard gebleven, doet hooren. Men zal van laatstgenoemde ook niet kun^» ren zeggen, dat hijl zich onduidelijk uit* drukt. Uit ziijta. Weekblad mag het volgende wel 'eens worden overgedrukt, uit een ar* tikelenreeks over het Remonstrantisme: „Het is in de geschiedenis der Kerk Iprecies gegaan, zooals men het nog in menige preek beluisteren kan. Over zonde en genade gaat het tameüjfc wel, maar als geraakt wordt aan het puntje, waar de doode zondaar levend moet worden gemaakt, dan Komt Pelagius binnen met het geloof, met het gebed, met, om' het in één woord te zeggen, de vrije wilsdaad, waardoor de zondaar tot Qiristus komt en Zijne weldaden zich toeeigent. DW de Heere in het stuk der zaligmaking de Eerste en de Laatste is, dat Hij volkomen zalig maakt, mag de troost zij'n voor eiken aan zichzelven ontdekten zondaar, maar het wordt zeer dikwijls niet verstaan. De wezenlijke leer is aan velen vreemd, die de woorden naslpieken, de ter* men uitroepen en toch juist in hei „doodelijkst tSjdsgewridht" tot dendoo* den zondaar zeggen: geloof nu maar, neem het maar aan! En dat geloof en die toeëigening kan hïj juist niet be* reiken, want het kin alléén vrucht zijin van de onwederstandeKjke werking des Heiligen Geestes." Dat is duidelijke taal. Zouden de bladen niet goed doen aan dat oniderwerip eens een paar kolommen te wiijlden? Daar kon jong en oud wellicht iets uit keren, dat beter vriicht oplevert dan de lessen uit de bios* coolp, (al dan niet chrisiteliijk). WAARNEMER. Bij de afdeeling „Ecredieiist" van de be* grooting van „Financiën" in de Tweede Kamer, heeft Ds. Zandt bij vernieuwing het pleit gevoerdvoor het herstel van het onrecht dat de overheid in de vorige eeuw de Nederl. Hervormde Kerk heeft aange* daan. Wij laten hier deze rede, zooals w'ij die in „De Banier" lazen geheel volgen: Mijnheer de Voorzitter! Gelijk te verwachten was, ontvingen wij van dezen minister ook dit jaar weder een hoogst teleurstellend antwoord op ons verzoek 'om, in overleg met zijn ambtge* noot den minister van justitie, de des* betreffende Koninklijlke besluiten van 1816 en 1852 te willen intrekken. Dat valt te meer te betreuren, dewiijl het hier een aangelegenheid van den eersten rang betreft. Door de weigering van de overheid wordt een groot en grievend oiuedii van jaar tot jaar voortdurend bestendigd. Daardoor blj'ft het geweldige onrecht, dat 's lands overheid in den jare 1816 de Ne* derlandsche Hervormde Kerk aandeed, nog steeds ten hemel schreien. In ge* noemd jaar toch vergreeip de overheid des lands zich sdhrikkelijk aan die Kerk. Ge* heel eigenmachtig en daarom ook hoogst onrechtvaardig legde deze die Kerk I het hooge college van den Raad van State heeft niet nagelaten daarojp de aandadhi te vestigen en de overheid voor haar te ^emen stap ernstig te waarschuwen een organisatie olp, 'die lijnrecht inliep tegen haar historie en haar belijdenis, de Drie Formulieren van Eenheid. De Neder< landsche Hervormde Kerk werd alzoo door de overheid ge'heel wederrechtelijk onder een synodaal juk gebïacht, waardoor zij in idiep verval geraakte en waardoor de rechten van de redithebbenden in die Kerk, namelijk de Gereformeerden, jam* merlijfc vertreden werden. Dit onrecht is te gruwelijker, dewijl het geen geringe zaak raakt, maar de ven* hevenste en de heerlijkste instelling, welkte de Heere tot Zijn dienst en tot verheer* lijking van Zijn oneindige en volmaakte deugden op aarde ingesteld heeft: zij' be* treft niet irander dan 25ijln Kerk. Deze Kerk werd eenmaal in den bittersten strijd tegen Spanje en Rome ten koste van het bloed van zoovele edele mar* telaren door Gods hand oip onzen vader* landschen bodem geplant. Zijl Was een voortzetting en uitbreiding van de alges* meene Christelijlke Kerk, gebouwd als zij was op het vaste fundament van apostelen en profeten. Deze oude vaderlandsche Kerk vormde bovendien een grooten steun en sterkte voor het oude gemeenebest onzer Repu* bUek. In haar waren alle zonen en doch* teren der Reformatie gezamenlijk ver* eenigd eln' trokken dj schouder aar schouder zoowel tegen den inlanidschen als buitenlandschen vijand oip. Dioor haar gebeden werd de overheid bij' haar zware taak gedragen en door haar gebeden werden de legers en de vloten Van ons kleine land in den kamp tegen schijnbaar overmachtige vijanden onoverwinnelijk gemaakt. Wanneer ik hierover spreek, rijit voor zyn oogen het Houdt U er wel voldoende re* kening mee, dat ons Blad in alle kringen op deze eilanden wordt gelezen? Niet alken de gewone man maar ook de beter gesitueerden lezen „Eilanden* nieuws." U kunt op een zeer goedkoope wijze de artikelen die U voert onzen kzers voor* leggen. Ongevraagd kunt U de wonin* gen binnentreden en door mid* del van een advertentie Uw waar presenteeren. ADVERTEER IN „EILANDEN.NIEU'WS'' bloei'! en heldentijldlpterk van ons volksbestaan op en wordt mij het raadsel verklaard, waarom ons kleine volk onder Gods bestuur, mede door den invloed en de kracht, welke er van die Kerk uitging, zoo groot, zoo machtig en zoo welvarend kon zij'n. Het is toch niet te zeggen, welk een zegen er destijds van haar uitging, dewijl zij den Staat niet alleen als een vaste schutsmuur omringd^ maar ook aan hem' bezieling en kirach^ schonk. Daarom is het ook uit het oogpunt vap 's lands belang zoo diep te betreuren, dat) 'de overheid zioh aan de Kerk Vergreep en haar zulk een machtig onrecht aan* deed, waardoor zij in een desolaten staat verviel. Dat die Kerk metterdaad een schrik* keiijk onrecht door de overheid is aange* 'daan, waagt thans wel niemand meer te ontkennen. Geen jurist van eenigen naam durft het te loodienen. Zoo ik mïj! wel herinner, is het mr. Kappeyne geweest die verklaard heeft, dat men dit sledhts met het gebruik van erbarmelijke scvpihismen zal kunnen weerspreken. Mr. Groen van Prinsterer komt er de eere van toe, dat hij onvermoeid en on* versaagd, in weerwil van veel haat en vevdadh'tmatElng, niet nagelaten heeft heel zijin leven lang den vinger op deze wondepkk te zetten en met ongemeene kracht en overtuiging in en buiten de Kamer, er bij voortduring op aangedrongen heeft 'dat de overheid het door haar begane onrecht zou her.* stellen. HJijl achtte deze aangelegenheid van zulk een eminent en urgent gewicht, dat hij stelde: van alle vraagstukken heeft de emancipatie, de vrijinaking der Kerk, den voorrang, en van hem is tevens het ge* tuigenis, dat het begane onrecht nooit verjaart. Inderdaad, dat onrecht verjaart nimmer. Daarom bepleit ik met allen aandrang en volle vrijmoedigheid bij vemieuvning ons verzoek bij dezen minister. De minis* ter heeft dat in zijn Memorie van Anfei woord van de hand gewezen met de op* merking, dat „na hetgeen te dezer zake ter sprake gebracht is, een herhaaldelijke gedachtenwisseling geen nieuwie gezidhts* punten zal kiuinen openen." Dit achten wij ook volstrekt niet nood* zakelijk, daar toch de zaak zelf zonne*' klaar is. Er is door 's lands overheid groot en schrikkelijk onredht gepleegd. Daar*' over is men het thans wel algemeen eens. Dat onrecht in al zijn ontzettemide gevolgen uit te meten kunnen wij niet in een luttel tijdsbestek van tien minuten. Daarbij moeten Wij ons wel noodgedrongen tot het aangeven van hoofdHjlnen en hoofdzaken bepalen. Bovendien, de eigenlijke kwestie staat boven elke verdenking en iedere aanvechting onwedersprekelijk vast. De overheid des lands heeft de Neder* landsdh Hervormde Kerk een schreeuwend onrecht aangedaan. Van dat onredht vragen wij nu zooals reeds zoovele jaren herstel. Wij zijn daarvoor op de rechte plaats en bij het redhte kantoor. Ook 'dit zal ons niemand kunnen be* twisten Wij vragen dan nogmaals met allen nadruk, dat deze minister, in over* leg met zijn ambtgenoot den minister van justitie, 'de debetreffende Koninkliijke besluiten van 1816 en 1852 zal intrekken, olpdat het opgelegde iBytt<kUle juk zal weggenomen worden en de Drie For* muHeren van Eenheid weder alle zegging* schaip in de Nederlandsdh Hervormde Kerk zullen bekomen.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1936 | | pagina 1