Rechtzaken
Wij leveren
Muziek
Hoe werden
zij groot
Manuel Azana.
Rijwieifabriek „EXCELSIOR"
rechtsfreeks uit onze
Fabriek
„Excelsior" Hesran ADamesrijwielsn
Vlaardingen - Telef. 632
Voor onze Jongens en Meisjes
keurt verder af het optreden van dhi.
Snelleman t.o. het werk der patroons.. Bij
Con!tr61e op het werk van den toren, deed
hij zijn invloed ook gelden op degenen die
in dienst zijn bij de patroon. Daarvan moet
de gem. opzichter zich onthouden.
Verder z^g spr. gaarne het emmerstebel
(W.C.'s) vervangen. Dan is toegezegd in
de woningen op het Voorgors gootsteenen
en waterleiding aan te brengen, maar na
3 jaar, is het er nog niet. Veïder vraagt
spr. na te gaan, goedkoope arbeiderswoning
gen te bouwen. Een opmerking heeft spr. op
de IV2 "/o pensioenpremie voor hen, die
beneden de f 1000.verdienen, dat dit niet
tegelijk met het loon wordt uitbetaald. Over
1935 hebben ze het nog niet.
(De Secretaris antwoordt hierop, als het
bij het loon wordt gevoegd, moet van het
verhoogde ook weer pensioen^aftrek.)
Vervolgens keurt spr. streng af, dat in
de ingestelde commissie voor werkverdee=>
ling, de vakorganisaties zijn genegeerd en
door B. en W. lukraak een persoon is aan^»
gewezlen, om daarin zitting te nemen. Spr.
vindt dat dit het werk der organisaties
z|elf was, hun mannetje daarvoor aan te
wjij'zlen.
Ook om, nu het crisiscomité is ingeaet
in extra hulp voor- werklooiden, laat het
op zSch wachten, dat B. en W. daarin zitting
neemt. Spr. wil daar gaarne de reden van
weiten. Spr. sluit zich aan bij de heer v. d.
Meide, dat de sombere begrooting geen
gevolg is van de gemeentelijke omstandig*
heden maar dat door het Rijk nieuwe lasten
djn opgelegd. Toch stelt hij voor de premies
Ziekenzorg te subsidieeren en kinderschoei*
sel te verschaffen.
De VOORZ. zegt dat door de Secr. alles
is opgeteekend en er nader op zal worden
teruggekomen.
De heer v. d. SLIK zlegt dat dit geen
manier is. B. en W. moeit de zaken toch
weten en er verslag van kunnen doen
of antwoord geven.
De heer KOPPELAAR vindt die gang
van zaken ook niet goed. Als er vragen
gesteld worden, die een punt van onder;»
zoek uitmaken is het iets anders, maar anders
inag men toch verwachten, dat men behoor*
lijk antwoord krijgt.
De heer v. d. SLIK. Het is geen manier
van doen. Hij komt terug op de crisis*steun
B,, dat over de verdeeling klachten in de
organisatie kwamen, en het noodzakelijk
is, dat een vert. der vakbeweging daarin
zliitting heeft. In de commsisie voor werk*
verschaffing idem. Spr. staat er perplex van.
De VOORZ. antwoordt, dat B. en W.
er weinig van weten. Het gaat te veel bui*
ten hen om. Hij meent dat B. en W.
een vertegenwoordiger moest aanwijzen en
daarom is er maar een genomen.
De heer STRUIK spreekt over de oneer*
lijke verdeeling maar dhr. v. d. Slik ergert
zich, dat men de vakbeweging er buiten
laat.
De VOORZ. is er niet op tegen dat
het gebeurd en zal er over spreken. Ook
over de los* en laadplaats.
De heer v. d. SLIK heeft niets aan pra*
ten. Men spreekt er over, dat het Vingerling
niet mag bereden en men rijdt en rost
er raak. Spr. had liever een uitspraak van
den Raad.
De heer KOPPELAAR merkt op, dat
over vele dingen, werkverschaffing enz. te
licht wordt gedacht. Spr. heeft vorig jaar
bij zijn beschouwingen gezegd, laten we
als leden samen mogelijkheden bespreken
In andere plaatsen doet men dat wel. Daar
komen b.v. ook de minis(trieek circulaires
ter tafel. Hier ziet men deze nooit. Wan*
neer spr. er naar vraagt, dan zijln( ze aan
B. en W. gericht. Spr. betreurt nog, dat
de uitdieping polder Middelharnis toen is
afgeketst. Maar was er nu geen mogelijk*
heid geweest als commissie daar ook nog
eens over te spreken en te zien wat er aan
te doen was? Dat bedoelt ook v. d. Slik.i
dat men overal van buiten gehouden wordt.
Weth. SLIS zegt dat hij daaraan gedaan
heeft wat hij' kon. Het is tweemaal gekel*
derd.
De heer KOPPELAAR betwijfelt dit niet.
Spr. doelt alleen hierop, dat de Raad nooit
wat hoort.
De VOORZ. zal daar rekening mee
houden en een commissie uit de raad be*
noemen.
De heer v. d. SLIK: En het bouwen van
arbeiders*woningen?
De VOORZ.: Dat is al bekeken, maar
dat durven B. en W. piet aan.
De heer STRUIK betoogd, dat de Raad
het particuliere werk niet mag overnemen.
Als particulieren er geen kans voor zien
en men is hier happig genoeg dan
kan de gemeerite het zeker wel laten.
De heer KOOTE ziet daar geen resultaat
van. Als er kans voor was, hadden particu*
lieren het al eerder gedaan.
De heer v. d. SLIK' wil in volgende
vergadering het standpunt van B. en W.
hooren, wat de Voorz. toezegt.
Over het punt van dhr. C. v. d. MEI*
DE betreffende bepaling vaste tijd tot het
houden gemeenteraads*vergaderingen, leest
dhr. VERMAAS art. 47 der gemeentewet
voor, waaruit bljijkt, dat mogelijk is, dit
voor de „gewone" vergaderingen in het
reglement van orde vast h leggen. Dhr.
Vermaas ondersteunt daarom dit voorstel..
Door verschillende leden wordt hierover
gediscussieerd. Men meent meerendeels dat
Donderdag of Vrijdag de gemakkelijkste dag
is en dan in de namiddaguren. Hierover
wordt gestemd en aangenomen de gewone
verg. op een dezier twee dagen te houden.
Weth. Vroegindeweij tegen. Weth. Slis en
J. V. d. Meide stemmen niet mee.
De heer C. v. d. MEIDE doet een voor*
sïel om de rondvraag in te voeren.
De heer BOETER vraagt, waarom die is
afgeschaft.
De VOORZ.: Omdat er zooveel riolen
zijn, en lantaarins die niet op hun plaats
s!taanl (Hillariteit.)
De heer JAN v. d. MEIDE... en omilat
men niet kan verlangen, dat er op iedere
vraag direct een antwoord komt.
De heer C. v. d. MEIDE: Da|t geeft
niet. Als men het niet direct kan bekijken,
beantwoordt men het later.
Wordt aangenomen met de stem van
Weth. Vroegindeweij en J. v. d. Meide
tegen.
De heer C. v. d. MEIDE vraagit nog
een antwoord aan Weth. Vroegindeweij,
waarom hij niet nakomt veel in Middel*
harnis te zïjn. Of wou U het zoo laten?
De VOORZ.: Laat maar draaien!!
De heer KOPPELAAR heeft 2 vragen.
Ten Isïe of B. en W. de wiji(e waarop
de gemeeTite*opziichter aan dhr. Witvliet
prijsopgave vroeg voor een nieuwe kar
de juiste acht en ten 2e een verz'oek om
voortaan de benoodigdheden voor het cri*
siscomité bij de winkehers in Middelharnis j
te kocpen, zooals dat ook in andere ge*
meenten geschiedt.
De VOORZ. antwoordt dat hij het laat*
ste verzoek zal overbrengen. Wat
i de vuilniskar
be.trett, licht spr. toe, dat bij Ploon Wit*
vUet, die dit jaar de werkzaamheden voor
de gemeente had, prijs is gevraagd. Hij gaf
op f 168.Dat vindt de opzichter te
hoog. Hij sprak er over met B. en W. en
besloten werd ook bij alle smeden prijs op
te vragen. De laagste was f 124.Toen is
Wiltvliet nog de kans gegeven, die zijn cij*
fers verlaagde tot f 137.Het is de laag*
ste inschrijver gegund.
De heer BOETER heeft er met dhr.
Witvliet over gesproken. Een ding vindt
hij niet goed, n.l. dat ir. Snelleman, zon*
der een woord met dien man te spreken,
die kar besteedt. Had Snelleman zelf een
begrooting gehad en geiiegd, het moet la*
ger, was het anders, maar nu liet hij hem
op zijn eiers zitten. De houding van de
ambachtslui keurt spr. ook niet goed. Een
ambachtsman moet een loon verdienen.De
gemeente mag dit niet uitbuiten.
De heer STRUIK vindt jammer, dat Boe*
ter die smid verdedigt. Spr. juicht het toe,
dat Snelleman niet moddert met de
pijijzfen. 't Is nu gebleken, Sat het voor
f 124.— kon. Dat is 20 pet. minder.
De heer BOETER: 't Is niet gezegd, dat
Witvliet te hoog was. Er was er nog een,
die f 199.— opgaf.
De heer KOPPELAAR zegt gevraagd te
hebben, of B. en W. dit standpunt juist
acht. Aïs dat 200 is, moet ze ,alle werk
laten inschrijven, en niet van een man. Dlati
is meten met 2 maten.
De heer JAN v. d. MEIDE: 't Is nog
siteeds, waarom zorg je niet voor fosco!
Heb je geen eau de cologne, 't Stinkt zoo
naar die vuilniskar. (De Raad gaat op die
grappenmakerij niet in.)
De heer KOPPELAAR: 't Gaat over de
manier van handelen. Een architect kan
:Sch even goed vergissen als een ambachjts*
man. Beter was geweest dat de architect zich
had verstaan met Witvljiet en niet direct
uitbesteden.
De VOORZ.: Als Witvliet direct met
f 137.gekomen had, had hij het gehad.
Nu was de opzichter verplicht andere maat*
regelen te nemen. 1
De heer BOETER: Dat is verschil van
inzicht.
De heer KOPPELAAR: Dan alles publiek
aanbesteden en de maatstaf van inschrijven
houden.
De heer STRUIK noemt voorbeelden van
toen hij nog van de Gasfabriek Voorzi.
was. 't Gebeurde dat van iemand de reke*
ning (f 174.) te hoog was. Spr. ging er
naar toe en later werd de rekening inge*
z|onden met f 36.minder! Dat deed ik
nooit!
De heer KOPPELAAR wil één gedrags*
lijn volgen. Vrienden moeten we niet heb*
ben. Al sta ik alleen, hoop ik me vrij te
maken. Spr. noemt het meer dan erg, dat
er dan een Wethouder is, die hem kwalSjk
neemt, dat er een burger bSj hem aan de
deur komt om raad. Die zfau spr. dan
weg moeten sturen! Spr. voelt zich daar*
door gekrenkt.
Weth. Vroegindeweij (Voorz.) neemt dat
heelemaal niet kwalijk. Dat gebeurd hem
ook wel, dat er eens iemand komt. Maar
wat moeten B. en W. doen. Zij staan voor
de belangen der gemeente. Elk karweitje aan
besteden gaat ook niet. 't Is eens gebeurd,
d^t het raadhuis werd opgeschilderd door
iemand uit Den Bommel.
De heer STRUIK: Vroeger is er een
voorstel geweest, boven de f 100.aanbt*
s'teden.
Na eenige verdere bespreking stapt men
van dit punt af. Een besluit wordt niell
genomen.
(Wordt vervolgd.)
De vereeniging voor Protestantsche Kerk
muziek zond ons eenige van haar uitgaven.
Daar het onderwerp „Ontwikkeling der
Evangelische Kerkzang" dat op deze plaats i
wekelijks vervolgd wordt, in het verdere j
verloop ook doel en streven van dezie or*
ganisatie inhoudt, loopen wij met dezIe re*
gelen de stof wel eenigs'zins vooruit, en
daarom beperken wij ons in deze bespreking
om later meer gedetailleerd de plaats te
bepalen welke de V. v. P. K. in de Neder*
landsche kerkiang inneemt. Thans dus het
volgende.
Dé vereeniging werkt op 3 manieren n.l.
ten eerste het uitgeveti van koormuziek,
idem van orgelstukken die de komst van
de groote meesters zooals Sweelinck en
Bach een grootere bekendheid zullen ge*
ven in het oprichten van afdeeUngen in de
verschillende plaatsen van oiis land.
De koor*uitgaven staan op zeer hoog
peil, niet alleen wat uitvoering en duide*
Mjkheid van druk aangaat, maar, wat vooral
van groot belang is, de'vertaling der tekst
in het Nederlandsch vab de Baoh*uitgave
is uitstekend. De werken van Sweehnck
die meestal nog weinig ten géhoore zijin
gebracht waren aanleiding tot het schrijven
van Prof. Albert Sch*eitz|er, de groote
ijveraar voor de Kerkmuziek, dat luidde:
„U heeft mij met dez(eprachtige, mij tot)
dusver onbekende muziek, een groote vreug*
de bezorgd".
Van Bach zijn tot op, heden verschenen:
Motet 6, Cantate 62 (Advent) Cantate 4
(Paaschfeest)van SweeÜnck: Psalm 134,
75, 90 en 63. Terwijl van Cl'. Goudimel,
een naam die wij later in verband met onz|ï
psalmen nog zullen o,ntmoeten, 3 psal*
men: 105, 5 en 101.
De opsomming van bovenstaande uitge*
vers geven een beeld van de serieuze manjjér
waarop deze vereeniging haar taak opvat
en ten uitvoer brengt. In deze tijd, waarin
door de klankverspreiding engros door de
radio de muziek van het laagste gehalte de
massa als het ware ingegoten wordt, is een
actie van onze religieuse muziek en zang
als tegenwicht te stellen niet te missen, zielfs
noodzakelijk
Men staat vaak verwonderd over het ge*
brekkige inzicht dat vele chistel'ijke men*
schen toonen wanneer het muziek betreft
en op welk een wij'zle deze zich laten be*
dwelmen door minderwaardige, vulgaire klan
ken, terwijl zij zich moesten scharen in de
rijen van hen die de muz|iek als gave van
God Hem in dankbaarheid opdragen als
lofzlang of gebed, die de kunst in Zijh
dienst stellen en zich beijveren om dit
groote geschenk zich waardig te toonen.
Daarom verdient bovengenoemde ver*
eeniging onzle aandacht en steun, omdat
deze de mensch tot genoemd inzicht tisdht
te brengen niet alleen door woord, maar
bovenal door de daad.
F. A. BERNARD.
II.
Na Azana's aftreden nam Lerroux, die
in den aanvang met de sodaaWemocraten
zoo nauw had samengewerkt, het gezag in
handen. Echter om de nadeelen, daaraan
verbonden, maar al ie goed te leeren ken*
nen; om zidh ook van crisis tot Crisis
voort te sleelpen, aanvankelijk alleen, daarna
mer Gil Robles en ziijh nieuwe nationale
actie samen. Azana bleef in het parlement
de belangstellende toeschouwer, de sdheripe
criticus, die, al was hij geen officieel leider
der oip'posiüe, elk oogenblik door deze,,
zou züjl Zegevieren, met de taak om een
nieuw Ministerie te vormen, kon worden
belast.-Niet minder dan de beide voorgaande
jaren, zïjin die, welke tusschen de verkie*
zing van November 1933 en de verkiezing
van aandrang 1936 liggen, voor Spanje
uiterst moeilijke jaren geweest. Moeiüjkv
omdat al evenmin als de sociaaWemocraten
erin geslaagd waren aan hun idealen een
reëelen vorm te geven, en de anarchie, die
in Spanje maar al te zeer het hoofd opstak,
meeste.* te worden, ook thans het zonder*
linge bondgenootschap tussdhen Lerroux en
Robles deze taak kon volbrengen. En op*
nieuw kwam het, in 1934, toen Zamora de
bestaande regeering handhaafde, tot onlus*
ten, die geheel Spanje doortrokken, die
Gallicié teisterden en in Catalonië leidden
tot een staatsgreep, welke zich van de
nieuwe republiek wilde losscheuren. Azana,
'die in Mei 1932 de autonomie van Cata*
lonië in het Spaansche staatsverband hielp
bevorderen, werd ter gelegenheid van zijh
aanwezigheid in Catalonië gearresteerd. Niet
slechts besdhuldigde men hem^ ervan, dat hij'
tijdens zijn ministerscha!p het smokkelen
van wapenen, met het oog op een komende
roode revolutie had bevorderd, en tevens
dat hij, uit politieke overwegingen, de revo*
lutionaire beweging in Asturië in de hand
zou hebben gewerkt, maar ook heette het,
dat hij bijl den opstand in Catalonië een rol
had gespeeld. Men zou geneigd zijii om aan
te nemen ,dat hier de hoop de moeder der
gedachte was; de hooip van Lerroux en
Robles om oip die wijze den ervaren tegen*
stander, die in Azana schuilt, voor goed
te verwijderen. Maar, wel bleef Azana
geruimen tijd in hechtenis; wel heetten
bezVrarende bewijien tegen hem ingebtacht
het Hoog Gerechtshof edhter s|prak hem
vrlji. En, opnieuw in de gêiegenheid om
parlementaire actie te ontwikkelen, werd
hij voor de onmachtige regeering van Ler*
roux en Robles opnieuw een gevaarlijk
teger.stander. Zijn republikeinsche actie, een
kleine, maar daarom> niet onbeteekénende
partij in het Parlement, had Mj' reeds ont*
bonden, teneinde zijn nieuwe republikein*
sche Liga te stichten, waarin MJ naast zijn
oude 'politieke vrienden de republikeinen
uit Gallicië en de onafhankelijke radioaal*
socialisten vereenigde. Een partij', die men
aanvankelijk wél eens als een middenpartij
heeft willen aanzien, doch die, ook in
den verkiezingsstr'ijld, naar den linkervleugel
georiërteerd 'is gebleven.
Zoo ging men de nieuwe verkiezing van
Januari 1936 tegemoet, vertroebeld door
niet reëele tegenstellingen der partij', door
schandaalzaakjes, waarin men de zittende
ministers had weten te betrekken, door te*
genstellingen, die noch ipoHtiek noch sociaal
volkomen juist waren. Hoopte men een
oogenblik op tegenstellingen als van Azana
ter eene. Gil Hobles ter andere zijde, de
vorming van het linksohe Volksfront, dat
een wijden boog had en daartegenover van
de rechtscKe partijen, tusscJien welke voor
een Centrum, gelijk Zamora zich dat ge*
droomd had, nauwelijks (plaats ligt, sloeg
aan die verwachting den bodem in. Fel
waren zoodoende de verkiezingen, teeke*
nend was de uitslag, die opnieuw de hnk*
sche ipartijen een groote meerderheid gaf.
Het teekent de positie, die Azana in Spanje
inneemt, dat niet een der leiders van de
groote zegevierende partij!, doch Mj' opnieuw
tot het Minister*Presidentschalp werd geroe*
Ipen. Wellicht, omdat de omstandigheden
oipnieuw moeilijk waren; omdat de bijkans
groote overwinning leidde tot excessen, die
voor Sipanje niet gewenscht konden worden.
Hij heeft dit Minister*Presidentscha|p ge*
voerd, totdat hij thans dp 10 Mei 1936 met
754 van de 864 stemmen, die de Cortes en
de kiesmannen tezamen konden uitbrengen,
tot President van de Spaansche RepuWiek
werd gekozen. Gevolg van het feit, dat de
overwinnende linksohe ipartijén op den Pre*
sident Zamora hun wraak hadden gekoeld
door jegens dezen op 7 April d.a.v. een
motie van wantrouwen uit te spreken),
die hem op grond van de constitutie
noodzaakte ziij'n ontslag te nemen.
(Wordt vervolgd.)
Fuiken van een amder geUdht.
De rechtbank heeft de behandeling voort*
gezet van de zaak tegen den 58*jarigen
landbouwer J. G. M. uit Oude Tonge, die
eerjgen tijd geleden terecht heeft gestaan
wegens diefstal van tWee fuiken, welke
zekere De Vos in een weltering onder Den
Bommel omstreeks Mei j.l. had uitgezet.
De 'politie had bij verdachte twee fuiken
in beslag genomen, die De Vos als zijn
verdwenen eigendom herkende, maar ver*
dachte beweerde de fuiken al in Januari
te Sommelsdijk te hebben gekodht. Hij' ken*
de den naam van den verkooper niet, miaar
hij wist de zaak nog wel terug te vinden.
Maar zijn geheugen bleek niet sterk te
zijn, want hij wees den rSjksveldwachter, die
hem: begeleid had.... de werkloozenbéurs
aan!
Verdachte had nu een getuige meege*
bracht, C. Gebraad, die aan de rechtbank
meedeelde, dat hijl in de wetering had ge*
visdht zoowel met fuiken van zidhzelf als
van verdachte. Dat was ongeveer oip dezelf*
de plaats geweest als waar De Vos zijln
vischtuig had uitgezet, zoodat hïj zidi best
kon indenken, dat hij bij vergissing twee
fuiken van De Vos had opgehaald en ze
aan verdachte had gegeven.
De officier van Justitie, mr. J. F. Hoef*
felman, geloofde niet aan verdachte's on*
schuld. Teveel malen gaf hij' een andere
verklaring van de herkomst van de fuiken.
Spr. persisteerde Mj den oorspronkeKjken
eisch van twee maanden gevangenisstraf.
Ook voor CARRIERS het sangewe-
zen adres. Vraagt nieuwe prijs
courant.
BESTE JONGENS EN MEISJESl
We zijn weer al gekomen tot de laatste
Novemberopgave, die aldus luidt:
OP
GAVE 4
1.
X
2.
X
3.
X
4.
X
5.
X
6.
X
7.
X
1. afstand tusschen den-Heere Jezus en zijn
drie discipelen in den hof van Gethsema*
né (Lucas.)
2. trouwe knecht van een Aartsvader.
3. goddelooze koning van Israel.
4. tegenstelling van „hemel."
5. inhoudsmaat bij Israel (ééntiende van
een efa.)
6. landstreek in Palestina, waarnaar de dis*
cipelen o.a. werden genoemd bij de He*
meivaart.
7. plaats waar Johannes doopte.
Op de kruisjeslijn komt de naam van een
schenker van koning Artahsasta.
Met opzet heb ik deze opgave niet zoo
moeiljk gemaakt, omdat het weer tijd van
inzenden is.
Nu zal ik probeeren de laatste brieven te
beantwoorden.
Bertha L., Middelhamis^
Pas op, dat hetkleine zusje je de kran*
ten niet van onder de neus wegh(a!a,lt„
hoor! Het kind is nog niet wijzer. Je
„beekje" altijd maar een goed plaatsje ge*
ven, waar het meisje niet bij kan.
Je rapport vind ik heel mooi! En hoe
vond jij de troostprgs?
Corrie van Herjkin;^n.
Je brief is toch heelemaal vol gekomen,,
hé? Ik stel me zoo voor: jij alleen met
vader en moeder thuis, terwijl de zussen
naar catechisatie zijta, elk heeft zijn bezig*
heid, en jij met het puntje van) je tong
buiten je mond en maar schrijven. En
dan nu en dan vader of moeder zeggen:
schrijf dit of dat ook maar eens.... en dan
jij weer verder. Gezellig, hoor! Die boe*
ken ken ik wel.
Jacoba J. v. d. R, Siavenisse.
Ja, Coba, met dé ongelukken is het
erg. Je kan geen krant in handen nemeni
of er staan er in te lezen. Het ergste is
altijd, wanneer het menschenlévens kost.
Dan kan geen dokter meer helpen.
Aan gymnasttiek, geloof ik, dat zij bij
ons niet doen. Ik hoor de kinderen efl
nooit over vertellen. Ze doen blijkbaar vóór
en na schooltijd al „toeren" genoeg. Dat
vreemde woord had je goed geschreven.
Lelie, Sommelsd'ülc.
Vaa die Mleaprijsvraag weet ik niets af.
dus heb ik zeker niet meegedaan. Of ik
al die brieven kan lezen? Dalt móet ik'
wel, kind. Hoe zou ik anders de prijzen
kunnen oepalen en julUe kunnen beanit*
woorden? En als ik er geen tijd voor heb,
dan moet ik er maar tijd voor maken. Het
moet, en daarmee uit, al moest ik er een
heele nacht voor opblijven!
Jaan de G., Middelharnis,
Ik ga zoo denken, dat ze in M''harnis
uiitstekend kunnen leeren: weer al een rap*
port met schitterende djfers! Jammer, dat
ik je kwam storen bij je lecituur. Maar
het boek mag toch wel een oogenblikje
op zij om een brief aan me te schrijven,
nieitwaar? Dat heb je toch wel voor me
over, Jaan?
Cornells P. van S., Nieuwe Tonge.
Jij weet nu toch wel zeker, dat er
om een lange brief geen prijs komt, want je
brief was al heel „kaal." Zelfs heb je me
vergeten te groeten. Maar ik moet maar
denken dat ik ook wel eens iets vergeet.
Komt het boekje toch van pas? Je kunt
wel begrijpen, dat ik dat niet weet.
Klavervier, SommelsdijJc
Het is maar 't beste om je „spulletjes"
altijd goed te leeren, want als de gevreesde
repetities komen! Dan zou het dubbel
schrikwekkend wezen als je lui was ge*
weest. Voor B.G. heb je toch al een 9 te
pakken, denk ik. Zoo goed kan ik wel
niet rekenen, maar het '%o deel goed, dat
zal toch wel 9 zijn, is 't niet? Is de griep
bij A. al beter?
Nog; één van 't klaverblad.
Ben je ^tal gewoon in de nieuwe omge*
ving? Ik hoop het. Ja, ik zou w'ef eens
onverwachts binnen willen stappen om een
kijkje te nemen.
Het boekje van tante Tine heb ik ge*
zien. Het is mooi, hoor! Voor later is het
altijd zoo'n mooie herinnering, hé?
Wildzang.
Die spelletjes ken ik niet, hoor! Vroe*
ger deden wij weer iets anders, maar niet
minder leuk, hoor!
Houd je misschien briefwisseling met dat
meisje uit Gouda? Dat zou leuk zijn. Wel*
hcht dat ze daar de krant ook' ïezen,'. Ik
zal dan maar een beeitje oppassen wat ik
van jou schrijf. Of kennen ze de Wildzang
wel?
Anjelier, SommeIs4ijtk.
Je hebt het dus net nog getroffen, de
Vormelijke personen te zien. Zoo heel lang
geleden ,was 't nog niet, want bij het bezoek
op Flakkee was je er toch ook wel bij;|
denk ik.
Lin^ van D., Nieuwe Tong».
Ja, ja, ik wist we^ dat het boek in de
smaak zou vallen. Ik zelf vind het ook
heel prachtig. Ik heb het voor jou bestemd
omdat julUe een Chr. School moet missen.
Nu komt het zeker van pas, nietwaar?
Piet K., Ooltgensplaat.
Aan alles gaan we zien dat het jaar op
zijn einde gaat loopen, en we krij'gen ook
al een voorproefje van 3en winter.
Het valt niet mee om te schrijven als er
een or.deugende Leen naast je zit, hé
Toch heeft hij geen inkt op je brief gemorst.
Misschien op 't tafelkleed
Aren K., Ooltgensplaat.
Die twee boeken, die je opnoemde, zijn
heel mooi en het doet me genoegen dat je
ze met lust leest.
Wat moest je vroeg uit bed toen dei
„keu" werd geslacht.!
Cornelis B., Ouddorp.
Ben je al goeie vriendjes met den aieu*
wen meester? Ik wist wel dat die boekjes
net bij jullie van pas kwamen, want julUe
laat zoo dikwijls zien dat je graag teekent!
Willem B., Ouddorp.
Jongen, jongen, je hebt het nog drukker
dan ik, geloof ik. Die naam „Zelden rust"
moeft je er nog maar niet opzetten. Zou
It niet beter zijn: „Altijd arbeid?" Denk er
maar eens over.
Allemaal.
De oplossingen van de November*opga*
ven worden ingewach't door jullie
OOM KO,