CmWEEKE^ADÖpGED.GD0nD5(A6 vöÖRDËZUID-HOIiiïiZEEUWSCIIE EHAHDEn
GESPRONGEN
HANDEN EN LIPPEH
KLOOSTERBALSEN
9e Taanlan^
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1936
No. 790
N.V. Uitgeversmaatschappij «Eilanden-nieuws
STICHTELIJKE
OVERDENKING
Vermenig-vuldiging"
van Gedachten.
Uit het Kijkvenster
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN" - 18e JAARGANG
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
EERSTE BLAD
ELK MAR OPNIEUW HAD Zll
Dank zii den KLOOSTERBALSEN
heeR zy die nu nooit meer!
AKKER'S
„Geen goud zoo goed"
Voornaamsfe inhoud
niEuws
Advertentie-prijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst-
aanvragen en -aanbiedingen van 1 6 regels 80 et.; Boek-aan-
kondiging 10 cent per regel Contracten belangrijk lager
UITGAVE VAN
Gevestigd te Middelharnis - Prins HendriWr. 122 C. Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17
Abonnementsprijs 85 cent per 3 maandsn bij vooruitbetaling.
Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar
Als mijne gedachten binnen in mij
vermenigvuldigd werden hebben uwe
vertroostingen mijne ziel verkwikt.
Ps. 94 19.
Dit Schriftwoord is ontleend aan een
psalm uit bange tijden, waarin Gods volk
van wreede machtige vijanden te lijden
had. Sommigen meenen, dat de profeet Je^
remia de maker van dezen psalm is ten tij*
de toen de Chaldeëers het land waren bin*
nengevallen en stad en tempel door Nebu<=
cadnezar waren verwoest. In ieder geval
de dichter kon met recht van zichzelven
getuigen „ik ben de man" die ellende ge=>
zien heeft."
Daar waren zulke machtige vijanden
die hem in 't nauw brachten. Wie ze wa«
re»? Hij noemt ze goddeloozen. Hij had
gezien dat ze zich wierpen op het volk de^
Heeren; dat ze het benauwden en om^s
brachten. Hij had gezien, dat de vijand
triumfeerde; dat Jeruzalem een puinhoop
was geworden, dat Israels zonen naar Ba*
bel waren weggevoerd. En bij het aan^^
schouwen van al die dingen vermenigvul*
digden zich zijne gedachten ia hem, O, dat
peinzen over het raadsel, waarom genie=«
ten de goddeloozen voorspoed en rust en
wordt Gods volk vertrapt en vertreden!
En kan nu één benauwende gedachlte
het ons al zoo bang maken, hoieivfeel te
meer de vermenigvuldiging daarvan. Helt
zondevergif heeft ook ons denken aange^»
tast evenals onze vermogens, o wie zal
zeggen, welke zondige gruwelijke godonit*
eerende gedachten woelen door het brein
van den van God vervreemden mensch.
Ook Gods kind heeft er over te klagen ze
krijgen ook te betreuren hunne zonden.
met gedachten. i
Vermenigvuldiging van gedachten! Welk
mensch krijgt er geen kennis aan. Het le=<
ven is geen spelevaren en we krijgen het
allen te ondervinden, dat het uitnemenste
is moeite en verdriet. De wereld doet niet
anders dan teleurstellen degenen, die hun
hoop en verwachting pp die wereld ge=
bouwd hadden. Zoo menigeen stond ge^»
broken bij een graf, waar hij zooveel zag
ondergaan.
Weer een ander denkt aan zijn kind,
dat hiji ziet voorthollen op den broeden weg
des verderfs. Ge hebt gebeden, gesmeekt,
misschien gedreigd! O, ge moet er niet
aan denken wat het einde nog zal zijn.
Uw hoofd is moe en uw hart is bedroefd.
Wat stemt niet nameloos veel tot droef*
heid in de Kerk des Heeren; wa|t een ge*
brek aan ware vreeze Gods; wat een be*
ginselverloochening; wajt een losheid van
zeden. Als ge ziet op den afval onzer da*
gen wat kunnen bange benauwende ge*
dachten Gods volk niet overmeesteren.
Maar nooit meer vermenigvuldiging
van gedachten, dan bij den zondaar, die
door Gods Geest aan zich zelven ontdekt
mag worden; die leert in te blikken in de
diepte van zijn val en verderf. Smart en
schuldgevoel over de zonde gaan bij' hem
ontwaken; den toorn Gods ziet hij op zich
aankomen.
Hopelooze moedbenemende gedachten
vermenigvuldigden zich in hem.
Zondaar voor God leert Mj zich kennen
en hij' ziet bergen van zonde en schuld
voor zich en hij leert verstaan wat Luther
doormaakte in zijn cel, toen hij' uitriep
o mijn zonde, mijne zonde! Hij' is aan het
nadenken gegaan over de vraag, hoe wordt
ik van mïj'n schuld verlost; mijn schuld die
200 ontzaggelijk zwaar is. O, alles klaagt
zoo'n ontdekten zondaar aan als de Heer©'
hem in 't gericht betrekt; als God hem be*
paalt bij hetgeen hij gedaan 'heeft, ge*
dacht en gesproken. Hij moest gaan na*
denken over de vragen: wie was ik voor
God en wie was God voor mij. Kent zich
een voorwerp van 's Heeren rechtvaardi*
gen toorn en kan met David instemmen;
„Hoor hoe een boeteling pleit" Daarbij leert
de Heere. zijn volk de breuke kennen. Hij
brengt ze terug in 't paradijs, zoodat ze
met dienzelfden David gaan belijden:
't Is niet alleen dit kwaad dat roept om
sitraf.
Neen 'kben in ongerechtigheid geboren
Mijn zonde maakt mij 't voorwerp van
Uw toren
Reeds van het uur van mijn ontvang'nis
af.
Welke gedachten kunnen niet de ziel
doorkruisen als de Heere zijn in eeuwig*
heid gekenden schuldig gaat stellen. Hun
berouw lijkt hun niet het ware; hun ge*
bed niet oprecht; wat kleven ze aan het
stof als God nu geen bemoeienis meer
wil hebben.
Dergelijke gedachten komen het hart U
verontrusten. Dan is het voor dien zon*
daar bange levenswerkelijkheid geworden
wat het oude Israël klaagde: „On^e heen*
deren zijn verdord; onze verwachting .is
verloren, we zijn afgesneden.','
Maar dan wordt het ook ervaren met
den dichter van dezen 94sten pslam.
Wanneer mij 't afgepeinsde hart
Door al mijn denken werd verward
En ik in druk schier was gestikt
Toen heeft uw troost mijn ziel verkwikt
Zalige vertroostingen waren hem ten
deel gevallen. Uwe vertroostingen hebben
mijne ziel verkwikt. De psalmist zegt niet,
dat hij zichzelven verkwikt had met de
vertroostingen Gods. Want dat gaat nieü!
Gods woord is vol vertroostingen, maar
een ten einde raad gekomen ziel heeft er*
varen, dat zij' er geen enkele van nemen
of grijï>en kan. Die' vertroostingen zelve
zullen als een onwederstajidelijke macht
de ziel verkwikken moe|ten. En nu troost
de Heilige Geest bijzonderlijk door het
Woord. Door een of andere waarheid met
kracht op de ziel te binden. Daarom sprak
de dichter ook van uwe vertroostingen.
Ja, wat een wonderlijke liefde Gods om
menschen die zich vriji en moedwillig van
Hem hebben losgescheurd te vertroosten.
Het zijn schepselen die toch niet anders
gedaan hebben dan hun Maker en For*
meerder beleedigen. Nogmaals hoe komt
het dat zoo'n alles verbeurd, den.dood vein»
diend hebbend schepsel getroost kan wor*
den? Wel, omdat Christus met zijn borg*
tocht is tusschenbeide gekomen. Hij is het
kanaal waardoor de vertroostingen des
Heiligen Geestes uit Gods eeuwig liefde*
hart het deel der treurigen Sions worden.
's Heeren algenoegzame vertroostingen
hadden de ziel van den dichter verkwikt.
Hoe was alles bij hem veranderd. Hij lag
niet langer overstelpt in ellende ter neer.
Neen, toen de Heere zijne vertroostingen
aan zijn ziel toediende sprong zijn hart-
op van vreugde. En als de Heere tot de
ziel spreekt. ,-,Ik heb u liefgehad met een
eeuwige liefde" dan ligt daarin de rijkste
vertroosting die een arm hart kan onder*
vünden, waaronder de mensch wegzinkt
en waarbij God alleen groot is.
De kleine wereld van binnen kan even*
als de groote wereld rondom ons vol strijd
en beroering zijn. Maar als God troost
met de vertroostingen voor tijd en eeuwig*
heid „ik zal U leiden door mijn raad (dat
is voor den tijd) en daarna in heerlijkheid
opnemen (dat is voor de eeuwigheid) dan
zal Hij ook niet rusten totdat Hij niet al*
leen voor ons maar aan ons en in ons vol*
bracht heeft, wat volbracht moet worden.
Lezer waarmee troost gij U? Met uwe zon*
den? Met U zelve? Of met den Christus,
Gods? Kent gij de vertroostingen Gods?
Zijn ze u ooit te klein gewekt? Hebt ge
ooit te bedenken gekregen wat tot uwen
eeuwigen vrede dient? Het doel der ver*
troostingen is smart weg te nemen; rust
voor onrust te brengen. Maar hoe zal dat
kunnen, als ge u nog nooit verontrust ge*
voeldet over uw onbekeerden staat, als ge
niet bedenkt, dat een zondaar zal omko*
men in het rechtvaardig gerichte Gods.
Wee, den gerusfen te Sion, Wee, den zeke*
ren op den berg van Samaria. Onbekeelrd
schepsel dal voortleeft in heillooze ge*
rustheid de Heere veTyiille u met een hei*
lige bekommering over uwe zonden, opdat
ge de vertroostingen Gods mocht noodig
krijgen.
De Heere drijVe u af van u zelven, on*
getroosten, verdrukten, door onweder
voortgedrevenen en geve U den troost,
dien ge noodig hebt alleen bijl den grooten
Trooster Israels te zoeken. En waar die
troost waarachtig begeerd wordt zal hij ook
worden verkregen. Daarin zal een zoe*
kend volk nooit worden teleurgesteld. lm*
mers hun geldt de zaligspreking, zalig die
treuren, want ze zullen vertroost wordetn.
Gelukkig volk, dat alleen vertroost kon
worden met de komst van Christus. Zou
Hij U met Hem niet alle dingen schenken?
De tijd breekt aan dat gij' te Jeruzalem
zult getroost worden. Ja in het Jeruzalem
dat Boven is, waar alle tranen van de
oogen zijn afgewischt en waar 'het onver*
duisterd licht van Gods vriendelijk aan*
gezicht tot in eeuwigheid bestralen zal.
Ds. V. d. G;.
België neetni Nederland tot voorbeeld.
In België heeft men een andete koers
ingeslagen. Tot nog toe was men daar
vastgesnoerd aan de verbonden en overeen*
komsten lier groote mogendheden. Tot 1914
was België een neutrale sïaat, welks neAi*
traliteit gewaarborgd was door de groote
mogendheden. Toen die groote mogendhe*
den onderling oorlog kregen werd België
het kind van de rekening. Na den grooten
wereldoorlog was Belgie's lot verbonden
aan dat der groote mog..mdheden. Deed het
mee aan de poli,ti4^; .an 'Versailles. Zat
het mee aan,- aan de raadstafel der groote)
staden. Deed bet mee aan alle mogelijke
internationale conferenties. Zoo o.ok aan
Lccarno. België had deel aan internationale
groepeeringen. Was nauw verbonden aan
Frankrijk.
Ja, had met Frankrijk militaire afspraken.
De rol, die België speelde was dat het werd
beschouwd als een aanhangwagen van het
groote Frankrijk. Dat bracht gevaarlijke
gevolgen met zich mee. Gevaren waarvoor
ons, Zuidelijke buren, langzamerhand de
oogen zijn opengegaan. Met het gevolg,
dat het radicaal met dat verleden heeft ge*
broken. En nu een zelfstandige neutralite'its*
pcHtiek zal gaan voeren. Een gevolg van
dit besluit is dat het zijn leger krachtig
zal gaan versterken.
Om de neutraliteit, waartoe het is over*
gegaan krachtig te kunnen verdedigen. De
stap waartoe België is overgeggaan lijkt ons
verstandig toe. Behoorlijke verzorging van
de weermiddelen is ook voor ons land nood
zakelijk, om de zelfstandige neutraliteitspo*
btiek te kunnen verdedigen.
VAN BOpZE DINGEN.
Te Utrecht is de vergadering van de Vrij*
denkers onmogelijk gemaakt.
Dat feit is op zich zelf niet slecht. Al*
leen maar de wijze waarop, die was ver*
keerd, die deugde niet. Dat kan men niet
aan de man van de straat overlaten. Dat
mag niet geschieden in den vjfeg van ter*
reur. Evenwel, een en ander werpt een
schril Ucht op de verderfelijke revolutionaire
■vrijheid, die in ons land wordt gehuldigd.
Ja, die door antirevolutionairen en christe*
lijk historischen als de hoogste wijdheid,
als Christelijke wijsheid is gehuldigd.
Elk beginsel, hoe boos en goddeloos
ook, mag vrijuit beleden en gepropageerd
worden. Ja, geniet zelfs de bescherming
van de Regeering.
Hoog beeft men geroemd het wetje op
de godslastering. f
Eilieve, hoe arm is de inhoud er van.
God mag vrij' worden bestreden. Open*
baar Jhag zijin bestaan worden ontkend.
Voor de Godsmiskenning, voor de God*
loochening, voor het Atheïsme mag vrij
ipropaganda worden gemaakt.
Als men maar de gevoelens van den ster*
ielijken mensch ontziet.
Is het niet vreeselijk? En dat door Chris*
telijfce regeeringen. Dat. Christehjfce regee*
Tingen het propageeren beschermen van
het Atheisme.
Dat is het vreeselijke. Gods Eer, Naam,
Deugden en bestaan vrijiuit worden aange*
rand en dat onder bescherming' van de
Overheid. Een Overheid, en Overheids'per*
sonen, die dat toelaten, rfjtn niet Ciiris*
telijk. Dat zijn booze 'dingen, die een
schandvlek zijSn voor de natie.
TERRORISME.
De lui van de stüaat baas.
In Utrecht hield de vrijdenkersvereeniging
„De Dageraad" een vergadering. Een schande
voor land ea regeering, dat dergelijke booze
en goddelooze vereenigingen vrij mogen
en kunnen vergaderen en vrij propaganda
kunnen maken.
De „N.S.B.*ers" uit Amsterdam' zijn er
heengetrokken.
Ze hebben deze vergadering onmogelijk
gemaakt.
Tenslotte heeft de politie de zaal moeten
ontruimen.
Ds N.S.B, verstoort een vergadering.
Dat is mis, dat is ontoelaatbaar.
Het janhagel dient geen baas te zijn.
De Regeering moet de macht in handen
hebben.
Dergelijke dingen als te Utrecht zijn ge*
beurd zijn beslist ontoelaatbaar.
Waar moet het heen, als de man van de
stiaat zaï'uitmaken welke vergaderingen nief
gehouden mogen worden.
Dergelijk optreden is in de hoogste mate
revolutionair.
Daarvoor is in een rechtsstaat geen plaats.
De Regeering grijze in en zorge dat zulke
terreur onmiddellijk de kop wordt inge*
drukt.
Vaderlanidsche geschiedenis. Prins
Willem III en Trjgland Van 01=
denbamevelt, Prins Maurits en de
Gereformeerdein in Di^n Haag Ro=
saeus die alléén stond.
f
Lofwaardige getuigenissen vermeldt de
hoogstbekwame geschiedsdhrijver Groen van
Prinsterer in zijn Handboek der Geschie*
denis over de Prinsen van Oranje. Lezens*
waard is onder meer hetgeen hij biesdhrij'fit
over de Stadhouderlooze tijdperken en de
actie van de Witt om het OranjegeslaCht
van den troon uit te sluiten. Menige verne*
dering hebben de Staten van Holland en
Utrecht den jeugdigen Prins aangedaan.
Van Willem III, opgevoed onder leiding
van den bekenden predikant Trigland,
wordt vermeld, dat Trigland den Prins,
wanneer hij onverwacht diens kamer betrad,
dikwijls geknield aantrof, biddende, dat hij
te fijnen tijd mocht wezleri; -een: zuil voor
den Godsdienst en een voedsjterheer der
Kerk.
't Zijn wel ouderwetsche klanken, die ons
uit Green's Handboek tegenkomen. Maar
het oude is veelal beter dan bet nieuwe. Wij
leven in een tijd, dat de dingen gansch an*
ders gezien worden. Het accepteeren van een
Grondwet, stammende uit den tijd der Re*
volutie, heeft sporen nagelaten op den geest
van ons volk. De met taai geduld voorge*
dragen meening, dat de Staat 'niet met eeni*
gen godsdienst verbonden kan wezen, hoeft
zijn 'duizenden verslagen; wij z'ijii practisch
aangeland bij den god*loozen Staat.
Ook heeft hierbij de democratie eengroo*
te rol gespeeld; het staatsbestuur is afhan*
keKjk -gesteld van wat het volk begeert en
besluit. Tegenover de leer van een gezonden
volksinvloed op het bestuur van land en
stad, ter tempering van de dwingelandij
van den vorst, is komen staan een volks*
regeering, die haar wil doordrijft. Den wil
alzoo van een volk, welks kerken steeds
minder bezocht worden, en in welk volk
de stofvergoding en godverzaking de
schoonste triomphen viert.
In het voorbeeld, hierboven aangehaald,
vindt gij een biddenden Oranjevorst en een
godzalig predikant. Trigland, waarlijk niet
de eerste de beste! Roomsch opgevoed, be*
haagde het God hem door het lezen van
Augustinus' geschriften tot bekeering te
brengen. Als predikant en hoogleeraar is
hij de Kerk bijzonder dienstbaar geweefet.
Ook nam hij deel aan de groote Dordtsche
S'ynode en was een fel bestrïjdeAr van de
Remonstranten. Van hem is het fiere woord,
datal moesten de Gereformeerden in
schuren preeken, welnu, helt lag er zoo
toe, hij had nog wel moed om de Remon*
stranten dood te preeken." Op Prins Mau*
rits maakte dat indruk en deze antwoord*
de: „de kerken komen ons toe en wij zul*
len ze hebben ook." Nu ben ik dus weer
een stapje teruggegaan in de geschiedenis,
ach ja, dat Handboek van Groen, 't is
scheen op elke bladzijde. Welnu, de Re*
monstranten waren de baas in Den Haag
onder leiding van den Raadpensionnaris van
Oldenbarnevelt. De Gereformeerden verga*
derden in hef huis van den boekhouder
van den Prins. Zij vragen om een Kerk.
Maurits is niet van zins om de Gerefor*
meerden met geweld te onderdrukken, in te*
gendeel, hij kiest hun partij en weeit hen
de Kloosterkerk te geven. Derwaarts gaat
nu de Prins met zijti gevolg plech'tstatig
tei" kerk, met al degenen idie de zuivere
waarheid beminden. Door zulk een publieke
daad heeft Maurits in die hadhelijke mo*
.VPTas een gruwelijke last en het deed
geweldig zeer. Bet bloed stond er al
tijd voor. Allerlei huismiddeltjes deed
ik er op, het beet geweldig, maar tel
kens kwamen de kloven terug. Gewone
huid-crêmes hielpen mij evenmin. Maar
nu heb ik geen last meer ervan. Nu
wrijf ik eiken ochtendenavond Klooster-
balsem er op. Dat doet géén zeer en
de huid is en blijft prachtig glad èn
gezond, ook al kom ik met mgn han
den vaak in het water. Het was een
uitkomst." 5 j
ORieiNEEL TBR INZAQI
Onorertroff en b jj brand- en sny Toonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel bQ
Rheumatiek, spit en p^nlyke spieren
Schroefdoos 35 et Potten: 62J4 et. en 1.04
menten onder Gods zegen de Gereformeex*
den onschatbaren steun gegeven. Maar in
het Statencollege wordt Maurits aan den
tand gevoeld en woridt hem gezegdl, dat
hij de Staten moet helpen om hun geziag
te handhaven.
En wat doet de Prins? Hij' laat zich de
registers (notulen) van 1586 brengen en
leest 'den eed voor, die Mj mèt de Staten
had afgelegd dat zijtot hun laatsten
druppel bloeds de Gereformeerde Religie,
de eerste oorzaak van den strijd, zouden
beschermen. Die Godsdienst zal ik hand*
haven zoolang ik leef, zeide de Prins. Meji
kan niet anders dan met eerbiedig© bewon*
dering een diep heimwee de geschiedenis
uit 'dien hoogst ernstigen en gezegenden tijd
lezen, als men in onze tijden hoort het
zouteloos, lafhartig geteem: „dat de Over*
heid het orgaan mist om den wil Gods te
kennen." Schande over al degenen, die zulk
een stelling hebben uitgedacht. Hiermede
is de grondzuil van den staat omgehouwen.
De vruchten er van komen in het volk
openbaar. De afval van den levenden God
wordt in het publieke leven steeds grooter.
De vrees kan U beklemmen, dat God Zijn
Kerk weer in grooten druk zal moeten
brengen om haar aan haar ontrouw |te
herinneren.
Prins Maurits wilde de Gereformeerden
al vast één kerk geven in den Haag^ dan
konden zij een beurt openhouden voor
Rcsaeus! Nu, Rosaeus was ook een echte
hoor. Hij was de eenige contra*remonstrant*
sche predikant in den Haag en hem was ge*
last in vrede te leven met Uïttenbbgaart^
den Remonstrant, óók aan het H. Avond*
maal. Dat weigerd»; Rosaeus, en toen werd
hij' afgezet. Van Oldenbarnevelt, wiens stand
beeld prijkt in het Rotterdamsch Stadhuis
aan den Coolsingel, zeide nu tot hem: Nu,
daar sta je nu alleen." Ach neen mijnheeir,
zei Rosaeus, maar de Heere God is met
mij en nog zooveel duizend vromeji als
Hij in ons land gelaten heeft."
Ja, men hoorde toen bétere praat dan
thans. Men wist waarvoor men streed. Te*
genwoordig is er aan de christelijke politiek
geen touw vast te knoopen, ze is practisch
liberaal. Vrijgeesterij, anders niet.
Het ware zeer te wenschem dat wij, en
vooral onze jonge menschen, van onze ge*
schiedenis veel studie maakten. De groote
daden Gods, ge vindt ze op elke bladzijde.
Als een zoutend zout hergeeft zij ons
den smaak, ons, arme, flauwe, bloohartige,
slappe gereformeerden van de 20e eeuw!
WAARNEMER.
Uït het Kijkvenster.' Een stufcje gjesdhiedenis.
Ds-iesfawen: De lui van de straat baas.
Buitenland: Minister Salenjgro in Fra-nWljïC
maakt een eind aan zijn leven Rondom
de stiüjd in Madrid.
Ingezonden Stukken: Een Volks^Universiteit
oip Flakkee?
Binnenland: Een nieuw gevechtsvliegtuig
Prins Bernhard vliegt en gaat b!i| den
Führer olp bezoek. Een Hollanidsclhe jon»
gen in Sipianje gesneuveld.
Ingeb*uiknatne gerestaureerd Orgel in de
Ned. Herv. Kerk te Nieuwe Tonge.
Gemeenteraad Ooltgensplaat en St. Philips»
lanld, (Zeeuwsdhe Editie).
Gemengd en Plaatselijk Nieuws.