CmWEEK5IADÖpGED.GDOI1D5IA6 vöÖRDEZyD-HOLLËnZECUWJCHE EILAHDEn
OMers
STICHTELIJKE
OVERDENKING
9e laarfSan^
ZATERDAG 31 OCTOBER 1936
No. 784
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
EERSTE BLAD
HERVORMINGSDAG.
Snipverkouden?
Muziek
Uit het Kïjkvenster
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EILANDEN"
18e JAARGANG
aanvragen en -aanbiedingen v«n 1-6 regels 80 et Boek-aan-j N»V, UitjgeVerSmaatSChappij «Eilanden-llietlWS
Een dubbele genade beloofd
aan de dooden.
31 October,
Dan wat Dampo diep opsnuiven
weHcUig. is ve^'é^^agdf
Voornaamste inhoud
niEuws
Advertentie prijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.Dienst- 1 UITGAVE VAN
k mdiging 10 cent per regel - Contracten belangrijk lager 1 Gevestigd te Middelharnis - Prins Hendri\str. 122 C. Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17
Abonnements-prljs 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling.
Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden'per jaar
Voorwaar, voorwaar zeg ik u: De
ur#komt en is nu, wanneer de dooden
milen hooren de stem des Zoons Gods,
en die ze gehoord hebben, zullen leven.
Johannes 5 25.
Deze tekst heeft zoo iets strijdigs met
onze natuur, als wij zelden in Gods Woord
aantreffen: „De dooden zullen hooren."
Roept maar op «en graf, zij hooren ev
niets van en geven geen antwoord, die
daar begraven liggen. En toch de Heere
bezweert het met eede, dat de dooden
zullen hooren.
Ieder, die bekend is met de bedoeling
der Heilige Schrift, weet, dat de Heere
hier spreekt van geestelijk dooden, die
dood zijn door de misdaden en de zonden.
De Roomschen v«Bgelijken, om hun
vrijen wil te verheffen, den halfdooden
mensch, dien de moordenaars op den weg
achterlieten, met den Samaritaan, alsof
het hun vrij staat met den rook van alle*
gorie het duidelijk gevoelen, waarmede
Christus ons openlijk aan den dood toe:»
wijst, te benevelen.
Zoo zegt Calvijn in zijn uitlegging van
deze plaats. En dat zeer vele ProtestanJten
van-^^jlledei Eiohö4ig-~.5«ai - hetzelfde ge»»
voelen zijn, dat de mensch niet dood, maar
halfdood is, blijkt uit de menigte
Christenen en Christelijke werken, die uit
die dwaling geboren worden.
Hoe schoon die vraje«wilsleer schijnen
mag en hoe moeilijk het; is tegen dien
stroom van Christendom op te roeien, al
de godsdienst, daaruit voortgekomen, is
geestelijk dood. Met al de heiligen ver^
kiezen wij Gods werk boven menschen*
weiik, dat Paulus schade en drek acht.
Niet half, maar geheel dood is de
mensch voordat Christus ons levend
maakt. De kranke had al achtendertig
jaar in Bethesda gelegen. De Heere Jezus
was daar, bij gelegenheid van het Pink*
sterfeest volgens de meening der uitleg*
gers. Hij vroeg hem: „Wilt gij gezond
worden?" De kranke klaagde: „Heere!
ik heb geen mensch om mÜj te werpen
in het badwater, wanneer het water be*
roerd wordt (n.l. door een engel) en ter»-
wijl ik kom, zoo daalt een ander vóór mij
neder." Jezus zeide tot hem: „Sta op,
neem uw beddeken op en wandel." En ter*
stond werd de mensch gezond en nam
zijn beddeken op en wandelde.
Dat is Gods werk. De kranke kwam al*
tijd te laat en vischte achter het net,
teleurstellingen waarmede de Heere Z^jn
volk leert van het middel af ïe zien en
alleen op den Heere te hopen. Ben ander
hebben wij' noodig, n.l. Jezus. Doch Dien
kennen wij" niet, óf Hij moet Zich open*
baren aan ons. Als de Heere Jezus komt,'
hebben wij geen mensch, geen badwater,
geen engel noodig. Dan komen wij nooit
te laat, maar juist op tijd'. Of liever:
Wij komen nooit tot den Heene, maar de
Heere komt tot ons. Want wij' zijn nieft
halfdood, maar geheel dood.
Een groot wonder was er gebeurd. Doch
wie zag het? Zelfs de achtendertigjarige
kranke niet. De Joden zien hem zijn bed
dragen. Het was sabbat. Zij:, die in hun
waan beter waren dan anderen, vallen
liefdeloos op hem aan en zeggen: „Het is
sabbat; het is u niet geoorloofd het bed*
deken te dragen." Die genezen was be*
roept zich op zjijn Weldoener en zegt:
..Die mij gezond gemaakt heeft, Die heeft
Ni gezegd: Neem uw beddeken op' en
wandel." De Joden vroegen hem: „Wie
'S de mensch, 'die u gezegd beeft: Neem
uw beddeken op en wandel?" Dit wist de
gezond gemaakte niet. De Heere Jezus had
zich ongemerkt verwijderd, daar er op
die plaats een groote schare was. Later
vond Jezus hem in den tempe'l en zeide
tot hem: „Zie, gij zij't gezond geworden;
Zondig niet meer, opdat u niet wat ergers
geschiede." En wat gebeurt er? Die ge*
zond gemaakt was ging tot de Joden en
boodschapte hun, dat liet Jezus was die
hem gezond gemaakt had.
De Joden, hoorende dat het Jezus was,
zochten Hem te dooden. Hij verantwoordt
Zich en zegt: „M'ijn Vader werkt tot nu
toe (door de onderhouding en regeering
van de geschapen weneld) en Ik werk ook
(als Verlosser van Mijn uitverkoren volk)."
Dit woord was olie in het vuur. Een
tweede aanklacht ^jficiiten ds Joden tegen
Jezus in; niet alleen bxak Hij den sabbat,
maar Hij stelde Zich met God gelijk.
Jezus verdedigde Zich met de gelijk*
wezensheid der Goddelijke Personen: De
Zoon doet niets zonder den Vader. Beiden
wekken de dooden op. De Vader oordeelt
niemand buiten den Zoon en oordeelt
allen door den Zoon, opdat zij allen den
Zoon eeren, gelijk zij den Vader eeren.
Die den Zoon niet eert, eert den Vader
niet. Die Hem gezonden heeft. „Die Mijn
Woord hoort en gelooft Hem, Die Mij
gezonden heeft, heeft het eeuwige leven
en komt niet in de verSoemenis, maar is
uit den dood overgegaan in het leven,"
zoo zegt de Heere Jezus. Deze leer des
Evangelies is de scepter waarmede Chris*
tus de geloovigen regeert, die door den
Vader Christus onderworpen zijn, zegt
Calvijn.
Daarna laat de Heere de belofte van
een dubbele genade aan de dooden volgen,
in ons tekstwoord vervat, dat de zalige
verwachting uitdrukt: Er zal een tijd
komen en is er al, dat velen uit den dood
di-i. i'oncÉM-tofeeê--'geestelij'k lefen zullen
worden opgewekt en de stem van den
Zoon van God in de prediking des Evan*
gelies zullen hooren en het eeuwige leven
deelachtig zullen worden.
Van nature zijn alle menschen gees*
telijk dood. De geestelijke dood openbaart
zich vooral in vijandschap tegen Christus
en het Evangelie. De uitingen van die vij*
andschap blijken in den dienst der zon*
den, het jagen naar de wereld en het doen
van de begeerten van onzen vader, den
duivel. Inwendig blijkt de vijandschap in
hoogmoed, eigengerechtigheid, onwetend*
heid _in goddelijke dingen, verharding,
waaruit tegenstand, ongeloof, bijgeloof,
afgoderij, atheïsterij, spotternij en zelf*
aanbidding voortkomen. De onvatbaar*
heid van den natuurlijken mensch voor
geestelijke dingen moet ons verwonderd
doen staan, dat het Chrisitendom nog als
uitwendige godsdienst bestaat. Daarom
zullen er altijd ketterijen zijn, waardoor
evenwel de oprechten weer openbaar
moeten worden door den Heiligen Geest.
(Wordt vervolgd.)
Groote donkerheid heerschte over Gods
kerk. Hoe zou het ook anders kunnen?
's Heeren Woord was verbannen. Het eeuwig
durend tot zaligheid leidende Woord Gods
lag onder het stof bedolven. Diepe nacht,
heerschte alom. O zeker, de Heere had nog
Zijn kerk op aarde. Dde zal er altijd aijn
tot op den jongsten dag. Maar de Bijbel
was verbannen uit de kerk. Daarvoor in
de plaats waren gekomen allerlei mensche*
lijke inzettingen. Dwaas zondig b'ij'geloof
was gekomen in de plaats van het Uditende
Getuigenis des -Heeren. De kerk was ver*
zonken in den donkeren nacht van het
Roomsche bijgeloof. En die van 's Heeren
Woord getuigenis gaven, och, ze werden
vervolgd, op onmenschelijke wïjize ter dood
gebracht en naar het scheen had de duis*
ternis geheerscht over het licht.
De Waldenzen, hoe zwaar z'ijn ze niet
vervolgd. Evenwel niet gansch uitgeroeid.
Wicklef en Huss, wat had Rome tegen hen
en hun volgelingen gewoed. Te vuur en te
zwaard hen vervolgd en uitgeroeid. Even*
wel de Heere had andere, gunstige gedach*
ten over de menschheid. Sj'n Woord kwam
weer opde kansel. De Bijbel werd aan het
volk teruggegeven. Opgedolven uit bet stof
der eeuwen. De Bijbel op den kansel, 's
Heeren Woord gebracht onder bet volk,
het gansche zuurdeesem van kerk, staat en
maatschappij doorzuurd van 's Heeren
Woord .ziedaar de befeekenis van de Her*
vorming, ziedaar het groote heil der Re*
formatie. Aan de Hervorming is Luthers
naam verbonden. De eenvoudige monnik
van Wittenberg. Zoo acht men, en terecht,
hem de man, die de stoot gaf tot de Her*
vorming. Dat wil zeggen, de Heere ge*
biuikte deze eenvoudige monnik uit Wit*
tenberg als instrument Zijner hand om
dat heerlijke werk tot openbaring te bren*
gen. Het dom en grof bijgeloof van Rome's
kerkleer, inzonderheid de grove goddelooze
aflaathandel, het spelen om vuil gewin
met de zaligheid der ziplen, is de aanleiding
tot de openbaarmaking van Luthers Sdhrif*
tuurHjke stellingen.
Zoo wordt de 31ste October .1517 de
geboortestonde van de Hervorming. Neen
't is geen menschenwerk. Ook van dit werk
des Heeren moest getuigd worden: „We zien
het, maar doorgronden het niet." Aan
de eene zijde een eenvoudige monnik, met
geen ander verweer da.n 's Heeren Woord.
Aan de andere zijde, alles wat machtig.
Tijk, aanzienlijk en geleerd was. Een eenvou*
dige monnik tegenover de machtige Room*
sohe kerk, die de stem had van de mach*
ligen der aarde. Maar 's Heeren Geest werk*
te in de dorre doodsbeenderen. Als God
werkt, wie zal dan keeren? Voor velen
ging het licht op tot zaligheid. God had
Luther, de vrome monnik, geleid door
de smarten der wedergeboorte tot groote
klaarheid. „'De rechtvaardige zal door het
geloof leven," dat ontsluit voor zijn ziel
de genade Gods ',.a Christus en weiira mag
hij getuigen: „Gij-, o Jezus, zïj't mijne ge*
rechtigheid en ik ben Uw zonde." Een
nieuwe wereld is voor Lutber opengegaan.
Een nieuw leven is voot hem opgegaan. Het
oude is voorbijgegaan, ziet het is al nieuw
geworden. Groote geestelijke blijdschaip is
over hem gekomen. God sipaart hem. God
bemoedigt en vertroost hem en straks is hij'
het middel waardoor aap het volk de Bijbel
wordt weergegeven. Eji hoevelen hebben
in hun dorst, in hun versagen, in hun zie*
leangst en ellende zicEj aan die Bron mo*
gen laven. In Duitschland, in de heele we*
reld. In Europa, ook in ons land. Nergens
ontplooide de Hervorming zich kradhtiger
dan in ons land.
Een st.aat met den Bijbel als grondslag
werd gesticht, 's Heeren Woord was ge*
zaghebbend, toonaangevend in de hutten
der armen en in de raadszalen"des lands.
Langs een diepe weg, een weg gedrenkt
door het bloed van zooveel duizenden.
De Hervorming gaf de kracht in den
strijd tegen het tirannieke Rome en Spanje.
De uitslag was heerlijk.
Vrijheid God ~te dienen naar Zijn Woord
en het land te regeeren naar Gods ordi*
nantiën, ziedaar de heerlijke vrucht van
zoo zwaren strijd.
Daaraan worden we herinnerd op den
Hervormingsdag.
De tijden z5j'n zwaar, zijn donker.
Ongeloof en bijgeloof dreigt het licht van
Gods Woord Ie versmoren. De toekomst
gaat schuil in donkere dreiging van partijen
die 's menseben bedorven rede stellen Iso*
ven 's Heeren Woord. EvenwtelGods
Woord houdt stand in Eeuwigheid. En
komt vervolging. Luther zong:
Delft vrouw en kinderen 't graf,
Het bïengt u geen gewin.
Wij gaan den hemel in
En erven koninkrijken.
Daarvoor is noodig 's Heeren Woord in
zijn -vrijmakende kracht aan eigen ziel te
mogen ervaren. Dat schenke de Heere bij
vernieuwing aan ons volk.
Doos 30, Pot 50 et. Bij Apoth. -en Drogisten
OAMPO da«r lucht je vaa op
ONTSTAAN EN ONTWIKKELING DER
EVANGELISCHE KERKZANG.
J. S. Bach en zijm tijldgenooten.
Na de cantaten, passionen, motetten en
oratoria rest ons nog een korte beschouwing
over Bach's koralen en lafïjnsdhe kerkmu*
ziek.
De koralen komen in bovengenoemde
werken voor, en zijn zoo ongeveer te be*
schouwen ak rustpunten in het geheel.
Al heeft men' nog zoo weinig Bach*muziek
geboord, eenige koralen kan men ziCh
doorgaans wel berinneren waarvan de fijne,
reine religieuse sfeer een belevenis is dié
niet vergaat. Eenvoudig vierstemmig zijn
zij gezet, maar de behandeling der partijfen
is zoo ipracfatig en in even-widht, dat men
van een Bach<*barmonisatie spreekt. De te*
norpartij volgt tegenover de koraalWijze
een schoone melodische lijn, terwijl de bas
in vrije r-ythmisChe motieven levendigheid
brengt.
Philipp Emanuel BaCh heeft de koralen
van zijn vader verzameld en in 1765 en 1769
in twee banden opnieuw uitgegeven. Bij'
een latere editie steeg het aantal koralen
tot 371.
Te Leipzig, waar Bach verbonden was
ak cantor aan de Thomaskirche, was de
latijnscbe liturgie nog steeds in gebruik,
en hiervoor heeft Bach zijn z.g. korte mis*
sen geschreven. Deze bestaan slechts uit
K-yrië, Gloria en Credo. Vijf van deze com*
!posities zijn bekend, waarvan twee waar*
schijnlijk voor andere steden 'bestemd wa*
jen. Voor het gebruik in de Protestantsche
kerken in Saksen comiponeerde hij Respon*
sorijn en Hymnen. Het beroemde Magnifi*
cat voor de liturgie der Thomaskirche is
een vijfstemmig koorwerk dat tot oip heden
djn religieus*muzikale waarde heeft gehand*
haafd. De groote H*moll mis is, zooals
reeds vroeger vermeld, alleen voor de con*
certzaal geschikt.
Het spreekt vanzelf dat i-n de tijd dat
Bach leefde vele toonkunstenaars eveneens
het kerkgezang dienden. Thans ver;i;ht het
genie van den grootmeester dit tijdperk en
vervaagt de prestaties van de andere musici,
terwijl in die dagen Bach gewoon als één
der hunnen werd beschouwd en zelfs ver*
schillende malen voor een kunstbroeder
gepasseerd is. Daar is allereerst Bach's vooi*
ganger als cantor te Leipzig,' Johann
Kuhnau, die nog steeds in de geest van
Buxtehude, kerkcantaten comiponeerde. Veer
tien jaargangen waarvan weinige bewaard
zijn gebleven. Een combinatie van de Ita=
liaansch*dramatische stijl en ernstige door*
wrochte Duitsdhe pol-yphonie verkreeg Joh.
Philipp v. Krieger in zijn 2000 composi*
ties kerkelijke muziek. Deze zijn voor een
groot gedeelte bewaard gebleven. De groot*
meester Handel zal, wat betreft z'n kerke*
lijk werk, besproken worden bij de Angli*
kaansche kerkmuziek. De leeraar van deze,
Friedrich Zauchow, organist te Halle, liet 12
kerkcantaten na en vele koraalbewerkin*'
gen7"Een oippervlakkige 0'pera*ach'ige geest
spreekt uit de vijf passionen van Reinhard
Keifer op teksten van Hunold en Brockes.
Zeer bekend is Georg Philipp Telemann,
die men de veelschrijver noemt, zie maar
eens: 12 jaargangen kerkcantaten, 44 'passi*
onen, 35 oratoria en 75 kerkelijke gelegen*
heidswerken! Men oordeelt versdhlllend over
dé waarde van deze muzieklawine, toch
worden nog thans vele zijner comiposities
uitgevoerd.
Gottfried Heinrich Stölzel en Graupner
staan bekend, zooals vele van Bach's tijd*
genooten om hun theaterachtige kerkmu*
ziek. Kwantiteit en kwaliteit stonden niet.
in de goede verhouding. Graupner compo*
neerde bijvoorbeeld tusschen 1719 en 1754
1300 cantaten!
Wijl zullen zien dat de vervlakking in
het tweede gedeelte der 18de eeuw voortgang
vindt, zoowel wat betreft het godsdienstig
leven, als in het kerkelijk gezang.
F. A. BERNARD..
I 11'
Hel bezit der Vakorganisaties
Sfijgenid vermogen in tlijden van vers
arming De werkstaking De nood
ider wetkloozen Diaconie en over=
heid Hei liefdewerk der barmbar'
tigen.
De statistiek is leerzaam. Droge cijfers
beginnen bij aandachtige lezing te leven.
Telkens weer ontdekt ge er nieuwe ver*
houdingen in. Eigenaardig is, dat terwijl
het nationaal vermogen en het nationaal
inkomen in vijf jaren tïjds met 30 en 40 "/o
zijn gedaald, er nog vermogens zij'n, opge*
bracht door den arbeidenden stand, die
steeds grooter worden. Het vermogen van
alle vakbonden in ons land tezamen steeg
van 28 millioen gulden in 1933 tot ruim 30
millioen gulden in 1934. Men beeft dus niet
kwaad geboerd ondanks de ongekend groote
Werkloosheid. Men bedenke daarbij', dat
dit totaal vermogen in 1924, dus 10 jaren
vroeger, I2V2 millioen gulden bedroeg. In
de werving van leden zijn alle vakbonden
heel best geslaagd, en de contributiebetaling
liet evenmin te wenscben over. De week*
contributies varieeren van 30 cent tot on*
■geveer 2 gulden. Zelfs de werklooze betaalt
zijn contributie, welke hem boven den
steun eerst wordt uitgekeerd uit de open*
bare kas. Men zou zich over deien spaar*
zin der arbeiders verheugen, indien de ver*
gaarde kapitalen ook direct dienstfbaar wer*
den gemaakt aan leniging van nood. Het
is bekend, dat vrijwel elke bond ook steun
verleent aan bestrijding van tuberculose,
.ook door uitzending naar sanatoria, en
dat ook op andere' wijze nog persoonlijke
nood gelenigd wordt, maar het overgroote
deel van contributies wordt opgelegd om
te dienen in tijden van arbeidsconflicten,
wanneer bijvoorbeeld door werkstaking aan
De vanouds beroemde AKKER's
ABDIJSIROOP is een natuur-genees
middel, daar de werking in hoofd
zaak berust op de geneeskracht van
extracten uit reeds in oude lijden
bekende „genees-kruyden". Door een
nieuwe toevoeging is de -werking nèg
sterker, nog doeltreffender ge-worden.
Een lepel AKKER's ABDIJSIROOP
werkt thans 2X zoo snel als voorheen!
Een ongeëvenaarde werking leger, j
hoest, bronchitis, kinkhoest, verv/aar-
loosde verkoudheid, griep, influenza.
De verlaagde prijzen zijn thans
75 et. F 1.25 F 2.00 F 3,50
3 dagen dagen 12 dagen 24 dagen
gebruik gebruik gebruik gebruik
de eischen der arbeiders kracht moet wor*
den 'bijgezet. Bovendien is het bekend dat
de socialistische vakbonden het kapitaal
gestoken hebben in het socialistisch kran*
tenbedrijf, dat de arbeidersbeweging op bui*
tengewonc wijze tot steun dient. Deze werk*
staking is een machtig wapen van den ar*
beidenden stand. Het massale karakter van
een staking maakt haar tot een sdhenf
zwaard in een geweldige vv-orsteling. Wordt
de staking gewonnen, dan leidt dit door*
gaans tot grootere kosten voor de bedrij*
ven, -vVelke kosten tenslotte toch weer op
aen verbl-uiker zullen worden afgewenteld,
als tenminste geen buitenlandsche markten
z^ijn verloren gegaan, terwijl, indien de
staking verloren is, er maanden en nog
eens maanden noodig zijn om het geleden
leed in de gezinnen der arbeiders eeniger*
mate te boven te komen.
Als een teeken van voortschrijding der
marxistische gedachte in den kring ook der
christelijke vakbeweging dient, dat ook deze,
die zich op het Woord des Heeren be*
roept, staking als strijdmiddel te baat neemt.
Er is alzoo tusschen de christelijke vak*
beweging en de moderne vakbeweging prao»
tisch een gradueel verschil; komt het tot
een conflict, dan blijken zij dik'wlijls hand
in band te gaan. De laatste nieuwigheid op
stakingsgébied heeft Frankrijk ons vertoond,
waar niet alleen gestaakt werd (en wordt)
maar meteen de fabrieken door de arbeiders
worden bezet gehouden. En de Fransdbe
Regeering, onder leiding van Blum, laveert
en schippert om de arbeiders te ontzien en
tevens niet bet oog te sluiten voor bet be*
lang der bedrijven en de rechten van den
patroon op zijn eigendorhmen. Deze beide
sluiten elkander in revolutionaire tijden
uit. Voor den eigendom is dan zeker geen
oog, evenmin als voor '3e souvereiniteit
Gods, Die een ieder mensch begiftigde met
bezit en krachten naar Zijn alwlijs bestel.
Het onvereenigd zijn met de wegen van
Gods Voorzienigheid voert tot verzet ei?
het moet voor ons Nederlandsdhe Volk in
booge mate betreurd worden dat christelijk*
sociaal aangelegd zijn, tot consequentie beeft,
de werkstaking, een wapen waarvan de
christen zich niet mag bedienen. Het belet*
ten van het voortzetten der~ bedrijven met
werkwilligen behoorde dan. ook reeds voor
30 a 40 jaren bij de wet verboden te zijin,
waarmede nog geheel iets anders wordt be*
doeld, dan dat een politieagent of veld*
wachter een werkwillige naar en van zijin
werk begeleidt.
Een bezit van 30 millioen gulden. Hoe
UIT HET KÏJKVENSTER: Het bezit der
Vakorganisaties.
Herdenking Hervormingsdag 31 October.
Binnenland: De storm over ons land. Sche=
veningsche logger vergaan.Vijf menschen
omgekomen. Het nationaal Huwelijksge»
schenk voor bet Vorstelijk paar.
Buitenland. De toestand in Spanje. De
mislukte rel te Brussel.
Verschillende verslagen.
De kwestie van uitweg op den Provincialen
weg te Oude Tonge.
Gemengd Nieuws: Ontzettend Familiedrama
te Venlo.