ChRWCEKBLADÖpGED.GQ()riD5IAG vöööHZUID-HOUiriZEClJW^CHE EHAHDEn EERSTE BLAD STICHTELIJKE OVERDENKING 9e Jaarfjang ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1936 No. 772 N.V. Uitgeversmaatschappij «Ellanden-nieuws" Uit het Kijkvenster WAARIN SEDERT 1NOVEMB ER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EI LANDEN" 18e JAARGANG Dit nummer bestaat uit 2 bladen Het volk van God in reiligheid. Voornaamste inhoud niEuws Advertentieprijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst- aanvragen en -aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boek-aan- kondlging 10 ctnt per regel Contracten belangrijk lager UITGAVE VAN Gevestigd te Middelharnis - Pflns Hendri\str. 122 C. Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17 Abonnements-prijs 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling. Versctiijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar £«n lied Hamniaalotli. Die op den Heere vertrouwen, zijn als de berg Zions, die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid. Rondom ]e^ Tuz'alem zlijn bergen; alzoo is de Heere random zijn volk van nu aan tot in eeuwigheid. Psalm 125 1, 2. D* liederen. Hammaaloth zijn 15 in ge« tal. Het zijn de Psalmen 120—134. Zij werden gezongen door de pelgrims in hun feestoptocht naar Jeruzalem. Hammaaloth- 'beteekent dan ook letterlijk: „een lied der opgangen." Toien dit lied door de. god=< vruchtige pelgrims gezongen werd in hun gaan naar den heiligen tempel op den berg Zio», waren het bange tijden. De schepter der goddeloozen rustiie op het erfdeel des Heeren. In de heilige stad werd de ware Zioniet onderdrukt, die al meer alleen begofci te staan, ftoen er foo« velen in die dagen afvielen, ter zake van verleiding en bedreiging. Velen hadden in de dagen van Nehe* mia den waren dienst vaarwel gezegd. In Juda ging men openlijk op den Sabbath de wdjnpersen treden, den oogst best^ana de uit Wijh,, druivem en vijigen op ezels vervoeren. Tot marktdagen behoorde in dien tijd de Sabbath, hoewel het volk voor een groot gedeelte door Jehova uit^ de ballingschap wieer in Juda was terug=< gebracht. De weldaden des Heeren wer* den door leen groot gedeelte des volks met voeten vertreden. De Ware Levieten lontvingen de inkomt sten nïet, waar zij- naar 't| bestel Gods recht op hadden. En de heilige zangens verbonden aan den tempeldienst onti* vingen hun loon niet, zoodat zij dien dienst moesten vaarwel zeggen, en door akkerwerk in hun levensonderhoud moes=< ten voorzien. De volgelingen van Tobias en Saaballait werden op alle mogelijke wijzen bevioorrecht, terwijl het ware volk gebrek leed. Ook heidensche vrouwen werden geno* men tot vrouyifen miet \al de treurige gif volgen inzake bet verlaten van de rechte paden des Heeren daaraan verbonden. Dat het ware volk des Heeren daar^» onder leed en zuchtte was dus niet' te verwonderen. Het scheen wel alsof de Heere niet meer te Zion woonde, alsof Hij den vijanden en den verlaters van Gods wet vrij spel liet. Het zuchtende volk was machteloos om zich zelf te verlossen. He^ was niet opgewassen tegen de menigtje vijanden, die door allerlei sluwe daden de macht in handen wisten te houden. Maar de Heere regeert. Hij( laat hefi wel eens hoog komen met den nood. Hij' zorgt er voor, dat niet Zijjn vojk de eer der* verlossing en overwinning krijgt. Men loopt in zulk een tijld allicht gevaar, zich te wendeiu tot; een evengroote tegen» macht om van de overmacht der vijanden te worden bevrijd. Dat snijdt de Heere af. Waar alle verwachting van een groote teegnmacht vruchlieloos blijkt te zijn, daar geeft de Heere soms verlossing door eenen man. Zoo ook hier. De Heere verwekte tot het groote hervormingswerk Nehemia, die toen ter tijd nog in Babel wa^ aan 't hof van Arthasasta. Die heidensche koning gaf Nehemia verlof om naar Juda te gaan. Daar vond hij zulk een verwarden toestand inzake den uitwendigen dienst des Heeren, dat het schier hopeloos scheen, om aan 't werk der hervorming te beginnen. Maar als de Heere roept, zoo geeft Hij ook kracht. Hij geeft niet minder volhoudende ge» nade om het eens begonnen werk voort te zetten, niettegenstaande den ontzaglijken strijd, die dan begint te ontbranden. Te* gen belijders der waarheid te moeten op» treden, omdat de beleving ten eenenmale wordt gemist, valt van 's menschen zijde bezien niet mee. Afbreken wat door sluw» heid en ongerechtigheid onder den schijn van godsdienst is opgebouwd ten kostie van 't welzijn van het ware volk Gods, stuit op geduchten tegenstand. Zoo moeten we ons Nehemia voorstel» len. Doch met de komst van dien man herleefde 't volk Gods. De bezieling tot den dienst des Heeren kWam terug. Men gevoelde het en zag het, dat de Heere vóór hen en tegen del vijanden streed. De moed der vijanden verdwfeen gestadig. De geveinsde onder» Werping kwam. De eeredienst werd vol» komen hersteld. Jehova woonde weer in 't midden Zijns volks. Het beleefde thans Weer een tijdperk van vrede, van w'eli» vaart. De vijanden werden niet ui(j;e» voerd, noch benadeeld in hun maatschap» pelijke welvaart. Maar zij werden genood» zaakt zich te schikken naar den regel der wet, wat den openbaren dienst des Heeren betreft. Ook werd de vijandschap tegen» over den tempeldieinst op de sfraten in Jeruzalem niet toegelafien, zooals hoon en smaad aan het ware volk Godb. I|n éé(ni woord dus, het ware volk herademde. Het was weer één. Het Was vfelreenigd i|rt den dienst van God. Het mochfi weer openlijk als een eenparig man opgaan naar Zions tempel. Het mocht) weer buigen voior Zions Koning. Het mocht*'weer van Sab» bath tot Sabbath zich verlustigen in des Heeren dienst. De Heere omringde Zijn volk met vroolijfce gezangen van bevrij» ding. Het verdrukken was gedaan. Het verdreven zijn van het centrale punt van Juda's openbaren godsdienst was opge» ho.uden. Juda's staatsgodsdienst was die van den Heere, mitsdien van Zijn volk zelf. Geen verongelijking meer. Geen be» voordeelen van den valschen godsdienst meer. Geen aanstellen van dienaars die den waren dienst verduisterden meer. Rechten en inzettingen des Heeren waren in 't nationale volksleven hersteld en wer» den weer onderhouden. In de welvaart die Goid gaf aan Zijfn voïki I!ag de wiel» vaart des lands. In des Heeren volks vrede, lag de vrede begrepen van land en volk in 't algemeen. Geen vijand kreeg in die dagen kans om te benauwen. De Heere was rondom Zij'n volk. In 't persoonlijk leven mag dit Gods volk nog telkens ondervinden. Er mag soms een tlijd van strijd, moeite, misken» ning en veraditing worden doiorleefd, ter oorzake van het zuivere levensbeginsel olp Gods Woord gegrond, toch neemt de Heere krachtens Zijn trouw en verbond het steeds weer voor Zijn verdrukte volk op. Doch altijd dan, wanneer aUe» hoop oip uitzicht ter verlossing schijnt afge» sneden. De Heere wil alleen de eer; Die komt Hem ook alleen toe. O als 't er op aan komt, als de nood zeer hoog is, toont de Heere rondom' Zijin volk te zijn. Hij schenkt het 'weer het kinderlij'k vertrouwen, het zidh verlaten o|p Hem. De Heere heeft Zelf gezorgd dat dit kon zonder schending van Zijn redht. Het is door den Christus, die in Zijne vernedering het geloofsvertrouwen in Zijn Vader heeft beoefend. De Messiaansche psalmen getuigen daarvan. Daardoor heeft Hij 't vertrouwen verdiend, en schenkt het aan Zijne ge» kochten op Zlijn tijd. Ook is Hlij omringd geweest van een heirleger van vijanden en tegelijk on» derging Hiji de verlatenheid Zijins Vaders, olpdat Zijn volk omringd 2ou worden met Zijn genade, macht, sterkte, en 't kan :dngen, in God is al mijn heil en eer, enz. Neen de Heere is voor Zijn volk niet al» tijd een land van donkerheid. Hiji geeft ter Zijner tijd weer spijs en vrpolijkheid, en doet Zijn gunstgenooten weer als op» gewekte pelgrims opgaan in feesttocht naar het Jeruzalem. "'-Hier telkens van Sabbath tot Sabbath tot den openbaren dienst des Heeren. Maar pok in blijde op» tocht als ware pelgrims opgaan, dat is bergopwaarts in de richting van 't nieu» ■wc Jeruzalem. In dat Jeruzalem woont geen Tobias of Sanballat. 'Dat is een hei» lige stad, een feeststad. Een stad waar Zions Koning woont en troont. In die stad wonen slechts feesthouders, verlos» ten. Dat hier heen d| pelgrim z^ijn schre» den richt, dankt Wj -aan de. leiding van ziijii, Koning. Persoonlijk wordt dus elke Zioniet in zulk een zin bearbeid en geleid. Doch alle ware Zionieten hebben hier nog een andere begeerte bovendien. Dat de dienst des 'Heeren in alle zui» verheid eens weer hersteld, daar, waar nu Christus en Beüal knnnen samen gaan. Dat is de oorzaak, waarom de duizenden der ware belijders zich moeten gescheiden houden van valsche gemengden kerkdienst. Dat de leer onzer Dqrdtsche vaderen nog eens weer alleen z5j- in onzer vaderen kerk. Dat die kerk nóg eens weer gezui» verd worde, zooals eens het een Nehemia deed. Dat de vrije»geïnadeleer niet plaat» selijk slechts, maar algemeen, in heel die kerk uitsluitend gehandhaafd worde, en niets anders, daar ziet elke Ware Zioniet naar uit. Die leer der vaderen, de leer des volks. Tot zoolang gescheiden, tot zoolang ook weer gezamenlijk elk in de plaats door den Heere lijdelijk aangewezen, den Heere gesmeekt, of 't Hem nog eens behagen mocht, bet gescheurde erfdeel te heelen. Gewacht dus totdat God herstelt. Geen lapmiddelen, geen loven en bieden. Maar zuiveren, hervormen. Mocht dat nog eens' plaats hebben, wat een 'blijde optocht zöu dat zijn. Welk een blijde gang zou dat niét minder zijn naar de plaats onzer vaderen. De wonden ge» heeld. De stok van iiefelijkheid en sa» menhoorigbeid niet laiïüyCT gebroken. De Heere rondom Zijn volk dat ook in dien zin dan weer één is. De zegen des volks zou groot zijn. De welvaart des lands zou rijk zijb. God verwekke daartoe Nehemia's, en be» ziele Zijn volk met die w'are gemeenschap der heiligen, door den troon Gods te be» stormen, opdat Hij 't geve, tot eer Zijns Naams, tot welvaart en zegen des volks, opdat er ook in die zin weer eer in den lande wone. Ds. G. Verkiezingslectuur' van Janneman. Niet antirev. maar toch wel aan= vaardbaar. De Synode in Amsters dam De jongeiem geven den toon aan De vruchten van de vrijle Universiteit en van Kampen. Sedert de heeren van deze courant den ondergeteekende hebben gelast aan het kijk» veinster een o&gje in 'taeil te houden, zlijn mijl al heel wat verschrikkingen weder» varen. Hoe meer bew'ogen de geesten z'ijn, hoe meer bevreemde tooneelen worden aan» schouwd. Menigmaal vfilijf ik de oogen uit als ik zie en hoor Wat sommigen alzoo aan het papier durven toebetrouwen, of door hun woord aan de menigte kond doen. En ja, het staat er todh, datgene, dat ik dan hoop dat er toch niet zal staan. Van somi» mige bladen ken ik de schrijvers aan hun stuk, elk mensch houdt er zoo een eigen stiijl o'p na, die ge op den duur van andc» rer pennevruchten kunt onderscheiden. Reeds nu beginnen de .politieke partijen onze zenuwen op de proef te stellen door onze 'brievenbus met alle mogelijke en on» mogelijke w'ij'sheid te vullen. Missdhien kun» nen onze abonné's zich de weelde veroor» looven, geen verkiezings»lectuur te lezen, maar de Waarnemer moet en zal alles nets' jes doorwerken, dat moet voor de heeren van de krant. Krijg ik daar een Vuurtorenkrant in huis. Ik lees vijf' minutenmaar Jarvneman, Janneman, wat is dat nou? Wij hebben wel eens gedebatteerd en toen is er tegen ja gezegd: Nou Jan, kom er maar eens onderuit! En toen ben je er „onderuit" gekomen, mijns inziens onvoldoende, maar allo, dat is alweer lang geleden. Maar nu in dit Vuurtorenblad, neen. Jan, dat valt me tegen, dit keer had je er beter niet „onderuit" kunnen komen. Het door mSj bedoelde stukje is van den stijl van den heer Jan Schouten, ook op Flakkee niet onbekend. Hij' schrijft. De rijtoer op Prinsjesdag. H.K.H. Prinses Juliana en Z.H. Prins Ber» nard tijdens de Rijtoer door de Residentie. dat er tegen valsche voorstellingen gewaakt moet worden. En daarom stelt hij' dit even vast De door het 2vlinisteMe'»G0lïjti"ge* voerde politiek is niet geweest An» tirev. politiek. Ziez'oo, 'nu valt er te praten, denk ik. Maar ho, er volgt nog wat: Hiermede verloochenen wij niet onzen leider want: De door het Ministerie»Go'lijn ge» voerde politiek is wel geweest een voor de Antirev. te aanvaarden po:J litiek. Zoo, ^oo, dus wel aanvaardbaar. Maar, ge zijt met Janneman nog zoo maar niet klaar, want hiji verduidelijkt het nog aldus: De Antirev. zijn van oordeel, dat de politiek van het Ministerie»Colijn in het algemeen (1) in dezen tijd (2) en bij de huidige politieke con» stellatie van ons volk (3) de eenig mogelijke is geweest. (De cijfertjes heb ik er tussdhen gezet, tot steun van m'ijn aandacht). Ja, dat moet je nu .proeven, die combinatie van begrip» pen en omstandigheden. Het komt er dus olp neer, dat geen andere politiek mogelijk is geweest en de Anti's gaan er mede addoord. Zóó staan de stukken dus op het sdbiaakbord voor het jaar 1937. Ik zal hier nu niet veel over ieggen. Ik zit nog te mijmeren: wel niet antirevolutionair, maar toch aanvaardbaar! Hm, 'k zal het Prof. Visscher eens laten lezen. Die kent dezen schildknaap van Colijn ook. En ikzelf, als gewoon Waarnemertje, zou niijn naam niet gaarne onder deie stellingen schrijven. Daarvoor is mij de eisch van beginsel al te veel verkracht. De verkiezingen werpen hare schaduwen (dit keer al ver vooruit. Er is werk aan iden 'winkel. Ook in Amsterdam wordt hard gewerkt. Daar is de synode der Geref. Ker» ken bijeen. Er is heel wat af te doen; de Scriba en zijn assistenten hebben een zw'are taak. De te behandelen agenda bevat niet veel zaken, die tot opgeruimde gedachten» wisseling aanleiding geven. Integendeel. Het valt niet meer te verbergen, er is oneenig» heid. De leidende figuren z'ijn in twee kamipen verdeeld. De onrust der geesten is ook hier doorgedrongen; de jongeren wil» len ook in de studie der Godgeleerdheid nieuwe 'banen betreden' en verwerpen den raad der ouden. Nieuwe gedachten breken zich in de jeugdige hoofden een baan. Za» ken, .die als vaststaand door de kerk van alle eeuwen zijn beleden, worden in den kring der Geref. Kerken nog eens op de schaal gelegd, men stelt ze disputa'bel, dat wil zeggen: er valt nog over te praten! Blijkens het persverslag zijn de volgende punten een onder'Werp van overweging, Ie. de twee naturen van Christus, 2e de onsterfelijkheid der ziel, 3e de pluformiteit der Kerk, 4e de leer der Verbonden, 5e de verhouding tusschen Kerk! en Staat, 6e de leer der algemeene genade, 7e de zelf beproeving. Er zlijn nog wel enkele pxmten aan toe "te voegen, doch deze z'ij-n de voornaamste. De leiders der Vrije Universiteit zijn in de kerkelijke kranten in onverkwÜckelijiken strijd gewikkeld met de leiders der Theo» logische School te Kampen. Ter eene zijde bevindt zich Prof. Hopp met de collega's, ter andere zïjde Prof. Schilder met de zijinen. Er openbaren zidh droeve vruchten van een VerljOndsleer, wel» ker heil maar aan elk kerklid persoonlijk: Wordt toegedacht. De Vrije Universiteit acht zidh een Cal» vinistisch Wetensdhappelijk centrum' te zijn en de mannen van Kampen, die „maar" een theologisdhe Kerkelijke Sdhool dienen, volgen Prof. Schilder, die z:ijn afscheidspredi» catie als predikant den ietwat vreemden ti» tel gaf: „Het mirakel der Immanuëlsgemeenschaip". Inderdaad, de vreeze Gods schijnt velen een mirakel toe. Doch ter zake. Deze aan» gelegenheid is voor de Ger. Kerken van. uiterst belang. De invoering der geiangen heeft blijkbaar de maat doen overloapen; ingewijden -vreezen voor een scheuring. Het- vuur der meeningen" slaat naar alle zijden uit. De jongeren zijn bezig een GereFor»' meerde filosofie op te 'bouwen, terwijl Pau» lus de filosofie in'z'ijn brieven ijdel noemt. Deze tdeuwe lichten willen ook Calvlij'n verbeteren; en: Kuïj^er ken ik niet en Bavinck weet ik niet", daar gaat het heen! Het is den grijzen prof. H. H. Kuijper. te bar geworden en in de laatste zit» ting is hij geducht van leer getrokken. Zijln Hooggeleerde ziet in de Kerken ook den geest komen, die alles onderstboven wetpt. Hiji herinnert er aan, dat de Dortsche Synode de predikanten, die afweken in de leer, voor zich daagde en veroordeelde, Baardelooze knapen onder de dominé's ge» ven den toon aan. Er is persoonsvergo.ding inplaats strijd voor de z-uivere leer. UIT HET KIJKVENSTER: Verkiezingslec'= tuur van Janneman. Beschouwing ovet de Troonpede. Binnenlandsch Overzicht: Nog steeds grooie vrewgde alom in den lande. Buitenlandsch Overzicht: De ^oekomst werpt donkere schaduwen voor zich uit. Hoe werden zij groot? Ee^ biografie over Hitler. (Tweede Blad.) Artikel over de Spoorwegen en de Vacantie» kaarten. (Tweede Blad.) Gemeenteraad te Melissant. Slot van St. PhilipslanS. Slot Rechtzaken te Sommelsidijk. Zeeland: De moderne Landarbeiilersbond in actie Thoolsiche brief. Gemengd en Plaatselijk Nieu-ws.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1936 | | pagina 1