CmV^EKBLADopGEaGROmSLAG vöördIZUID-H^^^ EILAHDEn Spit 9e Jaargang WOENSDAG 2 SEPTEMBER 1936 No. 767 N.V. Uitgeversmaatschappij „Eilanden-nieuws" „Wij protesteeren" fn den rug WAARIN SEDERT 1 NOVEMB ER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EI LANDEN" 18e JAARGANG PALESTINA EN DE JODEN. BUITENLAND Een scherp manifest van de kansels voorgelezen. onmiddellijk verdwijnen de pijnen meMKKER's KL00STER6ALSEM Voornaamste inhoud Advertentie-prijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst- aanvragen en -aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boek-aan- kondiging 10 cent per regel Contracten belangrijk lager UITGAVE VAN Gevestigd te Middelharnis - Prins Hendriïstr. 122 C. Giro 167930 Postbox 8^ Tel. 17 Abonnements-prijs 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling. Verscliijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar p 1 Antwoord aan den heer Caronte Maastricht. Toen WBJ aan het slot van ons vijfde artikel over dit zoo belangXA/ekkend onder<^ weiip nog enkele woorden wijüden aan de toekomst van het Joodsche volk in ver^ band met de uitspraken der Schrift, waren wij er ons zeer wel van bewust, dat juist dit deel onzer beschouwingen met ver=« hoogde belangstelling z:ou worden gelezen en ook, dat niet al onze lezers het met onze meening hieromtrent eens zouden zïj'n. WïJ hebben meermalen bemerkt, dat er onder de eenvoudige Schriftgeloovigen aangaande de toekomst van het Joodsche volk eigenaardig vage, niet precies te omschrijven gedachten leven, wtlke kunnen worden besAouwd als een soort traditioneel latent chiliasme in gematigde vorm. En daarom verwonderen wSj er ons niet over, dat er uit onze lezers»" kring een stem komt, die daarvan de tolk blijkt te zlijb. De inzender deelt mede, dat hij niet kan beoordeelen, of de ideeën ten aanzien van de bekeering der Joden en hun terugkeer naar Palestina samenhangen met chiliastische fantasieën. Wij moeten echter nogmaals vast'* stellen, dat d't wel degelijk het geval is. Wie studie maakt van het Chiliasme (van het Grieksch chilioi is: 1000, de leer van het Duizendjarig Rjjk), bemerkt aldra, dat deze. leer zich in hoofdzaak baseert op: Ie. een letterlijke uitlegging der Oud* Testamentische profetieën, 2e. een bepaalde exegese van de Openba* ring van Johannes (cap. 20), 3e. een foutieve opvatting omtrent de be=' teekenis van het Joodsdie volk na de verwoesting Van Jeruzalem. Dit laatste is een integreerend deel der Chiliastische leer. Hoeveel de chiliasten on* derling in hun opvattingen mogen ver* schilkn, hierin zijin ze het vrlij'wel allen eens, dat de toekomst van het Joodsche volk onafscheidelijk met hun stelsel verbonden is; voor menigeen onder hen draait heel het Chiliasme juist om het probleem der positiie van Israël in het laatste der dagen. In elke Dogmatiek of Encyclopaedic is dit te con* stateeren. En Aj erkennen het ook ronduit, dat hij> die gelooft aan het herstel van Israel's rijk op aarde en de massale bekee* ring van het Joodsche volk reeds een heel eind öp Weg is om chiliast te worden. Dez'e Jodenkw'estie is dan ook voor menigeen de brug tot het chiliasme geworden. Of men nu de oude secten neemt als de Montanisten «n de David Joristen of de meer moderne als de Darbisten, Mormonen, Adventisten en Irvingianen ot personen als Johannes de Heer en Ds. Berkhof, welke allen tot de chiliasten behooren, ziij allen gelooven, dat eenmaal 'de Joden hun oude land w6er zullen bewonen, Jeruzalem het middelpunt der wereld zal worden en dat Christus als Jodenkoning op deze aarde zal heerschen. Het Duizendjarig Rijk, waarin de uitverko* renen 1000 jaren met Christus in heerlijk* heid zullen regeeren, zal als centrum' Pa* lestina hebben en het bekeerde Joodsche volk zal de eereplaats in dit Rijk ontvangen. Deze heersdhappij: der geloovigen met Chris* tus gedurende het millennium, waarvan' Openb. 20 spreekt, wordt door hen geloeali* seerd in Palestina en hierin zit nu het ver* band van de Joodsche kSwestie met het Chi* liasme. Wij denken er natuurlijk niet aan, hier het Chiliasme uitvoerig te gaan bespreken en in geen geval willen wiji over dit inge* wikkelde en teere onderwerp een polemiek in ons blad uitlokken. Wiij constateeren alleen deze twee dingen: Ten eerste. Dat het Chiliasme, door aller* lei secten beleden, door Augustinus, door de Hervormers Luther, Zwingli en Calvijn (zie Institutie, derde Woek) en door de Kerken der Reformatie steeds is verworpen. Ten tweede. Dat het probleem van het Joodsche volk daaraan wordt verbonden en een chiliastisdhe oplossing krijigt, welke 'Vlij evenwel op grond der Schrift moeten verwerpen. In de grond der zaak is het Chiliasme oorspronkelijk uit Joodsch*ChristeBjkè krin* gen afkomstig, wier aardsche Messiasver* wachtingen gereede aanleiding vormden tot een letterlijke uitlegging zoowel van de Oud* Testamentische profetieën, met name van Eztchiël 40 tot 48, als van de Openbaring van Johannes. Paulus heeft steeds met kracht gestreden tegen deze materialistische toe* komstverwachtingen en immer sterke nadruk gelegd op het geestelijk karakter ervan. Door alle eeuwen heen, vooral in tijden van vervolging, zijn er Christenen geweest, overigens van goede behjidenis, die chilias* tische opvattingen hadden. Zoo was in later tijd Da Costa, een bekeerde Jood, chiliast, hetgeen juist in verband met zlijn afstam* ming zeer verklaarbaar was. En ook de door den inzender genoemde Wilhelmus a Brakel de schrijver van het pop,ulaire handboek de Redelijke Godsdienst, staat bekend als een gematigd Chiliast, ofschoon hij! overi* gens een streng Calvinist was. Uit de door den inzender aangehaalde citaten blijkt dit eveneens zonneklaar. De grondgedachten van het Chiliasme komen hierop neer, dat er tw'eërlei weder* komst van Christus is; dat Christus Vij' zijn eerste wederkomst den Satan binden zal, de gestorven geloovigen ap'wekken en ziijn gemeente, in het bijzonder de gemeente van het bekeerde en naar Palestina terugge* brachte Israël rondom zidh zal vergaderen, over de wereld zal heerschen en aan het einde dier periode nogmaals zal wederko* men om alle menschen op te wekken en te oordeelen. Doordat Israël als volk bekeerd wordt, zullen, de Joden de voornaamste burgers zijn van het Duizendjarig Rijk. Deze Chiliastisdie ideeën nu zijn in strijd met de leer der Heilige Schrift. De op* vatting der profetieën van Ezechiël in let* terlijken zin zou meebrengen, dat ook de tempel* en offerdienst werd hersteld, waar* meemen echter terugviel in het Joden* dom zonder Christus. Dit durven velen dan ook niet aan. Waarom ook Brakel zegt (inz'. haalt het aan), dat de Joden wel Je* ruzalem zullen herbouwen, maar niet de tempel. Hiermede is uiteraard de letter* lijke exegese der andere profetiën geooi» 'deeld. Zij wijzen alle op het hemelsche en niet op het aardsche Jeruz'alem. En van Openbaringen geldt hetzelfde. De letterlijke oprvatting daarvan is niet te rijmen met dat* gene, wat Christus zelve over zijn weder* I«omst en wat daarmee samenhangt, ons heeft medegedeeld. Welke beteekenis heeft dan het Joodsche volk' in deze bedeeling? Niet de uitzonder* lijke, welke de chiliasten het geven. Maar w'el Tieeft het een bijzondere plaats behou* den temidden der andere volken. Waar Moabieten, Edomieten en Babyloniërs reeds lang zijn verdwenen, is dit oude Bonds* volk in versterkt aantal nog op deze wereld en zullen zonder twïjifel velen uit Israël tot den Christus worden bekeerd. Deze Joden zullen echter niet iets aparts zSjh, maar in* gelijfd zïjii in de kerk van Christus. ■>J'u doet "hét"ons genoegen, dat inz*. hét hierin met ons eens is, dat van een echte massale volksbekeering van Israël geen spra* ke is. Wij behoeven dit dus niet nader te argumenteeren. Op grond van enkele Schrift* plaatsen meenen velen inderdaad, dat dit toch wel zoo is. We noemen Matth. 23 39; .Lucas 21:24; Hand. 3:19 en Rom. 11: 26. De inz. echter lost de moeilijkheid op, door de bekeering van Israël als een uit'wen* dige voor te stellen, (zliji zullen den Christus erkennen, doch niet in Hem' gerechtvaar* digd en geheiligd zïj'n). Dit nu kan ons in 't geheel niet bevredigen. De Schrift weet hiervan niet. Als er staat in Rom. 11 26, dat „gansch Israël zalig zal worden," dan wordt hieronder verstaan het totaal der uit* verk'orenen, het pleroma van Israël, dat Wortdt toegebracht en gansch Israël verte* gen\vöordigt gelijk het pleroma der Heide* nen gansch het Heidendom representeert. Doch alle dezen zijn in waarheid bekeerd en niet maar uitwendig tot de Christuser* kenning gekomen. De terugkeer naar Palestina heeft eigenlijk met deze bekeering van Israël niets te maken. In de 19e eeuw zijn meer Joden tot Christus bekeerd dan in alle voorafgegane eeuwen sedert 70 na Chr., dodh is bij dezfen sprake van een verlangen naar terugkeer tot het oude vaderland? Immers neen. En ook van een bekeering van Israël, nadat het in massa in Palestina gekomen is, weet de SchVift niet. Met name Paulus, die de beteekenis van het Joodsche volk meer* malen in ziijn brieven behandelt, maakt van een terugkeer naar talestina, van een her* bouW van stad en tempel en van een Christocratie in Jeruzalem met geen woord melding. Daarom staat de Zionistische actie der Joden geheel los van Israels bekeering. Wij willen de mogelijkheid niet ontkennen, dat Palestina nog eens een Joodsch land wordt, doch dan zal die Jodenstaat geen Christocratie zijn. De ervaritfg leert, dat waar eenerzüjds het aantal Christen*Joden toeneemt, anderzijds ook het aantal onge* loovigen onder hen angstwekkend groeit. In de Amsterdamsche Jodenbuurt is meer dan 70 "/o der bevolking rood! En zoo loopt ook door deze oude natie de groofe schei* dingsljn tot aan het einde toe. Waar de Schrift van een volksbekeering niet weet, heeft Palestina voorgoed z'ijn beteekenis ver* loren als land der bijzondere Godsopenba* Ting. Het oude is voor'Mjgegaan, het is alles nieuw geworden. Wie Israël de plaats wil teruggeven, die het als symbblisch volk had, valt terug in de oude bedeeling en miskent het werk van Christus. Het ligt voor de hand, dat we, het bo* venstaande in aanmerking genomen, ook ieer sceptisch staan tegenover de tijdreken* kunde van den inzender in het verhaal, dat hij doet van zijh. ouden predikant en vriend. Wij, hechten aan al die berekeningen, waar* mee sommige menschen zidh zoo gaarne bezig houden. Weinig of geen waarde. Uit* gezonderd enkele van Daniël, die achteraf te berekenen z!ijn, gelooven wij, dat de velerlei andere becijferingen, waarin met name de Adventisten zoo sterk zijn en welke b'ijna alle op de toekomst betrekking hebben, waardeloos zijn. De stichter dier secte. Mil* Ier, berekende, dat dp wederkomst van Christus in 1844 zou plaats hebben, welke berekening bleek te falen. Wij bewonderen deze liefhebberij van Sommigen allerminst en zijn van meening, dat de profetie niet allereerst dient om onie weet* of nieuws* gierigheid te bevredigen, doch veeleer om na de uitkomst, Gode de eer te geven, die in Zijn grootheid deprofetie realiseerde. Trouwens, ook in hei voorbeeld, dat inz. aanhaalt, kwam de berekening niet uit. Als men in 1910 becijfert, dat de vrijwording van Palestina zal gesclfieden in 1924, dus over 14 jaar en het geschiedt reeds in 1917 dus in de helft van die tijd, dan kan mên dit toch geen serieuze^ calculatie noemen» Het is ons bovendien zeer raadselachtig, o,p welke Schriftuurlijke gegevens deze becij* fering moest zijn geb'aseerd. De verdere beschouwingen van den inz. loopen tamelijk parallel met de onze. Als hij echter zegt, dat ons betoog niet geheel juist is, wanneer wlij fle trek der Joden naar Palestina schetsten' als een gevolg van het heimwee naar het vaderland en van de progroms, hadden wiji verwacht, dat hij an* dere gegevens naar voreb had gebracht, doch zijn toelichting opent; in 'tigeheel "geen nieuwe gezichtspunten.Hij noemt precies dezelfde dingen als wij| En als hij' betoogt, dat de houding van Ruisland (^begunstiging der Joden) het Werk isvan Satan, dan zijn we dat in zooverre met hem eens, dat de bolsjewlseering van vele Joden aldaar zeer zeker satanisch is, doA wij kunnen dit, juist in verband met ons bovengeschetst standpunt, niet in het kader zetten van de terugkeer naar Palestina en van het Zio* nisme. De inz. heeft een gemakkelijke manier om problemen op te lossen. Er zijn op de wereld 15.000.000 Joden, hadden we ge* schreven. ,(Inz- meent, dat dit 18.000.000 moet zijn. Wïj hadden het gemiddelde ge* nomen van de zeer variëerende opgaven, die we lazen, doch pas meldde de sfati* tiek, dat opj 1 Jannari Ö36 het aantal ruim 16.000.000 was, welk getal we nu maar zullen aanhouden). In onze artikelen had* den we nu betoogd, dat al deze millioenen Joden niet in Palestina wonen kunnen, hoogstens 5.000.000. Doch nu komt inz'. met het argument van Gods almacht. Inderdaad, bliji den Heere is niets onmogelijk, maar kan men hiermee tenslotte niet alles here* deneeren, ook datgene, Wat de Heere klaar* lijk' aan aardsche hulpmiddelen gebonden heeft? Waar de inz'. eerst zulk een voor* stander van berekeningen blijkt te zijn, ver* wondert het ons wel eenigszins dat hij ze in deze totaal verwerpt. De huidige kolonisatie van Palestina door de Joden herinnert den inz'. aan Zach. 2 4, waar staat ,dat Jeruz'alem doppsgew'ijze zal bewoond worden. Jeruz'alem dus! Palestina wordt niet genoem'd! Het is juist de naam, die zoo dikwijls het symboiol der hemel* sche zaken is, welke hier wordt gebruikt. En daarom dient men ook' deze tekst niet lettertijk, maar in diep*geesteliijke zin op te vatten. Zacharia beschrijft hier in beeldrijke taal. Wat hij in zfjta nachtgezicht ziet van het hemelsch Jeruzalem. Alles bijeengenomen komen we dus tot de conclusie, dat de inz. een onjuist vei'band legt tusschen 'het Zionisme en wat hij als de toekomst*verwachting voor het Joodsche volk beschouwt. We meenen dit in kor^ bestek te hebben aangetoond. Intusschen geven we toe, dat deze kwestie niet eenvou* dig is en het moeilijk valt elkander te over* ti^y^gen, waar de opvattingen meestal 'berus* ten o;p[ verschil van exegetische methode. Maar hierin zijn We het eens, dat onze hou* ding tegenover de Joden niet -vijandig mag zijh, doch dat w'ij. ze het Evangelie bekend moeten maken en in de gebeden gedenken. En we zijn het ook van harte ./eens met inzenders slotopmerking, dat het den Jood niet baten zal naar Palestina terug te kèe* ren e,n ons niet in alles geijverd te hebben, maar dat wïj verzoend móeten zïj'n met den God van Abraham, Izak en Jacob, door Jezus Christus, den Zone Gods. Europa, ons werelddeel een, tuig'huis, dat op ontploffen staat. Zoo beschreef dezer dagen een staatsman den toestand van Europa. Wat een tuighuis is is algemeen bekend. Het! is een opslag= plaats van allerlei wapens en oorlogstuig. Komt zoo'n tuighuis tot ontploffing, dan is dat een vreeselijke ramp met niet te over* ziene gevolgen. En zoo is nu de toestand van Europa. De stemmen voor ontwapening,' het ge* roep van vrede, vrede en geen gevaar is verstomd. Het bedriegelijke van die leuzen is maar al te zeer gebleken. De Volkenbond, wie durft hem nog noemen. Je leest er ook zoo goed als niets meer van. Er is geen tijd voor. Er valt zooveel te schrijven over de tegenstellingen tusschen de volken, over onderlinge afspraken, over verbonden onder* lin_g en over de dreigende gevaren, over de opstanden en revoluties, dat er tijd noch plaats meer is voor de Volkenbond. Ja de Volkenbond is uitgeschalceld zonder meer. In naami bestaat; «r ntog zoo iets, maar in feite is ze lopgeheven. Zondier eenige fors malifeih De zaken die er behandeld dien* den te worden, brengt men er niet eens meer op. Dat kan, dat durft men niet: 't Is alles sfechts gekuip en gekonkel tussichen de gtoo' tem. En niet alleen tusschen de grooten. Helaas zitten de banden van den Volken* bond 'izfoo om de kleinen gestrengeld, dat hun lot verbonden is aan de grooten. De tijd is buitengewoon gevaarlijk. De volken dorsten naar eikaars bloed, 't Is slechts de vrees voor elkaar die het zwaard nog in de schede doet blijven. Maar: Leeuw en panter zamlelt kracht Voor den kamp', dje morg^n^ wacht. Zoo is de toestand over de geheele we* reld. Vanaf het verre Oosten, tot het verre Westen. Overal toerusting tot den oorlog. Vreeselijke voorhereiding. Kennis en techniek tot het uiterste toe* gepast voor de werktuigen der vernieling. Overal buskruit opgetast. Het tuighuis zit geheel vol. Eén vonk en het komt tot ontploffing. God beware er ons voor. Hij doe de volken terugkeeren tot Zijn Woord. Daarin ligt de vrede en welvaart. Helaas, de volken schijnen te roepen. j,Wij willen niet hooren." De vonk ontbrand, de gevol* gen zullen vreeslijk zijn. Bange tijden gaan we tegemoet. Consciëntiekreet der Belijdeniskerken in Duitschla»4- Gcdsidienstvrijlïeid geëischt van de Duitsche regeejfing. Het nationaal*socialisme heeft allen te* genstand in Dutschland volslagen gebio* ken, behalve in de kerk. Het heeft ge* makkelijk werk gehad met alle partijen met links en rechts, met Joden, Marxisten, ka* tholieken enz. en het is over de geheele linie totaal heer en mees.ter. Maar zelfs deze geweldige staatsmacht heeft voor de muren der kerk halt moeten maken en voor de zooveelste maali devert de ge* schiedenis het schouwspel van geestelijke krachten, die door wereldsch geweld niet ge* broken kunnen worden. Predikanten der z.g. Belijdende Kerk in Duitschland, die blijven strijden, voor de vrijheid van Godsdienst en Kerk, zijn in de gevangenissen geworpen en naar concen* tratie*kam'pen gebracht en velen hunner ver toeven daar nog en andtrenl dreigt hetzelfde fot, doch 'deze strijders geven hun verzet riiet op en Zondag 23 Aug. is zelfs van alle kansels der protesteerende Evangelische kerk, die niet wil 'buigen voor een staats* regime, dat de onderwerping van kerk en evangelie aan het staatsbelang eischt, een manifest voorgelezen, dat een aanklacht en een conscientie*kreet is. In de stampvolle Berlijnsche kerk van Dahlem, waar de bekende ds. NiemöUer, voorgaat, is uit den bTief van Paulus, van uit de gevangenis en de verdrukking aan de Filippensen geschreven, voorgelezen. Hierin waarschuwt Paulus tegen de val* sche leeraars en valsche apostelen en ver* m.aant hij om in Gods kracht staande te blijven, tegen alle verleiding en moeilijkhe* den. Door de kerk, die zoo gevuld was, dat velen slechts buiten voor de open deuren konden luisteren, klonken de woor* den van den apostelWan^ u is uit ge* nad e ge ge ven in de zaak van Christus niet alleen in Hem te gelooven maar ook voor Hem te 1 ij! d e n. En verder: „Want velen wandelen an* ders van welken ik u, dikwijls gezegd heb en nu ook weenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn, welker einde is het verderfwelker heerlijkheid is in hun schande, dewelke aardsche dingen be* denken. Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij' ook den Zaligmaker verwachten, namelijk de Hesere Jezus Christus." Voordat over deze teksten een korte preek werd gehouden werd in de kerk van ds. Niemöller en Verder in alle Belijdenisker* ken een manifest voorgeHezen, van de kan* sels. Hierin -wordt het Vfolgende gezegd: Onverwachts overvallen U de venijnige steken. ■Wrijf dadelijk mei Kloos- terbalsem, welke tot diep in de weefsels door dringt. omdat de sloffen die de pijnen ver oorzaken er door worden verdreven. Doosje 35 cl. Polten 6272 ot. en f. 1.04 „Het Duitsche volk staat voor een grooite historische beslissing. Men moet thans weten of het Christelijk geloof in Duitschland kan blijven bestaan. He t e v an g e 1 i e van Christus wordt thans bij ons feestreden, niet alleen door atheïsten, doch ook door 1 i e d e n, die zonder het bestaan van een God te ontkennen, de C h r ist e 1 ij* ke openbaring weigeren te er*' kennen. Staat en Part ij gebruiken hun macht tegen het evangelie en de aanhangers hiervan. Lang 'hebben we gezwegen en we heb»^ ben den F h r e r met deze onder* drukking in kennis gesteld. Thans zijn we in naam van Chr is tus verplicht ons z w ij g e n te v e r b r e^* k e n. In het nationaal*sociaIIstisch kamp leert men de mythe van Rosenberg en beperkt men de mogelijkheid van actie van de kerk. Men onderdrukt het geweten, bespioneert de christenen en vernielt alle moreele ver<i plichtingen. Tot onze diepe droefheid zijn we ver* plicht deze. dingen te iegge».. We zijn bereid ons bloed te offeren voor het Duit* sche volk, doch -wij willen; het evangelie verdedigen. We vragen -vrijheid van Gods* dienstoefening en vrijheid voor de Christe; lijke pers en voor de Christelijke liefdadig* heid. We vragen, dat de Duitsche jeugd niet zal worden belemmerd door politieke oefe* ningen in het Christelijk familieleven. We vragen alle burgerlijke machten in Duitsch* land er aan te denkeni dat zij' voor God verantwoording af moeten leggen en smeken u niets te doen tegen Zijin geboden en tegen de vrijheid van geweten van hen, die in God gelooven. We vragen de dienaars en diena* ressen van de kerk zonder vrees voor de menschen het evangelie te bekennen. Ver* sche id ene predikanten en leeken zijn 10m hun geloof gevangen ge* nomen en in concentratiekam pen opgesloten. We weten niet wat ons; "wacht. Wat ook gebeure, laten Wij gehoorzamen aan onzen Hemelschen Vader. Laten wij de handen opheffen tot God. O God, wees barmhartig voor ons volk, dat Uw waar* heid bij ons b'Bjve, help ons te overwinnen. Amen." 'Beroep 6p Hitler, Herinnerd wordt aan een poging om Hitler persoonlijk op de hoogte te stellen door een brief, die hem. nooit bereikt zou hebben. Reeds op 10 April van dit jaar, zoo wordt gezegd, hebhen de toenmalige voorloopige leiding der Duitselie evangeli* sche kerk en de broederraden een schrijven tot den Führer gericht. Daarin wordt gezegd: „Het is in het Duitsche volk zoo ver geko* men, dat de eer van Duitsche staatsburgers met voeten wordt getreden, omdat zij chris* tenen zijn. De christelijke bevolking van Duitschland ondervindt met verontwaardi* ging dat zij ter wille van haar christelijk geloof op iedere wijze, in de pers, in het theater, in lezingen en massavergaderingen wordt bespot en gehoond. Alle pogingen hierin verandering te brengen zijb, vergeefsch geweest, vooral omdat ons in toenemende mate bijna iedere mogelijkheid om ons in Palestina en de Joden. An,twoord aan den heer Caron ie Maastricht. „Wijl profesteeren," Consciëntiekreetder Be* lijldeniskerken in Duitschland. Driestar: Europa, ons werelddeel een tuig* huis, dat op ontplof&n staat. De Veerdienst Ooltge;tisplaa{=DinteIsas. Itls gezonden stuk ven den heer Wijgand. Gettieenier^d Poortvlie.t. Gcmiengd Nieuws,

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1936 | | pagina 1