CmV^EKBLADopGEaGROmSLAG vöördIZUID-H^^^ EILAHDEn
Spit
9e Jaargang
WOENSDAG 2 SEPTEMBER 1936
No. 767
N.V. Uitgeversmaatschappij „Eilanden-nieuws"
„Wij protesteeren"
fn den
rug
WAARIN SEDERT 1 NOVEMB ER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „ONZE EI LANDEN" 18e JAARGANG
PALESTINA EN DE
JODEN.
BUITENLAND
Een scherp manifest van de
kansels voorgelezen.
onmiddellijk verdwijnen de pijnen
meMKKER's KL00STER6ALSEM
Voornaamste inhoud
Advertentie-prijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst-
aanvragen en -aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boek-aan-
kondiging 10 cent per regel Contracten belangrijk lager
UITGAVE VAN
Gevestigd te Middelharnis - Prins Hendriïstr. 122 C. Giro 167930 Postbox 8^ Tel. 17
Abonnements-prijs 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling.
Verscliijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar
p 1
Antwoord aan den heer Caronte Maastricht.
Toen WBJ aan het slot van ons vijfde
artikel over dit zoo belangXA/ekkend onder<^
weiip nog enkele woorden wijüden aan
de toekomst van het Joodsche volk in ver^
band met de uitspraken der Schrift, waren
wij er ons zeer wel van bewust, dat juist
dit deel onzer beschouwingen met ver=«
hoogde belangstelling z:ou worden gelezen en
ook, dat niet al onze lezers het met onze
meening hieromtrent eens zouden zïj'n. WïJ
hebben meermalen bemerkt, dat er onder de
eenvoudige Schriftgeloovigen aangaande de
toekomst van het Joodsche volk eigenaardig
vage, niet precies te omschrijven gedachten
leven, wtlke kunnen worden besAouwd
als een soort traditioneel latent chiliasme
in gematigde vorm. En daarom verwonderen
wSj er ons niet over, dat er uit onze lezers»"
kring een stem komt, die daarvan de tolk
blijkt te zlijb.
De inzender deelt mede, dat hij niet kan
beoordeelen, of de ideeën ten aanzien van
de bekeering der Joden en hun terugkeer
naar Palestina samenhangen met chiliastische
fantasieën. Wij moeten echter nogmaals vast'*
stellen, dat d't wel degelijk het geval is.
Wie studie maakt van het Chiliasme (van
het Grieksch chilioi is: 1000, de leer van
het Duizendjarig Rjjk), bemerkt aldra, dat
deze. leer zich in hoofdzaak baseert op:
Ie. een letterlijke uitlegging der Oud*
Testamentische profetieën,
2e. een bepaalde exegese van de Openba*
ring van Johannes (cap. 20),
3e. een foutieve opvatting omtrent de be='
teekenis van het Joodsdie volk na de
verwoesting Van Jeruzalem.
Dit laatste is een integreerend deel der
Chiliastische leer. Hoeveel de chiliasten on*
derling in hun opvattingen mogen ver*
schilkn, hierin zijin ze het vrlij'wel allen eens,
dat de toekomst van het Joodsche volk
onafscheidelijk met hun stelsel verbonden
is; voor menigeen onder hen draait heel het
Chiliasme juist om het probleem der positiie
van Israël in het laatste der dagen. In elke
Dogmatiek of Encyclopaedic is dit te con*
stateeren. En Aj erkennen het ook ronduit,
dat hij> die gelooft aan het herstel van
Israel's rijk op aarde en de massale bekee*
ring van het Joodsche volk reeds een heel
eind öp Weg is om chiliast te worden. Dez'e
Jodenkw'estie is dan ook voor menigeen de
brug tot het chiliasme geworden. Of men
nu de oude secten neemt als de Montanisten
«n de David Joristen of de meer moderne
als de Darbisten, Mormonen, Adventisten en
Irvingianen ot personen als Johannes de
Heer en Ds. Berkhof, welke allen tot de
chiliasten behooren, ziij allen gelooven, dat
eenmaal 'de Joden hun oude land w6er
zullen bewonen, Jeruzalem het middelpunt
der wereld zal worden en dat Christus als
Jodenkoning op deze aarde zal heerschen.
Het Duizendjarig Rijk, waarin de uitverko*
renen 1000 jaren met Christus in heerlijk*
heid zullen regeeren, zal als centrum' Pa*
lestina hebben en het bekeerde Joodsche
volk zal de eereplaats in dit Rijk ontvangen.
Deze heersdhappij: der geloovigen met Chris*
tus gedurende het millennium, waarvan'
Openb. 20 spreekt, wordt door hen geloeali*
seerd in Palestina en hierin zit nu het ver*
band van de Joodsche kSwestie met het Chi*
liasme.
Wij denken er natuurlijk niet aan, hier
het Chiliasme uitvoerig te gaan bespreken
en in geen geval willen wiji over dit inge*
wikkelde en teere onderwerp een polemiek
in ons blad uitlokken. Wiij constateeren
alleen deze twee dingen:
Ten eerste. Dat het Chiliasme, door aller*
lei secten beleden, door Augustinus, door
de Hervormers Luther, Zwingli en Calvijn
(zie Institutie, derde Woek) en door de
Kerken der Reformatie steeds is verworpen.
Ten tweede. Dat het probleem van het
Joodsche volk daaraan wordt verbonden
en een chiliastisdhe oplossing krijigt, welke
'Vlij evenwel op grond der Schrift moeten
verwerpen.
In de grond der zaak is het Chiliasme
oorspronkelijk uit Joodsch*ChristeBjkè krin*
gen afkomstig, wier aardsche Messiasver*
wachtingen gereede aanleiding vormden tot
een letterlijke uitlegging zoowel van de Oud*
Testamentische profetieën, met name van
Eztchiël 40 tot 48, als van de Openbaring
van Johannes. Paulus heeft steeds met kracht
gestreden tegen deze materialistische toe*
komstverwachtingen en immer sterke nadruk
gelegd op het geestelijk karakter ervan.
Door alle eeuwen heen, vooral in tijden
van vervolging, zijn er Christenen geweest,
overigens van goede behjidenis, die chilias*
tische opvattingen hadden. Zoo was in later
tijd Da Costa, een bekeerde Jood, chiliast,
hetgeen juist in verband met zlijn afstam*
ming zeer verklaarbaar was. En ook de door
den inzender genoemde Wilhelmus a Brakel
de schrijver van het pop,ulaire handboek
de Redelijke Godsdienst, staat bekend als
een gematigd Chiliast, ofschoon hij! overi*
gens een streng Calvinist was. Uit de door
den inzender aangehaalde citaten blijkt dit
eveneens zonneklaar.
De grondgedachten van het Chiliasme
komen hierop neer, dat er tw'eërlei weder*
komst van Christus is; dat Christus Vij' zijn
eerste wederkomst den Satan binden zal,
de gestorven geloovigen ap'wekken en ziijn
gemeente, in het bijzonder de gemeente
van het bekeerde en naar Palestina terugge*
brachte Israël rondom zidh zal vergaderen,
over de wereld zal heerschen en aan het
einde dier periode nogmaals zal wederko*
men om alle menschen op te wekken en te
oordeelen. Doordat Israël als volk bekeerd
wordt, zullen, de Joden de voornaamste
burgers zijn van het Duizendjarig Rijk.
Deze Chiliastisdie ideeën nu zijn in strijd
met de leer der Heilige Schrift. De op*
vatting der profetieën van Ezechiël in let*
terlijken zin zou meebrengen, dat ook de
tempel* en offerdienst werd hersteld, waar*
meemen echter terugviel in het Joden*
dom zonder Christus. Dit durven velen
dan ook niet aan. Waarom ook Brakel zegt
(inz'. haalt het aan), dat de Joden wel Je*
ruzalem zullen herbouwen, maar niet de
tempel. Hiermede is uiteraard de letter*
lijke exegese der andere profetiën geooi»
'deeld. Zij wijzen alle op het hemelsche en
niet op het aardsche Jeruz'alem. En van
Openbaringen geldt hetzelfde. De letterlijke
oprvatting daarvan is niet te rijmen met dat*
gene, wat Christus zelve over zijn weder*
I«omst en wat daarmee samenhangt, ons heeft
medegedeeld.
Welke beteekenis heeft dan het Joodsche
volk' in deze bedeeling? Niet de uitzonder*
lijke, welke de chiliasten het geven. Maar
w'el Tieeft het een bijzondere plaats behou*
den temidden der andere volken. Waar
Moabieten, Edomieten en Babyloniërs reeds
lang zijn verdwenen, is dit oude Bonds*
volk in versterkt aantal nog op deze wereld
en zullen zonder twïjifel velen uit Israël tot
den Christus worden bekeerd. Deze Joden
zullen echter niet iets aparts zSjh, maar in*
gelijfd zïjii in de kerk van Christus.
■>J'u doet "hét"ons genoegen, dat inz*. hét
hierin met ons eens is, dat van een echte
massale volksbekeering van Israël geen spra*
ke is. Wij behoeven dit dus niet nader te
argumenteeren. Op grond van enkele Schrift*
plaatsen meenen velen inderdaad, dat dit
toch wel zoo is. We noemen Matth. 23 39;
.Lucas 21:24; Hand. 3:19 en Rom. 11:
26. De inz. echter lost de moeilijkheid op,
door de bekeering van Israël als een uit'wen*
dige voor te stellen, (zliji zullen den Christus
erkennen, doch niet in Hem' gerechtvaar*
digd en geheiligd zïj'n). Dit nu kan ons in
't geheel niet bevredigen. De Schrift weet
hiervan niet. Als er staat in Rom. 11 26,
dat „gansch Israël zalig zal worden," dan
wordt hieronder verstaan het totaal der uit*
verk'orenen, het pleroma van Israël, dat
Wortdt toegebracht en gansch Israël verte*
gen\vöordigt gelijk het pleroma der Heide*
nen gansch het Heidendom representeert.
Doch alle dezen zijn in waarheid bekeerd
en niet maar uitwendig tot de Christuser*
kenning gekomen.
De terugkeer naar Palestina heeft eigenlijk
met deze bekeering van Israël niets te
maken. In de 19e eeuw zijn meer Joden tot
Christus bekeerd dan in alle voorafgegane
eeuwen sedert 70 na Chr., dodh is bij dezfen
sprake van een verlangen naar terugkeer
tot het oude vaderland? Immers neen. En
ook van een bekeering van Israël, nadat
het in massa in Palestina gekomen is, weet
de SchVift niet. Met name Paulus, die
de beteekenis van het Joodsche volk meer*
malen in ziijn brieven behandelt, maakt van
een terugkeer naar talestina, van een her*
bouW van stad en tempel en van een
Christocratie in Jeruzalem met geen woord
melding. Daarom staat de Zionistische actie
der Joden geheel los van Israels bekeering.
Wij willen de mogelijkheid niet ontkennen,
dat Palestina nog eens een Joodsch land
wordt, doch dan zal die Jodenstaat geen
Christocratie zijn. De ervaritfg leert, dat
waar eenerzüjds het aantal Christen*Joden
toeneemt, anderzijds ook het aantal onge*
loovigen onder hen angstwekkend groeit.
In de Amsterdamsche Jodenbuurt is meer
dan 70 "/o der bevolking rood! En zoo loopt
ook door deze oude natie de groofe schei*
dingsljn tot aan het einde toe. Waar de
Schrift van een volksbekeering niet weet,
heeft Palestina voorgoed z'ijn beteekenis ver*
loren als land der bijzondere Godsopenba*
Ting. Het oude is voor'Mjgegaan, het is alles
nieuw geworden. Wie Israël de plaats wil
teruggeven, die het als symbblisch volk
had, valt terug in de oude bedeeling en
miskent het werk van Christus.
Het ligt voor de hand, dat we, het bo*
venstaande in aanmerking genomen, ook
ieer sceptisch staan tegenover de tijdreken*
kunde van den inzender in het verhaal, dat
hij doet van zijh. ouden predikant en vriend.
Wij, hechten aan al die berekeningen, waar*
mee sommige menschen zidh zoo gaarne
bezig houden. Weinig of geen waarde. Uit*
gezonderd enkele van Daniël, die achteraf
te berekenen z!ijn, gelooven wij, dat de
velerlei andere becijferingen, waarin met
name de Adventisten zoo sterk zijn en welke
b'ijna alle op de toekomst betrekking hebben,
waardeloos zijn. De stichter dier secte. Mil*
Ier, berekende, dat dp wederkomst van
Christus in 1844 zou plaats hebben, welke
berekening bleek te falen. Wij bewonderen
deze liefhebberij van Sommigen allerminst
en zijn van meening, dat de profetie niet
allereerst dient om onie weet* of nieuws*
gierigheid te bevredigen, doch veeleer om
na de uitkomst, Gode de eer te geven, die
in Zijn grootheid deprofetie realiseerde.
Trouwens, ook in hei voorbeeld, dat inz.
aanhaalt, kwam de berekening niet uit.
Als men in 1910 becijfert, dat de vrijwording
van Palestina zal gesclfieden in 1924, dus
over 14 jaar en het geschiedt reeds in 1917
dus in de helft van die tijd, dan kan mên
dit toch geen serieuze^ calculatie noemen»
Het is ons bovendien zeer raadselachtig, o,p
welke Schriftuurlijke gegevens deze becij*
fering moest zijn geb'aseerd.
De verdere beschouwingen van den inz.
loopen tamelijk parallel met de onze. Als
hij echter zegt, dat ons betoog niet geheel
juist is, wanneer wlij fle trek der Joden
naar Palestina schetsten' als een gevolg van
het heimwee naar het vaderland en van de
progroms, hadden wiji verwacht, dat hij an*
dere gegevens naar voreb had gebracht, doch
zijn toelichting opent; in 'tigeheel "geen
nieuwe gezichtspunten.Hij noemt precies
dezelfde dingen als wij| En als hij' betoogt,
dat de houding van Ruisland (^begunstiging
der Joden) het Werk isvan Satan, dan zijn
we dat in zooverre met hem eens, dat de
bolsjewlseering van vele Joden aldaar zeer
zeker satanisch is, doA wij kunnen dit,
juist in verband met ons bovengeschetst
standpunt, niet in het kader zetten van de
terugkeer naar Palestina en van het Zio*
nisme.
De inz. heeft een gemakkelijke manier
om problemen op te lossen. Er zijn op de
wereld 15.000.000 Joden, hadden we ge*
schreven. ,(Inz- meent, dat dit 18.000.000
moet zijn. Wïj hadden het gemiddelde ge*
nomen van de zeer variëerende opgaven,
die we lazen, doch pas meldde de sfati*
tiek, dat opj 1 Jannari Ö36 het aantal ruim
16.000.000 was, welk getal we nu maar
zullen aanhouden). In onze artikelen had*
den we nu betoogd, dat al deze millioenen
Joden niet in Palestina wonen kunnen,
hoogstens 5.000.000. Doch nu komt inz'. met
het argument van Gods almacht. Inderdaad,
bliji den Heere is niets onmogelijk, maar
kan men hiermee tenslotte niet alles here*
deneeren, ook datgene, Wat de Heere klaar*
lijk' aan aardsche hulpmiddelen gebonden
heeft? Waar de inz'. eerst zulk een voor*
stander van berekeningen blijkt te zijn, ver*
wondert het ons wel eenigszins dat hij ze in
deze totaal verwerpt.
De huidige kolonisatie van Palestina door
de Joden herinnert den inz'. aan Zach. 2 4,
waar staat ,dat Jeruz'alem doppsgew'ijze zal
bewoond worden. Jeruz'alem dus! Palestina
wordt niet genoem'd! Het is juist de naam,
die zoo dikwijls het symboiol der hemel*
sche zaken is, welke hier wordt gebruikt.
En daarom dient men ook' deze tekst niet
lettertijk, maar in diep*geesteliijke zin op te
vatten. Zacharia beschrijft hier in beeldrijke
taal. Wat hij in zfjta nachtgezicht ziet van
het hemelsch Jeruzalem.
Alles bijeengenomen komen we dus tot de
conclusie, dat de inz. een onjuist vei'band
legt tusschen 'het Zionisme en wat hij als
de toekomst*verwachting voor het Joodsche
volk beschouwt. We meenen dit in kor^
bestek te hebben aangetoond. Intusschen
geven we toe, dat deze kwestie niet eenvou*
dig is en het moeilijk valt elkander te over*
ti^y^gen, waar de opvattingen meestal 'berus*
ten o;p[ verschil van exegetische methode.
Maar hierin zijn We het eens, dat onze hou*
ding tegenover de Joden niet -vijandig mag
zijh, doch dat w'ij. ze het Evangelie bekend
moeten maken en in de gebeden gedenken.
En we zijn het ook van harte ./eens met
inzenders slotopmerking, dat het den Jood
niet baten zal naar Palestina terug te kèe*
ren e,n ons niet in alles geijverd te hebben,
maar dat wïj verzoend móeten zïj'n met
den God van Abraham, Izak en Jacob, door
Jezus Christus, den Zone Gods.
Europa, ons werelddeel een, tuig'huis,
dat op ontploffen staat.
Zoo beschreef dezer dagen een staatsman
den toestand van Europa. Wat een tuighuis
is is algemeen bekend. Het! is een opslag=
plaats van allerlei wapens en oorlogstuig.
Komt zoo'n tuighuis tot ontploffing, dan is
dat een vreeselijke ramp met niet te over*
ziene gevolgen. En zoo is nu de toestand
van Europa.
De stemmen voor ontwapening,' het ge*
roep van vrede, vrede en geen gevaar is
verstomd. Het bedriegelijke van die leuzen is
maar al te zeer gebleken. De Volkenbond,
wie durft hem nog noemen. Je leest er ook
zoo goed als niets meer van. Er is geen tijd
voor. Er valt zooveel te schrijven over de
tegenstellingen tusschen de volken, over
onderlinge afspraken, over verbonden onder*
lin_g en over de dreigende gevaren, over
de opstanden en revoluties, dat er tijd noch
plaats meer is voor de Volkenbond. Ja de
Volkenbond is uitgeschalceld zonder meer.
In naami bestaat; «r ntog zoo iets, maar in
feite is ze lopgeheven. Zondier eenige fors
malifeih De zaken die er behandeld dien*
den te worden, brengt men er niet eens meer
op. Dat kan, dat durft men niet: 't Is alles
sfechts gekuip en gekonkel tussichen de gtoo'
tem. En niet alleen tusschen de grooten.
Helaas zitten de banden van den Volken*
bond 'izfoo om de kleinen gestrengeld, dat
hun lot verbonden is aan de grooten. De
tijd is buitengewoon gevaarlijk. De volken
dorsten naar eikaars bloed, 't Is slechts de
vrees voor elkaar die het zwaard nog in de
schede doet blijven. Maar:
Leeuw en panter zamlelt kracht
Voor den kamp', dje morg^n^ wacht.
Zoo is de toestand over de geheele we*
reld. Vanaf het verre Oosten, tot het verre
Westen. Overal toerusting tot den oorlog.
Vreeselijke voorhereiding.
Kennis en techniek tot het uiterste toe*
gepast voor de werktuigen der vernieling.
Overal buskruit opgetast. Het tuighuis
zit geheel vol. Eén vonk en het komt tot
ontploffing. God beware er ons voor. Hij
doe de volken terugkeeren tot Zijn Woord.
Daarin ligt de vrede en welvaart. Helaas,
de volken schijnen te roepen. j,Wij willen
niet hooren." De vonk ontbrand, de gevol*
gen zullen vreeslijk zijn. Bange tijden gaan
we tegemoet.
Consciëntiekreet der Belijdeniskerken in
Duitschla»4-
Gcdsidienstvrijlïeid geëischt van de Duitsche
regeejfing.
Het nationaal*socialisme heeft allen te*
genstand in Dutschland volslagen gebio*
ken, behalve in de kerk. Het heeft ge*
makkelijk werk gehad met alle partijen met
links en rechts, met Joden, Marxisten, ka*
tholieken enz. en het is over de geheele
linie totaal heer en mees.ter.
Maar zelfs deze geweldige staatsmacht heeft
voor de muren der kerk halt moeten maken
en voor de zooveelste maali devert de ge*
schiedenis het schouwspel van geestelijke
krachten, die door wereldsch geweld niet ge*
broken kunnen worden.
Predikanten der z.g. Belijdende Kerk in
Duitschland, die blijven strijden, voor de
vrijheid van Godsdienst en Kerk, zijn in de
gevangenissen geworpen en naar concen*
tratie*kam'pen gebracht en velen hunner ver
toeven daar nog en andtrenl dreigt hetzelfde
fot, doch 'deze strijders geven hun verzet
riiet op en Zondag 23 Aug. is zelfs van
alle kansels der protesteerende Evangelische
kerk, die niet wil 'buigen voor een staats*
regime, dat de onderwerping van kerk en
evangelie aan het staatsbelang eischt, een
manifest voorgelezen, dat een aanklacht en
een conscientie*kreet is.
In de stampvolle Berlijnsche kerk van
Dahlem, waar de bekende ds. NiemöUer,
voorgaat, is uit den bTief van Paulus, van
uit de gevangenis en de verdrukking aan de
Filippensen geschreven, voorgelezen.
Hierin waarschuwt Paulus tegen de val*
sche leeraars en valsche apostelen en ver*
m.aant hij om in Gods kracht staande te
blijven, tegen alle verleiding en moeilijkhe*
den. Door de kerk, die zoo gevuld was,
dat velen slechts buiten voor de open
deuren konden luisteren, klonken de woor*
den van den apostelWan^ u is uit ge*
nad e ge ge ven in de zaak van
Christus niet alleen in Hem te
gelooven maar ook voor Hem te
1 ij! d e n.
En verder: „Want velen wandelen an*
ders van welken ik u, dikwijls gezegd heb
en nu ook weenende zeg, dat zij vijanden
des kruises van Christus zijn, welker einde
is het verderfwelker heerlijkheid is in
hun schande, dewelke aardsche dingen be*
denken.
Maar onze wandel is in de hemelen,
waaruit wij' ook den Zaligmaker verwachten,
namelijk de Hesere Jezus Christus."
Voordat over deze teksten een korte preek
werd gehouden werd in de kerk van ds.
Niemöller en Verder in alle Belijdenisker*
ken een manifest voorgeHezen, van de kan*
sels. Hierin -wordt het Vfolgende gezegd:
Onverwachts overvallen
U de venijnige steken.
■Wrijf dadelijk mei Kloos-
terbalsem, welke tot diep
in de weefsels door dringt.
omdat de sloffen die de pijnen ver
oorzaken er door worden verdreven.
Doosje 35 cl. Polten 6272 ot. en f. 1.04
„Het Duitsche volk staat voor een grooite
historische beslissing. Men moet thans weten
of het Christelijk geloof in Duitschland
kan blijven bestaan. He t e v an g e 1 i e
van Christus wordt thans bij ons
feestreden, niet alleen door
atheïsten, doch ook door 1 i e d e n,
die zonder het bestaan van een
God te ontkennen, de C h r ist e 1 ij*
ke openbaring weigeren te er*'
kennen. Staat en Part ij gebruiken
hun macht tegen het evangelie
en de aanhangers hiervan. Lang
'hebben we gezwegen en we heb»^
ben den F h r e r met deze onder*
drukking in kennis gesteld.
Thans zijn we
in naam van Chr is tus
verplicht ons z w ij g e n te v e r b r e^*
k e n. In het nationaal*sociaIIstisch kamp leert
men de mythe van Rosenberg en beperkt
men de mogelijkheid van actie van de kerk.
Men onderdrukt het geweten, bespioneert
de christenen en vernielt alle moreele ver<i
plichtingen.
Tot onze diepe droefheid zijn we ver*
plicht deze. dingen te iegge».. We zijn
bereid ons bloed te offeren voor het Duit*
sche volk, doch -wij willen; het evangelie
verdedigen. We vragen -vrijheid van Gods*
dienstoefening en vrijheid voor de Christe;
lijke pers en voor de Christelijke liefdadig*
heid. We vragen, dat de Duitsche jeugd niet
zal worden belemmerd door politieke oefe*
ningen in het Christelijk familieleven. We
vragen alle burgerlijke machten in Duitsch*
land er aan te denkeni dat zij' voor God
verantwoording af moeten leggen en smeken
u niets te doen tegen Zijin geboden en tegen
de vrijheid van geweten van hen, die in God
gelooven. We vragen de dienaars en diena*
ressen van de kerk zonder vrees voor de
menschen het evangelie te bekennen. Ver*
sche id ene predikanten en leeken
zijn 10m hun geloof gevangen ge*
nomen en in concentratiekam
pen opgesloten.
We weten niet wat ons; "wacht. Wat
ook gebeure, laten Wij gehoorzamen aan
onzen Hemelschen Vader. Laten wij de
handen opheffen tot God. O God, wees
barmhartig voor ons volk, dat Uw waar*
heid bij ons b'Bjve, help ons te overwinnen.
Amen."
'Beroep 6p Hitler,
Herinnerd wordt aan een poging om
Hitler persoonlijk op de hoogte te stellen
door een brief, die hem. nooit bereikt zou
hebben. Reeds op 10 April van dit jaar,
zoo wordt gezegd, hebhen de toenmalige
voorloopige leiding der Duitselie evangeli*
sche kerk en de broederraden een schrijven
tot den Führer gericht. Daarin wordt gezegd:
„Het is in het Duitsche volk zoo ver geko*
men, dat de eer van Duitsche staatsburgers
met voeten wordt getreden, omdat zij chris*
tenen zijn. De christelijke bevolking van
Duitschland ondervindt met verontwaardi*
ging dat zij ter wille van haar christelijk
geloof op iedere wijze, in de pers, in het
theater, in lezingen en massavergaderingen
wordt bespot en gehoond. Alle pogingen
hierin verandering te brengen zijb, vergeefsch
geweest, vooral omdat ons in toenemende
mate bijna iedere mogelijkheid om ons in
Palestina en de Joden. An,twoord aan den
heer Caron ie Maastricht.
„Wijl profesteeren," Consciëntiekreetder Be*
lijldeniskerken in Duitschland.
Driestar: Europa, ons werelddeel een tuig*
huis, dat op ontplof&n staat.
De Veerdienst Ooltge;tisplaa{=DinteIsas. Itls
gezonden stuk ven den heer Wijgand.
Gettieenier^d Poortvlie.t.
Gcmiengd Nieuws,