Gemengd Nieuws Ingezonden stukken Land en Tuinbouw Marktberichten Voor onxe Jongens en Meisjes Visscherij'berichten I kende verantwoordelijklield, die hij in feite met geen ander kon deelen, heeft Mussolini gedurende een achttal maanden, die zonder \veerga zijn in de geschiedenis van Italië en van het moderne Europa, verdragen. En het teekent zijn figuur en zijn karakter, dat hij, zonder in beslistheid, psychisclie of physieke gezondheid, te zijn verminderd, daaruit is te voorschijn gekomen. Het teekent in Mussolini iets van een Napoleon, zij het dan ook gezien in het moderne licht, dat het succes niet meer uitsluitend doet af* hankehjk zijn van een gewonnen veldslag. En het maakt hem meer nog dan tevoren tot een der merkwaardigste mannen van dezen tijd, tegenover wie slechts het heden en de toekomst beteekenis hebben en men nauwelijks meer geneigd is te vragen naar een verleden, dat heeft afgedaan. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) PALESTINA EN DE JODEN. In verband met de artikelen in het Eilan* dennieuws inzake bovenstaand onderwerp, sta ik andermaal voor deze groote vraag: hebben toch zij gelijlc, die wel terdege op grond van Gods woord aantoonen, dat het Joodscbe volk niet alleen nog een zelf* star-dige natie zal vormen, doch tevens zich zal bekeeren tot den Levenden God, in de erkenning van den Christus der Schrif» ten, de Messias. Ongetwijfeld heeft de schrijver over ,,Pale« stina en de Joden" gelijk, indien hij met de woorden: „zoowel uit de Joden als uit de Heidenen zal een deel zalig worden, doch van een volksbekeering is geen sprake," bedoelt zalig worden in de beteekenis van wedergeboren en volksbekeering in de be* teekenis van wedergeboorte, doch in de onderhavige quaestie gaat het hierom niet. De groote vraag is, of de beloften Gods aan Abraham en zijn, zaad, d.i. derhalve het Joodsche volk, inhouden, dat de Joden niet als ballingen zullen dolen en niet zullen volharden in de loochening van den Messias, Jezus Christus, tot aan de volein* ding der wereld. Brakel o.a. wijdt in zijn Redelijke Gods* dienst eenige bladzijden aan dit onderwerp. Als begin van zijn verweer stelt hij de vraag, of de Joodsche natie voor altoos zal verstoeten blijven, of de geheele natie nog eens tot bekeerilhg zal komien, geloo* vende en belijdende, dat de Messias al gekomen is en dat Jezus js de Christus. Hij' geeft daarop al' direct dit antwoord, dat de natie, zonder oriderscheid zal er* kennen, dat Jezus is de Christus, de Messias in het Oude Testament beloofd en van de Vaderen verwacht, daarbij tevens verklarende, dat deze zijne conclusie het gemeene gevoe* fen is van de godgeleerden van alle eeuwen. (Tot goed begrip mag ik er even op wij* 2en, dat onder „erkennein van den Chris* tus" niet het zelfde moet worden verstaan als „in Christus gerechtvaardigd en geheiligd zijn"). In tegenstelling met de bewering van andere zijde, dat onder het in het Nieuwe Testament bedoelde Israël alleen moet worden verstaan het geestelijke Israël, wordt door Brakel beweerd, o.a. Rom. 10, Gal. 6, dat dit slaat op het Israëlietische volk en zegt dan verder, mieide op! grond van Godswoord, dat het Joodsche volk niet ver* hard is, om altijd verhard te blijven. Spre* kende over de onveranderlijkheid des ver* honds met de Joodsche natie, zegt hij (Rom. 11 28—32) zij zijn beminden, niet ten opzichte van hun tegenwoordigen staat, maar ten opzichte van hiet verbond miet hunne vaderen Abraham, Izaak en Jacob; van de Verkiezing, niet ten opzichte van de eeuwi* ge verkiezing tot zaligheid, maar van hun verkiezing tot bondgenooten. Vervolgens toont hij aan, dat de Joodsche natie uit alle gewesten van de wereld en van onder alle de volkeren des aardbodems, waaron* der zij verstrooid zijn, wederom bij elkaar vergaderd zullen worden; in het land Ka* BESTE JONGENS EN MEISJESl Hoewel het op 't oogenblik niet zoo zon* nig is als gisteren, is het toch echt zomer* weer en binnen is het zoo benauwend, dat ik nu buiten aan jullie zit te schiiijven. Ik denk zoo bij mezelf: mijn jeugdige vriend* jes en vriendinnetjes zullen op 't oogen* blik als ik dit scjiïijf ook niet op een stoel in de kamer zitten, maar ze zullen ge* nieten van de heerlijke Vbuitenluöht. Nou, ik geloof, dat jullie me gelijk geven, dat ik met een stoel ën een tafeltje naar buiten ben verhuisd. En hier heb ik dan ook daareven een gemakkelijk raadsel voor jul* lie opgesteld. Het is OpgaveS: 1. X 2. X 3. X 4. X 5X 6X 7. X 8X 1. blekend dpostel naan eii al de lanJéii aan Ahraham bei loofd zullen komen, daarin wonen, en Je* ruzalem zullen herbouwen behalve den tem* pel en zij een republiek op zichzelf zullen zijn. Het land Kanaan zal vruchtbaar zijn, hetwelk in de Babilonische ballingschap en ook daarna niet bet 'geval is geweest (het wordt thans evenwel vruchtbaar.) De stof door Brakel behandeld is te uitgebreid om deze 'in dit blad uitvoerig weer te geven, waarom' ik meen met het bo* vensfaande te kunnen volstaan. De redelijke godsdienst van Brakel dateert uit het jaar 1742. Toen hem zijn beschouwingen uit, de pen zijn gevloeid wap er jn de verste verte geen blijk, dat de profetieën in ver* vulling schenen te worden gebracht en waar* door hij voor het door hen^ gereleveerde grond zou hebben gehad". Vele, vele jaren zijn nadien verloopen. Mijn belangstelling voor het vraagstuk der Joden is inzonder* beid opgewekt in het jaar 1910. In die dagen had ik een ouden vriend, een predikant, die mij tijdens een bezoek aan hem, mededeelde een belangrijke kwestie aan de hand te heb* ben. In een wetenschappelijk tijdschrift werd namelijk een polemiek gevoerd tusschen twee professoren, die naar de hun bekende tijd* rekening volgens Godswoord, elkander be* streden over den tijd, waarop ide val van het Turksche Rijk (de macht over Palestina), zou plaats vinden. Mijn vriend beschikte over zeer oude geschriften en plaatste in dit tijdschrift een ingezonden stuk, waarift hij uiteenzette, dat deze val vroegeï zouj zijn als door beide professoren beweerd werd en wel, naar ik meen mij te berin* neren, 1924. Aan het eind van den oorlog 1914—1918 is Palestina werkelijk losgemaakt van Turkije. De berekening naar de H. Schrift was dus vrijwel juist. Ik ben geen theoloog en kan derhalve niet beoordeelen of de ideeën, ten aanzien van de bekeering der Joden en terugfkeer naar Palestina samenhangen met chiliaSti* sche fantasieën (aanhangers duizendjarig rijk), doch afgezien hiervani staat menl in den tegenwoordigen tijd voor klemmende feiten, die te denken: geven en alle' tegen* werpingen, ten opzichte van dit onderwerp, geweld aandoen. Feit is dat de joden naar Palestina terugkeeren. Of hierbij een Zi* onistischen Bond, die zeer vrijstaat tegen* over den Joodschen Godsdienst en tenop* zichte van de religeuze idealen van he!i| Jodendom neutraal is, de hulpzame hand biedt, zegt m.i. niets. De Heere toch is vrij en souverein in het gebruik der middelen, hetgeen blijkt uit Zijn woord. Dat de trek der joden naar Palestina alleen een gevolg is van het heimwee naar den grond der vadergn of uit het Moed def progroms, is niet geheel juist, omdat verschillende b'ij*omstandigheden, en vooral tegenwoordig, er zeer toe medewerken, dat de joden uit hun verblijfplaatsen verdreven worden. Vooral de sedert 1881 plaats gehad hebbende vervolgingen in Rusland, maliën een verblijf aldaar onmogelijk. Amerika, dat door hen tot voor enkele jaren als een toevluchtsoord kon worden beschouwd, heeft in de laatste jaren de Immigratiewetten der* mate verscherpt, dat betreden van haar bo* dem schier onmogelijk is. Daarnaast evenwel heeft in de jaren na het einde van den we* reldoorlog Rusland zich ten opzichte van de joden zeer gewijzigd en zelfs een Jood* sche nederzetting gesticht in het Siberisch Biro*Bidjan gebied (hoewel Zij toch niet vrij zijn hun persoonlijk en gemeensdhaipsleven volgens hun eigen wil en neiging uit te voe* ren). Men kan m.i. in het laatste zien, dat de Satan poogt langs den weg van het Communisme de joden vast te houden. Zoo goed als „de verleider van den beginne" de komst van Christus in het vleesch den voet heeft dwars gezet, Christus, tijdens Zijn omwandeling op aarde, nog heeft trachten te vernietigen in Zijn kwaliteit als Verlosser, zoo goed kunnen we „den booswicht bij uitnemei;dheid" op zijn plaats vinden daar, waar het geldt het bestrijden van plannen Gods, ook met betrekking tot de verheffing van de Joodsche natie de brieschende leeuw, die alles zoetót te verslinden In de laatste jaren is het Duitschland, dat, bij wijze van spreken, Rusland de loef tracht at te steken in de vervolging van de joden. Aldaar geldt thans het parool, alle joden - eruit en wel zoo, binnen vijf jaren geen jood meer in Duitschland. Welke landen zullen, mogeüjk spoedig, dit voorbeeld volgen? Een gewijzigde staats* vorm kan hiertoe den stoot geven. Waar zal de jood heen? Met betrekking tot een zich elders vestigen, doet zich in dezen tijd het groote bez'w'aar voor, dat geen land, een enkele uitgezonderd, vreemdelin* 2. opschrift van verschillende psalmen, o. a. van Ps. 4, 6, 54. (Het ziet op het soort speeltuig). 3. metgezel van Paulus 4. een der 7 diakenen (Hand. 6). 5. koning van Israel met een schrikkel'ijken bijnaam. 6. koning van Juda (na de scheuring van het rijk). 7. vrouw', door "wier raad Johannes den Dooper werd onthoofd. 8. werd door Rehabeam naar de opstan* delingen gezonden en werd daar ge? steenigd. Op de kruisjeslijn komt te staan het woord dat bij 5 wordt gevraagd. Nu ga ik verder jullie brieven onder handen nemen. I i Willem R. OudldoTip. Je bent heelemaal van 't westen naar 't oosten van het eiland verhuisd heb' ik ge* zien. In je brief schreef je dat dit het plan Was, maar nu heb ik gezien aan de pradhtige kaart ,die je stuurde, dat je op „De Plaat" zit. De LangeWeg heet wel terecht lang, Want 'tis een heele afstand, als je zoo op die ansicht Mjkt. En een fij'ne weg voor fietsen en auto's I Jammer, dat die kauw niet langer dan gen kan opnemen, temeer niet, omdat men op expansie is aangewezen. Ongetwijfeld klemmende omstandigheden te over dat de joden het oog moeten ves* tigen op Palestina. Is dit nu alles toeval? Het vraagstuk van 15.000.000 joden (moet zijn 18.000.000) verspreid over de geheele wereld, behoeft niet als zwaartepunt te worden gezien voor de terugkeer naar Pa* lestina, wanneer men zulks beschouwd met betrekking tot de Almacht Gods. Bovendien „de wijsheid der menschen is dwaasheid blij God." Ik wil er dit mede zeggen, als het Gods voornemen is de joden in Pales* tina terug té brengen, laten w'ij ons .dan niet overgeven aan twijfel in deze of ver* moeien met wiskundige berekeningen, want „Hij doet de dingen zijn alsof ze waren." Naast de bovenstaande, m.i. wel sprekende feiten, nog het volgende. Jeruzalem zal, volgens Gods Woord, dorpsgewijze bewoond worden. Volgens Brakel heeft dit nog niet plaats gehad, doch zijn de berichten juist, dan gaat het thans deze richting uit. Land* en Tuinbouw, Veeteelt enz. zijn ter hand genomen. Voor beplanting (volgens G<)ds Woord) zijn indertijd door Amerika 2.000.000 stekken gezonden. De Doode Zee is een goudmijn voor de joden, deze Ie* verde reeds jaren geleden 100.000 ton kali .'per jaar voor bemesting en wat nog wel het merkwaardigst is, de regen is er sterk toege* nomen, men heeft reeds een vermeerdering van 50 "o geregistreerd. Het optreden van de Arabieren tegenover de joden is ongetwijfeld niet gering. Meer* dere moeilijkheden staan de joden in den weg, zullen er ongetwijfeld niet minder op Worden. De 40*jarige reis (Egypte—Kanaan) getuigt van lijden en strijden. Ook toen bleek dat de beloften Gods, die in Jezus Christus amen zijn, door de joden, niet werden geloofd, ze wilden maar liever terug naar de vleeschpotten van Egypte. Wat zal het Joodsche vraagstuk uiteinde* lijk te zien geven? Zal het werkelijk geschie* den als wordt verondersteld en' zoo ja, zal de oplossing liggen in het nageslacht, of zal het proces in snel tempo teneinde loopen? Of za'i èr niets gebeuren Los van deze vragen is het noodig dat de Christenen, ik bedoel hen aangeteekend in Rom. 2 28 en 29 (waar geschreven staat „Want die is niet een jood, die het in het openbaar is, noch die is in de besnijdenis, die in het openbaar in het vleesch is, maar die is een jood, die het in het verborgen is en de besnijdenis des harten, in den geest, niet in de letter, is de besnijdenis. Wiens lof niet is uit de menschen, maar uit God") hun taak ten opzichte van de joden kennen. Hen niet alleen te dragen en te verdragen, doch hen, waar mogelijk, de Waarachtigheid en de waarheid van het Woord 'des Heeren mede te deelen en ook in de gebeden (tevens huisgezin en bede* huis) te gedenken. Och de Heere mocht zich nog wenden. Want wat zal het den jood baten, terug te keeren naar het land der vaderen, wat zal het een ieder mensdh hel* pen in alles geijverd te hebben, en niet ver* zoeno. te zijn met den God van Abraham, Izaak en Jacob, door het bloed van den Middelaar Gods en der menschen, de Mes* sias, Jezus de Christus. G. W. CARON. Maastricht, Juli 1936. Onderschrift der Redactie: Ofschoon het stuk van den heer Caron tamelijk lang is, nemen we het toch in zijn geheel op, allereerst omdat we zijn belang* stelling voor onze artikelen op prijs stel* len en voorts omdat de zaak onze lezers evenzeer zal interesseeren. Onze redacteur hoopt volgende week in een afzonderlijk artikel den inzender te beantwoorden. Over Moembollen voor kamer en inin. Nu de belangstelling, voor de verschillen* de bolgewassen den laatsten tijd belangrijk is toegenomen, kan het wel nuttig zijn in enkele artikelen, te wijzen op de teelt hier* van voor kamer en tuin. Hierdoor zal zeker de belangstelling voor de holgewassen toe:> nemen ,welke deze dan ook ten volle ver* dienen. Van belang is hef dan ook dat de lief* hebbers, een beter inzicht zullen verkrijgen in het schitterende materiaal, dat in ons land wordt aangekweekt, en hoe zij hiermede hun tuinen kunnen verrijken en in de don* een jaar je vriend wou blijven. Dan duurt onze vriendschap al langer! Pieternella W. M. Melissanê Dat is een heel lange \^cantie, meisje! Wat zal je genieten! Hartelijk bedankt voor de „Langeweg Oud*Beijerland." Dat is al twee „lange wegen", die ik heb gekregen. Ik vind het erg leuk dat jullie ook in de vacantie om me denken. Dirk J. M. Melissant. Het maaien van 't koren ging maar ver* drietig, nietwaar? Het was heelemaal geen „vast' weer. Het mooie weer kwam maar met enkele dagen, zoodat je niet aan den gang kon blijven. Is alles toch goed en droog binnen gekomen? Daaraan heb je ook wei geholpen, denk ik. Cotnelis B. Ouddorp. Jongen, dat zou eventjes een idee zijn, om met vrouw en kinderen bij jullie te komen logeeren! Het is heel mooi, maarhoe duur is jullie pension, want ik heb maar een kleine portemonnee? En dan moet ik er ook nog de gelegenheid voor hebben. De wit is er wel, maar de weg? En nu zal je dat bekende spreekwoord: „"Waar een kerste dagen des jaars in huis en Ras voor* jaarsv/eelde kunnen brengen. Dat is dan ook een van de belangrijkste hoedanigheden van onze bolgewassen, dat zij: zich op een tijd in bloei laten brengen, waarin behoefte is aan kleur en jong frisch leven. We bedoelen in de wintermaanden als de geheele natuur nog sluimert, dan ko* men de bolgewassen en brengen ons de boodschap van het naderend voorjaar. Niet alleen in de kassen, maar ook in de gew'one huiskamers kan men gedurende den ge* heelen winter bloeiende bolgewassen héb* ben indien men maar een goede keuze ten opzichte van de verschillende gewassen maakt. Reeds in November en December kunnen we de heerlijke Paperwhite Narcissen en de Romeinsche Hyacinthen hebben en van Kerst mis af zijn er Hyacinthen, Tulpen enz .die elkander in bloei kunnen opvolgen. Bij de algemeene wenken behoort ook het aan* schaften van de bloembollen. Dit is evenwel niet moeilijk ,indien men er zich maar böj bepaalt bij een soiled adres te koopen en daar vraagt/ naar de allerbeste kwaliteit.' Trouwens zijn er ook adressen welke hun eigen prijscourant uitgeven, we denken b.v. aan de Fa. Tvirkenburg te Bodegraven. Van belang is zeker, dat voor het vervi-oegen de kwaliteit nooit te goed kan rijn. Daarom moet men niet op de markt koopen, maar alleen daar waar men alles in het werk stelt om het beste te leveren, wat maar mogelijk is. Sommigen laten het pakket met bloem* bollen na aankomst dikwijls eenige dagen soms weken, onuitgepakt en dat kan funeste gevolgen hebben, de bollen gaan dan dik* w'ijls schimmelen. Het beste is ze direct uit te pakken en, op een koele plaats uit te leggen, totdat men gelegenheid heeft ze in de potten of kistjes te planten. Het aller* best is, dat men een of twee dagen na ont* vangst de bollen plant. Van belang is het om bloembollen, welke vervroegd moeten worden, en vooral die, welke zeer vroeg in bloei getrokken worden tijdig op te plan* ten en dus vroeg te bestellen. Wij willen ook vooral nog eens wijzen dat het te gebruiken materiaal om de bollen in te planten, b.v. bloempotten of, kistjes vóór het gebruik ter dege schoongemaakt moet worden, zoo noodig kan men ook de kistjes of potten ontsmetten. Op al deze kleine dingen moet worden gelet om te komen tot een goed resultaat. Men schrijft ons uit T h o 1 e n. Met de verzending van mosselen gaat het goed. Er w'erden 2600 balen verzonden. Met de vordering van het seizoen stijgt ook de vraag naar geknipte (geschoonde) mosse* len. Dat is verblijdend w'ant dat knippei vereischt veel wer-i en het komt menig werkloozen ten goede. Telkens stijgt de vraag er naar. Een gedeelte van de botvisschers was op de Wester Schelde aan het visschen. Men verwachtte daarvan flink resultaat, maar dat is tegengevallen, een gemiddelde be* "somming van 50 pond per vaartuig is wel hoog genoeg geschat. Op de Ooster Schelde was de vangst beter, daar heeft men wel on* geveer een gemiddelde besomming van 100 pond per vaartuig. Enkele visschers hadden een buitenkansje door het vangen van en* kele flinke exemplaren zeebaars. Men schrijft ons uit B r u i n i s s e De verzending van mosselen heeft hoofd* zakelijk naar België plaats, ruim 2400 ton, tegen f 1.75 per ton. De export naar Enge* land is gering, ruim 60 zakken werden naar dat land verzonden. Voor eigen bedrijf werden 150 ton mosselzaad aangevoerd. E,TTEN, (N.*Br.), 19 Aug. 1936. De aanvoer op de wekeHjksche runder* 'markt bedroeg 202 stuks, waarvan 152 run* deren en 50 biggen. De handel in alle soorten vee was goed, veel vraag, er werd veel verkocht. Prijzen: kalfkoeien f 140.210; kalfvaar zen van f 130.170.; muntig vee f'90. 160: vet vee f 0.280.40 per kg. levend ge* wicht; pinken van f 40.70.; stieren f 0.24 0.30 per kg. levend gewicht; biggen f 10 -13,-. wil is, is een weg," me wel voor de voeten kunnen gooien, maar altijd gaat dat spreek* woord niet op. Keesje! Een spreekwoord is niet altijd een waar woord. Willem B. Ouddorp. In 't kort beschrijf je „De Punt." Ik zou die wel eens graag willen zien. Daar is de natuur vast mooi; dat kan ik me wel in* denken. Waren dat onder de oplossingen kapot* springende bommen en granaten? Een bloe* derige illustratie, Wim! Het lijkt wel of je aan Spanje dacht. Daar gebeurt zulks in Werkelijkheid. Vreeselij'k, hè? Mientje S. Herkingen. Wou je dat heele blad vol schrijven, meisje? Het is zóó wel genoeg, hoor! Nu zit je in Zeeland, nietwaar? Maar toch zoo- ver in Zeeland niet als die oude meester, hè? Die zit dicht bij de Belgen. Zou liij' weten dat er nog een kamertje is met her* inneringen aan hem? Als je weer op school komt, na zoo'n langen tijd, kan de meester haast zien dat je gegroeid 'bent. Of gaat het groeien lang* zaam, net als bij Roedi? Vertaling uit het Chineesch. „Pinda?" kirde het Chinees je. Maar de politieman wilde geen pinda's en ook geen zuurstokken o^ chocolade. Hij wilde streng zakelijke gegevens aan* gaande een ventvergunning, zooals om* schreven in de gemeentelijke politieveror* dening, maar wat wist het Chineesje daar* van. „Hoe heet je?" vroeg de politieman, en toen hij de vraag had uitgesproken, besefte hij dat ze dom was en nutteloos bovendien, want zoo hij al de klanken zou kunnen verstaan, zoo zou hij die toch niet kunnen overbrengen in zijn boekje. Verbaasd ec'h* ter hoorde hij een eenvoudig en duideKjk antwoord' „Niezen." „Wait?" „Niezen." „Is dat je werkelijke naam?" „Nee heb vertaald in mooi Hollaans." „Hoe heet je dan werkelijk?" „l4a Tsji," glunderde, de Pindaman en, de agent schoot in een lach ondanks de politieverordening. Het land der vrijgezellen. Volgeri's een van de nieuwste statistieken zijta in België 47 pet. van de heele bevol* king vrijgezellen. Dat is heel veel, maar bovendien schijnt de trouwlust Mj onze biiren steeds geringer te worden. Het is vooral verbazingwekkend, dat het aantal ongetrouwde mannen in België nog grooter is dan het aantal ongetrouwde meisjes. Als het zoo blijft doorgaan, zal België dus wel vlug aanspraak kunnen maken op het attri* buut: „Land der vrijgezellen." JONGEN VERDRONKEN. Dinsdagmiddag is bij het baden in de Leb* benbeek te B o r c u 1 o de 16*jarige B. van den Heuvel, een pupil van het Leo*gestioht, een R.K. gesticht voor verwaarloosde jon* gens, verdronken. Na herhaaldelijk gewaarschuwd te zijn, was de jongen toch in dat gedeelte gaan - zWemmen, waar de stroom zeer sterk is, met het gevolg, dat hij onmiddellijk weg* zonk. Toeschouwers, onder wie zich een geestelijke bevond, snelden toe, doch het mocht niet gelukken den jongen te redden. Na eenige uren van vruchteloos zoeken werd eindelijk het lijk gevonden. Het is naar het Leo*gesticht overgebracht. Biij het botvisschen verdronken. Dinsdagnacht is de 32*jarige landarbeider L. Laaij uit Rockanje, die met twee andere personen bot was gaan visschen langs het strand, tijdens het slepen van het net, waar bij Laaij het verst in zee liep, door nog onopgehelderde oorzaak in de diepte ver* dwenen en niet meer boven gekomen. De man was gehuwd en vader van twee kinde* ren. Zijn lijk is nog hiet gevonden. KINDJE DOOR TREIN OVERREDEN E)N GEDOOD. Het t weejarig kindje van den landbouwer G. J. Lensink te Loo, gemeente B a th e m, is door een trein, die achter het huis van den landbouwer loopt, overreden en op slag gedood. Het ksnd was een oogenMikje de aandacht van de ouders ontsnapt en op de spoorbaan terecht gekomen. Kind in zeeipsoip verdronfeen. Het twee*jarig dochtertje van de familie Rovers te Vinkei (N.*Brab'.) is Dinsdag* avond bij het spelen in een emmer met heet zeepsop gevallen. Toen de moeder het on^* geval bemerkte, waren de levensgeesten van het kind reeds geweken. pOODELIJK ONGEVAL. Woensdagavond is aan boord van het s.s. „Albi" te Rotterdam de 41*jarige haven* arbeider W. Ilanegraaf uit Schiedam, ge* troffen door een hijsch bbomstammen. In ernstigen toestand werd de man naar het ziekenhuis aan den Bergweg vervoerd waar hij-'s nachts is overleden. Bep S. Herkingen. Niets erg, hoor, dat de drukte maakt dat de brief niet langer wordt. D'at kun je niet helpen. En die bezigheden, die je noem* de, zijn nuttiger dan brieven schrijven. Mag je-ook nog naar Zeeland? Clazien de V. Bd. Ooltgensplaat. Ik denk dat de bramen nu wel rijper zullen zijn dan toen, waarvan je schreef. Het was een groote vooruitgang met je rapporti Vind je schrijven zoo moeilijk? Je hebt er toch wel voldoende voor? In onze .gemeente heeft die student voor het. beroep bedankt^ dus zijn wij; de ge* lukkige niet. Mina van R. Herk'ingen, Jammer, dat je van die goedkoope boot geen gebruik kon maken, maar je zult toch wel in Zeeland gekomen zijn, denk ik. Is Leen ook op reis? Wie zorgt dan voor dié mooie witte duifjes? Mijn ,vrije tijd is niet zoo lang en ik heb maa.- een heel klein reisje gemaakt. Tot volgende week is te hopen. Allemaal hartelijk gegroet van OOM KO. i

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1936 | | pagina 4