Gemengd Nieuws
Ingezonden stukken
Land en Tuinbouw
Marktberichten
Voor onxe Jongens en Meisjes
Visscherij'berichten
I
kende verantwoordelijklield, die hij in feite
met geen ander kon deelen, heeft Mussolini
gedurende een achttal maanden, die zonder
\veerga zijn in de geschiedenis van Italië en
van het moderne Europa, verdragen. En
het teekent zijn figuur en zijn karakter,
dat hij, zonder in beslistheid, psychisclie of
physieke gezondheid, te zijn verminderd,
daaruit is te voorschijn gekomen. Het teekent
in Mussolini iets van een Napoleon, zij
het dan ook gezien in het moderne licht,
dat het succes niet meer uitsluitend doet af*
hankehjk zijn van een gewonnen veldslag.
En het maakt hem meer nog dan tevoren
tot een der merkwaardigste mannen van
dezen tijd, tegenover wie slechts het heden
en de toekomst beteekenis hebben en men
nauwelijks meer geneigd is te vragen naar
een verleden, dat heeft afgedaan.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
PALESTINA EN DE JODEN.
In verband met de artikelen in het Eilan*
dennieuws inzake bovenstaand onderwerp,
sta ik andermaal voor deze groote vraag:
hebben toch zij gelijlc, die wel terdege op
grond van Gods woord aantoonen, dat
het Joodscbe volk niet alleen nog een zelf*
star-dige natie zal vormen, doch tevens zich
zal bekeeren tot den Levenden God, in
de erkenning van den Christus der Schrif»
ten, de Messias.
Ongetwijfeld heeft de schrijver over ,,Pale«
stina en de Joden" gelijk, indien hij met
de woorden: „zoowel uit de Joden als
uit de Heidenen zal een deel zalig worden,
doch van een volksbekeering is geen sprake,"
bedoelt zalig worden in de beteekenis van
wedergeboren en volksbekeering in de be*
teekenis van wedergeboorte, doch in de
onderhavige quaestie gaat het hierom niet.
De groote vraag is, of de beloften Gods
aan Abraham en zijn, zaad, d.i. derhalve
het Joodsche volk, inhouden, dat de Joden
niet als ballingen zullen dolen en niet
zullen volharden in de loochening van den
Messias, Jezus Christus, tot aan de volein*
ding der wereld.
Brakel o.a. wijdt in zijn Redelijke Gods*
dienst eenige bladzijden aan dit onderwerp.
Als begin van zijn verweer stelt hij de
vraag, of de Joodsche natie voor altoos
zal verstoeten blijven, of de geheele natie
nog eens tot bekeerilhg zal komien, geloo*
vende en belijdende, dat de Messias al
gekomen is en dat Jezus js de Christus.
Hij' geeft daarop al' direct dit antwoord,
dat de natie, zonder oriderscheid zal er*
kennen, dat Jezus is de Christus, de Messias
in het Oude Testament beloofd en van de
Vaderen verwacht, daarbij tevens verklarende,
dat deze zijne conclusie het gemeene gevoe*
fen is van de godgeleerden van alle eeuwen.
(Tot goed begrip mag ik er even op wij*
2en, dat onder „erkennein van den Chris*
tus" niet het zelfde moet worden verstaan
als „in Christus gerechtvaardigd en geheiligd
zijn"). In tegenstelling met de bewering
van andere zijde, dat onder het in het
Nieuwe Testament bedoelde Israël alleen
moet worden verstaan het geestelijke Israël,
wordt door Brakel beweerd, o.a. Rom. 10,
Gal. 6, dat dit slaat op het Israëlietische volk
en zegt dan verder, mieide op! grond van
Godswoord, dat het Joodsche volk niet ver*
hard is, om altijd verhard te blijven. Spre*
kende over de onveranderlijkheid des ver*
honds met de Joodsche natie, zegt hij (Rom.
11 28—32) zij zijn beminden, niet ten
opzichte van hun tegenwoordigen staat, maar
ten opzichte van hiet verbond miet hunne
vaderen Abraham, Izaak en Jacob; van de
Verkiezing, niet ten opzichte van de eeuwi*
ge verkiezing tot zaligheid, maar van hun
verkiezing tot bondgenooten. Vervolgens
toont hij aan, dat de Joodsche natie uit
alle gewesten van de wereld en van onder
alle de volkeren des aardbodems, waaron*
der zij verstrooid zijn, wederom bij elkaar
vergaderd zullen worden; in het land Ka*
BESTE JONGENS EN MEISJESl
Hoewel het op 't oogenblik niet zoo zon*
nig is als gisteren, is het toch echt zomer*
weer en binnen is het zoo benauwend, dat
ik nu buiten aan jullie zit te schiiijven. Ik
denk zoo bij mezelf: mijn jeugdige vriend*
jes en vriendinnetjes zullen op 't oogen*
blik als ik dit scjiïijf ook niet op een
stoel in de kamer zitten, maar ze zullen ge*
nieten van de heerlijke Vbuitenluöht. Nou,
ik geloof, dat jullie me gelijk geven, dat
ik met een stoel ën een tafeltje naar buiten
ben verhuisd. En hier heb ik dan ook
daareven een gemakkelijk raadsel voor jul*
lie opgesteld. Het is
OpgaveS:
1. X
2. X
3. X
4. X
5X
6X
7. X
8X
1. blekend dpostel
naan eii al de lanJéii aan Ahraham bei
loofd zullen komen, daarin wonen, en Je*
ruzalem zullen herbouwen behalve den tem*
pel en zij een republiek op zichzelf zullen
zijn. Het land Kanaan zal vruchtbaar zijn,
hetwelk in de Babilonische ballingschap en
ook daarna niet bet 'geval is geweest (het
wordt thans evenwel vruchtbaar.)
De stof door Brakel behandeld is te
uitgebreid om deze 'in dit blad uitvoerig
weer te geven, waarom' ik meen met het bo*
vensfaande te kunnen volstaan. De redelijke
godsdienst van Brakel dateert uit het jaar
1742. Toen hem zijn beschouwingen uit,
de pen zijn gevloeid wap er jn de verste
verte geen blijk, dat de profetieën in ver*
vulling schenen te worden gebracht en waar*
door hij voor het door hen^ gereleveerde
grond zou hebben gehad". Vele, vele jaren
zijn nadien verloopen. Mijn belangstelling
voor het vraagstuk der Joden is inzonder*
beid opgewekt in het jaar 1910. In die dagen
had ik een ouden vriend, een predikant, die
mij tijdens een bezoek aan hem, mededeelde
een belangrijke kwestie aan de hand te heb*
ben. In een wetenschappelijk tijdschrift werd
namelijk een polemiek gevoerd tusschen twee
professoren, die naar de hun bekende tijd*
rekening volgens Godswoord, elkander be*
streden over den tijd, waarop ide val van
het Turksche Rijk (de macht over Palestina),
zou plaats vinden. Mijn vriend beschikte
over zeer oude geschriften en plaatste in
dit tijdschrift een ingezonden stuk, waarift
hij uiteenzette, dat deze val vroegeï zouj
zijn als door beide professoren beweerd
werd en wel, naar ik meen mij te berin*
neren, 1924. Aan het eind van den oorlog
1914—1918 is Palestina werkelijk losgemaakt
van Turkije. De berekening naar de H.
Schrift was dus vrijwel juist.
Ik ben geen theoloog en kan derhalve
niet beoordeelen of de ideeën, ten aanzien
van de bekeering der Joden en terugfkeer
naar Palestina samenhangen met chiliaSti*
sche fantasieën (aanhangers duizendjarig
rijk), doch afgezien hiervani staat menl in
den tegenwoordigen tijd voor klemmende
feiten, die te denken: geven en alle' tegen*
werpingen, ten opzichte van dit onderwerp,
geweld aandoen. Feit is dat de joden naar
Palestina terugkeeren. Of hierbij een Zi*
onistischen Bond, die zeer vrijstaat tegen*
over den Joodschen Godsdienst en tenop*
zichte van de religeuze idealen van he!i|
Jodendom neutraal is, de hulpzame hand
biedt, zegt m.i. niets. De Heere toch is vrij
en souverein in het gebruik der middelen,
hetgeen blijkt uit Zijn woord.
Dat de trek der joden naar Palestina
alleen een gevolg is van het heimwee naar
den grond der vadergn of uit het Moed
def progroms, is niet geheel juist, omdat
verschillende b'ij*omstandigheden, en vooral
tegenwoordig, er zeer toe medewerken, dat
de joden uit hun verblijfplaatsen verdreven
worden. Vooral de sedert 1881 plaats gehad
hebbende vervolgingen in Rusland, maliën
een verblijf aldaar onmogelijk. Amerika,
dat door hen tot voor enkele jaren als een
toevluchtsoord kon worden beschouwd, heeft
in de laatste jaren de Immigratiewetten der*
mate verscherpt, dat betreden van haar bo*
dem schier onmogelijk is. Daarnaast evenwel
heeft in de jaren na het einde van den we*
reldoorlog Rusland zich ten opzichte van
de joden zeer gewijzigd en zelfs een Jood*
sche nederzetting gesticht in het Siberisch
Biro*Bidjan gebied (hoewel Zij toch niet vrij
zijn hun persoonlijk en gemeensdhaipsleven
volgens hun eigen wil en neiging uit te voe*
ren). Men kan m.i. in het laatste zien,
dat de Satan poogt langs den weg van het
Communisme de joden vast te houden. Zoo
goed als „de verleider van den beginne"
de komst van Christus in het vleesch den
voet heeft dwars gezet, Christus, tijdens Zijn
omwandeling op aarde, nog heeft trachten te
vernietigen in Zijn kwaliteit als Verlosser,
zoo goed kunnen we „den booswicht bij
uitnemei;dheid" op zijn plaats vinden daar,
waar het geldt het bestrijden van plannen
Gods, ook met betrekking tot de verheffing
van de Joodsche natie de brieschende
leeuw, die alles zoetót te verslinden
In de laatste jaren is het Duitschland, dat,
bij wijze van spreken, Rusland de loef tracht
at te steken in de vervolging van de joden.
Aldaar geldt thans het parool, alle joden -
eruit en wel zoo, binnen vijf jaren geen
jood meer in Duitschland.
Welke landen zullen, mogeüjk spoedig, dit
voorbeeld volgen? Een gewijzigde staats*
vorm kan hiertoe den stoot geven.
Waar zal de jood heen? Met betrekking
tot een zich elders vestigen, doet zich in
dezen tijd het groote bez'w'aar voor, dat geen
land, een enkele uitgezonderd, vreemdelin*
2. opschrift van verschillende psalmen, o.
a. van Ps. 4, 6, 54. (Het ziet op het
soort speeltuig).
3. metgezel van Paulus
4. een der 7 diakenen (Hand. 6).
5. koning van Israel met een schrikkel'ijken
bijnaam.
6. koning van Juda (na de scheuring van
het rijk).
7. vrouw', door "wier raad Johannes den
Dooper werd onthoofd.
8. werd door Rehabeam naar de opstan*
delingen gezonden en werd daar ge?
steenigd.
Op de kruisjeslijn komt te staan het woord
dat bij 5 wordt gevraagd.
Nu ga ik verder jullie brieven onder
handen nemen.
I i
Willem R. OudldoTip.
Je bent heelemaal van 't westen naar 't
oosten van het eiland verhuisd heb' ik ge*
zien. In je brief schreef je dat dit het plan
Was, maar nu heb ik gezien aan de pradhtige
kaart ,die je stuurde, dat je op „De Plaat"
zit. De LangeWeg heet wel terecht lang,
Want 'tis een heele afstand, als je zoo op
die ansicht Mjkt. En een fij'ne weg voor
fietsen en auto's I
Jammer, dat die kauw niet langer dan
gen kan opnemen, temeer niet, omdat men
op expansie is aangewezen.
Ongetwijfeld klemmende omstandigheden
te over dat de joden het oog moeten ves*
tigen op Palestina.
Is dit nu alles toeval?
Het vraagstuk van 15.000.000 joden (moet
zijn 18.000.000) verspreid over de geheele
wereld, behoeft niet als zwaartepunt te
worden gezien voor de terugkeer naar Pa*
lestina, wanneer men zulks beschouwd met
betrekking tot de Almacht Gods. Bovendien
„de wijsheid der menschen is dwaasheid
blij God." Ik wil er dit mede zeggen, als
het Gods voornemen is de joden in Pales*
tina terug té brengen, laten w'ij ons .dan
niet overgeven aan twijfel in deze of ver*
moeien met wiskundige berekeningen, want
„Hij doet de dingen zijn alsof ze waren."
Naast de bovenstaande, m.i. wel sprekende
feiten, nog het volgende. Jeruzalem zal,
volgens Gods Woord, dorpsgewijze bewoond
worden. Volgens Brakel heeft dit nog niet
plaats gehad, doch zijn de berichten juist,
dan gaat het thans deze richting uit. Land*
en Tuinbouw, Veeteelt enz. zijn ter hand
genomen. Voor beplanting (volgens G<)ds
Woord) zijn indertijd door Amerika
2.000.000 stekken gezonden. De Doode Zee
is een goudmijn voor de joden, deze Ie*
verde reeds jaren geleden 100.000 ton kali
.'per jaar voor bemesting en wat nog wel het
merkwaardigst is, de regen is er sterk toege*
nomen, men heeft reeds een vermeerdering
van 50 "o geregistreerd.
Het optreden van de Arabieren tegenover
de joden is ongetwijfeld niet gering. Meer*
dere moeilijkheden staan de joden in den
weg, zullen er ongetwijfeld niet minder op
Worden. De 40*jarige reis (Egypte—Kanaan)
getuigt van lijden en strijden. Ook toen
bleek dat de beloften Gods, die in Jezus
Christus amen zijn, door de joden, niet
werden geloofd, ze wilden maar liever
terug naar de vleeschpotten van Egypte.
Wat zal het Joodsche vraagstuk uiteinde*
lijk te zien geven? Zal het werkelijk geschie*
den als wordt verondersteld en' zoo ja, zal
de oplossing liggen in het nageslacht, of zal
het proces in snel tempo teneinde loopen?
Of za'i èr niets gebeuren
Los van deze vragen is het noodig dat
de Christenen, ik bedoel hen aangeteekend
in Rom. 2 28 en 29 (waar geschreven staat
„Want die is niet een jood, die het in het
openbaar is, noch die is in de besnijdenis,
die in het openbaar in het vleesch is, maar
die is een jood, die het in het verborgen is
en de besnijdenis des harten, in den geest,
niet in de letter, is de besnijdenis. Wiens
lof niet is uit de menschen, maar uit
God") hun taak ten opzichte van de joden
kennen. Hen niet alleen te dragen en te
verdragen, doch hen, waar mogelijk, de
Waarachtigheid en de waarheid van het
Woord 'des Heeren mede te deelen en ook
in de gebeden (tevens huisgezin en bede*
huis) te gedenken. Och de Heere mocht zich
nog wenden. Want wat zal het den jood
baten, terug te keeren naar het land der
vaderen, wat zal het een ieder mensdh hel*
pen in alles geijverd te hebben, en niet ver*
zoeno. te zijn met den God van Abraham,
Izaak en Jacob, door het bloed van den
Middelaar Gods en der menschen, de Mes*
sias, Jezus de Christus.
G. W. CARON.
Maastricht, Juli 1936.
Onderschrift der Redactie:
Ofschoon het stuk van den heer Caron
tamelijk lang is, nemen we het toch in zijn
geheel op, allereerst omdat we zijn belang*
stelling voor onze artikelen op prijs stel*
len en voorts omdat de zaak onze lezers
evenzeer zal interesseeren. Onze redacteur
hoopt volgende week in een afzonderlijk
artikel den inzender te beantwoorden.
Over Moembollen voor kamer en inin.
Nu de belangstelling, voor de verschillen*
de bolgewassen den laatsten tijd belangrijk
is toegenomen, kan het wel nuttig zijn in
enkele artikelen, te wijzen op de teelt hier*
van voor kamer en tuin. Hierdoor zal zeker
de belangstelling voor de holgewassen toe:>
nemen ,welke deze dan ook ten volle ver*
dienen.
Van belang is hef dan ook dat de lief*
hebbers, een beter inzicht zullen verkrijgen
in het schitterende materiaal, dat in ons
land wordt aangekweekt, en hoe zij hiermede
hun tuinen kunnen verrijken en in de don*
een jaar je vriend wou blijven. Dan duurt
onze vriendschap al langer!
Pieternella W. M. Melissanê
Dat is een heel lange \^cantie, meisje!
Wat zal je genieten! Hartelijk bedankt voor
de „Langeweg Oud*Beijerland." Dat is al
twee „lange wegen", die ik heb gekregen.
Ik vind het erg leuk dat jullie ook in de
vacantie om me denken.
Dirk J. M. Melissant.
Het maaien van 't koren ging maar ver*
drietig, nietwaar? Het was heelemaal geen
„vast' weer. Het mooie weer kwam maar
met enkele dagen, zoodat je niet aan den
gang kon blijven. Is alles toch goed en
droog binnen gekomen? Daaraan heb je ook
wei geholpen, denk ik.
Cotnelis B. Ouddorp.
Jongen, dat zou eventjes een idee zijn, om
met vrouw en kinderen bij jullie te komen
logeeren! Het is heel mooi, maarhoe
duur is jullie pension, want ik heb maar
een kleine portemonnee? En dan moet ik
er ook nog de gelegenheid voor hebben.
De wit is er wel, maar de weg? En nu zal
je dat bekende spreekwoord: „"Waar een
kerste dagen des jaars in huis en Ras voor*
jaarsv/eelde kunnen brengen.
Dat is dan ook een van de belangrijkste
hoedanigheden van onze bolgewassen, dat
zij: zich op een tijd in bloei laten brengen,
waarin behoefte is aan kleur en jong frisch
leven. We bedoelen in de wintermaanden
als de geheele natuur nog sluimert, dan ko*
men de bolgewassen en brengen ons de
boodschap van het naderend voorjaar. Niet
alleen in de kassen, maar ook in de gew'one
huiskamers kan men gedurende den ge*
heelen winter bloeiende bolgewassen héb*
ben indien men maar een goede keuze ten
opzichte van de verschillende gewassen
maakt.
Reeds in November en December kunnen
we de heerlijke Paperwhite Narcissen en de
Romeinsche Hyacinthen hebben en van Kerst
mis af zijn er Hyacinthen, Tulpen enz .die
elkander in bloei kunnen opvolgen. Bij
de algemeene wenken behoort ook het aan*
schaften van de bloembollen. Dit is evenwel
niet moeilijk ,indien men er zich maar böj
bepaalt bij een soiled adres te koopen en
daar vraagt/ naar de allerbeste kwaliteit.'
Trouwens zijn er ook adressen welke hun
eigen prijscourant uitgeven, we denken b.v.
aan de Fa. Tvirkenburg te Bodegraven. Van
belang is zeker, dat voor het vervi-oegen
de kwaliteit nooit te goed kan rijn. Daarom
moet men niet op de markt koopen, maar
alleen daar waar men alles in het werk
stelt om het beste te leveren, wat maar
mogelijk is.
Sommigen laten het pakket met bloem*
bollen na aankomst dikwijls eenige dagen
soms weken, onuitgepakt en dat kan funeste
gevolgen hebben, de bollen gaan dan dik*
w'ijls schimmelen. Het beste is ze direct uit
te pakken en, op een koele plaats uit te
leggen, totdat men gelegenheid heeft ze in
de potten of kistjes te planten. Het aller*
best is, dat men een of twee dagen na ont*
vangst de bollen plant. Van belang is het
om bloembollen, welke vervroegd moeten
worden, en vooral die, welke zeer vroeg in
bloei getrokken worden tijdig op te plan*
ten en dus vroeg te bestellen.
Wij willen ook vooral nog eens wijzen
dat het te gebruiken materiaal om de bollen
in te planten, b.v. bloempotten of, kistjes
vóór het gebruik ter dege schoongemaakt
moet worden, zoo noodig kan men ook de
kistjes of potten ontsmetten. Op al deze
kleine dingen moet worden gelet om te
komen tot een goed resultaat.
Men schrijft ons uit T h o 1 e n.
Met de verzending van mosselen gaat het
goed. Er w'erden 2600 balen verzonden. Met
de vordering van het seizoen stijgt ook de
vraag naar geknipte (geschoonde) mosse*
len. Dat is verblijdend w'ant dat knippei
vereischt veel wer-i en het komt menig
werkloozen ten goede. Telkens stijgt de
vraag er naar.
Een gedeelte van de botvisschers was op
de Wester Schelde aan het visschen. Men
verwachtte daarvan flink resultaat, maar
dat is tegengevallen, een gemiddelde be*
"somming van 50 pond per vaartuig is wel
hoog genoeg geschat. Op de Ooster Schelde
was de vangst beter, daar heeft men wel on*
geveer een gemiddelde besomming van 100
pond per vaartuig. Enkele visschers hadden
een buitenkansje door het vangen van en*
kele flinke exemplaren zeebaars.
Men schrijft ons uit B r u i n i s s e
De verzending van mosselen heeft hoofd*
zakelijk naar België plaats, ruim 2400 ton,
tegen f 1.75 per ton. De export naar Enge*
land is gering, ruim 60 zakken werden naar
dat land verzonden. Voor eigen bedrijf
werden 150 ton mosselzaad aangevoerd.
E,TTEN, (N.*Br.), 19 Aug. 1936.
De aanvoer op de wekeHjksche runder*
'markt bedroeg 202 stuks, waarvan 152 run*
deren en 50 biggen.
De handel in alle soorten vee was goed,
veel vraag, er werd veel verkocht.
Prijzen: kalfkoeien f 140.210; kalfvaar
zen van f 130.170.; muntig vee f'90.
160: vet vee f 0.280.40 per kg. levend ge*
wicht; pinken van f 40.70.; stieren f 0.24
0.30 per kg. levend gewicht; biggen f 10
-13,-.
wil is, is een weg," me wel voor de voeten
kunnen gooien, maar altijd gaat dat spreek*
woord niet op. Keesje! Een spreekwoord
is niet altijd een waar woord.
Willem B. Ouddorp.
In 't kort beschrijf je „De Punt." Ik zou
die wel eens graag willen zien. Daar is de
natuur vast mooi; dat kan ik me wel in*
denken.
Waren dat onder de oplossingen kapot*
springende bommen en granaten? Een bloe*
derige illustratie, Wim! Het lijkt wel of je
aan Spanje dacht. Daar gebeurt zulks in
Werkelijkheid. Vreeselij'k, hè?
Mientje S. Herkingen.
Wou je dat heele blad vol schrijven,
meisje? Het is zóó wel genoeg, hoor! Nu
zit je in Zeeland, nietwaar? Maar toch zoo-
ver in Zeeland niet als die oude meester,
hè? Die zit dicht bij de Belgen. Zou liij'
weten dat er nog een kamertje is met her*
inneringen aan hem?
Als je weer op school komt, na zoo'n
langen tijd, kan de meester haast zien dat
je gegroeid 'bent. Of gaat het groeien lang*
zaam, net als bij Roedi?
Vertaling uit het Chineesch.
„Pinda?" kirde het Chinees je.
Maar de politieman wilde geen pinda's
en ook geen zuurstokken o^ chocolade.
Hij wilde streng zakelijke gegevens aan*
gaande een ventvergunning, zooals om*
schreven in de gemeentelijke politieveror*
dening, maar wat wist het Chineesje daar*
van.
„Hoe heet je?" vroeg de politieman, en
toen hij de vraag had uitgesproken, besefte
hij dat ze dom was en nutteloos bovendien,
want zoo hij al de klanken zou kunnen
verstaan, zoo zou hij die toch niet kunnen
overbrengen in zijn boekje. Verbaasd ec'h*
ter hoorde hij een eenvoudig en duideKjk
antwoord' „Niezen."
„Wait?"
„Niezen."
„Is dat je werkelijke naam?"
„Nee heb vertaald in mooi Hollaans."
„Hoe heet je dan werkelijk?"
„l4a Tsji," glunderde, de Pindaman en,
de agent schoot in een lach ondanks de
politieverordening.
Het land der vrijgezellen.
Volgeri's een van de nieuwste statistieken
zijta in België 47 pet. van de heele bevol*
king vrijgezellen. Dat is heel veel, maar
bovendien schijnt de trouwlust Mj onze
biiren steeds geringer te worden. Het is
vooral verbazingwekkend, dat het aantal
ongetrouwde mannen in België nog grooter
is dan het aantal ongetrouwde meisjes. Als
het zoo blijft doorgaan, zal België dus wel
vlug aanspraak kunnen maken op het attri*
buut: „Land der vrijgezellen."
JONGEN VERDRONKEN.
Dinsdagmiddag is bij het baden in de Leb*
benbeek te B o r c u 1 o de 16*jarige B. van
den Heuvel, een pupil van het Leo*gestioht,
een R.K. gesticht voor verwaarloosde jon*
gens, verdronken.
Na herhaaldelijk gewaarschuwd te zijn,
was de jongen toch in dat gedeelte gaan -
zWemmen, waar de stroom zeer sterk is,
met het gevolg, dat hij onmiddellijk weg*
zonk. Toeschouwers, onder wie zich een
geestelijke bevond, snelden toe, doch het
mocht niet gelukken den jongen te redden.
Na eenige uren van vruchteloos zoeken
werd eindelijk het lijk gevonden. Het is
naar het Leo*gesticht overgebracht.
Biij het botvisschen verdronken.
Dinsdagnacht is de 32*jarige landarbeider
L. Laaij uit Rockanje, die met twee andere
personen bot was gaan visschen langs het
strand, tijdens het slepen van het net, waar
bij Laaij het verst in zee liep, door nog
onopgehelderde oorzaak in de diepte ver*
dwenen en niet meer boven gekomen. De
man was gehuwd en vader van twee kinde*
ren. Zijn lijk is nog hiet gevonden.
KINDJE DOOR TREIN OVERREDEN
E)N GEDOOD.
Het t weejarig kindje van den landbouwer
G. J. Lensink te Loo, gemeente B a th e m,
is door een trein, die achter het huis van
den landbouwer loopt, overreden en op
slag gedood. Het ksnd was een oogenMikje
de aandacht van de ouders ontsnapt en op
de spoorbaan terecht gekomen.
Kind in zeeipsoip verdronfeen.
Het twee*jarig dochtertje van de familie
Rovers te Vinkei (N.*Brab'.) is Dinsdag*
avond bij het spelen in een emmer met heet
zeepsop gevallen. Toen de moeder het on^*
geval bemerkte, waren de levensgeesten van
het kind reeds geweken.
pOODELIJK ONGEVAL.
Woensdagavond is aan boord van het s.s.
„Albi" te Rotterdam de 41*jarige haven*
arbeider W. Ilanegraaf uit Schiedam, ge*
troffen door een hijsch bbomstammen. In
ernstigen toestand werd de man naar het
ziekenhuis aan den Bergweg vervoerd waar
hij-'s nachts is overleden.
Bep S. Herkingen.
Niets erg, hoor, dat de drukte maakt dat
de brief niet langer wordt. D'at kun je niet
helpen. En die bezigheden, die je noem*
de, zijn nuttiger dan brieven schrijven.
Mag je-ook nog naar Zeeland?
Clazien de V. Bd. Ooltgensplaat.
Ik denk dat de bramen nu wel rijper
zullen zijn dan toen, waarvan je schreef.
Het was een groote vooruitgang met je
rapporti Vind je schrijven zoo moeilijk?
Je hebt er toch wel voldoende voor?
In onze .gemeente heeft die student voor
het. beroep bedankt^ dus zijn wij; de ge*
lukkige niet.
Mina van R. Herk'ingen,
Jammer, dat je van die goedkoope boot
geen gebruik kon maken, maar je zult toch
wel in Zeeland gekomen zijn, denk ik. Is
Leen ook op reis? Wie zorgt dan voor dié
mooie witte duifjes?
Mijn ,vrije tijd is niet zoo lang en ik heb
maa.- een heel klein reisje gemaakt.
Tot volgende week is te hopen. Allemaal
hartelijk gegroet van
OOM KO. i