Ct1DWEEKBU\DÖpGED.GD0nD3IA6 vöoRoiZUID-HOLLEnZEEllWSCtlC EIIAMDEn
Gemeenteraad
8e Jaargang
WOENSDAG 22 JULI 1956
No. 755
N.V. üitgeversmastschappij „Eilamdeii-Blewws**
1
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „0*N'ZE EILANDEN'
18e JAARGANG
PALESTINA EN DE
JODEN.
Een bruine zomerteint
Nieuwe Tonge
Voornaamsfe inhoud
niEuws
Advertentieprijs 20 cent per "regel. Reclames 40 et.Dienst-
aanvragen en -aanbiedingen van 1 6 regels 80 et.Boek-aan-
koDdlglng 10 ctnt per regel Contraeten belangrijk lager
UITGAVE VAN
Gevestigd te Middelliarnis - Prins Hendri'ïstr. 122 C. Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17
Abonnements-prijs 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling.
Verscliijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 eent. Buitenland 8 gulden per jaar
V (Slot,)
De beweging, welice leiding geeft aan de
Joodsche immigratie in Palestina en deze
overal stimuleert, is het Zionisme. Geboren
uit het heimwee naar ide grond der vaderen
en uit het bloed der progroms, is het doel
ervan zuiver nationaal en streeft het ernaar
Palestina te maken tot de eigen woning van
het Joodsöhe volk door de kolonisatie te
bevorderen, het geiheele Jodendom te orga»"
niseeren en het nationaal gevoel der Joden
te versterken. Het Zionisme staat echter
zeer viij tegenover de Joodsche godsdienst;
ten opzichte van de religieuze idealen van
het Jodendom is het neutraal.
Het is geen godsdienstige, doch een poli*
tiekonationale beweging, zoodat men zich
er zeer voor hoeden moet, in dit Zionisme
een streven te zien, dat opkomt uit het oud»
Joodsche geloof. Het ziet het Jodendom
uitsluitend als een nationale eenheid en
meent dat dit zeer wel bestaan kan los van
alle godsdienst. Daarom is in het nieuwe
Palestina plaats voor allerlei Joden, voor
Christen^», voor Mohammedaansche, voor
ongeloovige en voor „Joodsche" Joden.
Het Zionisme heeft dus geen religieuze
grondslag en verreweg de meeste Zionisten
hebben met het oude voorvaderlijke geloof
ten eenenmale gebroken. Wat hen in hun
actie samenbindt, is hun rasverbondenheid,
hun behaoren tot de Joodsche natie. Zoo
gevoelden het ook de grondleggers van
het Zionisme, Herzl, de propagandist, Elie»
zer ben Jehuda, de taalman en Weiszman,
de politicus. Onder het Jodendom bestaat
lang geen eenstemmigheid over de idealen
van het Zionisme, omdat de streng^ortho*
doxe Joden er een zuiver menschehjke actie
in zien, waarin met de Messiasverwachting
en het geloof aan de vervulling der Oud^
Testaimentische profetiën geen rekening
wordt gehouden. Er is een diepe klove tus<^
schen de vrijzinnige Sephardische Joden
van WestsEuropa, die onder Zionitische
invloed later in Palestina gekomen zijn
en de orthodoxe Askenazische Joden uit
Oost^Europa, die reeds vroeger terugkeerden
naar hef Heilige land. Daarom is onder
hen ook veel strijd over het houden van
de Sabbath. De orthodoxe'Jood is et zelfs
tegen om "het Hebreeuwsch weer als spreek*
taal te gebruiken, omdat het de heilige taal
is. En zoo blijkt, dat menj het onder het
Joodsche volk allesbehalve eens is over het
Zionistisch streven. Over het algemeen zijn
de strengigeloovige Joden er zelfs per*
tinent tegen. Slechts een heel klein deel
men zou het de rechtervleugel kunnen noe*
men is rechtzinnig, de Mizraohisten.
Onder de anderen vindt men een groot
aantal socialisten en communisten en uitge=
siproken atheïsten, zoodat het Zionisme in
hoofdzaak a of anti*religieus kan wor*
den genoemd.
Het grootste contingent immigranten heeft
het Zionisme steeds gerecruteerd uit de arme
Oost*Eiiropeesche Joden. De reform^Joden
van West*Europa zijn over het algemeen
niet Zionistisch gezind, omdat zij zidh te
midden van de andere volken uitstekend op
hun plaats gevoelen, zich geheel hebben ge*
assimileerd en niet weten van vervolgingen.
Hef oude vaderland interesseert hen niet,
noch uit nationaal, nooh uit religieus oog*
punt. Daarom kan gezegd worden, dat het
practisch de vervolgingen zijn, die het Zi=
onistisch streven moeten bevorderen.
Of het groote doel eenmaal bereikt zal
worden: alle Joden in Palestina en dit land
een vrije Joodsche staat, wij gelooven het
niet. Wel is het aantal Joden de laatste
10 jaren verdriedubbeld, maar het vormt
toch nog sleöhts ongeveer 25 pet. van de
geheele bevolking van Palestina. Van de 15
millioenen Joden, die over de geheele we*
reld verspreid zijn, wonen er nog slechts
300.000, dat is 2 ipcf. in Palestina, een onbe*
teekenend aantal dus in verhouding tot
het geheele volk. De groote vraag is echter,
of het totale aantal van 15 millioen, gesteld
al dat zij allen bereid waren, naar Palesti*
na te gaan, ook inderdaad daar woonplaats
zou kunnen vinden. Heel ruim genomen,
rekenen kenners van het land uit, dat bij
intensieve cultiveering ervan zeker niet meer
dan 5 a 6 millioen menschen er een middel
van bestaan kunnen vinden. Het definitief
oplossen van het Joodsdh probleem is dus
reeds uit dezen hoofde onmogelijk en zoo
zal het Zionisme, al slaagt het erin, dit aan*
tal Joden naar Palestina te brengen waar
hïj wij alweer een beslissende tegienfactor
uitschakelen, n.l, de Britsche en Arabische
politiek nimmer zijn doel kunnen berei*
ken. De groote meerderheid van het Jood*
sche volk moet buiten Palestina blijven,
zelfs al werden ze overal opgejaagd.
Bovendien zijn er nog allerlei andere be*
zwaten. Het moet onmogelijk worden geacht
alle handelsjoden tot landbouw* of fa*
briekjoden te maken en stedelingen tot
boeren. ïogingen in die richting zijh meest*
al mislukt. Voorts is er zooveel kapitaal
noodig voor de grondaankoop, dat het in*
stalkeren van één boerenfamilie f 15.000
kost. Het geld ervoor heeft het Jodendom
wel, doch door de duurte van de grond;
is het niet steeds productief. Ook schijnt Pa*
lestina geen land te zijn, waar een grootsch
opgezette nijverheid mogelijk is, zoodat van
industrialisatie niet te groote verwachtingen
mogen worden gekoesterd. En tenslotte zijn
de Joden zelf zeer verdeeld. Velen onder
hen zijn socialist of communist, en willen
het Zionisme daaraan ondergeschikt ma*
ken. Zij willen in Palestina allerlei sociale
experimenten nemen en er zoo een soort
proeftuin van maken, hetgeen natuurlijk
op groote teleurstellingen moet uitloopen.
Zoo zien we dus, dat het welslagen van
de Zionislisclie actie van allerlei factoren
afhankelijk is. Hoe zal de Engelsche politiek
zich ontwikkelen ten aanzien van Palestina
als Joodsch Tehuis? Het schijnt voor Enge*
land voordeeliger, met het oog op de vele
Mohammedanen in zijn koloniën en do»
minions, een pro*Arabische politiek te gaan
voeren. En wat zijn de Arabieren van plan?
Zullen die uit jpalestiiu en mogelijk ook de
stamverwanten erbuiten met geweld de
vreedzame verovering van het land door de
Joden verhinderen, dan is daarmee aan
het Zionisme een onverbiddelijk halt ios^
geroepen. En hoe zal tenslotte de houding
zijn van de niet*Zionistische Joden? Ook
daarvan hangt zeer veel af. Blijven zij er
af%vijzencl tegenover staan, dan komt er een
oogenblik, dat de immigratie ophoudt en het
Zionisme op een dood punt komt.
Het ziet er, alles in aanmerking! geno*
men, voor de vervulling der idealen van
Herzl en Weiszman dus niet rooskleurig
uit. Wij wagen ons niet gaarne aan een
prognose in dit opzicht, maar meenen toch
niet te veei te zeggen, als wij beweren,
dat het Palestijnsch probleem nog gedu*
rende onafzienbare tijd onopgelost zal blij*
ven. In Duitschland vindt men dat jammeii.
Daar is men de meening toegedaan, dat
de oplossing van dit vraagstuk tevens die
van de rassenkwestie van het nationaal*soci*
alisme zou zijn. Alle Joden uit alle landen
naar Palestina, dat is tevens het "einde van
het anti*semiefisme> van het probleem der
zuiverhouding van het Arische ras en van
de spanningen, die zich ongetwijfeld ook
in democratische landen tusschen de natio*
nale en de Joodsche burgers wel voor*
doen. Inderdaald is dit niet tegen te spreken.
Het gaat echter niet aan het Joodsche volk,
dat zich de toegang tot Palestina thans weer
versperd ziet en in de toekomst misschien
geheel, het leven in de andere landen onmo*
gelijk te maken en ze uit te werpen of
tot armoede en zelfmoord te drijven. Het
zijn ook menschen en schepselen Gods en
daarom: kent het ware Christendom geen
rassenhaat. AI heeft het Joodsche volk nim*
mer de kunst verstaan zich bemind te ma*
ken en al moge het missdhieri iets meer
bescheidenheid worden aanbevolen, omdat
het vooraanstaan veler Joden met name in
de marxistische gelederen antissemietisme
kweekt, dit ontslaat ons niet van de plicht,
dit oude volk, dat zulk een geheel eenige
plaats inneemt in de Godsopenbaring en in
de historie, te behandelen als onzen naaste.
Daarom, al vordert de oplossing niet van
het Palestijnsche vraagstuk de Christenheid
mag en behoeft ook geen oplossing te
forceeren met geweld. Het is het levenslot
van het Joodsche volk, te moeten dwalen
als ballingen over de aarde, naar onze over*
tuiging als een oordeel om hun verwerping
van &en Christus, doch wij zijn niet geroe*
pen hun lot nog te verzwaren. Waarom zou
een samenleven met wederzijdsche tact als
burgers van één land niet mogelijk zijn?
Tenslotte rest ons nog één punt kort on*
der het oog te zien. Er zijn vele Joden en
ook vele Christenen, die in de terugkeer
der Joden naar Palestina de vervulling zien
van de Oud*Testamentische profetieën, met
name van het toekomstbeeld, dat Jesaja
schildert, die de terugkeer van Israël ver*
bindt aan het einde der wereldhistorie. Men
meent dan, dat het door God bekeerde
Israël door den Heere zelf naar Jeruzalem
zal worden teruggeleid en dat de tempel
zat worden hersteld, waar de dienst des Hee*
ren en de aanbidding van Christus als den
Messias door het gansche volk zal worden
betracht.
Wij' kunnen dit echter in de Schrift niet
lezen. Zonder een uitvoerig theologisch be*
toog te houden, willen we constateeren,
dat deze ideeën samenhangen met de chi*
liastische fantasieën, idie door alle eeuwen
heen door de aanhangers van het Duizend*
jarig Rijk zijn gepropageerd. De profetie
van de terugkeer van Israël is gedaan vó6r
de Babylonische ballingschap en daarna ver*
vuld. Van een bekeering in massa van het
vleeschehjk Israël weet de Schrift niet. Ge*
lijk reeds in de tijden der Koningen, Pro*
feten en Apostelen, toen Israël nog in Fa*
lestina woonde, het slechts voor een gering
deel behoorde tot het geestelijk Israël, zoo
zal dit de eeuwen door blijven. Zoowel uit
de Joden als uit de Heidenen zal een deel
zalig worden, doch van een volksbekeering
is geen sprake; daarover zijn, meenen wij,
alle Gereformeerde dogmatici van betee*
kenis het steeds eens geweest. Het streven
van het Zionisme mag dan ook niet in dit
licht worden bezien.
De uiteenzetting van deze thans zoo bij
uitstek actueele kwestie van Palestina en de
Joden is hiermede ten einde. We 'hopen,
dat zij verhelderend moge hebben gewerkt
om tot een goed begrip te komen van de
huidige gebeurtenissen in het Joodsche land
en van de vele kwlestjes, die daarmee sa*
menhangen.
staat sportief en charmant en beschut tevens
tegen de brandende ultra violette stralen der
zon. AMlLDA-zonnebruincrême bevordert een
snelle, mooie natuurlijke huidbruining.
Flacon 90 et. Tube 60 et. Doos 50 en 25 et.
Onze weermacht.
Met onze weermacht, leger, vloot' en lucht*
wapen is het eigenlijk niet in orde. Niet in
orde in dien zin, dat we niet paraat kun*
nen worden genoemd om een onverwachte
aanval het hoofd te kunnen bieden. Dat is
vooral in dezen tijd gevaarlijk. En wel om
twee redenen. Daar is in de allereerste plaats
de achteruitgang in de internationale ver*
houdingen. Vroeger was er sprake van tijden
van spanning, van het zenden van leen
ultimatum en tenslotte van de oorlogsver*
klaring. Er bleef dan altijd nog eenige tijd
over tot het nemen van voorzorgsmaatre*
gelen. Niettegenstaande de tijden van voor
uitgang waarvan men droomde is men er
in feite op achteruitgegaan. De laatste tijden
heeft men het gezien dat men maar al te
zeer zijn toevlucht heeft genomen tot het
element van verrassingen.
En juist die verrassingen zijn de tweede
oorzaak waarom men tot de conclusie moet
komen, dat ons land niet paraat is.
De legers van onzje buren zijn sterk
gemotoriseerd. In wëtnige uren heeft men
vitale deelen van ons' land bezet, ja kan
men tof diep in ons land door dringen
zoowel van het Oosten als van het Zuiden.
Dat zou noodlottig zijn voor het ver*
loop en de voltooiing van onze mobilisatie
Want een ongestoorde mobilisatie is voor
ons een allereerst belang. Daarvan verklaar*
de de minister van defenesie a.i. dr. H. Co*
lijn in de Eerste Kamer van' de Staten*
Generaal: „Wil men eerlijk zijn, dan moet
men zeggen: Wij hebben op dit oogenblik
nog geen leger. Dit moet nog worden ge*
vormd door en na de mobÜisatie, van
welker slagen het afhangt, of wij' een leger
zullen hebben. Hieruit blijkt genoegzaam
hoe treurig het eigenlijk met ortsj leger is
gesteld. Men heeft leger en vloot feitelijk
verwaarloosd. Bezuinigd in die mate dat de
waarde van het leger is aangetast. De zuinig*
beid heeft de wijsheid bedrogen. Waaraan
heeft men al niet geknaagd. Onze voor*
ziening van bewapening met kanonnen en
mitrailleurs, vliegtuigen en ander dood ma^
terieel kan de vergelijking met het buiten*
land op geen stukken doorstaan. De eerste
oefeningstijd is verkort, herhalingsoefeningen
zijn verminderd en boven dit alles is de
lichtingsterkte ook veel en veel te gering.
Dat hebben we gezien bij het langer
onder de wapenen moeten houden van o n*
ze soldaten nog in dit voorjaar bij gelegen*
beid van de remilitariseering van het Rijn*
land. Dr. Colijn achtte vertooging van de
sterkte per lichting len uitbreiding van] de
oefeningstijd niet het eerst noodzakelijk.
Veeleer moest de hand worden geslagen
aan de moderne afweermiddelen tegen vlieg*
tuigen en pantserafdeelingen.
Dit zal wel zoo wezen maar toch ge*
looven we dat een versterking vart, onze
jaarlijksche lichtingen gepaard gaande met
verlenging van den eersten oefeningstijd niet
uit zullen kunnen blijven.
Nu heeft de regeering een Defensiefonds
gevormd van f 60 millioen, maar volgens
deskundigen o.a. Generaal baron J. J. G.
van Voorst is dit besluit onvoldoende als
hij' zegt in het slot van zijn brochure „Wat
ter versterking van onze weermacht, inge*
volge de kortgeleden aangenomen wet, zal
worden bereikt is belangrijk; wat tot het
hechter verzekeren van onze landsverdedi*
ging V e r d er te doen staat is het niet
minder.
Zonder verder in bijzonderheden een en
ander nader te willen bezien Willen we
toch opmerken, dat we met onze verdedi*
ging toch op den goeden weg zijti. Inplaafs
van voortgezette afbraak is men gekomen
tot een stelsel van opbouw. Het moge op
zich zelf onvoldoende zijn, het inzicht is
gekomen, dat we op de verkeerde lijn wa*
ren. Onder de valsche leuze „Vrede, vrede
en geen gevaar" heeft men onze weermacht
in een positie gebracht, die niet te verant
woorden is.' Dat dat algemeen wordt inge=
zien is verblijdend.
En dat ook de Regeering door daden
blijk geeft den achterstand te willen inhalen,
zooals blijkt door den bouw van kazematten
geeft reden tot voldoening.
Uit een officieel verslag
van de Provincie Zeelanid.
In het Verslag van den toestand der Pro*
vincie Zeeland over 1935, door Gedep. Sta
ten uitgebracht aan De Provinciale Staten
in de eerste gewone zitting 1936, komt de
volgende opmerking onder Landbtouw en
Veeteelt voor:
„Over het algemeen ondei-ging het loon
weinig verandering. Alleen daar, waar
verplichte arbitrage o'pgelegd was, had
gewoonlijk een kleine stijging plaats. Dit
had menigmaal tengevolge, dat het aan=
tal vaste arbeiders verminderde of dat ze
vervangen 'wÈrden door losse Werkkrachs
ten. Deze laatste hield men dan niet lan*
ger in dienst dan strikt noodzakelijk was,
waardoor de werkloosheid op sommige
plaatsen eenigszins toenam".
De Gedeputeerde Staten van Zeeland
brengen ambtshalve dit verslag uit aan de
Provinciale Staten. Het is dus een officieel
stuk. En daarin komt die zinsnede voor die
we vet gedrukt hebben.
Dit officieel college stelt vast als feit wat
we zoo vaak hebben betoogd. Die inmen*
ging, bemoeiing en knechting van onze
landbouwende bevolking gaat veel te ver.
Het eind zal de last dragen.
Db last in een toenemende werkloosheid.
Tenslotte wordt op die manier meer be*
dorven dan goedgemaakt.
Veel wordt hopeloos verknoeid en wat
er nog goeds overig was, wordt vernield.
Verslag van de vergadering van den
Raad der gemeente NieuwesTonge op
Vrijdag 17 Juli des n.ml 2 uur.
De notulen der vorige vergadering, ~wot*-
den na opening op de gebruikelijke wij*
ze, gelezen en vastgesteld.
De heer TIJL informeert hoe het staat
met het Borgstellingsfonds.
De VOORZ. antwoordt dat dit zijn be*
slag nog niet heeft gekregen, doch dat
hieraan steeds doorgewerkt wordt.
Dan doet de VOORZ. mededeeling om*
trent de brandkranen. Er is aan den raad
meegedeeld dat deze f 5.huur per jaar
kosten. Dit is ook zoo doch er is niet
'meegedeeld, dat ook de aanschaffingskosten
voor rekening der gemeente komen en plm.
f 12.75 per brandkraan bedragen. Spr. heeft
dit niet opzettelijk verzwegen, doch hij wist
hef niet. Destijds ter bevoegder plaatse in*
formeerende, is het hem niet meegedeeld. On
danks het prijsverschil meenden B. en W.
toch te moeten doorwerken, daar de plaat*
sing van belang is voor de gemeente.
Omtrent het aansdhaffen van een teer*
ketel deelt de VOORZ. mede, dat men eerst
een deskundige wil raadplegen, of de thans
in gebruik zijnde aan alle eischen voldoet.
De heer TIJL vraagt of dit tusschen de
twee laatste raadsvergaderingen al niet ge*
beurd had kunnen zijn.
De VOORZ. ontkent dit. Er is maar één
leverancier van de ketels en wij' willen be*
slist een bevoegde kracht om een oordeel te
vellen.
De heer TIJL zegt dat er verschillende
teerketels in werking zijn. Zij', die er ken*
nis van hebben, zeggen, dat deze goed
werkt.
De VOORZ. zegt dat er op Flakkee geen
enkele deskundige op dat gebied is.
De heer TIJL meent als iemand van de
wegenbouw zegt dat de ketel aan alle eischen
voldoeti men dat toch aannemen kan.
De VOORZ.: Is het iemand van de
Maatschappij „Wegenbouw" of 'hebt U
iemand gesproken die teer over de weg
gooit?
De heer TIJL houdt vol dat het al
klaar gemaakt had kunnen zijn. De wegen
hadden idan onder den teer gezeten en die
huur van deze ketel was gespaard.
De VOORZ.: B. en W. hebben het niet
vlugger kunnen doen. Een man die teer
over den weg gooit is bïj ons geen bevoegd
persoon om de teerketel te beoordeelen.
De huur is van geen beteekenis, want
rente en afschrijving van een nieuwe ketel
zou ongeveer gelijk staan aan de huur van
deze. We kunnen er nu wel over zwijgen,
Tijl, want we komen toch niet tot overeen*
stemjning.
Inzake de dokterswoning zal de Voorz.
mededeelingen doen in besloten zitting.
Van Ged, Staten is bericht gekomen dat
de verordening op de heffing der gem,
fondsbelasfing nog moet worden vastgesteld.
De VOORZ. zegt dat deze zal gehand*
haafd worden op 75 evenals vorigi jaar.
Schrijven van Stad aan 't Haringvliet, dat
zij het wensohelijk achten, dat iedere ge*
toeente een lid in het dagelijksoh bestuur
der gasfabriek zou hebben en verzoeken
daartoe medewerking.
Voor gemakkelijk was- en afwaswerk.
PR01-B
De VOORZ. zegt dat er nu 3 personen
in het Dagelijksch Bestuur zitting hebben.
Het voorstel van Stad is besproken in
de groote vergadering doch is verworpen.
Men zegt wel eens: „Zoovel hoofden, zoo»
veel zinnen" en dit zou in het dagelijksch
bestuur ook zoo worden. Niet de plaatsen,
doch het algemeen bestuur wordt in het
dagelijksch bestuur vertegenwoordigd, Bo*
vendien is dit aan regelementen gebonden
en zou het dagelijksch bestuur iets' doen
dat niet reglementair is dan moet het
algemeen bestuur hen daarop wijzen. B.
en W. adviseeren dit schrijven daarom voor
kennisgeving aan te nemen.
Weth. A. VAN ALPHEN wijst er op dat
dan ook de evenredigheid tusschen dage*
lijksch en algemeen bestuur verbroken zou
zijn.
De heer TIJL vindt 'hef verzoek van
Stad toch niet onbillijk.
De VOORZ. zégt dat ieder zijn meening"
daaromtrent heeft en brengt het in stemming.
Met de stemmen van Zweerus, v. d. Werf en
Tijl tegen wordt besloten dit stuk voor
kennisgeving aan te nemen.
Ingekomen zijn verder enkele verzoeken
om/ vergoeding in de reiskosten voor kin*
deren die nab'urige scholen bezoeken.
De VOORZ, deelt mee, dat voor een rij*
wiel 1/2 cent per K,M. wordt vergoed, in*
idien de afstand tot de school meer dan 5
K.M. bedraagt .Dit komt op f 15.per
jaar en bedoelt een tegemoetkoming te zijn
in de kosten. B. en W.' vinden f 15.
voldoende. Besloten wordt dit toe te staan.
Van Ged. Staten is terugontvangen het
goedgekeurde Raadsbesluit tot aankoop van
land van den heer Schilperoort a f 1200.
voor aanleg vuilnisbelt.
Idem de verordening op de straatbelasting.
Idem het uitbreidingsplan.
De VOORZ. deelt naar aanleiding hier*
van mede, dat dit plan eerst moeilijkheden
meebracht ten aanzien van de erfpacht, om*
dat het groote peroeelen betreft. Het is
echter toegestaan om van de perceelen die
te groot zijn, stukken af te doen.
De heer TIJL: Men zou dan van die
groote perceelen de helft kunnen nemen
en de andere helft voor bouwland houden.
Bij' de Diaconie zou gevraagd kunnen wor*
den om een biiHj'ke regeling te dien op*
zichte, daar het bouwland dan geen 30 of
40 Cf. per roe moest kosten.
De VOORZ. zegt dat de gemeente daar
buiten staat, en slechts te zorgen 'heeft
dat de bebouwings*voorschriften nageleefd
worden. Ten opzichte van een uitweg voor
het bouwland dient men echter eerst een
goede oplossing te zoeken daar er rekening
mee gehouden moet worden dat aan een
provincialen weg, of een weg, waar een
provincialen weg van gemaakt wordt, geen
uitweg mag gemaakt worden.
Van het Borgstellingsfonds is een model*
raadsbesluit ingekomen voor het verstrekken
van een rentelooze leening. Dit is gedaan
met het oog 'hierop, dat men met de Ged,
Staten van Zuid*Holland en Brabant te
maken heeft. Wordt goedgevonden.
HOOFDARTIKEL: Palestina en de Jodett
(Slot).
DRIESTARREN: Onze Weermaclit Uit
de Prov. Staten van Zeeland.
Gemeenteraad Nieuwe=Tonge, OudsVosse»
meer en g^eelteüjk St.»Maartensdijik.
OfBcieele Crlsisberichten.
Markt-- en Veilingberichtem,
Vlieg;enier doodgevallen te TexeL
Opstand in Spanje.