Ct1DWEEKBU\DÖpGED.GD0nD3IA6 vöoRoiZUID-HOLLEnZEEllWSCtlC EIIAMDEn Gemeenteraad 8e Jaargang WOENSDAG 22 JULI 1956 No. 755 N.V. üitgeversmastschappij „Eilamdeii-Blewws** 1 WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD „0*N'ZE EILANDEN' 18e JAARGANG PALESTINA EN DE JODEN. Een bruine zomerteint Nieuwe Tonge Voornaamsfe inhoud niEuws Advertentieprijs 20 cent per "regel. Reclames 40 et.Dienst- aanvragen en -aanbiedingen van 1 6 regels 80 et.Boek-aan- koDdlglng 10 ctnt per regel Contraeten belangrijk lager UITGAVE VAN Gevestigd te Middelliarnis - Prins Hendri'ïstr. 122 C. Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17 Abonnements-prijs 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling. Verscliijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderlijke nummers 5 eent. Buitenland 8 gulden per jaar V (Slot,) De beweging, welice leiding geeft aan de Joodsche immigratie in Palestina en deze overal stimuleert, is het Zionisme. Geboren uit het heimwee naar ide grond der vaderen en uit het bloed der progroms, is het doel ervan zuiver nationaal en streeft het ernaar Palestina te maken tot de eigen woning van het Joodsöhe volk door de kolonisatie te bevorderen, het geiheele Jodendom te orga»" niseeren en het nationaal gevoel der Joden te versterken. Het Zionisme staat echter zeer viij tegenover de Joodsche godsdienst; ten opzichte van de religieuze idealen van het Jodendom is het neutraal. Het is geen godsdienstige, doch een poli* tiekonationale beweging, zoodat men zich er zeer voor hoeden moet, in dit Zionisme een streven te zien, dat opkomt uit het oud» Joodsche geloof. Het ziet het Jodendom uitsluitend als een nationale eenheid en meent dat dit zeer wel bestaan kan los van alle godsdienst. Daarom is in het nieuwe Palestina plaats voor allerlei Joden, voor Christen^», voor Mohammedaansche, voor ongeloovige en voor „Joodsche" Joden. Het Zionisme heeft dus geen religieuze grondslag en verreweg de meeste Zionisten hebben met het oude voorvaderlijke geloof ten eenenmale gebroken. Wat hen in hun actie samenbindt, is hun rasverbondenheid, hun behaoren tot de Joodsche natie. Zoo gevoelden het ook de grondleggers van het Zionisme, Herzl, de propagandist, Elie» zer ben Jehuda, de taalman en Weiszman, de politicus. Onder het Jodendom bestaat lang geen eenstemmigheid over de idealen van het Zionisme, omdat de streng^ortho* doxe Joden er een zuiver menschehjke actie in zien, waarin met de Messiasverwachting en het geloof aan de vervulling der Oud^ Testaimentische profetiën geen rekening wordt gehouden. Er is een diepe klove tus<^ schen de vrijzinnige Sephardische Joden van WestsEuropa, die onder Zionitische invloed later in Palestina gekomen zijn en de orthodoxe Askenazische Joden uit Oost^Europa, die reeds vroeger terugkeerden naar hef Heilige land. Daarom is onder hen ook veel strijd over het houden van de Sabbath. De orthodoxe'Jood is et zelfs tegen om "het Hebreeuwsch weer als spreek* taal te gebruiken, omdat het de heilige taal is. En zoo blijkt, dat menj het onder het Joodsche volk allesbehalve eens is over het Zionistisch streven. Over het algemeen zijn de strengigeloovige Joden er zelfs per* tinent tegen. Slechts een heel klein deel men zou het de rechtervleugel kunnen noe* men is rechtzinnig, de Mizraohisten. Onder de anderen vindt men een groot aantal socialisten en communisten en uitge= siproken atheïsten, zoodat het Zionisme in hoofdzaak a of anti*religieus kan wor* den genoemd. Het grootste contingent immigranten heeft het Zionisme steeds gerecruteerd uit de arme Oost*Eiiropeesche Joden. De reform^Joden van West*Europa zijn over het algemeen niet Zionistisch gezind, omdat zij zidh te midden van de andere volken uitstekend op hun plaats gevoelen, zich geheel hebben ge* assimileerd en niet weten van vervolgingen. Hef oude vaderland interesseert hen niet, noch uit nationaal, nooh uit religieus oog* punt. Daarom kan gezegd worden, dat het practisch de vervolgingen zijn, die het Zi= onistisch streven moeten bevorderen. Of het groote doel eenmaal bereikt zal worden: alle Joden in Palestina en dit land een vrije Joodsche staat, wij gelooven het niet. Wel is het aantal Joden de laatste 10 jaren verdriedubbeld, maar het vormt toch nog sleöhts ongeveer 25 pet. van de geheele bevolking van Palestina. Van de 15 millioenen Joden, die over de geheele we* reld verspreid zijn, wonen er nog slechts 300.000, dat is 2 ipcf. in Palestina, een onbe* teekenend aantal dus in verhouding tot het geheele volk. De groote vraag is echter, of het totale aantal van 15 millioen, gesteld al dat zij allen bereid waren, naar Palesti* na te gaan, ook inderdaad daar woonplaats zou kunnen vinden. Heel ruim genomen, rekenen kenners van het land uit, dat bij intensieve cultiveering ervan zeker niet meer dan 5 a 6 millioen menschen er een middel van bestaan kunnen vinden. Het definitief oplossen van het Joodsdh probleem is dus reeds uit dezen hoofde onmogelijk en zoo zal het Zionisme, al slaagt het erin, dit aan* tal Joden naar Palestina te brengen waar hïj wij alweer een beslissende tegienfactor uitschakelen, n.l, de Britsche en Arabische politiek nimmer zijn doel kunnen berei* ken. De groote meerderheid van het Jood* sche volk moet buiten Palestina blijven, zelfs al werden ze overal opgejaagd. Bovendien zijn er nog allerlei andere be* zwaten. Het moet onmogelijk worden geacht alle handelsjoden tot landbouw* of fa* briekjoden te maken en stedelingen tot boeren. ïogingen in die richting zijh meest* al mislukt. Voorts is er zooveel kapitaal noodig voor de grondaankoop, dat het in* stalkeren van één boerenfamilie f 15.000 kost. Het geld ervoor heeft het Jodendom wel, doch door de duurte van de grond; is het niet steeds productief. Ook schijnt Pa* lestina geen land te zijn, waar een grootsch opgezette nijverheid mogelijk is, zoodat van industrialisatie niet te groote verwachtingen mogen worden gekoesterd. En tenslotte zijn de Joden zelf zeer verdeeld. Velen onder hen zijn socialist of communist, en willen het Zionisme daaraan ondergeschikt ma* ken. Zij willen in Palestina allerlei sociale experimenten nemen en er zoo een soort proeftuin van maken, hetgeen natuurlijk op groote teleurstellingen moet uitloopen. Zoo zien we dus, dat het welslagen van de Zionislisclie actie van allerlei factoren afhankelijk is. Hoe zal de Engelsche politiek zich ontwikkelen ten aanzien van Palestina als Joodsch Tehuis? Het schijnt voor Enge* land voordeeliger, met het oog op de vele Mohammedanen in zijn koloniën en do» minions, een pro*Arabische politiek te gaan voeren. En wat zijn de Arabieren van plan? Zullen die uit jpalestiiu en mogelijk ook de stamverwanten erbuiten met geweld de vreedzame verovering van het land door de Joden verhinderen, dan is daarmee aan het Zionisme een onverbiddelijk halt ios^ geroepen. En hoe zal tenslotte de houding zijn van de niet*Zionistische Joden? Ook daarvan hangt zeer veel af. Blijven zij er af%vijzencl tegenover staan, dan komt er een oogenblik, dat de immigratie ophoudt en het Zionisme op een dood punt komt. Het ziet er, alles in aanmerking! geno* men, voor de vervulling der idealen van Herzl en Weiszman dus niet rooskleurig uit. Wij wagen ons niet gaarne aan een prognose in dit opzicht, maar meenen toch niet te veei te zeggen, als wij beweren, dat het Palestijnsch probleem nog gedu* rende onafzienbare tijd onopgelost zal blij* ven. In Duitschland vindt men dat jammeii. Daar is men de meening toegedaan, dat de oplossing van dit vraagstuk tevens die van de rassenkwestie van het nationaal*soci* alisme zou zijn. Alle Joden uit alle landen naar Palestina, dat is tevens het "einde van het anti*semiefisme> van het probleem der zuiverhouding van het Arische ras en van de spanningen, die zich ongetwijfeld ook in democratische landen tusschen de natio* nale en de Joodsche burgers wel voor* doen. Inderdaald is dit niet tegen te spreken. Het gaat echter niet aan het Joodsche volk, dat zich de toegang tot Palestina thans weer versperd ziet en in de toekomst misschien geheel, het leven in de andere landen onmo* gelijk te maken en ze uit te werpen of tot armoede en zelfmoord te drijven. Het zijn ook menschen en schepselen Gods en daarom: kent het ware Christendom geen rassenhaat. AI heeft het Joodsche volk nim* mer de kunst verstaan zich bemind te ma* ken en al moge het missdhieri iets meer bescheidenheid worden aanbevolen, omdat het vooraanstaan veler Joden met name in de marxistische gelederen antissemietisme kweekt, dit ontslaat ons niet van de plicht, dit oude volk, dat zulk een geheel eenige plaats inneemt in de Godsopenbaring en in de historie, te behandelen als onzen naaste. Daarom, al vordert de oplossing niet van het Palestijnsche vraagstuk de Christenheid mag en behoeft ook geen oplossing te forceeren met geweld. Het is het levenslot van het Joodsche volk, te moeten dwalen als ballingen over de aarde, naar onze over* tuiging als een oordeel om hun verwerping van &en Christus, doch wij zijn niet geroe* pen hun lot nog te verzwaren. Waarom zou een samenleven met wederzijdsche tact als burgers van één land niet mogelijk zijn? Tenslotte rest ons nog één punt kort on* der het oog te zien. Er zijn vele Joden en ook vele Christenen, die in de terugkeer der Joden naar Palestina de vervulling zien van de Oud*Testamentische profetieën, met name van het toekomstbeeld, dat Jesaja schildert, die de terugkeer van Israël ver* bindt aan het einde der wereldhistorie. Men meent dan, dat het door God bekeerde Israël door den Heere zelf naar Jeruzalem zal worden teruggeleid en dat de tempel zat worden hersteld, waar de dienst des Hee* ren en de aanbidding van Christus als den Messias door het gansche volk zal worden betracht. Wij' kunnen dit echter in de Schrift niet lezen. Zonder een uitvoerig theologisch be* toog te houden, willen we constateeren, dat deze ideeën samenhangen met de chi* liastische fantasieën, idie door alle eeuwen heen door de aanhangers van het Duizend* jarig Rijk zijn gepropageerd. De profetie van de terugkeer van Israël is gedaan vó6r de Babylonische ballingschap en daarna ver* vuld. Van een bekeering in massa van het vleeschehjk Israël weet de Schrift niet. Ge* lijk reeds in de tijden der Koningen, Pro* feten en Apostelen, toen Israël nog in Fa* lestina woonde, het slechts voor een gering deel behoorde tot het geestelijk Israël, zoo zal dit de eeuwen door blijven. Zoowel uit de Joden als uit de Heidenen zal een deel zalig worden, doch van een volksbekeering is geen sprake; daarover zijn, meenen wij, alle Gereformeerde dogmatici van betee* kenis het steeds eens geweest. Het streven van het Zionisme mag dan ook niet in dit licht worden bezien. De uiteenzetting van deze thans zoo bij uitstek actueele kwestie van Palestina en de Joden is hiermede ten einde. We 'hopen, dat zij verhelderend moge hebben gewerkt om tot een goed begrip te komen van de huidige gebeurtenissen in het Joodsche land en van de vele kwlestjes, die daarmee sa* menhangen. staat sportief en charmant en beschut tevens tegen de brandende ultra violette stralen der zon. AMlLDA-zonnebruincrême bevordert een snelle, mooie natuurlijke huidbruining. Flacon 90 et. Tube 60 et. Doos 50 en 25 et. Onze weermacht. Met onze weermacht, leger, vloot' en lucht* wapen is het eigenlijk niet in orde. Niet in orde in dien zin, dat we niet paraat kun* nen worden genoemd om een onverwachte aanval het hoofd te kunnen bieden. Dat is vooral in dezen tijd gevaarlijk. En wel om twee redenen. Daar is in de allereerste plaats de achteruitgang in de internationale ver* houdingen. Vroeger was er sprake van tijden van spanning, van het zenden van leen ultimatum en tenslotte van de oorlogsver* klaring. Er bleef dan altijd nog eenige tijd over tot het nemen van voorzorgsmaatre* gelen. Niettegenstaande de tijden van voor uitgang waarvan men droomde is men er in feite op achteruitgegaan. De laatste tijden heeft men het gezien dat men maar al te zeer zijn toevlucht heeft genomen tot het element van verrassingen. En juist die verrassingen zijn de tweede oorzaak waarom men tot de conclusie moet komen, dat ons land niet paraat is. De legers van onzje buren zijn sterk gemotoriseerd. In wëtnige uren heeft men vitale deelen van ons' land bezet, ja kan men tof diep in ons land door dringen zoowel van het Oosten als van het Zuiden. Dat zou noodlottig zijn voor het ver* loop en de voltooiing van onze mobilisatie Want een ongestoorde mobilisatie is voor ons een allereerst belang. Daarvan verklaar* de de minister van defenesie a.i. dr. H. Co* lijn in de Eerste Kamer van' de Staten* Generaal: „Wil men eerlijk zijn, dan moet men zeggen: Wij hebben op dit oogenblik nog geen leger. Dit moet nog worden ge* vormd door en na de mobÜisatie, van welker slagen het afhangt, of wij' een leger zullen hebben. Hieruit blijkt genoegzaam hoe treurig het eigenlijk met ortsj leger is gesteld. Men heeft leger en vloot feitelijk verwaarloosd. Bezuinigd in die mate dat de waarde van het leger is aangetast. De zuinig* beid heeft de wijsheid bedrogen. Waaraan heeft men al niet geknaagd. Onze voor* ziening van bewapening met kanonnen en mitrailleurs, vliegtuigen en ander dood ma^ terieel kan de vergelijking met het buiten* land op geen stukken doorstaan. De eerste oefeningstijd is verkort, herhalingsoefeningen zijn verminderd en boven dit alles is de lichtingsterkte ook veel en veel te gering. Dat hebben we gezien bij het langer onder de wapenen moeten houden van o n* ze soldaten nog in dit voorjaar bij gelegen* beid van de remilitariseering van het Rijn* land. Dr. Colijn achtte vertooging van de sterkte per lichting len uitbreiding van] de oefeningstijd niet het eerst noodzakelijk. Veeleer moest de hand worden geslagen aan de moderne afweermiddelen tegen vlieg* tuigen en pantserafdeelingen. Dit zal wel zoo wezen maar toch ge* looven we dat een versterking vart, onze jaarlijksche lichtingen gepaard gaande met verlenging van den eersten oefeningstijd niet uit zullen kunnen blijven. Nu heeft de regeering een Defensiefonds gevormd van f 60 millioen, maar volgens deskundigen o.a. Generaal baron J. J. G. van Voorst is dit besluit onvoldoende als hij' zegt in het slot van zijn brochure „Wat ter versterking van onze weermacht, inge* volge de kortgeleden aangenomen wet, zal worden bereikt is belangrijk; wat tot het hechter verzekeren van onze landsverdedi* ging V e r d er te doen staat is het niet minder. Zonder verder in bijzonderheden een en ander nader te willen bezien Willen we toch opmerken, dat we met onze verdedi* ging toch op den goeden weg zijti. Inplaafs van voortgezette afbraak is men gekomen tot een stelsel van opbouw. Het moge op zich zelf onvoldoende zijn, het inzicht is gekomen, dat we op de verkeerde lijn wa* ren. Onder de valsche leuze „Vrede, vrede en geen gevaar" heeft men onze weermacht in een positie gebracht, die niet te verant woorden is.' Dat dat algemeen wordt inge= zien is verblijdend. En dat ook de Regeering door daden blijk geeft den achterstand te willen inhalen, zooals blijkt door den bouw van kazematten geeft reden tot voldoening. Uit een officieel verslag van de Provincie Zeelanid. In het Verslag van den toestand der Pro* vincie Zeeland over 1935, door Gedep. Sta ten uitgebracht aan De Provinciale Staten in de eerste gewone zitting 1936, komt de volgende opmerking onder Landbtouw en Veeteelt voor: „Over het algemeen ondei-ging het loon weinig verandering. Alleen daar, waar verplichte arbitrage o'pgelegd was, had gewoonlijk een kleine stijging plaats. Dit had menigmaal tengevolge, dat het aan= tal vaste arbeiders verminderde of dat ze vervangen 'wÈrden door losse Werkkrachs ten. Deze laatste hield men dan niet lan* ger in dienst dan strikt noodzakelijk was, waardoor de werkloosheid op sommige plaatsen eenigszins toenam". De Gedeputeerde Staten van Zeeland brengen ambtshalve dit verslag uit aan de Provinciale Staten. Het is dus een officieel stuk. En daarin komt die zinsnede voor die we vet gedrukt hebben. Dit officieel college stelt vast als feit wat we zoo vaak hebben betoogd. Die inmen* ging, bemoeiing en knechting van onze landbouwende bevolking gaat veel te ver. Het eind zal de last dragen. Db last in een toenemende werkloosheid. Tenslotte wordt op die manier meer be* dorven dan goedgemaakt. Veel wordt hopeloos verknoeid en wat er nog goeds overig was, wordt vernield. Verslag van de vergadering van den Raad der gemeente NieuwesTonge op Vrijdag 17 Juli des n.ml 2 uur. De notulen der vorige vergadering, ~wot*- den na opening op de gebruikelijke wij* ze, gelezen en vastgesteld. De heer TIJL informeert hoe het staat met het Borgstellingsfonds. De VOORZ. antwoordt dat dit zijn be* slag nog niet heeft gekregen, doch dat hieraan steeds doorgewerkt wordt. Dan doet de VOORZ. mededeeling om* trent de brandkranen. Er is aan den raad meegedeeld dat deze f 5.huur per jaar kosten. Dit is ook zoo doch er is niet 'meegedeeld, dat ook de aanschaffingskosten voor rekening der gemeente komen en plm. f 12.75 per brandkraan bedragen. Spr. heeft dit niet opzettelijk verzwegen, doch hij wist hef niet. Destijds ter bevoegder plaatse in* formeerende, is het hem niet meegedeeld. On danks het prijsverschil meenden B. en W. toch te moeten doorwerken, daar de plaat* sing van belang is voor de gemeente. Omtrent het aansdhaffen van een teer* ketel deelt de VOORZ. mede, dat men eerst een deskundige wil raadplegen, of de thans in gebruik zijnde aan alle eischen voldoet. De heer TIJL vraagt of dit tusschen de twee laatste raadsvergaderingen al niet ge* beurd had kunnen zijn. De VOORZ. ontkent dit. Er is maar één leverancier van de ketels en wij' willen be* slist een bevoegde kracht om een oordeel te vellen. De heer TIJL zegt dat er verschillende teerketels in werking zijn. Zij', die er ken* nis van hebben, zeggen, dat deze goed werkt. De VOORZ. zegt dat er op Flakkee geen enkele deskundige op dat gebied is. De heer TIJL meent als iemand van de wegenbouw zegt dat de ketel aan alle eischen voldoeti men dat toch aannemen kan. De VOORZ.: Is het iemand van de Maatschappij „Wegenbouw" of 'hebt U iemand gesproken die teer over de weg gooit? De heer TIJL houdt vol dat het al klaar gemaakt had kunnen zijn. De wegen hadden idan onder den teer gezeten en die huur van deze ketel was gespaard. De VOORZ.: B. en W. hebben het niet vlugger kunnen doen. Een man die teer over den weg gooit is bïj ons geen bevoegd persoon om de teerketel te beoordeelen. De huur is van geen beteekenis, want rente en afschrijving van een nieuwe ketel zou ongeveer gelijk staan aan de huur van deze. We kunnen er nu wel over zwijgen, Tijl, want we komen toch niet tot overeen* stemjning. Inzake de dokterswoning zal de Voorz. mededeelingen doen in besloten zitting. Van Ged, Staten is bericht gekomen dat de verordening op de heffing der gem, fondsbelasfing nog moet worden vastgesteld. De VOORZ. zegt dat deze zal gehand* haafd worden op 75 evenals vorigi jaar. Schrijven van Stad aan 't Haringvliet, dat zij het wensohelijk achten, dat iedere ge* toeente een lid in het dagelijksoh bestuur der gasfabriek zou hebben en verzoeken daartoe medewerking. Voor gemakkelijk was- en afwaswerk. PR01-B De VOORZ. zegt dat er nu 3 personen in het Dagelijksch Bestuur zitting hebben. Het voorstel van Stad is besproken in de groote vergadering doch is verworpen. Men zegt wel eens: „Zoovel hoofden, zoo» veel zinnen" en dit zou in het dagelijksch bestuur ook zoo worden. Niet de plaatsen, doch het algemeen bestuur wordt in het dagelijksch bestuur vertegenwoordigd, Bo* vendien is dit aan regelementen gebonden en zou het dagelijksch bestuur iets' doen dat niet reglementair is dan moet het algemeen bestuur hen daarop wijzen. B. en W. adviseeren dit schrijven daarom voor kennisgeving aan te nemen. Weth. A. VAN ALPHEN wijst er op dat dan ook de evenredigheid tusschen dage* lijksch en algemeen bestuur verbroken zou zijn. De heer TIJL vindt 'hef verzoek van Stad toch niet onbillijk. De VOORZ. zégt dat ieder zijn meening" daaromtrent heeft en brengt het in stemming. Met de stemmen van Zweerus, v. d. Werf en Tijl tegen wordt besloten dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. Ingekomen zijn verder enkele verzoeken om/ vergoeding in de reiskosten voor kin* deren die nab'urige scholen bezoeken. De VOORZ, deelt mee, dat voor een rij* wiel 1/2 cent per K,M. wordt vergoed, in* idien de afstand tot de school meer dan 5 K.M. bedraagt .Dit komt op f 15.per jaar en bedoelt een tegemoetkoming te zijn in de kosten. B. en W.' vinden f 15. voldoende. Besloten wordt dit toe te staan. Van Ged. Staten is terugontvangen het goedgekeurde Raadsbesluit tot aankoop van land van den heer Schilperoort a f 1200. voor aanleg vuilnisbelt. Idem de verordening op de straatbelasting. Idem het uitbreidingsplan. De VOORZ. deelt naar aanleiding hier* van mede, dat dit plan eerst moeilijkheden meebracht ten aanzien van de erfpacht, om* dat het groote peroeelen betreft. Het is echter toegestaan om van de perceelen die te groot zijn, stukken af te doen. De heer TIJL: Men zou dan van die groote perceelen de helft kunnen nemen en de andere helft voor bouwland houden. Bij' de Diaconie zou gevraagd kunnen wor* den om een biiHj'ke regeling te dien op* zichte, daar het bouwland dan geen 30 of 40 Cf. per roe moest kosten. De VOORZ. zegt dat de gemeente daar buiten staat, en slechts te zorgen 'heeft dat de bebouwings*voorschriften nageleefd worden. Ten opzichte van een uitweg voor het bouwland dient men echter eerst een goede oplossing te zoeken daar er rekening mee gehouden moet worden dat aan een provincialen weg, of een weg, waar een provincialen weg van gemaakt wordt, geen uitweg mag gemaakt worden. Van het Borgstellingsfonds is een model* raadsbesluit ingekomen voor het verstrekken van een rentelooze leening. Dit is gedaan met het oog 'hierop, dat men met de Ged, Staten van Zuid*Holland en Brabant te maken heeft. Wordt goedgevonden. HOOFDARTIKEL: Palestina en de Jodett (Slot). DRIESTARREN: Onze Weermaclit Uit de Prov. Staten van Zeeland. Gemeenteraad Nieuwe=Tonge, OudsVosse» meer en g^eelteüjk St.»Maartensdijik. OfBcieele Crlsisberichten. Markt-- en Veilingberichtem, Vlieg;enier doodgevallen te TexeL Opstand in Spanje.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1936 | | pagina 1