CnQWEEK61ADopGED.GQ0nDSIAG vöönüZUID-HOLLInZCEUWJCIIE EHATtDEn
EERSTE BLAD
STICHTELIJKE
OVERDENKING
8e Jaar^anjl
ZATERDAG 18 JULI 1936
No. 754
N.V. Uitgeversmaatschappij „Eilanden-nieuws
Ben ik liet?
Uit het Kijkvenster
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 O P G E N O M E vJ HET BLAD „0:N Z E EILANDEN" - 18e JAARGANG
^■■^■■■■■■^■■■^■aaHlBHHHKaB^HlHBiHHHB^IHHBBaHI^HaBH
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Ik heb grootelijks begeerd dit
Pascha met u te eten eer dat Ik
lijde, zoo sprak de Heere tot Zijne
discipelen, toen zij aangezeten wa
ren. Zij hebben het later verstaan,
waartoe dit alles moest geschieden.
Nu waren zij, gedachtig aan de
inzettingen Gods heengegaan om
het Pascha te bereiden, in de zaal
van den man, dien zij ontmoetten
dragende eene kruik water.
De Heere maakte hun weg voor
spoedig en toch liep het uit op een
punt, waar hun vleesch en bloed
niet wilden komen. Het was echter
voor hen noodig, opdat Christus
voor hunne overtredingen zou ver
wond worden.
En dat was hun zalig voorrecht,
dat zij door den Heere geleid wer
den. Zij werden niet aan zichzelf
overgelaten om eigen wegen te be
wandelen. Sinds zij geroepen wa
ren, volgden zij Jezus het geheele
land door. Zij werden bewaard door
den Heere, die Zijn leven stelt voor
Zijne schapen.
Thans zijn zij aangezeten om het
Pascha te eten met Hem, Die het
ware Paaschlam is. Tot hen wordt
gezegdVoorwaar zeg Ik u, dat
een van u Mij zal verraden. De
mond der waarheid spreekt, dat
een der discipelen Hem zal over
leveren in de handen der vijanden.
Een van de twaalve dus is met een
vriendelijk gezicht een vijand van
Jezus.
Welk een getuigenis t De Heere
wist van den beginne af, wie het
was, die Hem verraden zou. Toen
Petrus gezegd hadHeere tot wien
zullen wij henengaan? Gij hebt de
woorden des eeuwigen levensen
wij hebben geloofd en bekend, dat
Gij zijf de Christus, de Zoon des
levenden Gods toen anttvoordde
Jezus: Heb Ik niet u twaalf uitver
koren? En één uit u is een duivel.
Wij lezen niet, dat deze woorden
bij de discipelen eenige ontroering
hebben teweeg gebracht. O nten,
wij moeten niet denken, dat de
discipelen andere menschen waren
dan iemand der mensch^nkinderen.
In hen wordt ook duidelijk gezien,
hoe de^ Heere geen rechtvaardigen,
maar zondaren roept ter bekeering.
Wat is toch de mensch van na
ture doof voor de woorden Gods]
Voor de wereld moge hij een zoo
genaamd helder verstand hebben,
voor het Koninkrijk Gods is zijn
verstand verduisterd. Inzake de
geestelijke dingen mag ook de wij
ze dezer wereld een dwaas genoemd
worden.
En het volk, dat de Heere Zich
verkiest tot een erve is ook be-
hoorende tot het geslacht van den
gevallen mensch. Doch dan ver
heerlijkt de Heere Zich in hen. Hij
is hen ten Leidsman. Hij onderwijst
die dwalen en brengt hen in het
rechte spoor.
Dan brengt de Heere Zijn woord
niet alleen tot het oor, doch doet
het ook door de werking des Hei
ligen Geestes in het hart indalen,
opdat het de verandering zal mer
ken, die noodig is om zalig te wor
den.
Daarom kent het volk des Hee-
ren tijden, waarop het Woord op
hen geen indruk maakt en het hen
is als ware er nooit iets aan hen
geschied.
Doch, die uit den dood overge
gaan is in het leven, zal niet kun
nen leven, zonder de levende werk
zaamheden van den Geest Gods.
De Heere toch is het leven en Hij
vergeet de Zijnen niet. In den weg
van het Woord werkt Hij in het
hart der Zijnen.
Zie het ook aan den Paasch-
maaltijd. Als de Heere gesproken
heeft van het verraad, dat een hun
ner zou bestaan, dan, zoo schrijft
de apostel Johannes, zien zij op
elkander, twijfelende van wien Hij
dat zeide.
Allereerst merken wij op, dat zij
het woord van Jezus niet tegen
spreken en zich verdedigen, dat
geenerlei gedachte aan zoo een
schanddaad in hun werd gevonden.
Verslagen zien zij elkander aan,
alsof zij zeggen willenwie zal het
zijn, gij of ik Judas is in het minst
niet getroffen, dat blijkt uit hetgeen
hij durft bestaan. Als de discipelen
gevraagd hebben aan den Heere
Ben ik het, Heeré? dan komt ook
hij, die reeds bij de vijanden is
geweest, met de vraag: Ben ik het.
Rabbi Hij kent geen bekommer
nis noch vrees, nu de Heere Zijne
alwetendheid openbaar maakt.
Des Heerén Woord zegt in het
boek der Spreuken: Welgelukzalig
is de mensch, die geduriglijk vreest
maar die zijn hart verhardt, zal in
het kwaad vallen. De waarheid van
des Heercn Woord wordt door het
volk des Heeren geleerd, opdat het
voor hen een lamp zal zijn voor
den voet en een licht op hun pad.
Het licht der waarheid verlicht
hun hatt, zoodat zij het leeren ken
nen zoover hef licht openbaar
maakt. Dan wordt gezien, hoe arg
listig en doodelijk het is. Zij moe
ten dan toestemmen Onbekwaam
tot eenig goed én geneigd tot alle
kwaad. Dan kan niet uit hun mond
komen, wat een mensch zoo ge
makkelijk kan zeggenDat zal mij
nooit overkomen 1
Neen, wij lezen niet, dat Petrus
of Johannes of een ander der dis
cipelen, die de rechte vreeze had
den, gezegd heeft: Heere, dat zal
ik niet doenl Nu heeft hef Woord
des Heeren in hen vrees gewekt,
omdat zij hef gelooven.
Als het geloof niet werkzaam is,
dan is Petrus spoedig gereed met
zijn woordAl werden zij ook allen
aan U geërgerd, ik zal nimmer
meer geërgerd worden.
Hoe klaar feekent ons de Heilige
Schrift waf de mensch is van zich
zelf en wat hij is door genade. Uit
hen kan geen vrucht zijn in der
eeuwigheid! Hij wordt bewaard
door de kracht Gods tof de zalig
heid. Al hef goede komf van God.
Hg is de kracht van het volk, dat
in zichzelf zwak is. Hij is de For
meerder van hef geloof van de Zij
nen, die in zichzelf ongeloovig zijn.
Het is de weg des Heeren Zijn
volk te ontdekken aan zichzelf, op
dat hunne gebeden en zuchten
zullen opgaan tof Hem om sterkte
en bijstand. En die leiding des
Heeren zal hen uitdrijven en aan
zetten om hunne harten te bewaren
en alle gelegenheden van verlok
kingen tof het kwade te vermijden.
Die de geneigdheid der natuur
tot de zonde niet zien, die zijn niet
op hunne hoede. Zij kennen het
gif der zonde niet. Zij wandelen
gerust voort op den weg, waar het
eeuwige oordeel van den recht
vaardigen God hen zal uitwerpen
in de buitenste duisternis.
Vreeselijk is het om evenals Judas
geen vreeze te hebben, als de Hee-
te Zijne alwetendheid openbaar
maakt. Ontzettend om onder de
waarheid te leven en geen levende
waarheid in zich te hebben.
David kwam onder de alwetend
heid Gods, zoo heeft de Heere ons
bewaard doen blijven in den Psalm.
En hij bidt om de leidingen van
dien Heere Leid mij op den eeuwi
gen weg. En de discipelen zeggen
Ben ik hef, Heere
Hef zaligmaket.d werk i^ de ziel
drijft tot den Hcire uit. Dè Heere
doet Zijn volk fct Hem komen om
uit Zijne volheid te ontvangen ge
nade voor genac eNeigt uw oor
en komf tot Mij, hoort en uwe ziel
zal levenwant Ik zal met u een
eeuwig verbond maken en u geven
de gewisse weldadigheden Davids.
Hij trekt ze, opdat ze Hem zul
len naloopen.
Aldus blijft een arm volk over,
dat op Zijn Naam zal vertrouwen.
Ds. V. d. K.
Voornaamste inhoud
i-niEuws
Advertentie-prijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst-
aanvragen en -aanbiedingen van 1 6 regels 80 et.; Boek-aan-
kondiging 10 cint per regel Contracten belangrijtc lager
f»
UITGA. E VAN
Gevestigd te Middelharnis - Prins Hendri'sstr. Ii2 C. Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17
Abonnements-prijs 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling.
Versctii]nt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per weelc.
Afzonderlijice nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar
En toen zij zaten zeide Hij: Voorwaar
Ik zeg: u, dat een van u Mij zal ver=<
raden. En zij zeer bedroefd geworden
zijnde, begon een iegelijk van hen tot
Hem te zeggen: Ben ik het, Heere?
Matth. 26 21, 22.
'f
De Socialisten blijS^eii. ïevolutiemannen.
De Socialisten word.sn Mj' c'onflicten mees==
tal opgedreven door '4e communisten.
De uitersten geven de pas aan. Dat moge
meer worden bedadht.
De laatste tijden icteenen de socialisten
wat veranderd.
Andere begrippen :nzake de landsverde*
diging, andere inzichten tegenover het Kc
ningshuis, waren als zooveel symptonen
dat yze een verandering doormaakten en
dat ze zoo ongeveer tot de gewone burgers'
lijke partijen gingen béhooren.
We hebben er in ons blad meermalen op
gewezen, dat dat slechts voorkwam uit de
omstandigheden. Een zich tijdelijk aanpas*
sen aan de omstandigheden, maar dat ze
in wezen socialisten en dus revolutieman^
nen bleven. Te gevaarlijker naarmate hun
ware gedaante meer SiJiuil ging achter bur»"
gerlijke manieren. Tevens wezen we er op
dat een en ander te verklaren was uit de
vrees voor het fascisiae.
Principieel zijn de socialisten niet veran^»
derd. Onbetrouwbaar als politieke partij'.
Feitelijk is de sociaaUdemocratie gevangen
tusschen de tang va'f communisme en fas*
risme. Omdat ze aan' de -een verwant (haar
consequente vorm) tfi{'''iegenover de ander
in demagogische capaciteiten het moet af*
leggen. Het socialisme valt spoedig uit zijn
evenwicht. Daarvan geeft de staking te
Antwerpen weer een voorbeeld.
Deze staking was een wilde staking. Gel*
dende contracten werden niet in aeht geno*
men. Geen onderhandelingen werden ge*
voerd. Revolutionaire actie dus. Die soCia*
listische vakorganisatie was er dan ook
tegen. Wilde de leiding niet op zidh nemen.
Later nam ze de leiding wel op zich, daar*
toe genoodzaakt wilde ze niet de baan vrij
maken voor het communisme. Sedert er so*
cialistisdhe ministers in België zijn, oordeelde
de massa, opgevoed in socialistische en com*
munistische leer, dat de socialistische vak*
organisatie veel te tam was geworden. De
communisten kregen vat op de massa. Nu
waren de socialistische leiders in nood.
Kracht uit beginsel putten konden ze niet.
Immers socialisme en communisme verschil*
len alleen gradueel. En daar gingen ze over
stag. Inslikken moesten ze wat voorheen
was gedecreteerd. Dat het gebeurde te Ant*
werpen onorganisatorisch was volgens de
socialistische leer der vakorganisatie. Ook
door de moderne vakorganisatie a,ls zuiver
revolutionair moest worden aangemerkt,
wtrd vergeten. Er was nood. De commu*
nisten dreigden de leiding te nemen.' De
socialistische vakorganisaties moesten goed*
keuren wat altijd werd afgekeurd. Ze gin*
gen over stag. En namen de leiding uit
vrees voor den communistischen bro'er. Daar
mee een vernieuwd bewijs leverend van hun
onbetrouv/baarheid.
ERGER DAN ALVA?
De N.S.B, vergaderde op de Veluwe.
Een openlucht vergadering. En een nieuwe
naam verzonnen n.l. „Hagespraak." Een
woord dat herinnert aan de bekende hage»
preeken.
De leider van de N.S.B, sprak ook over
Alva.
Alva's bewind werd geprezen boven deren
tijd. Hier zijn 's mans eigen woorden„In
deze dagen van onzegbaar zwaren druk,
nu wij leven onder een regime, waarbij' dat
van Alva in zeer veel opziditen edelaardig
afsteekt." Men moet maar durven.
De economische moeilijkheden zjijn groot.
Helaas neemt de regeering maar al te vaak
haar toevlucht tot wegneming der vi'ijheid.
Dat is te bejammeren. Maar daar mag de
N.S.B, niet over klagen, want die wil heel
ons land eil volk brengen onder tirannie
van één man, van een dictator.
Het is juist een kenmerk van dezen tijd
dat wij' lijden aan te veel vrijheid. De alge*
m.een aanvaardde, tegen Gods Woord in*
druischende, revolutionaire vrijheid, heeft
ons gebracht tot bandeloosheid.
De geestelijke vrijheid was in Alva's tijd
geheel weg. Gods Woord te lezen en te hebs»
ben bracht in doodsgevaar. Menigeen, die
een hagepreek' bijwoonde, heeft dat later
met den dood moeten boeten. En toch, uit
liefde voor 's Heeren Woord trotseerde men
dat gevaar. Men moet toch maar durven.
De N.S.B, vergadert onder bescherming van
de Regeering. De Regeeringsorganen be*
ijveren zich om te zorgen, dat alles onge*
stoord verloopt. De leider van de N.S.B,
mag rustig spreken. De volgelingen zijn in
volle vrijheid kunnen komen, kunnen in
volle vrijheid luisteren. Geen gevaar dreigt.
Niet van de Regeering, niet van de tegerif»
standers. In volle vrijheid iijii ze bijten.
Geen haar wordt hun gekrenkt. De N.S.B.
geeft af op een Regeering die haar volle
vrijheid geeft. Haar bescherming verleent
en zij pr'ijst regeeringen waar alle vrijheid
is geknot. Waar concentratiekampen de te*
genstanders wachten. En dan durft men te
spreken over Alva. Terwijl men juist land
en volk brengen wil onder een tirannie ge*
lijkend op die van Alva. Neen van Alva te
spreken past de N.S.B, in Nederland niet,
daarvoor is men hier te vrij; de Alva's moe*
ten elders gezocht. Tevens gevaarlijk' voor
de N.SB., over Alva te spreken. Men moest
eens gaan vergelijken Alva's terreur met
wat de N.S.B, van Nederland wil maken,
't Zou kunnen zïjn dat de oogen open gin*
gen en dat men juist door het woord Alva
genezen werd van de dwaling zijns wegs
en de N.S.B, den rug toekeerde, want N.S.
B., fascisme en nationaaI*socialisme leiden
totAlvaïsme.
De sollicitaties Geen antwoord
De gebreken van de brieven
Het oordeel van den bovenmeés»
ter Bovenmeester doet soms aan
politiek.'
Tot het leed van de zoo sterk verminderde
werkgelegenheid behoort ook, dat zoovelen
op hun vragen om werk „neen" moeten
hooren. Dat „neen" verneemt hij', die mon*
'deling zijn diensten aanbiedt; zij', die per
brief solliciteeren krijgen dat weigerend ant*
woord te lezen, ofschoon van deze laatsten
mede geldt, dat zij veelal heelemaal geen
antwoord krijgen.
Sommigen, die zelf zich tot het uiterste
hebben ingespannen om zekere bekwaamhe*
den te verwerven, voelen zich gegriefd als
zij, b.v. na het schrijven op een advertentie
niets hooren. Indien men edhter bedenkt,
dat het geen zeldzaamheid is, dat de stel*
Ier van een advertentie 400 of 500 brieven
ontvangt, zal men toestemmen, dat het be*
antwoorden van zooveel brieven een werk
apart gaat uitmaken voor dengene, die een
bediende of knecht vroeg.
Een andere klacht, die men beluisteren
kan is deze, dat als Rijk of Gemeente
sollicitanten oproepen, de sollicitatie op ze*
gel moet zijn. Dat kost den sollicitant
iminstens 30 cent en, als er, gelijk wel voor*
komt, 1200 soUicitannten zijn, trekt de Rijks*
kas er f 360.zegelkosten van, terwijl
slechts één persoon met ide functie, gebaat
is. Naar mijn meening zou wel bepaald
kunnen worden, dat zij, die solliciteeren
op een oproeping in de bladen, zulks op
ongezegeld papier mogen doen. Velen, die
avond aan avond brieven schrijven op aan*
geboden betrekkingen en nimmer antwoord
ontvangen, zullen goed doen, zich eens af
te vragen, of er wellicht in den brief zelven
een reden ligt, dat de ontvanger er zeker
niet op ingaat. Waarom zou een sollicitant
zijn brief niet eens vooraf aan een bevoegd
persoon, zeg een hoofdonderWijzer, laten
lezen? Want de brief kan wel degelijk
een" gebrek vertoonen. En nu spreek ik
uit ervaring: enkelen meenen, dat, al is er
een inktvlak op den brief gekomen, de ont*
va;nger zoo nauw niet zal kijken. Maar,
we moeten er van uitgaan, dat de a.s. pa=
troon een accuraat man, is, en die houdt
niet van vlekken. Bovendien; is het onbe*
leefd iemand een gevlekten bïief toe te
sturen. Op zulk een brief behoeft niet
geantwoord te worden.
Anderen weer schrijven geheele verhalen,
die den ontvanger niet interesseere^, maar
laten b.v. na hun leeftijd te vermelden. Een
sollicitatiebrief moet zoodanig z'ijn, dat hij,
in het kort al die vragen 'beantwoordt,
welke de ontvanger allereerst zal stellen.
Ja, daar zit toch wel wat in, in het solli*
citeeren. Vreemd klinkt het, als bijvoorbeeld
een 17*jarig jongmensch schrijft., dat hij
„gewend is zelfstandig te werken en vele
ervaringen heeft opgedaan." En dan nog
al degenen, die in „alles" geroutineerd zijn.
Heusch, er loepen niet zoo heel veel ge*
nieën in ons land rond; het behoeft ook
niet. Dat „van alles kunnen" is meestal
hetzelfde als, niets „goed" kunnen.
Dan zïjn er nog voor de hand liggende
gebreken, die een ieder zelf moet aanvoelen.
Smaken verschillen, zegi Dora,
maar dai mijn koffie lekker is,
proefi iedereen.
Het is tout van den melkboer, als hij kan*
toorbediende wil worden en hij sdhrijft:
en toen ben ik een melkzaafc begootinen en
ik ben gereformeerd, in de hoop, dat het
niet schaden zal." Nu, die schade kan
iemand wel eens treffen doordat liij| gere*
formeerd is, ofschoon de gereformeerden
tot eer en aanzien in den} lande zijh ge*
klommen, maar de melkboer had hier wel*
licht het oog op zijn melkzaak'. Dus: mooi
beschreven was het niet. Was hij' nu maar
eerst eens met dien brief naar den boven*
meester gewandeld, bovenmeesters zijn vrien
delijke en hulpvaardige mannen dan
ware er een andere sollicitatiebrief op de
post gegaan! Misschien had de bovenmeester
ook gezegd: „vriend, laat datj, blij|f in je
melkzaak, er komt van die sollicitatie niets
terecht." Doch meestal wordt zulk een op*
recht oordeel niet op prijs gesteld en ziet de
briefschrijver daarin een affrontatie.
Nu ja, tegen den bovenmeester leggen
Viji allen het af. Wie kan zoo mooi sohrij*
ven, als of het gedrukt werd? En wie weet
er van alle dingen zooveel? Nauweliijkls
hebt gij den mond geopend of mijnheer
weet al wat voor mannetje daar voor hem
staat, of zit; hij heeft u al gauw „in,
den zak." 't Zij zoo, we zouden hen toöh
niet gaarne missen. Soms verwekken zij'
onrust, als zij: „iets" aan politiek doen.
Dan willen de raadszetels en de voorge*
stoelten in de besturen wel eens wankelen.
En zij schrijven wel eens 'n strooibiljetje,
zó^ ter snede, dat de tegenstander 'tin
geen 20 jaar meer vergeet.
Laat ik er van ophouden. Alsl er .fij'n*
proevers onder de lezers zijin, dan mogen
zij in 't begin van 1937 weer genieten. Want
dan zal 't ook op de eilanden wel weer heet
uitgaan.
WAARNEMER.
UIT HET KÜKVENSTER: Over sollicitee»
ren van werkloozen.
Driestarren: De socialisten revolutionair
Nationaal Socialisme of Alvaïsme?
Binnenland: Conununistische geheime vers
gadering in een .pakhuis t,e, Breda. Ges
weldigie storm' over ons land. (2e Blad.)
Buitenlandsch Overzicht. Onlusten ia Spanje
Moordaanslag op den Engelschen Kos
ning. (2e Blad.)
Gemeenteraad Ouddorp'. Een vergaderingmet
veel vrag.an.
Brief van Gedeputieerden van Comité van
Actie, Electriciteit m Waterleiding op Flake
kee.
Zeeland: Thoolscfae brief Vissdherijfces
richten Herdenkingsrede in de Ned.
Herv. Kerk te Stavenisse Plaatselijlt
Nieuws.
Officieele Crisisberichten.
Beilen's gemeentebestuur op een autosreis
verongelukt. Burgemieester ^n Wethouder ge»
dood, tweede wethouder zwaar giewonid.