„Eilanden ^nieuws"
Gemengd Nieuws
De Boheemsche
Dokter.
BINNENLAND
2e Blad ZATERDAG 27 JUNI 1936 No. 748
CHR.WEEKBLAD op GER. GRONDSLAG vooi de ZUIDHOLL. en ZEEUWSCHE EILANDEN
Uitgave van de N.V. .Eilanden-nieuwa*. Gevettigd te Middelharni», Tel, 17 Gito 167930 Poatbu«
Dr Colifnsgemdhten De Maiuiheimera
^f£aire Vuigp Ulster? Strafvervol»
^ng tiioodzakeLijk Voorzichtiglijk
wandelen Fabricatie van concurren»
ten Vreemde politiek Verkoop
fokvee aan Japan Oud=Min. Ver=
schuur wil devaluatie 300sjarig bes
staan der Utjedhtsctie Univejrsitseit.
Varia.
Laster, booze geruchten, verdachtmaking'
gen, zij vormen sinds onheugelijke tijden
een van de meest verwerpelijke methoden,
die in den politieken en economischen strijd
worden toegepast.
Vele staatsmannen het>l)en in hun leven
met den achterklap kennis gemaakt, en
de geschiedenis leert ons, dat zelfs vorste»»
Hjke personen den laster niet ontkwamen.
Dr. Colijn, onze ministeri^president, is er
ook niet van verschoond gebleven. Persoon*
lijke verdachtmakingen, verspreid door po«
litieke tegenstanders, of wellichtf een groep'
speculanten tegen den gulden, naar het
Handelsblad meent te weten, zijn hem naar
het hoofd geslingerd.
Nu zijn de uitwassen in het politieke
strijdperk zoo, dat men zich niet direct
over zulke vuige laster moet vetbiazen.
Politieke tegenstanders durven dikwijls heel
wat aan.
Begin van deze week is Dir., Colijn 67
jaar oua geworden. Velen hebben biji deze
gelegenheid blijken van trouw gegeven en
hem een psalm toegezongen. Bewogen dank»»
te Dr. Colijn en zeide er bij, dat nog wat
anders dan alleen de herdenking van' zijne
geboortedag de velen tot hem voerde. Hier*
op werd luidkeels „ja" geroepen, ten teeken
dat gien hem begreep.
Dit doelt natuurlijk op de laster^fluister*
campagne, die over hem in omloop' is.
Bij fluisteren alleen is het echter niet
gebleven, '^e meldden reeds, dat het Ver*
bond van Dietsch Nationaal Solidaristen
openlijk in een pamflet publiceerde, dat
er relaties bestonden tusschen Dr. Colijii en
een van de „vriendinnen" van den' Jood*
schen bankier Mannheimer.
Volgens de Verdinaso zou Mannheimer,
waarover thans zooveel te doen is (omdat
hij naar het schijnt 'het Nederlandsche volk
onmaemelyk veel schade heeft berokkend
met djn speculaties tegen den gulden) zijn
„maitresse" Schulze op Dx. Colijn hebben
afgestuurd om zijn naturalisatie af te dvrfn*
gen. Mannheimer moet bovendien op deva
luatie aansturen. Gezegd en geschreven wordt
dat deze Joodsche dame door I>r. Colijn met
een groote geldsom zou zijn geholpen.
Nu heeft onze minister*president tegen*
over deze verdachtmakingen wel een verkla*
ring afgelegd, die in alle bladen is versche"
nen, maar wij vragen ons af, is dit voldoende
Is het niet noodzakehjk dat de schrijver
van het j)amflei wiens naam onder het
stik staat voor den sfjrafrechter wordt ge*
daagd? Er dient toch een voorbeeld te
worden .gegeven, dat men in den, Neder*
landschen Staat, niet ongestraft kan raak
lasteren. Vooral in dezen critieken tijd niet,
Met te meer klem wijzen wij[ daarop, om*
dat een particuliere aangelegenheid van D!r.
Colijn (het met geld steunen van. een naar
men schrijft op zedelijk gebied minder goed
bekend staande Joodsche dame) in verband
wordt gebracht met de Mannheimer*affaire
en de regeering de naturalisatie van dezen
vreemden Joodschen bankier, o.i. niet vol*
doende heeft gemotiveerd.
In het verband van de geheimzinnige
kwestie wordt ook genoemd de naam; van
den gewezen hoofd*commissaris Van 't Sant
te Den Haag, welke zooals men weet ó;ók
niet vervolgd is.
Bovendien staat nog altijd onbestlreden
tegenover mededeelingen van de regeering,
de zeer goed gedocumenteerde btochure van
Jhr. R. Groenix Van Zoelen, getiteld;
de „Manheimer*affaire". De waarheid van
dit boekje met feiten*materiaal, kunnen we
zonder meer niet beoord«elen, maar iS het
kwaadaardige fantasie, ons dunkt, dat Dr.
Mannheimer Jhr. Groeninx Van Zoelen wel
zou hebben laten vervolgen. Nu datj niet
gebeurd is, is het geen wonder te noemen,
dat de geruchten rondom Dr. Mannheimer
niet tot zwijgen gebracht zijn.
Dit al bij elkaar genomen, moest toch wel
een aansporing zijn, de schrijvers van het
voor onzen minister*president zoo laster*
lijke pamflet gerechtelijk te doen vervolgen.
Doet men dat niet. Wat moet men dan van
het geval gelooven?
Wat er ook van waar of niet van waar
zij, het Schriftwoord is hier welj van toe*
passing: „Ziet dan, hoe gij voorzichfiglijk
wandelt." Het in practijk brengen van dezen
tekst, had veel, zij' het niet alles, voorkomen.
De zuivélbedrijven in Nederland zijn de
roem van onze natie en het schitterende
fokvee dat onze weiden bevolkt is in alle
landen vermaard. Met trots laat mens den
buitenlanders onze fabrieken bezichtigen en
het is begrijpelijk, dat in dezen, tijd van
economische crisis, nu onze zuivelproducten
niet voldoende afzet vinden, gaarne wat
van het overtollig fokvee naar het buiten»
land wordt verkocht. Gevaar voor concurren
tie brengt dat niet mee als het fokvee maar
wordt verkocht aan een land, waar ongeveer
dezelfde levensstandaard is en dezelfde ar*
beidsvoorwaarden heerschen, anders wordt
dit, als we een land van; onze ervaringen.
op zuivelgebied op de hoogte brengen] en
hen het hoog kwaliteits*vee verkoopen, waar
de arbeider slechts een tiende deel van
het loon van de West*Europeaan verdient.
Vanzelf zijn in zoo'n land de productie*kös* i
ten veel lager en is het gemakkelijk de prijs
der producten ver onder die van Nederland-
te houden. Het moet dus eigenlijk onverstan*
dig genoemd aan zoo'n land fokvee te ver*
koopen en het in staat tel stellen, scherp
tegen ons te concïurreeren.
Toch is dit gebeurd. Japanners hebben
hier eens rondgekeken, ons vee bewonderd,
en het gekocht. En wat blijkd nu? Op de
Londensche zuivelmarkt is dezer dagen een
flinke partij Japansche boter aan de markt
gebracht, die natuurlijk ver onder den
Nederland schen boterpïijs lag. In
de toekomst zal Nederland dus weer een
flink stuk afzetgebied voor zijn zuivelpro*
ducten verliezen. Aan de eene zijde steun
aan den zuivelboer en anderzijds steun aan
de concurrentie. Een eigenaardige politiek....
Nog een eigenaardig ding: Weer is een
oud*Minister uit het ministerie**Colijn naar
het kamp der voorstanders van een devaluas
tie overgeloopen. Het is oud*Minister Ver*
schuur, die zich op de Landdag der Roomsch
Kath. te Alkmaar voor muntontfwaarding
uitsprak. Weliswaar is dhr. Verschuur nog
steeds de aanpassingspolitiek van onzen mi*
nister*president trouw gebleven, doch vol*
gens hem is deze politiek zonder gelijktij*
dige devaluatie tot mislukking gedoemd.
Op dezen landdag werd ook nog gespro*
ken door de heeren Goseling en Mr. Teu*
Ungs, beiden lid der Tweede Kamer, welke
wezen op de noodzakelijkheid om één te
blijven en zich welbewust te zijn} van de
verant\voordelijkheid, die ook zij in deze
moeilijken tijden te dragen hebben.
Het SOOsjarig! bestaan der
Utrechtsche Universiteit
Dinsdagmiddag zijn H.M. de Koningin
en H.K.H. Prinses Juhana tegenwoordig
geweest bij de plechtige herdenking van
het 300*jarig bestaan der Utrechtsche Uni*
versiteit in de Domkerk. Alvorens deze
plechtigheid bij te wonen begaven H.M. en
H.K.H, zich naar de woning van den
Commissaris der Koningin in Utrecht, waar
H.M. namens het Universiteitsfonds het ge*
denkteeken der Universiteit werd aangebo'
den, waarvoor Zij haar dank betuigde en
de hoop uitsprak dat nog vele schoone
bladzijden aan de geschiedenis van de Uni*
versiteit mogen worden toegevoegd. Daar*
na werd de plechtige stoet van hoogleeraren
en studenten gadegeslagen.
In de domkerk, waar 3 uui^ de plech*
tigheden plaats hadden, spraken drs. Ja*
cob', pro£ Volgraf en de rötinister van
O. K. en W., prof. dr. J. R. Slotemaker
de Bruine. Deze laatste bood namens de
regeering hartelijke gelukwenschen aan voor
de Utrechtsche Universiteit.
Vermeldenswaard is nog, dat prof. Gijs*
bertus Voetius op 3 Maart 1636 in den Dom
te Utrecht, bSj de opening der Universiit^eit,
de inaugureele rede uitsprak. Deze rede,
die thans door de pers weer voor het voet*
licht wordt gebracht, ademt een andere
geest dan het feesfrumoer, dat thans te
Utrecht heerscht. Voetius promoveerde in
1636 tot doctor in de Godgeleerdheid on*
der den beroemden hoogleeraar Gomarus
te Groningen. Hij was ook aanwezig op de
groote Dordtsche Synode 161819. Hij over
leed 1 Nov. 1676.
VARIA.
Geen mug meier op den Afsluitdijk.
Eenige weken heeft een ernstige mug*
genplaag den afsluitdijk van het IJssel*
meer, welke de hoofdverkeersweg tusschen
Holland en Friesland is, een kwade repu*
tatie bezorgd. Op het oogenblik is het
leed echter gansch en al geleden. Er is
de laatste weken geen mug meer te be*
kennen, zoodat voor het mijden van den
afsluitdijk geen enkele reden meer is.
Het zomerweer maakt hem meer dan
ooit bezienswaardig.
Mr. Frans Coenen.
Te Amsterdam is overleden de bekende
schrijver Mr. Frans Coenen in den ouder*
dom van 70 jaar. Mr. Frans; Coenen was
een bekende figuur uit de beweging van
Tachtig en heeft als letterkundige en kunst*
zinnig man grooten naam gemaakt.
DE SUIKERBIETENSTEUN 1936.
Die vergoeding aan telers gehandhaafd.
De minister van landbouw heeft een
beschikking uitgevaardigd betreffende den
steun voor den suikerbietenoogst 1936.
De vergoeding aan de telers van suiker*
bieten wordt gehandhaafd op het bedrag
van het vorige jaar, te wteten ongeveer
f 10. De beginselen van de desbetreffende
beschikking van het vorige jaar zijn in
groote lijnen gehandhaafd behoudens de
volgende punten:
Voor de Wieringermeer en de Veenkolo*
niën zullen extra worden toegewezen hoe»
veelheden van respectievelijk 71/2 millioen
kilogram en 77 millioen kilogram bieten. De
hoeveelheid. Welke de oogst meer zal blijken
te bedragen dan 1547V2- millioen kilogram
bieten, zal tot veevoer worden verwerkt,
waarvoor aan de fabrikanten een bijslag van
f 5.ten behoeve van de telers zal wor*
den gegeven. Ook over deze bieten wordt
aan de telers een prijs van f 10 gegaran*
deerd.
De suikerfabrikanten zullen zich bij over*
eenkomst moeten verbinden, niet meer sui*
k'er te zullen produceeren dan overeenkomt
met ongeveer 216 millioen kilogram geraffi*
neerde suiker, welk quantum wisselt, indien
het suikerrendement meer of minder dan 17
pet. bedraagt.
De basis voor de berekening der vergoe*
ding aan fabrikanten wordt teruggebracht
van f 18,85 per 100 kilogram, zooals dit be*
drag het vorige jaar gold, tot f 18,10 voor
komenden oogst.
PRINS BOUDEWIJN.
Overeenkomstig de wensch van zijn gestorven moeder, Koningin Astrid,
krijgt het kleine kroonprinsje van België Boudewijn, een Nederlandsche
opvoeding. Vooral onze stamgenooten in de Zuidelijke Nederlanden
zullen het prettig vinden, dat eindelijk de Fransche invloed aan het
Belgische Hof gebroken is.
DOOR DE PÜLLMAN«TREIN
VERPLETTERD.
Twee jongelui onmiddellijl^ gedood
o'p onbewaakte overweg onder IJssel=
monde.
Om kwart voor zeven Woensdagavond is
op een onbewaakte overweg onder West*
IJsselmonde een vreeselijk ongeval gebeurd,
dat aan een tweetal jonge menschen het
leven gekost heeft.
Een jongeman en een meisje zlijn daar
namelijk door den PuUmantrein gegrepen
en béiden op slag gedood.
Het ongeval moet te wijten zijn aan on*
adhtzaamheid, daar het uitzicht ter plaatse
ruim en vrij is, z'oodat men de treinen op
behoorlijke afstand kan zien naderen.
Het treinverkeer had door dit ongeval, dat
begrijpelijkerwSjs in de omgeving groote con*
sternatie verwekte, een half uur vertraging.
Nader Wordt gemeld:
De overweg waar het ongeval geschiedde
is gelegen aan de Binnenweg onder West*-
IJsselmonde. Daar reden Woensdagavond
om kwart voor zeven de 17*jarige Trijntje
Bunk uit de Overijsselschestraat 83 en de 20*
jarige J. T. H. Lisman, van de Oostweg B
243 te Barendrecht. De jongelui kwamen uit
de richting van de Hordijk en wilden, juist
nadat een trein in de richting Dordt voor*
bijgegaan was, de overweg passeeren. Door
onacht2;aamheid hebben ^ij waarsdhijtalijk
niet gerien dat er van de andere zijde een
PuUmantrein kwam, namelijk de trein 57 S,
die om 18.51 in Rotterdam moest aankomen,
bestuurd door den machinist Nijeherdt uit
Amsterdam.
De fietsers werden door de trein gegrepen
en 20 metei- verder in het water geslingerd.
Ongetwijfeld zijn béiden o'p slag gedood,
terw'ijl ze zwaar verminkt wierden, vooral
aan het hoofd. De machinist wist de trein
binnen een paar honderd meter tot stil*
stand te brengen, en snelde met den con»
ducteur ijlings de slachtoffers te hulp. Hier
kon echter geen hulp meer b'aten. De jongen
was gezonken, het meisje lag half in de
sloot. i
In de trein zat toevallig Dr. J. E. Feisser,
directeur van de gemeentelijke geneeskun»
dige dienst te Rotterdam, die van een va*
cantiereis naar Zwitserland terugkeerde. Bij
onderzoek der slachtoffers kon hij echter
slechts de dpod öonstateeren.
VADER-DOET VREESELIJKE
ONTDEKKING.
Zijn driejarig dochtertje levend 'vertyrand.
NOORDWIJK, 24 Juni. Gistermiddag
omstreeks vijf uur is het driejarig, dochter*
tje van den heer' W. van der M. te Noord»
wijk in een onbewaakt oogenblik op. de
uitlaatpijp van een benzinemotor geval*»
len en levend verbrand. Op de banen der
Noordwijksche golfclub, waarvan het on»
derhoud door den heer van der M. wordit
verzorgd, is in een schuur een' benzinemo*
torpomp opgesteld, welke gistermiddag ook
in werking was.
De uitlaatpijp van dezen motor komt) uit
in een open put buiten de schuur, waar»
schijnlijk heeft het meisje over den rand
van den put gehangen, waarbij het door
de uitlaatgassen is bedwelmd en vervol'
gens in den put op de gloeiende uitlaatpijp
en knalpot van den motor is gevallen.
Daardoor hebben haar kleertjes vlam ge»
vat en is het kind verbrand.
Toen de heer van der M. den motor
kwam afzetten vond hiji het geheel! ver»
kooide lijkje van zijn driejarig dochtertje.
Een Vwhaal nit den tijd der Lollardein.
13.
HOOFDSTUK VII.
De gémme biiee;nkomst.
De opwinding was te St, Andrews en om*
geving groot, toen bekend werd, welken dag
de koning voor zijn bezoek bepaald had.
Alles was blijde. Daar het volstrekt geen ge*
heim) was, dat de belangstelling voor de
hoogeschool, die toenmaals de eenige in
Schotland was, den koning aanleiding gege*
ven had tot zijii bezoek, legden voorname*
Hjk de studenten hun vreugde en de betui*
ging hunner trouw en gehechtheid op luid*
ruchtige wijze aan den dag. Jakobus! I toch
was niet alleen als dichter bekend, die veel
bijgedragen heeft tot verbetering der kerk*
muziek in Schotland, maar ook als geleerde
had hij zich door zün besdhavjng;, geleerd*
heid en kunstzin beroemd gemaakt. In het
bisschoppelijk paleis werden eveneens groote
toebereidselen gemaakt voor een waardige
ontvangst van den koninklijken gast. ^e
bisschop voelde zich niet weinig gestreeld
door de hem {oegedachte eer, zijn vroegeren
leerling, den koning, te mogen herbergen.
Het zal ook den koning wel vreemd te moe*
de geweest zijn, toen hij doot de straten
der stad reed, die hij sedert vele jaren niet
betreden had.
Een veelbewogen leven lag er achter hem
sedert den dag, waarop hij als een vroolijke
veertienjarige knaap, door zijn koninklijken
vader, Robert III, naar JFrankrijk gezonden
werd om aan de vervolgingen van zijn
naar de kroonj Ihakenden oom, den hertog
van Albany, onttrokken te worden. Van S^.
Andrews uit had toen de jonge; prins zijn
reis begonnen, maar was, eer hiji het doel
van zijn reis bereikt had, gevangen genomen
geworden en jaren lang van zijln( vrijheid
beroofd geweest. De aan het Engelsche hof
doorgenrachte jaren waren echter voor hem
geenszins verloren. In zij'n verbanning had
hiji niet enkel een degelijke, geheel aan de
eischen van dien tijd beantwoordende op=
voeding ontvangen, maar aan haar had hij
ook zijn gemalin, de schoone Anna van
Beaufort, de dochter van den Engelschen
hertog van Somerset, te danken, die den
troon van Schotland met hem deelde.
De toestand, waarin hij! het Schotsehe
rijk gevonden had, was een uiterst droevige,
aan de wetten werd in het geheel niet ge*
hoorzaamd. Om eenigermate de orde te
herstellen, was niet alleen groote omzichtig*
heid, maar ook een vaste hand en een
onbuigzame moed noodig geweest. Niemand
was meer tegen deze taak opgewassen) ge*
weest dan Jakobus I. Dat de met arbeid
overladen koning gaarne voor eenige da*
gen zich aan zijki zwaren last onttrok, om
in de imivêrsiteitsstad St. Andrews, op de
rotsige zeekust, rust en verademing zoe*
ken, is wel te begrijpen en de rust en
vreugdedagen werden hem van harte ge*
gund. Menig oog volgde met verrukkjmg
den vorst, toen hij op zijl» rit naar heif
bisschoppelijk paleis, de hartelijke begroeting
der dicht opeengepakte schare beantwoor*
dende, telkens weer met zijn gepluimden
hoed zwaaide.
Onder de gasten, die dezen dag door
den bisschop waren uitgenoodigd, behoor*
den nevens den slotheer van Dunmore
en zijne gade, ook Miretown en vele edellie*
den uit de nabuurschap. Zelfs de weduwe
geworden Lady van Dunmore, die anders
niet gemakkelijk te bewegen was haar land*
huis te Crail te verlaten, was gekomen om
den koning te begroeten. Onder de hooge
gasten heerschte een ■vrije, ongedwongen
toon, en zonder stijfheid bewoog de ko*
ning zich onder de genoodigden, onderhield
zich met Lady Louise in zuiver Fransch
en wensehte den heer van Dunmore, geluk
met zijn keuze. Jakobuls I won' door zijn
vriendelijkheid aller harten; de dag was een
ware vreugdedag. De deputatie der Vlaam*
sche kooplieden, onder welke ook Van
Weid zich bevond, werd eveneens welwil*
lend door hem ontvangen.
Tegen den avond werd het in de straten
zeer druk, bij velen ontaardde de vreugjde
in woeste uitgelatenheid. Deze tijd werd
door eenige jongelieden ze waren, tien in
getal gebruikt, om ongemerkt, de een
na den ander, door de dichte volksmenigte
te dringen, om door een*afgelegen straat de
woning van den Boheemschen geneesheer
te bereiken. Behalve den Vlaamschen koop*
man, waren het allen telgen van oude
Schotsehe adellijke familiën. Er werden
slechts korte groeten gewisseld; de tijd was
voor de naar Waarheid zoekenden kost*
baar. Nog eens werden de hoofdgedachten j
herhaald, waarmede zij in de laatste verga*
dering bezig geweest waren, waarin het
vagevuur het onderwerp hunner bespreking
geweest was. Zooals hij gewoon Was, had
Crawer bij het licht der Heilige Schrift
getracht de dwaling in dit leerstuk der kerk
aan te toonen. „Uit het lichaam uit te wo*
nen en bij den Heere in te wonen," (2 Cor.
5 8), „ontbonden te worden en met Chris*
tus te zijn," (Filipp. 1 23), „Zalig zijn
de dooden, die in den Helere sterven, van
nu aan," (Openb. 14 13) dat was
toch waarlijk geheel iets anders dan het va*
gevuur. Het was echter Crawer niet enkel
te doen, om de dwalingen der Roomsche
kerk aan te toonen, maar veel meer om de
vrienden tot het licht der Waarheid te
leiden. Hij las hun langzaam, m)et nadruk,
het verhaal voor van den dood van den
eersten martelaar (Hand. 7): „Heere Jezus
ontvang mijn geestj" Deze woorden las
hij voor de tweede "maal met bijzonderen
nadruk en vroeg toen: „Om in, het vage*
vuur gew^orpen te worden? Neen, maar om
den geest van den martelaar tot| Zich te
nemen, overeenkomstig Zijn belofte: „Waar
Ik ben, daar zal ook Mijnj dienaar zijn;!"
Toen de voorlezer het laatste vers van dit
hoofdstuk gelezen had, dat aldus eindigt:
„En als hij dat gezegd had, ontsliep hgV
voegde hij er aan toe: „Zoo stierf de eer*
ste martelaar. De liefde tot Jezus ver»
bande alle vrees. De eerste martelaar
maar niet de laatstel"
De jonge Boheemer vertelde nu verder
van eenige Boheemsche martelaren, van den
geloofsgetuige Johannes Huss, die den Ssten
Juli 1415 te Constanz den brandstapel be*
klimmen moest, evenals ongeveer een jaar
later, den 30sten Mei 1416, diens vriend
Hieronymus van Praag."
Eer de vrienden afscheid nemen, zond
Crawer een innig gebed tot den Genade',
troon omhoog. Maar nauwelijks waren dé
btddenden van hun knieën opgestaan, of
een eigenaardig gefluit deed zich hooren.
Crawer ging naar het venster en ontdek<|e
een knaap, die door teekens te kenneni
gaf, dat zij' binnengelaten wensehte te wor*
den. De dokter aarzelde, want hij verheelde
zich niet, welke gevolgen het na zich slee*
pen kon, wanneer de overheid vernam, dat
deze vergaderingen in zijn huis gehouden
werden. Een tweede blik op den knaap
was echter voldoende, om alle verdenking
weg te nemen. Hij herkende in| hem den
oudsten zoon Jakob der arme vrouw, die
hij in haar laatste uren getroost, had.
(Wordt vervolgd.)