CmWEEKBLADÖpGED.GnoriD5LAG vöoRÖlZUID-H0LLinZCElJW3CI1C EILAHDEn IMuIJPIjS EERSTE BLAD STICHTELIJKE OVERDENKING 8e Jaargang ZATERDAG 27 JUNI 1936 No. 748 Gods grootheid. Koffie en /Aee. WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 OPGENOMEN HET BLAD ,.0!N Z E EILANDEN" 18e JAARGANG aanvragen en -aanbiedingen van 1-6 regels 80 et Boek-aan- N.V. UitgeVerSmaatSChappij «Eilailden-llieUWS Dit nummer bestaat uit 2 bladen In de psalmen, waarin verschil lende kinderen Gods hunne levens ervaringen bezingen, wordf menig- werf gesproken van de grootheid Gods. Enkele getuigenissen daarvan zijn: De Heere is groot en zeer te prijzen en Zijne grootheid is on doorgrondelijk (145 3), Want Gij zijt groot en doet wonderwerken; Gij alleen zijt God (86 10). De Heere is groot en'zeer te prijzen in de stad onzes Gods, op den berg Zijner heiligheid (48 2). Doch, waartoe nog meerdere woorden aangehaald, daar alle Psalmen, ja, de gansche Schrift verhaalt van Gods grootheid I Reeds op de eerste bladzijde stelt ons Gods Woord voor de almacht des Heeren, hoe Hij alle dingen in het aanzijn roept. Hij spreekt en het is er. Hij gebiedt en het staat er. En al dat geschapene blijft aan Zijne heerschappQ onderworpen en Hij regeert er over als een vrij- machtig, souverein God. En in Zijne wonderen maakt Hij openbaar Zijn volstrekte macht over al wat be staat Als Hg Israël bevrijdt uit Egypte toonen de tien plagen de grootheid Gods. En de uitleiding van dat volk door de Roode Zee, waarin de- vijanden omkomen, stelt ons God voor, dat Hij regeert en Zijne al macht toont. Als de volheid des tijds gekomen is, zendt God Zijnen Zoon uit, ge worden uit eene vrouw, geworden onder de wet, opdat Hij degenen die onder de wet waren verlossen zou en zij de aanneming tot kin deren verkrijgen zouden. En ook dit leert ons de grootheid Gods. En aldus konden wij voortgaan en wijzen op zoovele teekenen en wonderen, waarin de Heere Zijne grootheid openbaart. Ook het leven der kinderen Gods geeft blijken van de grootheid van dien God, die hen Zich tof een eigendom ge maakt heeft. Ja, zg leeren die grootheid ken nen, omdat hunne oogen geopend zijn en de Heere hen in de oefen- school van het geloof onderwijst in de kennisse van zichzelf en hoe zij zelve zijn. Want niemand kan de grootheid Gods leeren kennen dan naar mate de Heere hem on derwijst en daarbij des menschen geringheid doet verstaan. De mensch van nature denkt groot van zichzelf Hij verhoovaar- digt zich op zijne kennis en werk zaamheden. De mensch verheerlijkt den mensch. En er is geen gezicht op de grootheid Gods. De schep ping verkondigt voor zulk een niet de deugden en volmaaktheden van den Schepper. Hetgeen zijne na tuurlijke oogen zien, doet hem niet denken aan de majesteit Gods, Zoo verheft hij zich en verstaat niet, dat het leven en den adem en alle dingen in de hand zijn van den grooten God. De grootste werken door den mensch tot stand gebracht, zijn nog maar klein bij de werken Gods vergeleken. De machtigste onder de kinderen der menschen is nog onmachtig als hij met God te doen krijgt. De sterkste is zwak, als de kracht des Allerhoogste zich tegen hem stelt. De allerbeste mensch is nog zondaar, als de Heere met Zijne rechtvaardigheid over hem in het gericht treedt. De rijkste is nog arm als het er op aan komt om Gods recht te voldoen. Het getuigt van 's menschen dwaasheid en onverstand, dat hij deze zaken niet inziet. De diepe val van het menschelijk geslacht maakt het onmogelijk Gods groot heid te erkennen. Niet anders dan tot een eeuwig verderf kan dit zijn voor zoodani- gen, die God niet in Zijne groot heid eeren en vreezen. De almach tige zal het eenmaal doen hooren Gaat weg van Mij. De Allerhoogste zal zegevieren en de hoogheid der menschen zal vernederd worden. Groot is de Heere, als Hij komt over Zijne vijandera, die niet heb ben gewild, dat Hij koning over hen zou zijn. De kinderen Israels zongen daarvan, toen zij veilig door de Roode Zee waren gegaan en Farao met al zijn heir hadden zien omkomen: ,Door Uwe grootheid hebt Gij die tegen U opstonden omgeworpen Hoe ontzettend zal het zijn te vallen in handen van dien grooten God. O arme mensch, waarom zult gij steunen op uw grootheid Ver gelijk uw kracht, uw vermogen, uw, kennis met dien God en beken uwe geringheid en kleinheid! Hoe zult gij ontkomen, als uw tegenstander zoo groot is van macht Hoe zult gij uw ziel redden, als Hij op u aankomt? Overdenk toch, wie God is. Lees en onder zoek Zijn Woord, opdat gij leert iets kennen van Zijne grootheid. Want, wat zal het u baten, al ge wint gij de heele wereld en lijdt schade aan uwe ziel. O, dat het overdenken van die grootheid Gods moge vernederen om te erkennen eigen geringheid en onwaardigheid. De Heere geve het door de kracht Zijns Geestes, Hij openbare genadig Zijne groot heid in het veranderen van het steenen hart in een vleeschen hart. Dan toch wordt de Heere groot gemaakt, als Hij op 't hoogst wordt verheerlijkt en een zondaar diep vernedert. Daar openbaart de Heere Zijne macht om een wolf in een lam te veranderen en Zich te doen vin den van een volk, dat Hem niet kende. Daar doet Hij ervaren, hoe groot Hij is, als Hij den zondaar brengt tot verbrijzeling des harten, tot een roepen om genade, tot een vluchten naar den eenigen Zalig maker. Hij toch geeft den moede kracht en Hij vermenigvuldigt de sterkte dien die geene krachten heeft. En die grootheid openbaart Hij in het leven Zijner kinderen, zoo dat zij zijn die ze zijn alleen door Hem. Hun lofzang is van de groot heid des Heeren, als zij belijden: Als ik zwak ben, ben ik machtig- De God Israels, Die geeft het volk sterkte en krachten. Zij spreken het uit: Ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de Heere denkt aan mijGij zijt mijne hulp en mijn bevrijder. Zij zullen spreken van Gods groote daden. Wie toch kon hen bevrijden uit de banden des doods en de angsten der hel?Wie kon zich verlossen van het lichaam dezes doods? Wie betaalde den schuldenlast en voldeed aan het recht des Heeren? Wie deed hen het goede zien? Wie bewaart hen in het midden der wolven? O, wondere grootheid Gods, aan een arm en nietig menschenkind wordt het bewezen I Welgelukzalig zijn zij, die de grootheid Gods ervaren in dien gouden keten der zaligheidte vo ren g ikend, geroepen, gerechtvaar digd en die ook zullen verheerlijkt worden. Zij toch worden klein on der dit alles en maken God groot. En bok hunne tong en hun hart zal spreken: God is groot en wij begrijpen het niet. Als de Heere hen bij die groot heid bepaalt, hoe zal dan de ge nade Gods verheerlijkt worden. Groot is de strijd, welke zij fe voe ren hebben in deze wereld, maar grooter is de kracht van Hem, die de wereld overwonnen heeft. De wateren mogen tot aan de lippeü komen, de groote God is veel ster ker dan het geweld der wateren. Zij mogen zich klein en hulpeloos bevinden, de Heere zal Zijn hand tot de kleinen wenden. Zou er bij den Heere, dien groo ten God, die wonderen doet, iets te wonderlijk zijn? M. De komende Grondwets herziening. Voornaamste inbond niEuws Advertentie-prijï 20 cent per regel. Reclames 40 et.Dienst-j UITGAVE VAN t^ t kondiging 10 ctnt per regel Contracten belangrijk lager 1 Gevestigd te Middelharnis - Prins Hendri^tstr. 122 C. Giro 167930 PostboK 8 Tel. 17 Abonnements-prijg 8S cent per 3 maanden bij vooruitbetaling. Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week. Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar ■■■■■■^■■BaH^HHHIBHaHI^HHi^ Zie, God is groot en wij begrijpen het niet. Job 36 26a. V. d. K. Naar opiieffing der Sancties tegen Italië. De Engelsche minister van Buitenlandsche Zaleen heeft in het Engelsche Lagerhuis een voorstel ingediend om te Geneve op^» heffing der sancties tegen Italië voor te stellen, 't Was een bewogen zitting waarin felle critiek werd geuit, ja waar zelfs de Regeering voor lafaards werden gescholden door den ouden staatsman Llöyd George. Intusschen willen we over dat debat in het Lagerhuis niet schrijven. De sancties zijn nutteloos geworden," zoo verklaarde minis^ ter Eden. Het doel der sancties is niet be« reikt moest de Engelsche minister van Bui* tenlandsche Zaken constateeren. Dat zal dus het einde van de sanctiepoli» tiek tegen Italië zijn. Italië kan tevreden zijn en Mussolini zal niet weinig schik hebben. De sancties hebben gefaald. De mislukking moest van den beginne wel vast staan. Het| volk zou zeggen „'tis een kind met een lam handje." Wat heeft men er van het begin af mee gemarteld. Toepassen ja, maar dan de da* tum verschuiven. Verscherpen, neen dat durf fde men niet. En de eenige sancties die doel* treffend zouden geweest kunnen zijn, die op de petroleum durfde men niet toepassen, 't Is een onverkwikkelijk gescharrel geweest met die sancties. Engeland vooral heefj^ze. gedreven. De Vèlkehbond aahvaardHé' zè? Ook Ivledérland. En de Negus vertrouwde er op. Mussolini lachte er om. De Volkenbond liet hier de gelegenheid om zich belachelijk te maken niet voorbij gaan. Mocht men Engeland gelooven, 't ging voor het heilige recht. En nu komt van Engeland ijskoud het voor* stel ze op te heffen. Die Volkenbond zal het voorstel wel aanvaarden. Grooter fiasco dan de Volkenbond kan men zich niet in* denken. En ook ons land doet er aan mee. Ook ons land heeft er zich mee in den vinger gesneden. De toch al weinige handel heeft er verlies door geleden, 't Is meer dan tijd, dat Nederland zich losmaakt van den Volkenbond. Ook met de sancties is het verstrikt geraak* in het net van de groote mogendheden. Nu ging het tegen Italië. Tegen welk land zal bet in de toe* komst gaan. De Volkenbond is een apparaat van de groote mogendheden. Het is een oen* trum geworden van de intrige politiek van de groote mogendheden. Daarom ook is het voor Nederland meer dan tijd zich' los te maken van het wancreatuur van Geneve dat men Volkenbond noemt. In het! wel* begrepen eigenbelang van ons land en volk. De Volkenbond is geworden tot aanslui* ting der Volken. Daarom moet ons land er los van. Bovenal omdat dit moderne Babel geen rekening houdt met God en Zijn Woord. Daarom zal het ook geen dageraad hebben en is het bedanken er voor eisch des be* ginsels. Trouwens indien de beginselen hadden ge* sproken men zou nooit lid van den Volken* bond zijn geworden. Maar nu er uit, voor men geheel in het warnet van intriges der grooten is versi/rikt. II. We wezen er de vorige maa^ reeds op dat het geroep om grondwetsherziening te vergelijken is met een berg diei een muis heeft gebaard. Slap en onbeteekenend werk. Behalve dan misschien om het belang van de® groote partijen nog verder te bevorderen. I. Hel inkomen van de Kroon. Volgens de huidige regeling wordt het inkomen van de Kroon bepaald in de Grondwet. Dit was ook zoo tot op het jaar 1849. Het inkomen van de Kroon bestaat uit inkomsten uit het Kroondomein en uit, een vaste som te voldoen uit 's lands schatjkist. Dat vaste bedrag is nu bepaald, bij de Grondwet op een bedrag van f 1.200.000. De Commissie komt nu tot de conclusie; dat wijziging moet worden mogelijk gemaakt bij gewone wet, waarvoor dan de gequalifi* ceerde meerderheid van twee derde van het aantal stemmen moet aanwezig zijn. Ia. Inkomen Gemaal der Koningin en Kroonprinses. In de huidige Grondwet is aangegeven, dat de Kroonprinses een jaargeld van' f 200.000 zal genieten van af haar meerder* jarigheid wat verhoogd wordt tot f400.000, zoo ze met goedvinden der wet een huwelijk sluit. De verandering die de Commissie nu wil is deze, dat aan den Gemaal van de Ko* ningin (regeerend) en aan de Gemaal van de Kroonprinses een jaarlijksche toelage wordt verstrekt. Verdubbeling van de toelage bij huwelijk van de Kroonprinses kan dan vanzelf uit de Grondwet worden gelicht. II. Vermindering schadeloosstelling en Pensioen der Tweede Kamerleden. Ook dit wordt uit de Grondwet gelicht. Thans schrijft de Grondwet voor dat dé Tweede Kamerleden- f 5000 schadeloosstelling ont* vangen alsmede vergoeding van reiskosten (spoorabonnement 2e klasse). Thans wordt voorgesteld dit bedrag te verminderen tot f4000. Bij de wet zal voortaair wijziging mogelijk zijn met een voorgeschreven meer* derheid van tweederde der stemmen. Ila. Zoo ook voor de pensioenen met terugbrenging van de toelage van f 150 tot f 120 per zittingsjaar. III. Ministers zön,der portefeuille. Ons Regeeringsstelsel kent geen ministers zonder porteteulle. Ook onder de huidige Grondwet waren ze wel aan te stellen, maar het .bezwaar bestaat dat ze dan volgens de Grondwet geen zitting kunnen hebben in de beide Kamers der Staten*Generaal omdat er in de Grondwet slechts sprake is dat minis* ters, hoofden en departementen zitting in de beide Kamers hebben. De Commissie motiveert de wenschelijk* heid van dezen nieuwen voor te stellen maatregel met de wenschelijkheid, dat b.v. de Minister*President geen departement on* der zijn beheer heeft. Ook voor verbreeding en versteviging van de Regeering vooral in bewogen dagen kan het nuttig zijn, dat staatslieden, buiten de zitting hebbende Re* geering doot de Kroon tot minister worden benoemd, zonder dat ze een departement beheeren. Evenwel moeten ze dan zoo; ze Kamerlid zijn voor deze functie bedanken. Het ambt van Staatssecretaris zooals het buitenland die kent acht de Commissie nie^ aanbevelenswaardig. IV. Afwijking van ide Evenredige Ver= tegenwooridjging. De huidige Grondwet spreekt van Evenre* dige Vertegenwoordiging. De Commissie komt tot de Conclusie dat ihet niet noodig is voor te schrijven dat naar een wiskundige uitwerking daarvan wordt gestreefd. Eenige vrijheid dient hier aanwezig te zijn volgens de Commissie. Evenwel zal dit bij een wet nader moeten worden bepaald. V. Verordenende bevoegidheden. Instelling van een Kamer voor het be* drijfsleven naast de Eerste en Tweede Kamer acht de Commissie bedenkelijk en een sprong in het duister. Als de Grondwet aangeeft een weg voor organen, die, blij* vend op het eigen terrein van het bedrijfs* leven regelend zullen kunnen optreden is dat voldoende voor een richtige ontwikke* ling van het bedrijtsleven. VI. Revolutionaire v«rteg|env^oordigers. De Commissie komt tot de conclusie, dat een lid der Volksvertegenwoordiging dat zich schuldig maakt aan het aanprijzen van onwettige middelen van zijn lidmaatschap vervallen kan worden verklaard. Vervulling door opvolging kan dan niet plaats hebben. Een en ander te beoordeelen door den Raad van State. VII. Rekenkamer. De Rekenkamer moet in zijn huidige samenstelling blijven bestaan. Ds controle over de inkomsten en uitga* ven moet niet worden geconcentreerd b'ij het Departement van Financiën. Ook de collegiale samenstelling, als tot op heden bestaande verdient de voorkeur. VIII. Wetsontwerp'. In tegenstelling met de huidige Grondwet waarbij een zoodanig wetsontwerp slechts .noodig is voor oproep onder de wapenen stelt ie Commissie voor dat het ook zal gelden indien dienstplich* tigen langer onder de wapenen worden ge* houden. ÏX. Beperking Vrijheid Drukpers. Deze beperking komt hierop neer dat de Grond* wet ook ruimte zal laten om bepaalde uitgaven, die een groote inbraak maken op de openbare orde, t ij d e 1 ij k verboden zul* len kunnen "Worden. In een volgend artikel, zullen we nog eenige op* en aanmerkingen maken. (Wordt vervolgd.) Ze heefi geen iijd om oud t« worden, zegi Dora, want ze is zóó de winkel uii 14 De Roomschen en het KabinetsColijii. Nu sedert eenige jaren de economische en sociale toestand zoo uitermatie hachelijk is en de gevolgen der crisis zich steeds meer doen gevoelen, heeft zoo ongeveer iedereen er behoefte aan, de schuld voor het voortduren der maatschappelijke malais* ge^ heel of gedeeltelijk op de regeering te schui* ven. Het zijn met name enkele groote politieke partijen, die uit vrees voor verlies van kiezers of in de hoop op kiezerswinst een telle agitatie voeren tegen helj kabinbt* Colijn, dat huns inziens een verkeerde koers volgt en er niet in slagen zal de crisis op te lossen. De S.D.A.P. staat uit|eraard het scherpst tegenover dit ministerie; zij zou een socialistische politiek willen voeren op de basis van het Plan van de Arbeid, dat men den vcJtke als een| soort tooiver» middel voorhoudt. Dat met dit Plan de cris sistcestand zou verbeteren, is echter zeer twijfelachtig: wel staat vast, dat het financi* eel tot de onmogelijkheden behoort. Ook de Roomsch**Katholieke Staatspartij echter staat reeds geruimen tijd in scherpe oppositie tot het Kabinet*Colijn. Verleden jaar zei mr. \alberse het ministerie het vertrouwen op; daar hijzelf er niet in slaagde een nieuw kabinet te vormen, kwam Colijn terug met ongeveer dezelfde minis* ters. Hij werd door den Roomschen fractie* leider tamelijk vriendelijk begroet, doch al spoedig bleek, dat de Roomschen ia de Kamer, op vergaderingen en in hun pers steeds scherper tegen het zittende Kabinet gingen optreden. Enkele weken geleden bleek uit de rede van deni nieuwen R.Ki. fractieleider Goseling, bij de behandeling van het hypotheek* en vaste lastenontwerp, dat de Roomschen de economische politiek van dit ministerie absoluut verwerpen en zij deden dan ook zelfs geen; poging om dit ontwerp door amendeering te verb'ette* ren, hetgeen zeer goed mogelijk ware ge* weest Uit het Kajkvenster: Paden des doods. Driestarren: Opheffing der Sanoties De komende Grondwetsherziening II. Tweestar: Pe Roomschen en het Kabinet Colijn. Gemeenteraad te Stad aan 't Haringvliet en te Den Bommel. (In laatstgenoemde raad komt de „derdeojuun" ter sipraké). Gemeenteraad Middelhaiails. Binnenland: De geruchten rondom Dr. 00*= Mjb Vreemde (politiek: het aankweekeji van concurrenten. Buitenland: Opheffing der Sancties Burgeroorlog in Chinia Die Kroonprins van Abessynië terug naar zijn land. Zeeland: Thoolscihe brieven. 25» jarig ambtsjubileum gem. secr. v. Oeveren Plaatselijk Nieuws. Landbouw'sberichten: De suikerbietensteun 1936 Steunvergoeding Erwten. Gemengd Nieuw's: Vader en zoom veïdïoins ken te Oostvoorne Te Noord^vïjlk Sejarig kind verbrand Onder IJsselmonde twee jongelui door Pullman«trein venpletterd.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1936 | | pagina 1