,,Eilanden^nieuws
De Bo.heemsche
Dokter,
33
BINNENLAND
2e Blad ZATERDAG 20 JUNI 1936
No. 746
(Wpt^^jfolgd.)
fe
CHR.WEEKBLAD op GER. GRONDSLAG voor de ZUIDHOLL. en ZEEUWSCHE EILANDEN
Uitaave van de N.V,.Eilanden-nieuw*'. Geveatigd te MiUelharnia, Tel. 17 Giro 167930 Poatbu*
Herziening der grond'wiei Herberekee
ning van de Pensioenen Koninklijk
beïoek aan Anilhem en Mjimegen
Wat de Waalbiug kost Landdag van
de liberalen in Disente Het begin van
de aard^iipipelopgst en de {>rijbcen<
Voorbereidingen zijii getroffen, tot her^
ziening van de grondwet. Het verslag van de
Staatscommissie, ingesteld bïj Kon. Besluit
van 24 Januari 1936, aan wie die' voorbereid
ding is opgedragen, is verschenen.
Op de voorpagina vindt de lezer de voor;*
naamste voorstellen, die door de Com*
missie zijin voorgesteld, opgesomd. Het bes
treft herziening van drukjiersvrijheid, ver*
laging schadeloosstelling aan de Tweede
Kamerleden, verbod van revolutionaire volks
vertegenwoordigers, ministers zonder porte*
feuille en een verordende bevoegdheid aan
het bedrijifsleven. Bovendien is nog van be*
lang herziening van het inkomen der Kroon.
Tot nog toe verzekert de grondwet geen
jaarüjksch inkomen aan den gemaal van een
regeerende Koningin, alsmede aan den ge*
maal van een Prinses, vermoedelijke troon*
opvolgster.
Het zou voorbarig zijn ap mogelijke ver*
anderingen uit te loopen, maar in eenig op*
zicht kan wel een voorspelling gewaagd!
welke herziening er door zal gaan en welke
niet De rapporten zijn n.l. vergezeld van
nota's, waarin het standpunt van bepaalde
Kamerleden, welke derhalve representatief
geacht mogen worden voor hun partij. Zoo
is b.v. een nota, onderteekend door de leden
der Staats*commissie Albarda, van den Berg,
Joekes en Kranenburg ingediend, welke
zich uitspreekt tegen herziening van artikel
7 va» de Grondwet, dat is tegen herziening
van de vrüheid van drukpers.
Herbeuefcening Pensioenen.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot herberekening van pensioe*
nen van burgerlijke en -militaire ambtenaren.
De bezuiniging die het Rijk hierdoor denkt
te verkrijgen wordt berekend op f 3.300.000,
voor een 40*tal gemeenten op f 800.000 en
voor het Alg. Burgerl. Pensioenfonds op
f 1.600.000. De nieuwe regeling is als tij'de*
lijk bedoeld, n.l. met ingang van 1 Januari
1937 to|t 1 Januari 1942. Onder de bezuini*
ging 2ullen niet vallen de pensioenen van
f 800.en minder De totale bezuinigng
zal f 5.700.000 bedragen, indien het ontwerp
wet wordt.
In verband met het gereedkomen en in
gebruik nemen van de vaste oeverveAin*
dingen over Rijm en Waal hebben H.M. de
Koningin WiUielmina en H.K.H. Prinses
Juliana deze week een bezoek gebracht aan
Arnhem en Nijmegen, teneinde van Hare
belangstelling blijk te geven. De totstandko'
ming van de beide vaste bruggen is een
langgekoesterde wensdh, waardoor het ver*
keer van Noord naar Zuid ongehinderd
voortgang kan vinden.
Met groot enthousiasme zïjh de Vorste*
lijke bezoekers bij hun aankomst te A r n
hem begroet. Over de nieuwe Rijnbrug
werd te voet een wandeling gemaakt, waarna
d'; Vorstelijke stoet naar N ij' m e g e n reed.
Aldaar bezichtigden 2Mj de nieuwe Waal*
btug, die na een openingsrede van den Mi*
nister van Waterstaat door de Koningin
officieel werd geopend. Met een zilveren
schaar knipte H.K.H, het koord door, dat
de overgang over de nieuwe brug afeloot.
Daarna werd de in feesttooi gestoken stad
Nijmegen bezidhtigd. Men ziet H.M. elders
op een foto bipeen InspeCtietocht.
On nog iets van de nieuwe Waalbirug te
zeggen, het is een kunststuk van moderne
ingerieurskunst en architectuur. De birug
is de z:evende van de in het nieuwe wet»
genplan ontworpen bruggen over de groote
rivieren, maar tevens de grootste en de
mooiste. De middelste overspanning is ruilm
244 meter lang. Het is de grootste boog*
brug van het vaste land in Europa. De kos*
ten van den totalen aanleg hebben niet[ min*
der dan Vijf millioen gulden bedragen! Zoo
ruw weg bekeken, dan is de brug Goeree*
Overflakkee—vasteland er nog niet! Enwlfs
niet de brug over het Zij'pe, dat zooveel
smaller is!
De liberalen heblben in Drente hun land
dag gehouden. Gezien de weersgesteldheid
kon het niet in de openlucht gn lyerga*
iderde men in de concertzaal te Emmen.
Veel 'belangstelling was er niet en dat in
het van ouds bekende liberale Drente. De
Voorzitter, de heer Stecfcman, sprak hier*
over dan ook zijln teleurstelling uit, maar
anderzijds hoopte hiy, dat de verfeiezings*
actie er niet minder om zou zijn.
De heer Lamberts, wethouder van Coe*
vorden, hield nog een rede over de VrïjS»
heidsbond en het platteland. Waarin spr.
betoogde, dat het boerenbedrijf alleen eco*
nomisch beheerd kan worden, als de eige*
naar baas in eigen huis is. Ook werd nog
het woord gevoerd door de heeren Louwes
en Linthorst.
De Westlanldsdhe aarda{yp«loogsi
en de prjij'zen.
Uit het Westland wordt gemeld, dat de
groote oogst voor de aardappelen nóg móet
beginnen en dat nu de pnijaen reeds on*
der het minimum zïjn gedaald. De Ned.
Groenten* en Fruitcentrale heeft n.l. de
prijs gebracht op f 5.30 voor de grooten,
f 5.voor de bonken en f 4.50 voor de
poters. Veel hooger gaan de prijzen thans
niet, en het valt niet te verwachten dat er
veel verbetering in dien prijs z;al komen.
De export naar Duitsdiland en Engeland
laat n.l. te wensdhen over en al is er voor
het binnenland een tamelijk afzetgebied,
wijzigen zich daardoor de prijzen niet. Naar
de eerste Westlandsche z'andaardappelen 's'fas
vroeger veel vraag, en ook voor de omge*
ving van 's Gravenzande heeft de aardap*
peloogst groote beteekenis. Het is een droe*
vig teeken, dat dit bij den aanvang van
vang van den oogst moet worden gecon*
stateerd.
BURGEMEESTERSKWESTIE IN
's.GRAVENZANDE.
Besdhutdigingem van een lid der
A.»R. Partij', ingebradht tegen den
burgemeester van 'ssGravenziande.
Dé heer P. M^tzon, lid der A.R. Partij,
schrijft in een ingezonden stuk in Volk en
Vaderland
„Mijn eerlijkheidsgevoel d^vingt mïji om
de toestanden, die heer heerschen, aan de
publieke opinie prijs te geven, daar ik on*
dervonden heb, dat zelfs de antirevolution*
naire partiji niet in staat is of in staat wil
zijn, aan ongezonde toestanden een einde
te maken.
Het is reeds vele jaren geleden, dat de
penningmeester van De Groote Armen d?r
Ned. Herv. Kerk van 's*Gravenz'ande, de
heer van der Hout, kwam te overBjdeti. Gel*
den Waren toentertijd onder berusting van
mr. J. Brunt, president*kerkvoogd. Ik was
in dien tijd secretaris en zou het penning*
meesterschap .tijdelijk Waarnemen.
De president*kerkvoogd mr. J. Brunt, bur*
gemeester van 's*Graven/andei en in deze
functie hoofd van de politie, gaf mij slechts
enkele bescheiden. Vele jaren aditereen heb
ik getracht de finandën, welke onder be*
rusting waren van mr. Brunt, los te krijgen,
aangezien ik van meening was, dat deze fi*
nanciën niet onder berusting van den pre*
sident*kerkvoogd behoorden te zSjii en er
bovendien geruchten in het dorp liepen.
dat het tekort in de schoenen van den
doode ziou worden geschoven.
ledere maal had de burgemeester een
nieuwe uitvludht. Toen nüj edhter bleek uit
enkele aanteekeniiigen,, die ik bij de be*
scheiden van lien heer van der Hout had
gevonden, dat een i% pet. obligatie Gro*
ningsche Hypotheekbank, alsmede een 41/2
pet. Nederl. werkeBjke StaatSSdhuld ieder
groot f 1000, alsmede een afgeloste hypo*
theek groot f 8000, en bovendien nog twee
erflatingen van 1926 groot f 1000, in zijn
bezit moesten zijn, kon ik deze zaak niet
langer over mijn kant laten gaan. Ik ben
toen naar den sub. officier van justitie mr.
van AsCh van Wijck gestapt om met hem
deze zaak te bespreken.
De heer van Asdi van Wijick hoorde mij
aan en Zeide: „U beschuldigt mr. J. Brunt
dus van verduistering?" Waarop ik ant*
woordde: kijk u eens, ik heb geen verstand
van juridische aangelegenheden en of dit nu
verduistering of anders genoemd moetwor*
den weet ik niet, maar wat ik wel weet is
dat als een arme drommel slechte de helft
gedaan had wat hij gedaan heeft, deze reeds
lang in de Casuaristraat in den Haag zou
zijn opgeborgen.
Mr. van Asdi van Wijk beloofde de zaak
te onderzoeken, maar ik moet hierbij ver*
melden, dat ik heb verzocht allereerst het
geld van de kerk te willen redden, daar het
m.i. niet aanging de armen te laten lijden
door dergelijke behandelingen.
Inderdaad droeg mr. v;öi Asdh van Wïj'ck
het onderzoek op aan den maredhaussee de
Koning (die enkele maanden geleden is
overleden). Deze vervoegde zich met een
collega bSjl den burgemeester! Hoewel de
burgemeester bij' dit onderhoud een zter
hoogen toon aansloeg, schijnt Mj erg klein
geworden te zijn toen beide marechaussee's
hem mededeelden, dat indien hij het geld
niet kon toonen, hij' verplidht was den bwr*
gemeester mee te nemen.
De burgemeester verzodht een dag uitstel
(tot Zaterdagavond)hijV zou dan zorgen
dat het geld aanwezig was.
De Koning gaf hem dit uitstel. Den vol*
genden dag is geconstateerd, dat de burge*
meester in de ricliting van den Haag was
vertrokken, naar men aanneemt om het
geld te halen bij' een familielid, die directeur
moet zijn van de Boerenleenbank. Zater*
dags toonde de burgemeester f9000 in con*
tanten. (De obligaties had hij dus verkocht).
Toen de Koning hem mededeelde, dat er
nog f 2000 ontbraken, zeide hiji: „Neen, dat
klopt, want ik heb van De Groote Armen
f 2000 geleend aan de Herv. Kerk." Het
Was toen nog niet beketid, dat het tekort
geen f 11,000, doch f 17,683 was.
De Koning is toen onpiiddellijk naar den
penningmeester gegaan om te controleeren,
of de opgave van dén bxirgemeester inder*
daad klopte. De penningmeester deelde me*
de, dat indercfaad f 2000 geleend waren van
De Groote Armen. De Koning Zeide hier*
op: „Ja, maar de burgemeester heeft inder*
tijd f 3000 geleend aan de Herv. Kerk. Heeft
hij deze misschien overgeboekt?" Na lang
aandringen deelde de penningmeester hem
mede, dat de overboeking denzelfden dag
was geschied.
Gebleken was, dat het-tekort nog grooter
Was, doordat o.a. f 500, ontvangen van
mej. Wed. van N., niet verantwoord was.
De heer P. Nieuwerkerk te 's Gravenzande
had dit bedrag aan den burgemeester af*
gedragen. Ook een zeer ruim kasgeld moest
nog aanwezig zijn.
De burgemeester heeft toen eerst f 14,000
gestort bij' het bestuur van de Ned. Herv.
Kerk, terwijl in Januari 1935 f 1285 en in
September 1934 f 2400 wterd gesfort.
De president*kerkvoogd mr. J. Brunt werd
naar aanleiding van de onregelmatigheden
geschorst als president*kerkvoogd.
Daar de burgemeester öog werd gehuldigd
wegens zijn bedanken als president*kerk*
voogd, heeft mSjn zoon terecht zich gedron*
gen gevoeld ,dit als lid van de Herv. Kerk
niet over zijn kant te latien gaan. Hijl publi*
ceerde daarom een open brief.
Toen er verder niets gebeurde en de bur*
gemeester burgemeester bleef en hij' ook
niet werd ontheven als directeur van het
Gem. Electriciteitebedrijf, waar naar mijii
meening alleen uiterst betrouwbare perso*
nen aan het hoofd kunnen staan waren
mijn zoons en ik van meening, dat dit in
strijd was met gezonde Nederlandsche op*
vattingen. Mijn zoon publiceerde daarop een
open brief betreffende mr. J. Brunt. Deze
brief werd persoonlijk aan den burgemeester
overhandigd en vervolgens door het geheele
dorp versipreid. De burgemeester had, al^
Na aankomst va6 H.M. de Koningin en H.K,H. Prinses Juliana voor een
tweedaagscfa bezoek te 's«Hertogenbosch inspecteerde Zij de eerewacht voor
het station.
vorens wij tot publicatie overgingen, getracht
mijn zoon in zijn gareel 'te dwingen, door
hem een'&richt te zenden, dat de schoor*
steen van zijn bakkerij moest worden ver*
bouwdl.,
Deze manier van optreden van den bur*
gemeester beviel ons allesbehalve. Wij' heb*
ben deze zaak niet laten fusten en hebben
een en ander in beroep voor de Kroon ge*
bracht. De Kroon heeft dan ook beslist,
d'at de verbouwing niet behoefde plaats te
hebben.
Toen echter na de publicatie van mijn
Zoon nog niets gebeurde, hebben wij ons
tot de Dr. Kuyper*stichfing gewend, om te
voorkomen, dat een dergelijke burgemeester
zou worden herbenoemd. De herbenoeming
moest het vorige jaar (1935) gesdhieden. De
Dr. Kuyper*stichting antwoordde op 26
April 1935 als volgt:
Volgt de fotografische reproductie van
den brief, van den volgenden inhoud:
„Naar aanleiding van ons gesprek van
eenigen tijd geleden heb ik, zooals Uweet',
een brief geschreven aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken. De Minister meldt
mijl thans, dat hij' de zaak van den burge*
meester van s' Gravenzande nog eens nauw
keurig heeft onderzocht. Dit onderzoek heeft
hem niet tot de overtuiging kunnen 1>rengen,
dat hiji zijn medewerking tot de herbenoe*
ming behoort te onthouden. Hiermede is
de zaak dus voorloopig. afgedaan."
De heer Metzon vervolgt dan:
„Ik vraag me af, waar de eerlijke fiefe
Hollander gevonden moet worden? Ik voor
mij heb alöjd gemeend, dat deze te vinden
(ZOU zijn in de Anti*Revolutionnaire Partij.
Hoewel ik steeds lid ben en ook mijn zOon
hier niet uit wil gaan of men moest hem
royeeren, loof ik de beweging, die derge*
lijke ongezonde toestanden aansnijdt.
Ik heb n.l. bij verschillende A.R. bladen,
o.a. 'De Standaard, getracht deze aangele*
genheid gepubliceerd de krijgen, doch kreeg
ik evenals Mj minister de Wilde nul op het
request. Ook De Rotterdammer zond mij
bericht, dat mijn open brief aan minister
de Wild-J niet kon worden opgenomen.
Ik vraag mij -af, wat er van een land te*
recht moet komen, dat over mensdhen (die
leidende functies bekleeden) beschikt met
dergelijke opvattingen."
Tot zoover de heer Metzon.
Wij hebben getracht inlichtingen omtrent
dit geval in te winnen, schrijft de Nieuwe
Rotterd. Courant, doch van bevoegde
zijde den indruk gekregen, dat men zich aan
het hierbij! betrokken departement op het
standpunt steh, dat inlichtingen slechts aan
de Staten*Generaal zouden kunnen worden
verstrekt.
Wij betreuren dit en vinden thans geen
vïijheid, de overneming van het stuk van
den heer MetzOn uit Volk en Vaderland
langer op te houden. Wij s|preken de hoop
uit dat eventueele inlichtingen aan de Staten
Generaal van bevredigender aard zullen
kunnen zijn dan het antwoord was van den
minister van binnenlandsche zaken op de
VTagftjx van het Tweede Kamerlid van der
Heide inzake het eervol ontslag van den
vorigen burgemeester van Ambt*Hardenberg.
Naschrift:
Waar bovenstaande aangelegenheid mo*
menteel in de pers druk besproken wordt,
mede in verband met de uitgelekte bespre*
kingen op de kort geleden gehouden ver*
gadering van afgevaardigden der A.R. Ka*
merkieskringen, meenden wij op verzoek
ook hieraan publiciteit te moeten geven.
De heer P. Metzon, maakt eene fout. Als
burgemeester heeft Mr. J. Brunt niets mis*
daan.
Als president kerkvoogd, dus buiten zijn
ambt als burgemeester, heeft hij kerkelijke
gelden beheerd, waarmede iets niet in den
haak schijnt geweest te zijn. Nadat was
ingegrepen, schijnen echter alle financiën
te zijn overgedragen, zoodat de Kerk geen
schade heeft geleden. Dat hier de mare*
chiaussee aan te pas moest komen, is o.ij. eejn
groote fout van "Set Kerkbestuur. Dit had
al veel eerder de zaak zelf ter hand moeten
nemen, en behoorlijk orde op zijn zaken
stellen.
De vraagl is echter, al is het'waar, dat
de zaak der Kerk uiteindelijk in orde is
gekomen, of 200'n persoon voor het ambt
nog langer in aanmerking kan komen?
O.i. moest de Regeering hierin anders te
werk gaan en aan een rijksaocountant moest
in zulk een geval èen nauwgezet onderzoek
worden opgedragen, en als uit het rapport
bleek, dat ide gelden niet waren beheerd
zooals het behoorde, en men redelijken»
wijze verwachten mocht, dan zou hier geen
pardon mogen plaats hebben.
Dat de Kerk haar president kerkvoogd
spaart, als de gelden terecht zijn gekomèii,
is te begrijpen, mjar als burgemeester zou
zoo'n persoon bij een herbenoeming of in
ernstige gevallen eerder niet meer in
aanmerking! mogen komen.
Dat er regeeringsipersonen zijii die er an*
ders over denken, is bekend, dodi dit zal
zich te laat wreken. Het publiek vraagt,
en daar heeft het als
belastingbetaler
recht op, om openbaarheid en oprechtheid
in zulke ernstige aangelegenheden. Wordt
dit niet betracht, dan drijft men zelf, de
kiezers in de armen van partijen, die men
fel bestrijdt.
Niet het met woorden bestrijden der Nat.
Soc. heeft succes,, maar het nalaten der
daden, waardoor de kiezers zich tot het Nat.
^oc. voegen.
(Red.
Een Verhaal uit den tijld der Lollardein.
12.
Crawer beantwoordde deze vraag toe*
stemmend en de zieke ging voort: „Maar
wanneer Hij, zooals ge zegt, de Zoon Gods
is, waarom liet Hij dan niet de booswidh*
ten, die Hem gekruisigd hebben, dooden
en maakte Zich toen vrij?"
Op de verklaring van den geneesheer,
dat de gekruisigde Koning wel de macht
daartoe had gehad, maar dat Zij» oneindige
liefde tot de verloren menschheid Hem ge*
dreven had om voor haar te sterven, ja, dat
Hij aan het kruis voor Zijn moordenaars ge*
beden had: „Vader, vergeef het hun, want
zij weten niet wat zij doen!" riep de rieke
verwonderd uit: „Welk een edele, goede
Koning! O, kon ik Hem maar dienen!"
„Dat kunt gij wel, David. Hij' is ook nu
nog de rechtmatige Koning des hemels
en der aarde. Wilt gij Hem niet uw hart
geven? Zijn soldaat worden en hier beneden
Zijn strijd strijden? Het aantal van hen, die
Hem liefhebben, is zOo klein. Wilt ge het
niet beproeven?" noodigde de zielzorger,
jnet vriendelijke stem.
„Ik heb Hem lief!" antwoordde de knaap,
„maar zeg mij, dokter, hoe ik Hem dienen
kan!"
Begin met te bidden, dat Hij uw harti
vernieuwe en reinige. Hij was zachtmoedig
en| van harte ootmoedig en zulk een ge*
zinidheid moeten ook Zijii discipelen heb*
ben. Hij wil u daartoe ook helpen. Maar
ik moet gaan. De beloofde teekeningen zal
ik een volgende maal voor u meebrengen.
Het doet mij innig leed, dat gij uw koning
nie* zult zien, maar denk daarom des te
meer aan den Koning. Die van uit Zij^
hoogen hemel vol teedere liefde op u ne*
(derziet en u toeroept: „Kom l»jt Mijji
geef Mijl uw hart!"
„Maar de moeder Gods, dokter, en de hei*
ligen,! moet ik dan tot hen m&t bid
den?" vroeg de zieke bijna angstig.
Een ernstige uitdrukking kwam op het
gelaat van den gevraagde. Hoe gevaarlijk
kon' zSjn antwoord voor den knaap z'elf
eni voor anderen worden! MLaar daar MJ
niet zwijgen mocht, sprak hij na een
korte aarzeling, op plechtigen toon: „Voor*
waar, voorwaar. Ik zeg u, al wat gij dien
Vader bidden zult in Mijnen n^am, dat
zal Hij u geven." (Joh. 16 23). Doe
dat, en ^j kunt van de verhooring uwer
gebeden verzekerd zijn." Dit gezegd heb*
bende, nam hij afscheid.
Ongeveer een uur later trad Lady Louise
aan, het ziekbed. „Het spSjt mijl zoo|, da-^;
gïjj den koning niet zien kunt," sprak de
jonge moederi' op zulk een deelnemeadie.
hartelijken toon, dat de oogen vjan den
knaap zich met tranen vulden. De gevrees*
de uittiarsting der heftigheid volgde niet!.
David bracht de blanke, zachte hand, welke
zij op zij'n voorhoofid gelegd had», aan
zijn lippen en drukte er een innigen/ kusi ctpi.
'„'t Is zoo goed, lieve moeder," sprak
hiji kalm, zij het dan ook met bevende
stem. „Gij en vader zult mij wel alles
vertellen. Ik denk, dat grootmoeder ook
vyel van Crail zal komen, om den koning
te zien. Wat zullen de memschen van alle
kanten toestroomen. Maar niet, om hem
te 'bespotten en tje dooden, zooajs d'ien
anderen Koning," ging hij op peinzenden
toon voort.
„Welken Koning bedoelt gij?" vroeg de
jonge moeder verwonderd.
„Dien moeder, Die tot de Zijnen kwam,
maar de Zijhen namen Hem niet aan. Hij
was zoo goed, zoo vriendelijk, zoo edel.
Ik wil trachten, zoowel Zijn soldaat te
worden, als die van koning Jakobus, als
ik maar weet, hoe ik het moet aanleggen.
Maar dan moet ik zachtmoedig worden,
evenals Hij, en dat ben ik dikwijls inog niest.
Gij zijt allen zoo goed vooii mijl eji ik?
Toch houd ik veel van u allen! Moeder,
weet gij, dat zij onzien Koning Jezus krui*
sigden?"
De Lady schrikte. „Koning Jezus?" riep
zij uit. „Bedoelt gij Hem, David 1? Zijt gij
soms voornemens, monnik of priester te
worden, mijn jongen?"
„Neen, neen," zeide de gevraagde haastig.
„ik houd niet van monniken en priesters,
mijn goeden leermeester. Sir Thomas God*
win, uitgezonderd. Ik heb veel te slechte
dingen van hen gehoord. Heeft Jakob Smith
mij niet verteld, dat zij', toen zijn moeder
nauwelijks jgestorven was, de dekens van
haar bed rukten en beweerden, dat die faun
töebenoorden Neen, moeder, tot dezulken
wil ik niet behoofen. Zulke soldaten kan
Koning Jezus niet gebruiken."
„Stil, mijn jongen, stil," zeide de moeder*,
terwijl' zij haar vinger op de lippen van
den knaap legde en angstig rondblikte, om
zich te overtuigen, dat geen ongeroepene
deze onbedachtzame woorden gehoord had.
Haar schrik, toen zij in de deur 'nmanne=
Üjke gestalte het was die van den jon*
gen Miretown gewaar werd, was niet te
beschrijven. Daar David met een heldere,
duidehjke stem gesproken had, moest hij
wel alles hebben verstaan. De verbazing
van de Lady zou nog grodter woriden',|
want wat deed de toekomstige sdhoonzoon?
Hij ging naar David toe, schudde hem)
trouwhaitig de hand en zeide: „Dat is
een waar woord, David, ik ben het volko»
men met u eens."
„Kent gij Hem ook, William?" vroeg de
knaap vriendelijk lachend. „Heeft Hij ook
toiti u gesproken: „Vrede zij u?"
Een straal van vreugde op het gelaat van
den jongen man getuigde meer dan woorden
hadden kunnen doen, maar voorloopig bleef
het hierbij. Miretown wendde zich van den
zieke tot Lady Loujise, vr^oeg napir den
welstand van haar en de haren en deelde
haar mede, welke toebereidselen er gemaakt
waren voor den feestdag. Eer hij echter jiaar
den' stal ging om den slotheer te zoeken,,
boog hij zicli over den zieke en fluisterde
nauw hoorbaar: „Ik heb Zijii Vredesgroet
gehoord en hoop, dat gij ook spoedig vrede
zult vinden, David."
De jonge moeder zat inmiddels peinzend
neder en stond eerst na een poos opi, om
naar de kleine om te zien. Davids zonder*
linge gesprekken, maar meer nog de weinige
woorden van Miretown, hadden haar geheel
in verwarring gebracht. Wat beteekende dit
alles? Had wellicht de vreemde dokter die
zonderlinge denkbeelden in Davids hoofd
gebracht? Dat de vreemdeling een grooten,
wonderbaarlijken invloed op den knaap uit*
oefende, was onmiskenbaar. Had misschien
deze Boheemsche dokter iets_ uitstaande met
de zwarte kunst? Bij dezegedachte sloeg
de Lady onwillekeurig een kruis en smeekte
de Moeder Gods om bescherming voor haar
geliefden zoon. Toen zij' door liefde en
plicht gedreven, haar vrees aan haar echtge*
noot mededeelde, lachte deze hier hartelijk
om' en beweerde, dat, ondanks alle zwarte
kunsten in de wereld, er geen vrees behoef*
de te bestaan, dat David ooit een te groot
heilige zou worden. Toch kon hij niet an*
derS doen dan het feit erkennen,' dat er
een groote verandering rijet -zijn zoon had
plaats gehad. .\;''''^'-?-i-.
-iS»-