CMRWEEKBLADopGEacnoriDSLAG voöödEZUID-HOLLetiZEEUWSCIIE EILAMDEn
EERSTE BLAD
STICHTELIJKE
OVERDENKING
ZATERDAG 13 JUNI 1956
No. 741
N.V. Uitgeversmaatschappij «Eilanden-nieuws
Uit het Kijkvenster
Muziek
8e JaarfSang
WAARIN SEDERT 1 NOVEMBER 1935 O P G E N OE N HET BLAD „Olsl 12: E EILANDEN"" - 18e JAARGANG
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Wat geeff hef woord .vijand" (e
kennen de diepte van des menschen
val, toen het creatuur Gods, dat
zijn Schepper z m loven, zich tegen
zijn Formeerder stelde, en vijand
werd.
Vijand van God, satan toegeval
len en dit niet in waarheid weten
de, meenende zich te dekken met
de vijgebladeren van eigenwilligen
godsdienst om deze schrikkelijk
heid te ontkennen.
Maar des Heeren onfeilbaar ge
tuigenis laat geen middenweg ópen.
Het is vriend of vijand. Uit de
vriendschap, uit de gemeenschap
Gods stootte de mensch zich uit,
en werd dus vijand. Vijand van God
van Zijn Dienst, van Zijn Wet, van
Zijn Woord, van Zijn volk.
Uit het leven gevallen in den
dood Dezen moedwilligen afval zal
en kan het hoogste Wezen echter
niet ongestraft laten.
Gestraft zal worden met tijdelij
ke en eeuwige straffen, omdat de
Hecre God sprak „ten dage als gij
daarvan eef, zult gij den dood ster
ven."
Alzoo is de mensch verbonds
breker geworden en dientengevol
ge een hater Gods en elkander ha
tende.
Hoe onuitspreekbaar ellendig is
dus de mensch geworden! Zou er
ooit mogelijkheid zijn. om uit de
diepte te worden gered
Aan de zijde des menschen neen,
dan is alle mogelijkheid buitenge
sloten
Dat moet persoonlijk, bevindelijk
geleerd worden. Maar omdat de
mensch geheel in den dood ligt,
kan nog wel een verstandelflke toe
stemming zijn, maar het hart, het
innerlijke, blijft er vervreemd, en
zoo gaat Adams nakroost. liggende
in den geestelijken dood, den eeu
wigen dood tegen, om betaling te
ervaren op zQn wandaad, volgens
het onbedriegelijke getuigenisDe
bezoldiging der zonde is de dood
Geen woorden kunnen uitdruk
ken, geen taal is er toe in staat
mede te deelen, wat dit uit zal ma
ken, als de majesteit zal uitroepen
.Gaat weg van Mij, gij werkers der
ongerechtigheid, gij vijanden door
moedwillige ongehoorzaamheid."
Evenwel, o, diepte der wijsheid,
waar geen herstel, als boven ge
zegd, aan de zijde des menschen
ooit mogelijk is, God dacht her
stelling uit.
In den eeuwigen Vrederaad werd
verzoening uitgedacht, om verloren
schepselen te redden en te behou
den, zoovelen als er verordineerd
zijn ten eeuwigen leven.
Wat is dit wonder onuitsprekelijk
grooteen weg, waarbij Gods heili
ge deugden zouden worden bevre
digd.
Hoe haat echter God de zonde,
want deze redding zou eischen den
dood van den Zone Gods, die in
de vlecschwording des Woords de
menschelijke natuur zou aannemen,
en in die natuur dragen zou den
toorn des Richters, tegen de zon
den der Hem van den Vader ge-
gevenen
„Met God verzoend," Zoo komt
hier de eerste Persoon in de God
delijke drieëenheid voor. Hier
spreekt de Handhaver des rechts.
Tegen dien God gezondigd en te
genover dien God in een onver-
zoende betrekking. Ach, dat ons
hoofd water ware. en onze oogle
den een springader van tranen.
Waar zulks nu niet bij den mensch
gevonden wordt, werkt God Zijn
raad uit, krachtens Zijn eeuwig wel
behagen.
Waar Gods heilige Wet in het
i ,gij zult" en .gij zult niet' belecdigd
was en met voeten getreden, moest
die Wet vervuld en de straf op
die overtreding gevolgd, gedragen
worden.
Die straf was de dood, en alzoo
sprak de majesteit Gods, in wre
kende gerechtigheid "Zwaard ont
waak tegen Mijn Herder."
In het vleesch van den overtre
der moest het doodvonnis voltrok
ken worden, en daarom werd de
tweede Persoon in het Goddelijk
Wezen mensch.
De verborgenheid der Godzalig
heid is groot. Twee naturen in
één persoon. Wonder nooit naar
waarheid uit te spreken. Bron van
liefde, nimmer te ledigen De Rech
ter gaf den Redder. De Vader Zijn
Zoon. Alzoo lief heeft God de we
reld gehad, dat Hij Zijn eenigge-
boren Zoon niet heeft gespaard
maar overgegeven, opdat hef recht
der Wet in Hem vervuld zou wor
den.
.Verzoend door den dood Zijns
Zoons.' Zoo moest dus de geze
gende Middelaar, de dierbare Borg,
als hef Lam Gods, den dood in.
Op Hem toch was gelegd de over
treding Zijns volks. Dat centenaars-
gewicht hunner schuld, in erf- en
dadelijke zonden, droeg Hq'.
Immers van elk schepsel is het
waar, maar hef door den Hecre le
vend gemaakte volk krijgt er be
vindelijke kennis van:
.Door den dood Zijns Zoons."
Hoe onpeilbaar diep, deze liefde.
Deze liefde des Vaders, des Zoons,
des Heiligen Geestes. Deze liefde
zóó gansch eenzijdig, geheel alleen
van God uitgaande, maar ook tof
Hem wederkeerende, gaande door
de ziel, bij Geestes toepassing, van
den uitverkoren zondaar.
Daarom moest het kapitaal aan
gebracht, waaruit het geestelijk Sion
zou worden beweldadigd, in foe-
brenging en geestelijke bediening
uit het heiligdom. Te dien einde
kon de drinkbeker niet van Hem
worden weggenomen, maar moest
Hij dien drinken tof den laafsfen
druppel. Hef heilig recht cischfe
volkomen genoegdoening, zou de
Herder hef vrijgeleide Zijner scha
pen kunnen bedingen: «Indien gij
dan Mij zoekt, zoo laat dezen henen
gaan."
Daarom wilde Hij en moest Hij
bloed zweeten, alzoo Zijn gezegend
aangezicht doen mismaken, opdat
een mismaakt schepsel zou kunnen
worden terechtgebracht.Gethsema-
né, dal der vettigheden, de pers
alleen tredende, geen jongeren kun
nende waken. Hij alleen de verdie
nende oorzaak der zaligheid. Daarom
geleden, veroordeeld door denhei-
denschen rechter, opdat Hij on
schuldig veroordeeld zijnde tof den
smadelijken en vervloekten kruis
dood, verzoenen zou door den dood,
opdat smaders en vloekers zouden
worden beweldadigd.
Eenige aanteekeninifeii over de
aFticheiding te Oud Vossemeer
Voornaamste inhoud
Advertentie-prijs 20 cent per regel. Reclames 40 et.; Dienst-
aanvragen en -aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boek-aan-
kondiging 10 cent per regel Contracten belangrijk lager
t*
UITGAVE VAN
Gevestigd te Middelliarnis - Prins Hendri^tstr. 122 C. Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17
Abonnementt-prljt 85 cent per 3 maandan bij vooruitbetaling.
Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar
VIJANDEN VERZOEND.
Want indien wij vijanden zijnde, met
God verzoend zijn door den dood zijns
Zoons, veel meer zullen wij verzoend
zijnde behouden worden door zijn
leven.
Romeinen 5: 10.
I.
„Hij kan dien piiij's ider ziele, dat
rantsoen,
Aan God in tijd noch eeuwigheid vol*
doen."
Patroon en ail)«ideir De gmote
mond De zegen van den arbeid
De „iKoninklij&e Olie" Groote
winst en veel werk Mooi belast
iingoentje Geien olie stank
De revolutie in Frankrijk.
Het is voorgekomen in de jaren direct
na den grooten oorlog, dat in Rotljerdam,
en andere groote steden op lantaarnpalen
en schuttingen gedrukte briefjes geplakt wer><
den, waarop te lezen stond: „Arbeiders;,
denkt er aan, je patroon js je Vijand."
Een grootere dwaasheid had men moeilijk
kunnen uitdenken, omdat patroon en arbei=
der elkander nu eenmaal noodig hebben.
Gaat het den patroon goed, dan gaat het
den knecht goed, en ook het omgekeerde
van deze stelling wordt, bijzonder in dezen
moeilijken tijd, maar al te zeer ondervon*
den. Toen, laten wij zeggen in 1920, was
er b.v. groote behoefte aan bouwvakarbei»
ders en konden vooral metselaars en stuca*
doors zeer hooge loonen verdienen. Ook
konden deze werklieden wel eens een groo*
te mond tegen den baas opzettten, omdat
de baas niet gaarne den metselaar of stuCa*
door zag vertrekken, daar hij zoo spoedig
geen ander in diens plaats zou vibden.
Nu is de tijd veranderd en kan de pa*
troon, als hij dat wil, den knecht een groo=
ten mond geven. Van geen van beiden is
dat goed, want er moet samenwerking zijn,
er moet zijn arbeidsvreugde, ja een ieder
moet, al valt dat wel eens moeilijk, zijn be«
roep zien als een van Godswege opgelegde
roeping, die ook in gehoorzaamheid moet
worden volbracht.
Menigeen, die weleer van zijn patroon
en van de werkgevers in het algemeen niet
veel goeds wist te vertellen, denkt) in de
werkloosheid, welke hij soms al jaren door*
maakt, met eenigen weeinoed aan zijn vroe*
geren arbeid terug. Als wij in die bladen
lezen, dat misschien hier of daar een groot
■werk zal worden begonnen, gaat ons hart
open en beseffen wij den zegen, die zulk
een werk weer in breeden kring zal gaan
verspreiden.
En ach, door den huldigen nood wordt
toCh weer een en ander rechtgezet; wij Wor*
den allen weer wat milder gestemd jegens
de werkelijke of vermeende winsten, die
de patroons maken. Ja, menigeen wil den
baas nu wel rijk latte worden, als hij maar
werken mag tegen een redelijk loon. Laten
wij er elkander niet O'^er kapittelen, maar
dit veranderde inzicht dankbaar constatee»
ren.
Onder de bedrijven over wier fabelachtige
winsten menigeen den mond vol heeft, be*
hioort ook de oIie*industrie, De. Koninklijke
Shell Mij. is inderdaad een groot concern,
dat met vele .,-milIi«f>-ïi werkt en mooie
winsten afwerpt. Mij zittien die winsten
allerminst in den weg; want bij die mooie
bedrijfsresultaten heeft heel Holland en Iw
dië belang. Het is een goede gedachte van
den Directeur Muller om; in een gedrukt
stuk, door de maatschappij rondgezonden,
eensi pen tipje op te liditien Van het bie*
lang, dat ons volk bij' de „olie" heeft. In*
plaats van „oliestank" verspreidt dit beza*
digd opgesteld stuk een reuk van levenls*
wijsheid en vertoont het ons iefe van den
grooten zegen, die dergelijke bedreven voor
ons volk beteekenen.
Ik doe nu een enkele greep, en bied die
ter overdenking van de lezers aan.
De grootte van de vloot der Koninklijke
bedraagt meer dan één vierde deel van de
totale NederlandsChe Koopvaardijvloot. Van
de 159 Schepen varen er 70 onder Neder*
lansche vlag, terwijl nog 150 lichters de
binnenwateren in ons land bevaren, In 25
jaren liet de maatschappij; in Nederland 100
zeeschepen bouwen, dat is elk kwartaal één.
En in die kwart eeuw werden nog 40O
schepen voor de kleine vaart gebouwd.
Aan bestellingen bij de NederlandsChe in*
dustrie werd de laatste jaren 10 millioen
gulden per jaar geplaatst. Mooie ordertjes,
dunkt mij. Maar er viel ook niog heel
wat naar elders te verschepen, zoodat in
ide nu verstreken 10 jaren 27 millitöeinj
gulden aan vracht is betaald.
Bovendien liet de maatschappij een 5000
employe's vervoeren, waarvan de reispen*
ningen eveneens aan andere lichamen teh
goede kwamen.
In de laatste 16 jaar werd in de schatkist
Ihier en in Indië aan bfelasting «in: rechteni
rond 600 millioen gulden gestort, dat is drca
37 millioen per jaar. Dat is een mooie
steun van het lands inkomen.
Aan salaris en loon van employe's is in
1935 nog 40 millioen gulden uitbetaald hier
én in Oosf *en West*Indië.
En ten slotte, in Ro<|terdam werkt de
Koninklijke met 1200 man aan de uitbrei*
ding van haar bedrijf.
Genoeg om een ieder een kleinen indruk
te geven van het belang dat onis volk bïji
dergelijke industrieën heeft. Aan deze dj*
fers heb ik meer, dan aaa Ide losise praat*
jes over woekerwinsten. En zoo'n bedrijf
tegenwerken, wel dat ware het slachten van
de kip die de gouden eieren legt!
In Frankrijk zijn de arbeiders in staking
gegaan en hielden bovendien de fabrieken
bezet. De regeering deed niets iOm de eigé*»
naren in het vrij bezit van hun, eigendom te
stellen. Zij draagt daar het zwaard dus «e*
vergeefs en dan nadert de ondergang van
een volk met raSse schreden. Ni Dfeu, ni
maitre. Geen God en geen meester, die kus
der revolutie schijnt het Fransche volk nog
steeds te omhelzen. Hetj is werkelijk of
Europa een brandstapel is, (die öp aansteken
wacht. Wèl hem, die de teekenen der tijden
mag verstaan 1
I i -
WAARNEMER.
7.
Met het vertrek van Ds. Giltaij en het
overlijden van J. F. de Later kunnen we de
eerste periode in de Jilaatselijke afscheidings*
beweging afsluiten en overgaan tot het be*
handelen van de tweede periode.
Al direct komt de vraag naar voren of
ook na het overlijden van J. F. de Later
in de woning no. 21 vergaderd is.
In 1847 woonden in dit perceel: J. F.
de Later, diens echtgenoote en zoon Cor*
nelis Adrianus, achter de namen stond ver*
meld „Christelijk afgescheiden."
Uit een ander oud*bevolkingsregister van
1850 bleek dat in de Woning nummer 21
woonden: Cornells Adrianus de Later, met*
selaar. gehuwd met Janna Dorst, en diens
moeder de wiede. J. F. de Later; achter de
namen stond nu vermeld „Nederduitsch
Hervormd."
Men was dus teruggekeerd naar de Ne*
derdnitsc'h Hervormde Kerk!
Betrekkelijk kort na het overlijden van
zSjn vader was C. A, de Later gehuwd, en
wel op 18 November 1848 met Janna Dorst,
die Nederduitsch Hervormd was.
Kort na de voltrekking van dit huwelijk
werd reeds een zoon gebioren, die 11 Fe*
bruari 1849 in de Hervormde Kerk ten
doop werd gehouden.
Een tweede zoon, geboren 29 Augustus
1850, werd eveneens in de Nederd. Hervorm*
de Kerk gedoopt op 22 September 1850.
Hieruit blijkt dus afdoende dat gebroken
was met de Afgesdhddenen of, wat ook
mogelijk is, de afgescheidenen gebroken had*
den met de Later.
Daaruit volgt weer, dat men sinds het
oveilijden van J. F. de Later niet meer in
de woning nummer 21 vergaderd heeft.
Waar men dan wel vergaderd heeft zal
strak? blijken.
Stellen we eerst nog eens vast dat het
aantal volwassen separatisten van 6 Decern*
ber 1835 tot en met 28 Januari 1839 was
gegroeid tot 33, van welke 33 er twee onder
Thclen woonachtig waren.
Voorts, dat na 28 Januari 1839 geen uit*
treding uit de Hervormde Kerk meer is ge*
conslateerd geworden, deriialve geen ver*
meerdering van het aantal Separatisten
plaats vond.
Dit in het oog houdende, dan kan het
niet anders of in verband met vertrek, over*
lijden en terugkeer moet de beweging een
k'wijnend bestaan hebben gekregen.
De moeilijkheden moeten vergroot zijn
door 'het overlijden van J. F. de Later, en
is men pogingen gaan aanwenden om die
moeilijkheden te boven te komen.
Ook op die ipogingen zal de aandacht ge*
vestigd worden.
In de vergadering van den Kerkéraad
van de Hervormde Kerk van 14 December
1849 werd tot diaken benoemd de met*
selaar J. v. Hiele, die 31 December d.a.v.,
als diaken bevestigd Werd.
In een negen maanden later gehouden
vergadering op 30 Se|ptember 1850 was
een bHef ingekomen van J. v. Hiele, Waarin
beridht Werd, dat hij wegens gemoedsbe*
zwaren ontslag nam als diaken; de b*ief was
gedagteekend 24 Septembter.
Uit de daarover gevoerde discussie blijkt,
dat men kort geleden een gesprek had ge*
had met Van Hiele, waaxbüj was komen
vast te staan, dat de man zidh gaarne bij
de Christelijk afgescheiden gemeente zou
willen voegen.
Er Was dus altijd nog van een gemeente
sprake. Men voldeed aan het verzoek, het
gevraagde ontslag werd verleend.
Na het verleende ontslag kVam bericht
van J. V. Hiele dat Mj ziCh bijl de Christe*
lijk afgescheiden gemeente voegde en in
de vergadering van 7 October 1850 volgde
dooi'haling van den naam in het lidmaten*
boek. I
Na een stilstand van 11 jaren wlas er dus
met van Hiele weer beweging gekomen.
We blijven stilstaan lAj' het geval Van
Hiele.
De man heeft nagelaten een „Dagboek
„van onderscheidene z^akfen, zoo in de na*
„tuur als in de genade weg, door den Heere
„wiens wegen ondoorgrondelijk van börm*
„hartigheid en verdraagziaamheid zSjn."
In dit dagboek, dat geen dagboek is om*
dat het geschrift niet van dag tot dag bij*
gehouden is maar opgemaakt na zïjn lïe*
keering, deelt Van Hiele enkele bïjzOn*
derheden uit zijn leven mede.
Hij bfegint met zïjh jeugdleven in 1834
op 16*jarigen leeftijd, en eindigt met het
overlijden van djn vader in Juni 1868 te
Goes. i
(Wordt vervolgd.)
Ben half pond koffie, zegi
Dora, en iwee ons ffiee maar
natuurlijk van
Ontstaan en ontwikkeling der Evangelisdie
Kerkzang.
Het org^l bijl de EemUejöst dejf 16e eeuw
in Duitschland.
Onmiddellijk met de kerkzang in verband
staat het orgelspel daar dit van groote in*
vloed is voor begeleiding en opluistering
der gemeente* en koorzang. We zullen daar*
om de (Ontwikkeling van het instrument, zeer
oppervlakkig, en de functie van het orgel
tijdens de godsdienstoefeMing, meer inten*
siever, zoowel in Duitschland bij de Lu*
theraansche, als wel in Frankrijk en Ne*
derland met de Calvinistische Kerkzang*
ontwikkeling, beschrijven. Aangezien wij met
ons onderwerp gekomen zijn tot de 16e
eeuvsche periode der Duitsche Kerkzang,
zal hier nu, volgen een ove)rz!ich|t Vaji de;
geschiedenis van het orgel tot en met dit
tijdperk.
Reeds vóór onze jaartelling bestonden
er instrumenten die de oervorm van ons
orgel inhielden. Dit waren de pansfluit,
met rieten van verschillende lengten samen*
gevoegd tot één instrument^ en de doedel*
zak. Aangaande de eerste ontwikkeling zijn
de berichten vaag, gravuren uit de antieke*
tijd zijn de eenige gegevens. Het oudst be*
kende instrument is het waterorgel van de
Griek Ktesibos (170 v. Chr.) waarbij de
sa,menpersing der lucht door middel van
water geschiedde. Tot in de 4e eeuw waren
deze instrumenten te Rome in gebruik. Toen
verplaatste de geschiedenis zich naar Byzan*
tium waar de windbalgen toegepast werden.
In het Westen verdween het orgel, terwijl
Byzantium het centrum bleef der orgelbouw.
Pepijn de Korte kreeg in 737 uit dat
land een orgel ten geschenke, en: 'ii|n 826
wordt het eerste Wes(!*EuropeesChe orgel te
Venetië gebouwd. De monniken der 9e
eeuw toonden groote belangstelling voor
het orgel en bevorderden de bouw büjBon*
der. Geheel anders zagen die instrumenten
eruit dan wat wij nu als kerkorgel kennen.
Zij waren in hoofdzaak voor het zangon*
derwijs in gebruik en hun omvang was
beperkt tot een octaaf. Om te bespelen be*
zaten ze nogi geen toetsen, maar Staande
houten plaatjes met de notenamen; deze
UIT HET KIJKVENSTER: De „Koninklijk
fce OUe."
.1
Muziek: Het orgel bij de Eeuedienst.
Binnenland: Gevaarlijke fjommunistische in=
vloeden. De jiieuw=beino«m'de landvoogd
voor Nederlandsch Indië.
Buitenland: Het nieuwe Kabinet, van Léoii
Blum in Frankrijk. Kabinets moeilijkhe:
den in België. i Die optnarsich in Zuid'
China.
Verslagien: Eein lezing va» den he»* Smits
over Maisteelt.
ZEELAND: De afscheiding tei Oud Vosse»
maejc VII. Thoolsche brief Verslagen.
i
Eenige doodelijke ongelukkein.