Eilanden'-nieuws
De Boheemsche
Dokter,
2e Blad ZATERDAG 23 MEI 1936 No. 739
BINNENLAND
„BEN ZO"-Rijwielen
Brieven uit het fhoolsche
land.
Visscherij-bericht
CHR.WEEKBLAD op GER. GRONDSLAG voor de ZUIDHOLL. en ZEEUWSCHE EILANDEN
UitB«»e van de N.V..Eilanden-nieuw»". Geveatisd te MiAdelharnia. Tel. 17 Gtio 167930 Poatbu» 8
Het Volkenbondsvraagstuk voor Neder'
land. Geldvermor&ing en rattensbes
strljdjng. Een muggens en een rup=
senplaag. De Nederfandsche Ambu»
lance weer thuis. Veïsprejde berichten.
Op het oogenblik wordt over het vraag*
stuk of ons. land al dan niet lid moet blij*
ven van den Volkenbond, heftig; geduscus*
sieerd. Het falen in de Abessijnsche kWestie
heeft ook het vertrouwen van vele Neder*
landers in den Volkenbond geschokt en
men vraagt zich alom af, of het nu eigenlijk
nog wel zijn nut heeft om maar ieder jaar
opnieuw duizenden guldens contributie naar
Geneve te zenden.
18 Mei j.l. was de „Volkenböndsdag,"
en het was voor de vereeniging „Volken*
bond en vrede" geen gemakkelijke taak nu
om het Nederlandsche volk weer warm te
krijgen voor de Volkenbondsgedachte.
Onze premier, minister Colijn moest opge*
trommeld worden om het geschokte ver*
trouwen in Geneve te herstellen. Hij heeft
bij die gelegienheid een rede gehouden en
het pleic gevoerd, dat Nederland als kleine
staat niet buiten; het colledtief orgaan van
den Volkenbond kan. Men heeft dus uit
de aangelegenheid Abessinië*Italië niet veel
geleerd. Waar noodig, was het toch daar
wel geweest, dat de Volkenbond had moeten
ingrijpen. Het behoeft hier niet herhaald,
hoe de Volkenbond zich er af gemaakt
heeft. Het is een bespotting, een belaching
geworden, voor de geheele wereld. Tegen
beterweten in zouden we haast zeggen, moet
nu ook Nederland te Geneve blijven inge*
lijfd. Behalve „geld*vermorsen" vleesch tot
tot zijn arm stellen en vertrouwen geven
aan wereldgrooten, die noch van God, noch
van Zijn ^oord en Dienst, ook maar iets
moeten hebben.
Wij vreezen, dat de oogen zullen open*
gaan, als het te laat is. i
Hadden we het over „geldvermorsen" het
gemeentebestuur van Amsterdam' heeft ook
nimmer den naam gehad van zuinig te zijn.
Maar alles, wafi het tot nog toe op het
gebied van geldvermorsing gepresteerd heeft,
wordt toch wel geslagen door de „ratten*
bestrijding". 24 mille kostte dit grapje en
voor al dit geld kregen de inwoners van
onze hoofdstad reedsj jaren bekende feiten
als „resultaten" voorgezet. De Telegraaf
weet hierover mede: te deelen:
„Vier en twintig duizend gulden is zon*
der meer een groot bfedrag. Zelfs voor
de kas van een groote gemeente als Am*
sterdam. Het iS echter niet groot, als men
daarmee de ratten van Amsterdami practisch
uit den weg had kunnen ruimen. Ratten
doen groote schade. Dodi is het enorm
groot, als het resultaat dezer „rattenbe*
strijding" geen ander is geweest dan de
conclusies, waartoe dit rapiport is gekomen.
Men leze slechts:
„Bij de rattenbestrijdingscainpagne is ge*
bleken: Ie. Dat rattenbestrijding in een
groote stad mogelijk is".
Hoe mogelijk? Financieel? Kan de ge*
meente het betalen? Is het economisch
verantwoord? Zijn daarvoor 26 personen
noodig, gelijk voor deze campagnes (20
*25 Mei en 4*10 November 1935), die
161/2 mille aan loon opstreken? Of 260,
2.600 of 26.000 of meer man?
2e. Dat een aantal scilla*praeparaten
krachtige rattenverdelgingsmiddelen zijn."
Tjonge, tjonge, nooit van gehoord.
3e. Dat voor een bestrijding in het groot
praeparaten in vloeistof en pasta*vorm de
voorkeur verdienen boven praeparaten, die
direct voor uitleggen gereed zijn." Wel,
well!!
4e. Dat, hoewel zeeajuinen goedkooper
zijn dan scilla*praeparaten, de hier*
mede te verkrijgen resultaten wisselend zijn.
Bovendien is de verwerking tot rattenverdel*
gingspakjes moeilijker dan de verwerking
van praeparaten in pasta of in vloeibaren
vorm."
De eene „ontdekking" volgt op de andere.
5e. „Dat met al deze praeparaten slechts
een tijdelijk succes bereikt kan worden.
De ratten worden er niet volledig door
uitgeroeid, doch slechts in meer of minder
belangrijke mate verminderd."
Een merkwaardige conclusie, en des te
merkwaardiger omdat de rattenbestrijders bij
het opmaken van hun plan de campagne
en bij de gevoerde bespreking uitgingen
van de grondgedachten, dat het
geen zin heeft, om door welke methode
ook, een tijdelijke opruiming onder de rat*
ten te bewerken. Het hiervoor uitgegeven geld
(aldus wordt in den aanvang van dit rapport
gezegd) zou weggegooid zijn, omdat ge*
zien de snelle voortplanting, binnjenl wei*
nige maanden het geleden verlies weer her*
steld zou zijn."
Het is prettig om gelijk te krijgen, ook
al kosv dat aan anderen 24 mille."
Verder commentaar lijkt ons hier over*
bodig.
De muggenplaag op, de Wiertnger*
afsluitdijk woedt nog in onverminderde m a*
te voort. De millioenen neen billioenen!
insecten vormen een ware plaag voor
de bewoners in den omtrek, en ook voor
automobilisten en reizigers, die den afsluit*
dijk moeten passeeren. Men heeft nu gepro*
beerd om door middel van gif*gaskaarsen
de muggen te verdelgen, wat echter een
mislukking is geworden. Wel dwarrelden
lagen muggen 'bewusteloos omlaag maar als
bij een sneeuwbui kwamen er direct daar*
na weer „wolken muggen," te voorschijn,
zoodat nu een sterker gas zal worden sa*
mengesteld om de ongewenschte diertjes uit
te roeien.
Er is in een andere streek van ons land
nog een andere plaag, die tevens veel schadei
aanbrengt aan de gewassen en de sier van
het landschap dreigt te verwoesten. Op den
Rijksweg Nijmegen*'s*Hertogenbosch, van
Rosmoien tot Schaick, een afstand van onge*
veer 25 K.M. heeft zeer te lijden van
een rup senplaag, welke groote af*
metingen heeft aangenomen en een ware
bezoeking voor de omgeving vormt. Het
is met hun aantal zoo erg, dat de weg fei*
telijk onbegaanbaar is door de rupsen, die
er over kruipen. De auto's rijden als door
een onsmakelijke bruine brei. Veldgewassen
worden over groote oppervlakten version*
den en de boomen kaal gevreten. Alle po*
gingen om ze op te ruimen falen. Zet men
een deur open,, men heeft zoo de onge*
wenschte gasten binnen. Het doet in die
streek, aan de plaag uit Egypte denken.
Door de schoorsteenen zelfs komen de die*
ren binnen zoodat de bewonersi 's*nachts
herhaaldelijk wakker worden door de mas*
sa's rupsen, welke de slaapvertrekken bin*
nendringen en een' heftige jeuk veroorza*
ken. Men vreest ook voor de volksge*
zondheid, daar aldaar geen waterleiding is
en drinkwater wordt; verkregen uit poelen
en putten, die natuurlijk door de rupsen*
lijken zijn besmet. Het staat er naar, dat
het wegv^ik Nijmegen*'s*Hertogenboschl een
doodsch en wintersch aanzien zal krijgen.
Aan de geschiedenisi van de Nederland^
sche Ambulance is nu een einde gekomen.
Dinsdag zijn ook de overige leden uit
Abessinië in ons land teruggekeerd. Bij
deze gelegenheid hield H.K.H. Prinses Ju*
liana een toespraak tot alle leden van de
ambulance, waarin ziji hun hulde betoonde
voor alle gevaren en beproevingen, die de
Roode Kruisers in het land van den Negus
hadden moeten doorstaan. Dr. Winckel be*
dankte daarna namens alle leden H.K.H,
voor Hare woodren en voor alles, wat
Zij voor de Nederlandsche Ambulance in
het bijzonder eü het Roode Kruis in het
algemeen had verricht.
HET HART VAN MAARSCHALK PILSUDSKI AAN DE VOETEN VAN ZIJN
MOEDER GEBRACHT.
Op de eerste verjaardag van de dood van Maarschalk Pilsudski werden in Polen
groote feesten gevierd. In Wilna werd het hart van den grooten strijder temidden
van 164 gevallen kamaraden aan de voeten van zijn Moeder bijgezet. Onze foto toont
ons de plechtige uitvaart op weg naar het kerkhof. Op den voorgrond ziet men de
u.rrit me het hart van den grooten man. Op den achtergrond de kist met de Moei'der
van den Maarschalk.
Een Verhaal uit den tijd d«t LoUatd«n.
8.
Haastig greep de stervende de hand van
den spreker en zeide zichtbaar verblijd
„Giji weet het ook, mijnheer? Gij weet het
ook, dat er geen heil is dan in Hem, dat
er geen andere Naam onder de men*
schen is, door welken wijl moeten zalig
worden? Het is' de naam JeiuS. Tot aan
Zijn laatste ademtocht heeft Hij ons ge*
zegd, dat er, slechts één Middelaair is tus*
schen God en de mexMchen, de mensich
Christus Jezus."
„Dat is ook mijn geloof," antwoordde
Crawer. „Maai hoe zijt gij tot die beÜjde*
nis gekomen enj wie is hïj-, van wien gij
spreekt?"
In afgebroken zinnen, dikwijls van uit*
puttii^ ophoudende, deelde de zieke haar,
met blijde verrassing; luisterenden toehoor*
der, mede, hoe voor eenige jaren, toen zij
eveneens aan den rand des doods was en
grooten angst gevoelde voor het vagevuur
en de hel,i alle bezoeken en gebeden der
priesters haar geen troost verschaft had*
den. Tegen alle verwachting in, was de
zieke toen genezen en na enkele weken
had zij' haar werk weer kunnen verrichten,
maar de innerlijke onrust, de angst voor
dood en hel» hadden niet willen wijken.
Toe» wfas er op zekeren dag eer^ heen
voorbijgekomen en had met zooveel deebne*
ming naar haar] toestand gevraagd, dat zij
hem alles had geopenbaard, waarop hij
haat! gewezen had op den Verlosser van
zonden, den Vredevorst en Overwinnaar
van den dood. En niet enkel dien eenen
keer, maar dikwijls, zeer dikwijls was hij
toen teruggekomen en had met haar tot
den Heere Jezus gebeden. Zij was toen
begonnen den Heere Jezus lief te hebben,
maar later, toen zij met haar Samuel naar
een ander dorp getrokken was, had zij'
b|ijna alles, vergeten. Maar toen zij den
vromen man op den brandstapel gezien
had en hem; ook daar nog met blijdschap
zijn geloof in den Heere Jezus had hooren
belijden, wilde zij niets meer met monniken
en 'biechtvaders te doen hebben. De naam
van den edelen martelaar was John. Rosbey.
De zieke zweeg, geheel uitgeput. Her*
haalde malen had de geneesheer haar ge*
vraagd, hem morgen verder te vertellen,
maar zijl verzocht hem, haar niet te sto*
ren. „Ik moet u alles zeggen, morgen is
het misschien te laat," zeide hij. Nadat zij
weer bij adem gekomen was, begon zij
opnieuw: „Hij was een vroom man! En nu,
mijn waarde heer,, ik vrees, als ik er niet
meer ben, dat niemand mijn goeden man
en mijn kinderen zal vertellen van Hem,
VERSPREIDE BERICHTEN.
DE VEERDIENSTEN IN: ZEELAND
EN ZUID=HOLLAND.
Vragen van den he^r Van Hoey Smith
aan Ged. Staten.
Door den heef J. van Hoey Smith (N
S.B.er) zijn aan den voorzitter van het
college van Ged. Staten van Zuid*Holland
in een schrijven een aantal vragen gericht
inzake de veerdiensten in Zeeland en de
Zuidhollandsche eilanden. Aan het College
wordt o.m. gevraagd! of het bereid is aan
de Staten in de eerstvolgende zitting voor*
stellen te doen, die beoogen machtiging I
te verkrijgen de veerverbindingen met de f
Zuidhollandsche eilanden slechts te verlee*
nen op basis van kostelooze overtocht,
aangezien de veren als een verlengstuk van
den weg zijn te beschouwen.
DE HEFFINGEN OP MARGARINE.
De Neocrfandsche bond van margarine
mengbedrijven Weft een adres gezonden
aan den minister van landbouw, waarin
dringend wordt verzocht ten spoedigste
over te gaan tot het verlagen der heffingen
op margarine, en wel zoodanig dat dit volks*
voedsel wederom onder het bereik der
massa kan komen.
ROOKEND NEDERLAND.
Het verbruik van tabak, sigaren
en cigaretten in 1935.
Volgens in de vierde aflevering van het
maandschrift van het Centraal Bureau voor
de statistiek opgenomen cijfers werden in
1935 gebanderolleerd 1.428.770.000 sigaren,
'4.OO8.972.OOO cigaretten, 10.569.000 K.G. ta*
bak.
Van de in 1935 verbruikte sigaren moest
voor 1.048.335.000 sigaren 121/2 pet. en voor
380.435.000 sigaren 171/2 pet. accijns worden
betaald.
Het verbruik per hoofd der gemiddelde
bevolking is toegenomen van 153 sigaren
over 1926 tot 174 sigaren over 1930, waar*
op een daling is gevolgd tot 169 sigaren
over 1935; van 317 cigaretten over 1926,
behoudens enkele gevallen van teruggang,
tof 475 cigaretten over 1935.
Het tabaksverbruik per hoofd der be*
voiking is daarentegen iets afgenomen, over
de jaren 1926 lOt en met 1933 bedroeg dit
gemiddeld 1.5 K.G. en over de jaren 1934
en 1935 gemiddeld 1.3 K.G.
De totale verkoopwaarde vermeerderde
van ruim f 152; mülioen in 1926 tot ruim
f 183 millioen in 1930, waarop dalingen
zijn gevolgd tot bijna f 128 millioen in
1935. Deze sterke daling is in hoofdzaak
veroorzaakt door het grootere gebruik van
goedkoopere soorten sigaren,, cigaretten ep
tabak, waartegenover ©en sterke teruggang
van de duurdere soorten staat.
Van Ko van den Rand „aan zijn Oom
die in de stad woont en voor het laatst
op hei eiland geweest is bij de door>
*>raak van Strien in 1895.
no. 65.
Waarde Oom,
U weet nog wel Oom het vorige jaar was
ons buurdorp St. Annaland erg in o;p*
spraak, tot zelfs in de kranten.
Wat 'heeft men toen dat mooie dorp
roch naar voorgesteld, eigenlijk zooiets als
een verzameling van krotwoningen, van on*
bewoonbaar verklaarde woningen, terwüji er
maar één op 'theele dorp te vinden is. On*
gelukkige menschen moesten gekiekt worden
om de mensdien een voorstelling te geven
van de binnenlanden van Tholen, alsof
het er een ontzettende griebus was. Ont*
zettende overdrijving door de socialistische
krant de „Voorwaarts."
Toen schreef diezelfde krant: „Brengdie
mensdien het socialisme en er komt be*
schaving." Nu Oom daar is aan gewerkt
hoor. Zoo ongeveer op dezelfde vv5jize als
met de Italianen in Abessinië. Och die arme
z^varten z'ijn daar ook ^o onbesdhaafd.
Dat zal Mussolini wel opknaipipen. En de
Die voor onsi aan het kruis gestorven is!
O, als gij slechts nu en dan naar de mijnen j
wildet omzien, zou ik veel gemakkelijker
kunnen sterven! De kleine Marie heeft haar
Heiland reeds lief!"
Crawer beloofde alles te doen wat hem
mogelijk was, troostte en versterkte de ster*
vende met teksten uit de Heilige Schrift,
bad met haar en smaakte de vreugde, dat zij
zeer Kalm werd en zich met haar geliefde
betrekkingen getroost in de handen van haar
Heere en Heiland overgaf. Hij verliet haar
met bevredigend gevoel, dat, al had hij ook
weinig voor haar lichaam kunnen doen,
het hem toch vergund was gevreest, de
stervende te helpen, door te trachten haar
laatsteii) moeüijken gang door het donkere
dal des doods lichter te maken.
Nog; in dien zelfden nacht ging zij naar
Huis met de woorden: „Ik vrees niet, neen.
Hijl is bij mij', Samuel, zeg aan den dokter,
dat ik naar Jezus ga, Die mij in genade
heeft aangenomen. Zijn bloed heeft mij
rein gemaakt van al mijn zonden."
Het blijde gevoel, waarmede Crawer naar
ziJn woning terugreed, werd zeer getemperd
toen, het gezicht van de daar zoo vreed*
zaamj liggende stad, van de door de stralen
der avondzon vergulde, met koper gedekte
kathedraal, met haar hoogen toren en de
vel© torentjes, hem onwillekeurig een ver*
gelijking deed maken met. het lieflijk beeld
van dezen vredigen avond en deze uitwen*
dige heerlijkheid.
Hoe kon te midden van de duisternis,
Italianen brengen er beschaving met z^v;arte
troepen Askari's, bommen, geweren, kanon*
nen, vliegmachines, verstikkend mosterdgas
enzoovoort.
Ook de Sint*Annalanders is beschaving
b'ijgebradht. Helaas uitte deze zidh op bar*
baarsche wijze. Zooals voor meer dan een
halve eeuw op die boerenkooipdag bij' B. in
de welhoek. Het socialisme is te Sint*Anna*
land gekomen. Ook de beschaving, want
dat was immers beloofd. Sint*Annalan'd is
in het bezit van een socialistischen landar*
beidersbond.
Niet zoo maar in eens. Neen het moest
een neutrale bond zijn. Zoo is het voor*
gesteld en zoo geloofden het ook de men*
schen. De ware aard van den bond moest
niet blijken. Dat zou maar afschrikken en
het doel onbereikbaar doen zïjn. Onder
neutrale naam dus. Evenwel een zonder*
linge neutraliteit. Dat ondervond allereerst
de Christelijke School. Toen werd het mas*
ker al eenigszins afgelicht en kon men de
wari aard leeren kennen. Kon men zien
waar het om te doen was. Doch hoe het
met die neutraliteit staat zal nader blij*
ken. Getradht zou worden een afdeehng
van den Christel'jjken bond op te richten.
De voorzitter van de afdeeling Oud*Vosse*
meer een zekere Jeroense, zou die oprichting
bewerkstelhgen. Daartoe kwam hij op ze*
keren avond naar St. Annaland om voor
genoodigden te spreken. Zoo waren de (plans'
nen. Evenwel de man is gekomen, maar
de hoorders kwamen niet. Verhiiiderd, op
wat ongewone wijze. Hun gaan naar de lo*
kaliteit waar de man van de Christelijke
organisatie zou spreken, werd eenvoudigweg
belet. Een groote massa mannen, opgestookt
natuurijk, anders is dat Sint*Annalandsdhie
volkje zoo kwaad niet, maakte het vergade*
ren onmogelijk. En de politie, vraagt U
misschien Oom. Die stond machteloos. De
spreker had dus geen gehoor. Hij kon dus
onverrichterzake weer naar huis gaan. Kon
gaan ,neen Oom, hij kon niet gaan, ,het
werd hem belet op hardhandige wijze.
De opgeruide mannen vielen olp hem aan.
En het ging er niet lui toe. Was hij maar
in de auto. Eindelijk gelukte het hem. Ge*»
trapt, geslagen, gestomipt, wist hij eindelijk
de auto te bereiken. Maar hij Was gekneusd.
Nu terug naar Oud*Vossemeer. Maar dat
ging nog zoo gemakkelijk niet. De opge*
ruide mannen hadden een strategie toegepast
van afzetting der wegen. Ze hadden de we*
gen naar Oud*Vossemeer afgezet, zoodat hij
als een rat in de val zat. Eindelijk werd een
maas in het belegeringsnet gevonden, een
onbewaakte weg waarlangs naar Oud*Vosse*
meer kon worden gereden. Zie Oom zulke
vruchten heeft men te St. Annaland geplukt
van aijn neutrale organisatie.
Droevige toestanden. Och dat het Sint
Annalandsche volk van die verkeerde we*
gen terugkwam.
Sint*Annaland heeft betere dagen gekend
waarin de bewoners van zijn nieuw vader*
lan'd gezeten waren, vrede en vreugde in
de harten wonen! In hoe schrille tegen*
stelling, tot de uit* en *inwendige schoon*
heid der kathedraal stond hetgeen deze ver*
Hinde menschen godsdienst noemden. In*
plaats van een huis Gods, een huis des
Heerenj te zijn, was het oude, eerwaardige
gebouw eigenlijk niets anders dan een af*
godentempel, inplaats van een Bethel.
Tehuis gekomen, trof hij' Miretown aan,
die reeds een tijdlang op hem gewacht had.
De wederzijdsche begroeting was zeer harte*
lijk. De jonge edelman bleef echter niet
l^ng,, want hij moest nog een langen weg
afleggen,, en was het reizen in die tijden
op een eenzamen landweg reeds niet zonder
gevaar,, hoeveel te meer moest dit het geval
zijn bij nacht.
Dtó gewichtigste zaken werden dan ook
kort besproken en nadat Crawer inlichtin,,
gen ingewonnen had omtrent David van
Dunmore, deelde hij den arts het groote
nieuws mede, dat koning Jakobus het voor*
nemen had in de volgende week te St. An*
drews, te komen, om zijn ouden leermees*
ter, bisschop Henry Wardlaw, een bezoek
in» zijn bisschoppelijk paleis te brengen en
tevens) zich persoonlijk van den bloei der
universiteit te overtuigen. „Dan zal er na*
tuurlijk een groot feest zijn," voegde Mire;*
town er aan toe, en nadat hij onderzoekend
zijn blikken naar alle zijden had geslagen,
om zich te overtuigen, dat er niemand in de
nabijheid was, ging hij voort: „Zonder
vroeger. Toen het volk ziidh schaarde als
één man onder 'sHeeren Woord.
En de Heere er veel van zlijn volk wonen
had. I
Een volk zonder 'sHeeren Woord is erg,
zoo sprak vriend Arjaan van Smerdiek on*
langs, maar een volk dat verlicht is geweest,
maar zich afkeert van 'sHeeren Woord,
beneden het heidendom.
Wordt overgegeven aan de verharding
des harten.
Dat ons volk terug mocht keeren tot
's Heeren inaettingen, het zou er wel bij
varen.
Niet in den weg van organisatie van de
bonden oom, maar van een breken met de
zonden is verlenjging van vrede en voor*
spoed te verwachten. Nu oom voor ditmaal
genoeg.
Volgende week moet ik u eens schrij'ven
over een zonderling ingezonden stuk, dat
vriend Arjaan me lezen liet.
Nu Oom de hartelijke groeten hoor:
Je neef
Ko van de Rand.
Men schrijft ons uit Tholen.
Met de-vissdierij wU het nog maar niet
vlotten. De Ooster Schelde sAij'nt arm aan
visch te zijn dit jaar. Ook het warme weer
brengt daarin nog geen verbetering. Voor
de haring is het seizoen verloopen. Ook
met de botvangst gaat het niet op de Sdielde.
Ruim een tiental vaartuigen nemen daaraan
deel ,maar de vangsten blijven meestal be*
neden de 100 pond 'per vaartuig. De enkele
scheepjes op het Haringvliet bereiken wel
loonende vatigsten.
Kreeften worden ook niet veel gevangen,
vorige week nog geen 200 in totaal. De prijs
is gedaald 'tot f 1.30 per K.G.
Ansjovis vertoont zich ook zeer weinig.
Het staat te vreezen, dat deze tak van vis#
scherij ook slecht zal zijb.
zijn van de allerbeste
^B#*a. kwaliteit, Alles lialf trans-
^^^Ajy^^^ port, onverwoestbaar,
I^^Mj \^^3 r o e s t V r ij gelakt, ver-
\li^ chrootnd nikkel.
Wij leveren van fabriek aan verbruiker.
Onze prijscourant gratis olpi aanvraag.
„BENZO" RIJWIELFABRIÈK
Vlaardingien Telefoon 474
opzie» te verwekken, zullen Lindsay, Hu*
me, Campbell en anderen mij vergezellen,
en wanneer ge een uurtje over hebt om
ons uit het Evangelie voor te lezen, zouden
wij gaarne, als het donker gewoiden is,
door de achterdeur in uw huis komen. Als
gij eens wist hoe wij steeds naar die voor*
lezingen verlangen! Dé geschiedenis van den
moordenaar) aan 't kruis kan ik maar niet
vergeten. Wilt gij ze mij nog eens voorle*
zen, dokter Ik moest mij eigenlijk niet
langer ophouden, maar ik zou ze zoo graag
van buiten leeren."
Crawer* haalde zijn boek van onder zijn
gewaad, tè voorschijn en las de woorden:
„En hij zeide tot Jezus: Heere, gedenk mij*
ner als Gij in Uw Koninkrijk zult geko*
meii zijn. En Jezus zeide tot hem: Voor*
waar, voorwaar zeg ik u, heden zult gij
met Mij in het Paradijs zijn."
„Heden," fluisterde de jonge edelman,
„waar, blijt. hiermede de leer van het va*
gevuur? Waar is zij?"
„Alleen in de verbeelding," antwoordde
Crawer. „In het geopenbaarde Woord Gods
bestaat zij niet. Maar ik mag u niet langer
ophouden. Leef' wel. De Heere zij met u!
Houd niet op met bidden, dat Hij u en dit
uw land, 'door Zijn Heiligen Geest ver*
lichten, en in alle waarheid leiden moge!
Ik verwacht u en de overige vrienden op
den bewusten feestdag."
(Wordt vervolgd.)