Eilanden^nieuws
EXCELSIOR
De Boheemsche
y Dokter,
BINNENLAND
Rljwielfabrlek „Excelsior"
2e Blad ZATERDAG 25 APRIL 1936 No. 731
>l
SS
iirnininiDiiniiiniiiuiiiiiiiiiiiifliiiiiiiiüiiiiiiiu^
HALFTRANSPORT RIJWIELEN
VLAARDIII6EN TELEFOON 632
Nagelaten, nooit ^uitgegeven ge
dichten van wijlen de Heer
A. de Vlieger.
Visscherij-bericht
e^R. WEEKBLAD op GER. GRONDSLAG vooi de ZUIDHOLL. en ZEEUWSCHE EILANDEN
Uitgave ven de N.V..EiUn<len-nieuw«', Gevestigd te Middelharnis, Tel. 17 Giro 167930 Postbna8
Automobiliste^ weer zwaarder behst
Het goud van de Lutine Nederland
weerbaar Het cadeaustelsel De
Ned. Ambulance naar huis. Korte
berichten.
Het voorloopig verslag van de Eerste Ka*
mer voor de financiering van den versnel*
den bruggenbouw, is een dezer dagen ver*
schenen. Zooals bekend, zal de financiering
plaats vinden door een verhooging van
de tijdelijke heffing van het bijzondere
invoerrecht op benzine.
Volgess het voorloopig verslag zou het
ontwerp met betrekkelijk groote instemming
zijn ontvangen, ondanks de vele bezwaren,
welke het aankleven. Eenstemmig' wordt ge*
wezen op het bez\vaar, dat de regeling we*
derom een verzwaring van de op den auto*
mobilist reeds drukkende lasten inhoudt.
Maar, overweegt het grootste deel der Ka*
merleden, de versnelde bruggenbouw is van
zoodanig belang voor ons volk, dat ieder
bezwaar, hoe groot dit ook z'ij, terzijde
moet worden gesteld.
Het Wet er dus: wei naar uit, dat het.
ontwerp er door zal komen, alle automobi*
listen ten spijt. Maar vergissen wij onsi
niet, dan zal het niet gaan zonder vele
en gerechtvaardigde protesten van deze
caitegorje onzer bevolking. Want inderdaad
is de automobilist al zoo zwaar belast, dat
er maar heel weinig meer bij kan.i Zeker,
hêt gaat hier om een bestrijding van! de
lenorme werkloosheid, maar mag. deze ten
koste gaan van een groep der bevolking?
Laten we toch niet vergeten, dat automo*
bilist niet meer identiek is met kapitalist!
Dat talrjjke kleine expediteurs van den
vroegen morgen tot den laten avond bezig
zijn een schamel stuk brood te Verdienen.
Deze menschen nóg zwaarder belasten zou
glelijk staan met hun het laatste stuk brood
uit den «mond te halen.
Wel is waar heeft den automobilist ook
voordeel van een grooter aantal bruggen,
maar die voordeelen zinken bij de nadeelen
in het niet. Het niet meer behoeven wachten
op een pont, Is het relatief voordeel,, daar
het pontgeld vervangen zal worden door een
bruggengeld
Bovendien is- er nog een ander bezwaar,
dat dient te worden aangestipt. Juist in ver*
ban'd met de verbetering der wegen, heeft
de binnenscheepvaart een niet onaanzienlij*
ken knak gekregen, waardoor zij, mede door
den nood ter -tijden, in een alles behalven
gunstigen toestand verkeert. Zou door het
bauwen van nieuwe bruggen de binnen*
scheepvaart nog'niet harder terugloopen?
Alvorens het ontwerp tot wet wordt, moet
deze kwestie nog eens onder de oogen wor*
den gezien.
Het goud van de „Lutine" is nog altijd
niet gevonden. Het pogen van de firma
Drost en Doeksen te West*Terschelling om
met een duikertoren de goudstaven uit het
wrak op te diepen, kan als mislukt worden
beschouwd. In November a.s. moet de con*
cessie tot het bergen van de goudschat ver*
nieuwd worden. Hebben zij het dan nog
niet gevonden, zal vermoedelijk Ide toren van
Beckers plaats maken voor een nieuwere uit
■vinding „de z.g. iandzuigtank" van den
Rotterdamschen machinebankwerker Tj. Stob»»
be, die met den bekenden duiker Jan van
Drimmelen een aanval op de „Lutine" wil
doen.
Het toestel moet aan een schip worden
bevestigd en kan zich diep in den grond
Wegzuigen. Duikers dalen dan in de tank
af om het wrak^edeelte te onderzoeken.
De tank kan vervolgens gemakkelijk uit het
zand worden losgetrokken, ztoodat het in
korten tijd mogelijk is verschillende deelen
van het wrak te onderzoeken. Een bekend
Rotterdamsch ingezetene moet het zaakje
financieren.
Of men toch tuk op het goud is! De
duiker Jan v. Drimmelen is nota bena 68
jaar oud en toch wil hij nog een poging
wagen! In 1894 heeft v. Drimmelen ook
reeds op het wrak met zuigers gewerkt.
Toer. werden geen goudstaven maar wel
vele goudstukken, gevonden. In 1904 was
de zandlaag op het wrak reeds- 31 voet.
Men kan dus nagaan, hoe het er nu, in
1936 op den zeebodem uitziet. De krasse dui*
ker is vol geestdrift over de onderneming,
al gaat het met levensgevaar gepaa'rd.' Een
waarzegster te Ymuiden zei hem, dat hij
de goudstaven wel zou vinden, maar dat
hef zijn dood zou zijn. Blijkbaar heeft al*
leen het goud hem te pakken, maar aan het
uur van zijn-dood denkt hij niet
„Nederland Weerbaar."
Op hef congres „Nederland Weerbaar"
heeft zich na afloop van de redevoeringen
van kolonel Alting van Geusau en kapitein
luitenant ter zee Doorman een heftige dis*
cussie ontsponnen.
Echter gaf .niet elke opmerking aanleiding
tot debat, zoo bijvoorbeeld de stelling van
Generaal Snijders, dat ongeveer twee derde
van onze jonge mannen buiten de weer*
.macht blijft. Hijl noemde hef een schande*
lijke toestand, dat een zoo belangrijk deel
van. cfcisi Volk zidh van de weermaeht; niets'
aantrekt. Hij bepleitte dan ook warm alge*
meene weerplicht.
Bovendien was Generaal Snijders van mee*
ning, dat ook de economische en moreele
weerbaarheid dient te worden verzorgd. Hier
voor wilde hij doen instellen een weerbelas*
ting.
Vanzelfsprekend was kolonel Geusau het
met de eerste opmerking van Generaal Snij*
ders eens. Ook hij noemde den algemeenen
weerplicht in het belang van het volk en de
weerbaarheid van het volk, maar het stand*
punt, dat Generaal Snijders innam in ver*
band met de weerbelasting, kon hij niet
deelen.
Welke 'practische gevolgen het congres
„Nederland Weerbaar" zal hebben is niet
iglemakkelijk te voorspellen,^ jnaar in ieder
geval is het gehouden op het goede oogen*
blik, in een tijd, waarin een ieder overtuigd
is van de groote spanning op internationaal
gebied.
HET CADEAUSTELSEL.
Jaarlijks wordt voor f 25 milUoeji
aan den omzet van den Ned. Micl=-
'denstand onttrokken.
De Commi.ssie var. Overleg der drie Ne*
derlandsche Middenstands*bonden heefteen
nieuwe publicatie over de toepassing van het
cadeaustelsel hier te lande rondgezonden.
In dit geïllustreerde geschrift wordt dui*
delijk gemaakt, dat de cadeaugevende firma's
in belangrijke mate buitenlandsche producten
als toegift*artikelen in omloop brengen en
dat 'er een merkwaardig verschil bestaat
tusschen hun bedrijfspolitiek vóór en na
de verklaring van den minister van Handel,
inzake zijn standpunt t.a.v. het cadeaustelsel.
Nauwelijks bleek, dat de Minister zich nader
over een eventueele wettelijke regeling bera*
den wilde, of de liefde voor Nederlandsch
fabrikaat bleek verdwenen.
In het geschrift wordt uiteengezet da,t
jaarlijks voor f25 millioen door het cadeau*
stelsel aan den omzet van den Ned. midden*
stand wordt onttrokken.
De Nederlandsche Ambulande komt
naat huis.
19 Mei a.s. denkt onze Nederl. Ambulan*
ce welke reeds uit Addis Abebft is vertrok*
ken, te Rotterdam aan te komen, dank zij
de medewerking van de Rotterdamsche Lloyd
die voor de terugreis een gunstige gelegen*
heid heeft gearrangeerd. Onze landgenoo*
ten zullen de thuisreis maken vanaf Djibouti
met de „Palembang."
Al het materiaal van de Ned. Ambulance
dat in Dessie en Guoram aanwezig is, moet
in handen zijn gevallen van de Italianen.
Een vertegenwoordiger van het Internatio*
nale Roode Kruis bewaart er echter hef
toezicht op.
KORTE BERICHTEN.
De gjasfafcriek „Leerdam" vraagt
surseance aan.
Om werkgelegenhe'd te beihouJen.
Het bestuur van de glasfabriek „Leer*
dam" heeft Woensdagmiddag een voorloopi*
gef-'aanvrag; tot surséance van betaling aan*
gevraagd, waarop waarschijnlijk spoedig zal
worden beslist.
Deze aanvrage is ingediend om de moge*
lijkheid te openen het bedrijf voort te zet*
ten op zulk een wijze, dat da lasten, die
op het oude bedrijf rusten, daarvan worden
weggenomen.
DE ONGEREGELDHEDEN TE
AMBT»HARDENBERG.
De veroöideelin^, van den ouid=bur=
gemeester e,n den oudsontvanger.
Voor de Almelosche rechtbank stonden
heden terecht de oud*burgemeester H. A.
W. en de oud*gem.*ontvanger H. B. van
Ambt***Hardenberg, tegen wie wegens ver*
duistering twee jaar gevangenisstraf was ge*
ëischt door den officier van justitie. De;
rechtbank beeft thans uitspraak gedaan en
den oud**burgemeester veroordeeld tof IV2
jaar gevangenisstraf en den oud*ontvanger
tot 1 jaar gevangenisstraf met aftrek van
voorarrest.
met torpedonaaf, nikkelen deelen ver
chroomd, nu slechts f 29,— met drie
jaar garantie. Alle Rijwielen ia onze
eigen fabriek vervaardigd. Bestel nu
rechtstreeks
in leven Burgemeester van Herkingen.
(Schrijver van het bekende boekDe Vlaam
sche Passementwever).
21. Viel ik maar onder God ter neer
Dan kwam voorzeker vrede weer
Want zonder onderworpenheid
Is mij een treurig lot bereid
In God is slechts mijn heil en eer
Mijn sterke rots, mijn tegenweer
Hij' maakt het goed met wat Hij wil
Mogt ik maar zijn ootmoedig stil.
22. Want zonder God gedijdt mij! niets
Mijn streven blijft ontbloot van iets
De Heere is God, die alles schenkt
Die steeds aan Zijne, Kind'ren denkt
Mogt ik gedwee en stille zijn
Dat w'as zeer zeker medicijn
Van ziel en ligchaam te gelijk
Dat maakte mij gezegend rijk.
23. O! was 'k maar ootmoedig stil
Geheel gekeerd naar 's Heeren ^vil
Gaf ik mijn zaak is 's Heeren Hand
Dat Was het vaste onderpand
Van 's Heeren heil en zoete vree
Dan, 'was 't mij goed,- hoe God ook .deê
O, Heere! schenkt mij U\vi gena
Dat 'k steeds op Uwe wegen ga.
HET GROOTE PRINS=EU GEN=FEEST TE WEENEN,
Op de 200*jarigen sterfdag van den
Eugen van Savorien werd in Weenen een
gasten bevond zich een vertegenwoordiging
feestelijkheid op de Helden Plaats in Ween
Schuschnigg, Viffe*Kanselier Stahremberg e
Compagnie. Achter hen ziet inen, achter
ver.tegenw oordiging.
grootsten heerscher van Oostenrijk, Prins
groote parade gehouden. Onder de erre*
van Duitsche officieren. Men ziet hier de
en. Bondspresident iMiklas, Bondskanselier
n Generaal Zehner gaan langs de Schrenk*
de andere vertegenwoordigers, de Duitsche
24'. Schenkt mij o Heer! Uw Heil'gen Geest
Ik vierde nog deez' ^^eek dit feest
Dat van dat groote heil getuigd
Daar 't ware volk voor nederbuigt
Uw Goedheid gaf mijn ziel genot
Op 't Pinksterfeest waart Gij mij tot
Een sterkte voor mijn droeve ziel
Toen Uw gena van boven viel.
25. O! viel mij veel die gunst ten deel
Doorwrocht door Uwen Geest geheel
Wil mij voor U in 't stof doen zijn
O Heer! maak mij ootmoedig klein
Trek mij in Jezus Uwen Zoon
Gestadig tot Uw Hemeltroon
Opdat ik voor Uw Naam dan leef
En U voor eeuwig d'eere geef.
26. O God! die mij ten schilde zijt.
En mij voor alle ramp" bevrijdt
Aanschouw mij. dan in Jezus bloed
Schenk nuj in Hem dat eeuwig goed
Want GSj o God, zoo goed en mild
Zijt t' allen tijd een zon en schild
Welzalig Heer, die op U bouwt
En zich geheel aan U vertrouwd.
w.g. Anth. de Vlieger.
Burgh 18 M^i 1880.
VERVOLG VAN 18 MEI 1880.
1. Na achtten Mei nam zwalcheid at
Zoo dat ik mij op weg begaf
En reeds een kleine wand'ling deê
Ook buuren ging Hj Neef op stee
En 't vuil uit mijnen tuin ging wiên
Met lange schrepel mogt 'tgeschiên
Het krommen van mijn rug niet ging
Dat is voor mij, een lastig ding.
2. Ik meende nu, ik Was gezond,
In 't laatst der week mijn lust ook vond
Te wandelen in bosch en beemd
Misschien heb ik te veel geteemd
Want Zondags Was 't mij heel verkeerd
Mijn ligchaam was geheel verzeerd
Die 'n dag van drie entwintig Mei
Kreeg ik een erge pijn der zij.
3. Dien dag was mij een droeve dag
Mijn ligchaam ziek, ter neder lag
Gefolterd door veel pijn en smart
In buik en borst tot onder 't hart.
Op 't eind des daags veel gal ontlast
Maar pijn en smart, bleef even vast
Een zware koorts kwam daarna op
Ter middernacht was pijn ten top.
4. Het Was niet langer te weerstaan
Men moest nu, om den Doctor gaan
Die spuite tusschen 't buikvlies heen
Morphine 't drong door al mijn leen
De pijn daar door geleenigd is
Maar slapen neen, dat was nog mis
Ik bleef nog eenige dagen wtak
Gezondheid had een heele knak.
5. De vrees die jaagde mij nu aan
Dat 't spoedig zou zijn afgedaan
De -vrees des doods, die dreigde mij
Het ligchaam nog van koorts niet vrij
Wat karnemelk was toen mijn drank
Met koude thee, zelfs dagen lang
Dat bracht mij werkelijk op de been
Met pillen telkens daar door heen.
6. Nu ben ik weer zoo ver hersteld
Dat ik tnet stille hoop vermeld
'kEerland wel weer gezond zal zijn
'k Ben haast nu vans de medicijn
Ik kreeg nu pas ook een bericht
Wat Dale voor mij heeft verricht
Daar hij mét Klem gerekend heeft
Dat mij een groote ruste geeft.
7. Ik was bevreesd voor schurkerij
De Klemmen zijn wat al te vrij
Dat was mijn vrees reeds weken lang
Dat maakte 't mij somtijds wat bang
Maar 't is nu goed ten end geraakt
Ik heb vergeefsch mij bang gemaakt
De Heere heeft mijn been verhoord
En Klem is in zijn plan gestoord.
8. Nu wacht ik stil, detoekomst a£
De Heere is God, die alles gaf
Gezondheid, eer en ongeval
Het Godsbestuur gaat over 'tal
Hij leidt mij, naar Zijn Raad en Wil
Mocht ik ootmoedig rijn en stil
De Heere is God, die 'tal regeert
Die mij in heel mijn Weg beheerd.
Burgh 4 Juli 1880.
A. d. V.
THOLEN.
Men schrijft ons uit Tholen.
De verzending van mosselen is afgeloo*
pen. Niet minder dan 12.720.000 K.G. mos*
selen zijn verzonden. Dit bedrijf is dit jaar
nogal meegevallen.
Overigens is de visscherij momenteel zeer
slecht.
Botvisscherij beteekende niets, een enkele
had slechts enkele exemplaren.
In de weervisscherijen wat panharing,
maar allerminst overvloedig.
Kreeften werden ook weinig gevangen.
Nog geen 100 stuks.
Het gure, koude weer doet aan de vis'
scheriij veel schade.
Een Verhaal uil den tijld der Lótiatdm.
4.
Op David, die, evenals zijn zuster, met
hun tweede moeder in het ouderlijk huis
gekomen Was, oefende zij een grooten in*
vloed uit. Eén woord, één smartelijke blik
der jonge moeder vermochten aanstonds een
heftige uitbarsting van zijn toorn te stillen
en hem berouwvol tot haar te brengen.
„Ach, moeder, kijk toCh niet zoo droevig.
Het spijt mij zool" sprak hij gewoonlijk,
nam het misschien zoo pas toornig wegge*
worpen boek weder op en begon opnieuw
te leeren. Zijn leermeester, de waardige huis*
geestehjke Sir Thomas Godwin, had dan ook
wel reden om den dag te zegenen, waarop
Lady Louise op het kasteel gekomen was.
De tweede moeder werd niet minder door
Margareta bemind. Tot dien tijd had zij
slechts nu en dan omgang gehad met eenige
buren, geen wonder dus, dat de vriendelijke
en lieftallige dame, die haar vader zijn gade,
noemde, haar een, prinses geleek, die uit
een wonderland tot haar gekomen was. Mar*
gaoteta zelf was overigens evenmin vanj
schoonheid misdeeld en maakte door haar
verschijning een aangenamen indruk.
De slotheer was volkomen het beeld van
een echten Schots'cihen edelman van die
dagen. Hij had zijn kinderen harteliijk lief,
was e en trouw echtgenoot en een goed va*
der. De leermeester van zijn zoon was tevens
ook de geestelijke, van het huis. De Ave
Maria's werden op het kasteel niet' verge*
ten, de kralen van den rozenkrans trouw
getelid, de mis slechts in het geval van den
grootsten nood verzuimd. Het meerendeel
der huisgenooten trachtte overeenkomstig de
voorschriften van den godsdienst te leven.
Thans was Margareta afwezig; reeds se*
dert een jaar verkeerde zij als gas^ bij fa*
miliebetrekkingen in Engeland, in de nabij*
heid van York, doch zij werd nui binnen*
kort terugverwacht. Gedurende haar afwe»
zigheid had de geboorte van een dochtertje
in het vaderlijk kasteel groote vreugde be*
reid, maar helaas had zorg voor den ge*
zondheidstoestand van den toekomstigen erf*
(genaam van Dunmore de vreugde over de
jonggeborene zeker getemperd. David was
zelden zonder pijn in de zijde en leed bo*
vendien aan een drogen hoest. Toch was hij
dikwijls zoo vroolijk en voelde zich zóó
wel, dat hiji niet begrijpen kon, hoej een
weinig hoesten iets te beteekenen kon heb*
bien.' Wel kont hij niet loopen en' jagen)
g^ijk vroeger, verhief zich Mj het rijden
aanstonde de oude pijn en gevoelde hij' zich
nu en dain zoo moede en afgemat, dat hem
het leven een last scheen geworden te zijn,
en dit |had hem dus wel moetenj zeggen,'
dat zijn toestand niet zonder gevaar was.
Ook op dezen dag, waarop hij met zijn
zju^e heengegaan was om haar op den rug
van Roger, den grooten huishond, te laten
rondrijden, voelde hij zich spoedig zóó af*
igiematj dat hij! in huis ging en zich neerlei
op den met biezen bestrooiden vloer van
zijn kamer. Zijn wangen gloeiden, het adem*
halen viel hem moeilijk. Nadat hij eenigen
tijd gelegen ha,d, stond hij op, ging naar het
smalle venster en zag naar buiten. De neivel
was intusschen zoo dik geworden, dat hijl
wel de bruisende golven der Noordzee hoo*
ren, maar de zee zelf niet zien| kon. Hoe
donker zag alles er buiten uit!
In gedachten verzonken, stond David
Dunmore voor het venster. Zag zijn leven
er niet evenzoói donker uit als de^ grauwei
nevel? Moest hij, sterven? Deze gedachte
zjou zeker niet bij hem opgekomen zijn,;
wanneer hy niet den vorigen avond onge*
merkt getuige was geweest van een gesprek
tusschen zijn vader en zijn trouN^en leer*
meester Thomas God\«, en duidelijk deze
woorden van laatstgenoemde verstaan had:
„Wij mogen niet vergeten, dat David's moe*
der aan de tering gestorven is." Waren dan
die pijn in de zijde, dat hoesten,, teekenen
van dezelfde kwaal? Zoo dacht de peinzen*
de, en bij verder nadenken, dat zij reeds de
voorboden konden zijn van een vroegtijdi=
gén dood,, bleefde hij en prevelde de woor*
iden: ,i,Heilige Maagd, red mij! Och, als: ik
het maar wist! Maar alles is zoo ^donker, zoo
onzeker; alles met een donkeren sluier be*
diekt, evenals de nevel den hemel omf=
floerst alles donker!"
Arnie knaap! O,, wist gij het maar,^ dat,
evenals de nevel daarbuiten van beneden op*
stijgt, terwijl daarboven het heldere licht
straalt, evenzoo boven de duisternis, welke
door de leer uwer kerk uw arm hart en uw'
in donkerheid gezeten land bedekt, Jezus
Christus, de Zonne der Gerechtigheid, straalt
en oolk' in uw hart Zijn lichtstralen zenden
wil!
Eensklaps werd de peinzende in zijn ern*
stige gedachten gestoord, en wel door het
van de jacht terugkeerende gezelschap. Nau*
welijks hoorde hij het paardengetrappel en
hondengeblaf, of hij haastte zich naar bui*
ten, informeerde of de valken zich goed ge*
houden hadden en streelde de dampende
paarden. Toen hij zonder hoofddeksel, en
niet lettende op den reigen, daar stond, legde
heer Godwin zijn hand op zijn schouder
en zeide met vriendelijken ernst: „David, het
was beter, dat gij bij zulk weder niet buiten
stonidt. Gij zijt verhit, kom mee naart bin*
nen!"
,;,Wat bfeiteekent dat?" antwoordde de
knaap ongeduldig. „Denk gij dan, Sir Tho*
mas, dat ik een meisje ben, dai| koude en
regen vreest? Vader, mag ik niet blijven?
Ik zou een goed soldaat worden, als ik eiken
dag, waarop de zon niet scheen, in, mijn
kasteel moest blijven!"
De vader zag zijn zoon aan. Wel) gloei*
den diens wangen en oogen, maar de sterke
kirijgsman, die het woord ziekte niet anders
dan byj' name kende, hield de vrees zijner
echtgenoote en die van den waardigen gees«
telijke voor louter inbeelding.
„Werkelijk, Sir Thomas, het is wel wat
hard, den knaap naar binnen te jagen om
een bieetje .regen. Hij ziet er goedi. uit en
heeft zulk een gezonde kleur. Kom David,
spring o;p en breng Le Roy naar den stal!"
Nauwelijks had de slotheer deze woorden
igieizlegid, of David zat reeds in het zadel en
reed met het moedige ros weg.
De trouwe, bezorgde leermeester waagde
nog eens zijn waarschuwende stem te doen
hooren. „Werkelijk, heer, gij weet niet, hoe*
veel onheil uw verlof stichten kan," sprak
ihij bezorgd. „Meer nog dan dat mijn Itev'
ling mijn gezag gering leert schatten, be*
klaag ik de gevolgen voor zijn gezondheid
die, geloof mij gerust, bedenkelijker is dan
gij vermoedt."
„Gelooft gij dat werkelijk, heer Thomas?"
ivroeg de slotheer. „Ik zie niet in, dat hem
iets mankeert. Hij groeit wat sterk. Maar ik
zal hem laten roepen."
„Lindsay" dit zeggende keerde hij zich
tot den daarbij staanden rijknecht, „zeg
(den jongen heer, dat hij niet langer in den
stal mag Mijven, Sir Godwin wacht op;
hem." „Ha, (daar komt een welkome gast,
Miretown van Miretown!"
Op hetzelfde oogenblik w^d hoornge*
schal vernomen, de poort geopend en een
slanke, jonge man reed binnen. Zijn groet
was hartelijk, zijn voorkomen beleefd en wel
gemanierd.
(Wordt vervolgd.)