CmWECKBLADopGEaGnoriDSLAG vööoDlZUID-HOLLEriZEEUWiCIIE EILAHDEn
EERSTE BLAD
STICHTELIJKE
OVERDENKING
8e Jaarf{an«|
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1935
No 657
N.V. Uitgeversmaatschappij «Eilanden-nieuws
Uit het Kijkvenster
MET MEDEWERKING VAN VOORAANSTAANDE NIERVORMDE EN GEREFORMEERDE PERSONEN
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
De Goddclüke hondstrouw aan
Z^n verlaten Sion toegezegd.
Alzoo spreekt de Heere, om daar
door het onveranderlijke van Zijne
liefde en trouw jegens Zijn volk
uit te drukken. Welk een bange
tijd, welk een ontzaggelijk oordeel
in de dagen van Noach. God twist
te alstoen in grooten toorn en ver
delgde het menschelijk geslacht
door de wateren van den zond
vloed. Maar God gedacht aan No
ach. Toen Hij de wateren van den
zondvloed had weggenomen van
de gansche aarde, deed de Heere
een belofte en verbond Zichzelven
door een plechtig verbond, dat Hij
de aarde nooit meer zou verder
ven door de wateren. Tot een tee-
ken van Zijne getrouwheid gaf de
Heere Zijnen boog in de wolken.
En om deszelfs zekerheid en ge-
wisheid wordt dit een eedzwering
genaamd. En nu zegt de Heere tot
Zijn volk.Heb Ik dit gezworen in
Mijzelf, alzoo heb Ik gezworen met
dezelfde onverbreekbare vastigheid,
dat Ik niet meer op u toornen,
noch u schelden zal". Wat diepe
nederbuiging des Heeren. Welk
eene vastigheid van Zijn trouwver
bond. Welk eene onwankelbaarheid
van Zijne eeuwige liefde. Neen,
nooit zal Hij tot verdervens toe op
Zijn volk toornen.
Hoe bijzonder valt de nadruk op
schelden, dat is: een toornige en
richterlijke bestraffing ten verder-
ve. Hoort maar in Psalm 9: ,Gij
hebt de heidenen gescholden, den
goddelooze verdaan." Maar zoo
zal HIJ nooit Zijn volk schelden.
Hij Is met eenen eed daartusschen
gekomen, om met den Apostel te
spreken, Hebr. 6 11, om aan de
erfgenamen der belofte overvloe
diger te bewijzen de onverander
lijkheid Zijns raads, opdat wij door
twee onveranderlijke dingen, (Zijn
verbond en eed); in welke het on
mogelijk is dat God liege, eene
sterke vertroosting zouden hebben.
En alsof dit niet genoeg ware,
geeft de Heere nog een bewijs, hoe
vast Zijne goddelijke hondstrouw
staaf, zeggende: Want bei gen zul
len wijken en heuvelen wankelen,
maar Mijne goedertierenheid zal
van u niet wijken, en het verbond
Mijns vredes zal niet wankelen zegt
de Heere uw Ontfermer." Hoe
vast zijn de bergen en de heuve
len der aarde. En toch, die zullen
wQken en die zullen wankelen. Die
zullen vergaan. Maar vaster staat
de goedertierenheid des Heeren
tot Zgn volk. Goedertierenheid wat
is zij Het is Gods genegenheid
en welwillen om schuldigen te ver
lossen en ellendigen wel'te doen.
O hoe groot is die goedertieren
heid, als wij haar mogen opmerken
in des Heeren eeuwige ontfermin
gen over Zijn volk. Wie is er, die
iets van dezelve gesmaakt heeft,
die niet moet uitroepen,Een vol
le beek van wellust, maakt hier elk
in liefde dronken Die goedertie
renheid is van eeuwigheid tot
eeuwigheid over degenen, die Hem
vreezen. En die goedertierenheid
kunnen we alleen kennen, als we
ons zelf kennen als diep schuldig,
der eeuwige straf waardig en daar
tegenover de openbaring van Gods
genade in Zijn trouwverbond, dat
staat in Christus Jezus. Want toch
de goedertierenheid des Heeren tot
Zijn volk heeft haar bijzonder op
zicht op Gods trouwverbond, dat
God met Christus en in Hem met
al Zijn volk heeft gemaakt. Daarom
is die goedertierenheid de spring-
bron van alle zegeningen, van de
gewisse weldadigheden Davids.
Daarin schittert de heerlijkheid van
's Heeren genade en vrije liefde,
hoe genade zal heerschen door
rechtvaardigheid tot het eeuwige
leven door Jezus Christus onzen
Heere. Want Deze is het, die voor
Sions schuld betaalde en den los
prijs opwoog in Zijns Vaders hand.
En op dit Fundament )s het, dat
de goedertierenheid des Heeren
vaster is dan de bergen der aarde
Dan zingt de grijze Ethan in Psalm
89, dat zij eeuwiglijk zal gebouwd
worden. Zij is in Gods trouw zer
ker, door eedzwering bevestigd en
verzegeld door het bloed des Lams.
Daarom zullen de gunstgenooten
des Heeren eeuwiglijk deelen in
die goedertierenheid of zalige ver-
bondsgunst gelijk de Heere zegt,
dat het Verbond Zijns Vredes niet
zal wankelen. Verbond Zijns Vre
des, zoo genaamd, omdat het den
vrede aanbrengt tusschen God en
Zijn uitverkoren volk door Hem,
Die de eenige inhoud des verbonds
is en van Wien Paulus zoo voor
treffelijk schrijft in den brief aan
de Colossenzen: .En dat Hij door
riem vrede gemaakt hebbende door
het bloed Zijns kruises, doof Hem,
zég'ik, alle dingen Verzoenen zou
tot Zichzelven, hetzij de dingen
die op de aarde, hetzij de dingen,
die in de hemelen zijn." Daarom
wordt van Christus gezegd, dat Hij
is gegeven tot een verbond des
volks, en nog elders, dat Hij is
onze vrede, die deze beide een
gemaakt heeft.
Daarom v/ordt het Evangelie, of de
bediening van het verbond ge
naamd, een Evangelie des Vredes,
waar het vrede verkondigt hun die
nabij en hun die verre zijn. Zoo
is dit dat eeuwig vree-bond, dat
zijn oorsprong heeft niet in voor
gezien geloof en goede werken,
maar in het eeuwig en onverander
lijk welbehagen van een God van
goedertierenheid Waar dit verbond
verheerlijkt wordt in het hart en de
bediening van dit vree-verbond
waargemaakt wordt in het binnen
ste, daar wordt die vrede aange
bracht, die alle verstand te boven
gaaf, die het hart vervult en de
ziel beheerscht. Daar mag Gods
bondsgenoot deelen in zaHgen ver
bonds vrede, als de wezenlijke vrucht
der genadige rechtvaardigmaking,
want, wij dan gerechtvaardigd zijnde
door het geloof, hebben vrede bij
God door onzen Heere Jezus
Christus
En zou dat Verbond des Vredes
nu wankelbaar kunnen zijn Im
mers neen. AI wankelen alle fun
damenten der aarde, hef Verbond
des Vredes zal niet wankelen
Zelfs eens menschen verbond, dat
bevestigd is^ doet niemand te nief,
hoeveel te min zal dan het Verbond
van vree en zaligheid kunnen te
nief gaan. Neen, de Heere gedenkt
Zijns Verbonds tot in eeuwigheid,
des Woords, dat Hij ingesteld heeft,
tof in duizenden geslachten. Hoe
mocht David op zijn sterfbed zich
in dat Verbond des Vredes verlus
tigen. Of was het nief zijn zwanen
zang: „Alhoewel mijn huis alzoo
niet is bij God, nochtans heeft Hij
mij een eeuwig Verbond gesteld,
dat in alles welgeordineerd en be
waard is Voorzeker is daarin al
mijn lust en al mijn heil, alhoewel
Hij hef nog nief doet uitspruiten".
Hef was David gesteld, op- en
aangenomen was bij in dat vree
verbond, en niets of niemand kon
hem daaruit doen vallen. Zag hij
Dat is de troost voor Gods volk
Hun sterkte als zij door droefheid
kwijnen. De Heere treedt Zijn volk
er mede tegemoet om ze op te
beuren. Missen ze den troost er
van voor een wijle, schijnt de hemel
soms donkeris onze ziel soms der
verkwijning nabij, schijnt alles soms
ons tegen te zijn, toch, geen nood
hef is maar voor een oogenblik.
Alle dingen moeten medewerken
ten goede van 's Heeren kinderen.
In een weg van beproeving en lou
tering neemt de Heere gelegenheid
om maar meer en meer plaats te
maken voor het Verbond Zijns
Vredes en onze ziel toe te berei
den, dat ze zich door het geloof
verliezen mag in die eeuwige vas-
figheden van Gods vree-verbond,
want de Heere is en blijft de Ont
fermer Zijns volks, Die hef ook
doen zal.
Ds. B.
De Kabinetscrisis opgelost.
zich graag op sïvaaï
verfóonen met 'n óudec-
wetsch kapothoedje op?
NaluuKlyk niet, dat zou
bespottelijk ouderwetsch slaan.
Neem CMMhis., dat
bleekt WITTER en byt
nooit gaatjes in Uw goed
voor VIJF wasschen 16 d
Voornaamste InhoMcl
Advertentie-prijs 20 cent per regel. Keclimes 40 et; Dleaat-
aanvraeen ea -aanbledlngeii vaa 1—6 regela 80 et.; Boelr-aan-
kondlginelO cent per reed' Coatrartea belaBerQk lager
ft
UITGAVfc, VAN
Geveatied te Miadelliarnia Prin. Hendiik.H. 112 C. Glio 167930 Po.lbos 8 Xpl. 17
Abonnements-prijs 85 cent per 3 maanden bl] vooruitbetaling^
Verscliijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week
Afzonderlflke aummera 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaai
Want dat zal Mij zijn als de wateren
Noachs, toen Ik zwoer, dat de wateren
Noachs niet meer over de aarde zouden
gaan, alzoo heb' Ik gezworen, dat Ik
niet meer opi u toornen noch u schel*
den zal.
Want bergen zullen wijken, en heu*
velen wankelen, maar mijne goeder^»
tierenheid zal van u niet wijken, en het
verbonds mijns vredes zal niet wanke»'
len, zegt de HEERE uw ontfermer.
(Jes. 54 9, 10)
op zichzelven en op zijn huis, neen
dan was er geen enkele oorzaak,
waarom de Heere hem dif heil
had toegedacht ^u geschonken. Wel
hef tegendeel. Maar nu die vrije
goedertierenheidi nu dat vrije vree
verbond, dat dé; Irleere in Christus
hem gesteld had. O, nu wist hij
het, dat was 2if|l troost in druk
hem weggelegd,kiooif kon hij uit
dat vree-verbond uitvallen. Deel
genoot was hij «gemaakt van dat
vree-verbond. God had Davids
verbond met Gen dood en zijn
voorzichtig verjirag met de hel
verbroken, hcm{ bekend gemaakt
aan zijn vloek doemwaardigen
staaf, maar hemjin Christus door
den Heiligen G^est op- en aange
nomen in Zijn verbond en Hem
vrede gemaakt. ï^oo kende David
zich bondeling. J^af was niet in een
hoek geschied, fd^elk eene waardij
had dat Verboji^ des Vredes voor
hem. Daaruit leefde hij, daaruit
sprak hij, wist hij zich verzekerd,
dat de Heere dit Zijn verbond niet
zou doen wankelen. O wat is hef
toch een groot yerschil of iemand
leve en spreke x|it dif verbond, of
dat hij niets meqr heeft dan een-ge
zoogenaamde dogmatische beschou
wingen van een verduisterd verstand
over het verborid. O dat laatste
doet allen troosi van Gods vree
verbond missen. O zondaar, indien
de bediening van dit verbond nief
verheerlijkt worct in u, gij zult in
uwe zonden sterven en derven allen
vrede tof in eeu vigheid. Ach, zoek
nog onder de kjachtige bediening
van hetzelve te kijmen, dat de Geest
der heerlijkhekj, de Geest der
waarheid en vm{ eenen gezonden
zin ix^ verbond v^erbreke, u afroepe
van de stomme afgoden om den
levenden God f e dienen, gelijk
Abraham werd gebracht onder de
zalige bediening van hetzelve, als
de God der heerlijkheid hem ver
scheen in Mesopotamië en Zich
in zalige verbondsbetrekking aan
hem openbaarde. Weet het, men
moge nog zoo redeneeren over
dit Verbond des Vredes, maar bui
ten dif Verbond des Vredes is geen
zaligheid Maar waar dit verheerlijkt
wordt in ons, hoezeer zullen we
hef dan waardeeren: hoe dan inle
ven, dat Christus hef een en het
al is van dif verbond, de Alpha
en de Omega, het begin en hef
einde en onze zaligheid alleen ge
worteld is, maar ook eeuwig zijn
zal in hetzelve.
Precies een week na het uifbïékén van
het conflict tusschen de Katholieke Kamen»
fractie en het Kabinet kwam het bericht, dat
Dr. Colijn geslaagd was in zijn opdracht,
een extrassparlementair kabinet op breédé
basis samen te stellen. Ook al stemt men
niet voor honderd procent in met de po<
ütiek, die dit ministerie op allerlei gebied
heeft gevoerd, kan men todh de meéning
zijn toegedaan, dat in de gegeven omstan»
digheden het land het bbste was gediend
met een kabinet onder leiding van Dr,
Colijn, die in het buitenland het vertrouwen
bezit en wiens economische en financiëelc
politiek in ieder geval niet gebaseerd is
op theorieën en fantasieën, zooals Viy de
Roomschen en rooden, doch op de nuch*
tere werkelijkheid. Bovendien kan hét tot
•verheuging stemmen ,dat de leiding der
regeering niet in handen is gekomen van
een Roomsch==Katholiek. Met recht kan ge=>
zegd worden ,dat de invloed der Roomi»
schen reeds onevenredig groot is en dat
met name de economische politiek door
hun ministers wordt geleid. Dat ons Prc«
testantsche volksdeel, ofschoon gansch niet
in alle opzichten instemmend met de Colyii*
methode, toch eensgezind het optreden vaa
prof. Aalberse scherp afkeurde,werd voor
een niet gering deel veroorzaakt door dé
toenemende tegenzin tegen de wassende
invloed van Rome. De A.«R. Rotterdam^
mer had hierin zelfs al weer antipapisme
'blespeurd, die het blad sterk afkeurde,,
doch wij meenen dat dit met antipapisme
niets gemeen heeft en slechts een zeer ver.»
klaaribare Protestantsche reactie is tegen
de Roomsche aanmatiging.
Dat het Kabinet»Colijin bijna ongevny
rigd terugkeerde heeft in rechtsch^Protés*
tantsche en vrijzinnige| kringen voldoening
gewekt; ook vèlei Roomschen, die het niet
eens zijn met de avonturierspolitiek van
hun Kamerfractie, zullen Opgelucht zijn;
doch anderzijds is het aanblijven van Co*
lijn voor de meer socialistisch getinte Room
schen een niet geringe teleurstelling. De
toode bladen razen van woede, omdat de
kans voor hen verkeken is, mede aan de
regeering deel te; nemen. Had prof. Aal*
berse bij zijn besprekingen ook nog onder*
handeld met den S.D.A.P. leider Albarda,
dr. Colijn heeft dit blijklyaar niet gedaan
en van meetaf deze partij buiten beschoui*
'Wing. gelaten.
Wat nu het gereconstrueerde kabinet bé*
treft, welks samenstelling elders in dit blad
te, vinden is, zij opgemerkt, dat het aantal
departementen met één is uitgebreid ên
gebracht is op 11. Dr. Colijin heeft het
jiamelijk noodig geoordeeld het ministerie
van Economische Zaken te splitsen in een
■departement van haodel en nijverheid on*
der leiding van prof. Gelissen en een dé*
paitement van landbouw en visscher'ij- ondei
dr. Deckers, tot dusver minister van De*
fensie. Ongetwijfeld zal (dit aan een inten*
sieve behandeling der crisismoeilijkhedén
in de verschillende bedrijven ten goede
komen. Zeer zeker is deze maatregel ook
te beschouwen als een concessie aan de
Roomschen ,daar prof. Gelissen nu meer
gelegenheia krijgt zich tel specialiseeren op
de industrialisatie ,waarvan zij zulke sterke
voorstanders dijn.
Een andere concessie is, dat de Room*
schen in dit nieuw ministerie een zetel
meer zullen bezetten, daar de thans nog
niet benoemde nieuwe minister van Defen*
sie ook Roomsch zal moeten rijn. Met 4
ministers hebben de Katholieken dus geen
reden tot klagen.
Verder is nu het Departement van On*
derwijs, Kunsten eni Wetenschappen, defi*
nitief opgedragen aan den C^ H. prof.
dr. J. R, Slotemaker de Bruine ,waarmee dit
ministerie weer in rechtsche handen geko*
men is. Zijn plaats aan Sociale Zaken
wordt ingenomen door den VriJ2i.*Demo*
Cratischen Mr. Slingeriberg.
In hoeverre het kabinet*Coltjn rekening
zal houden met de Roomsche oppositie in
de Tweede Kamer, zooals die tot uiting
kwam bïj de behandeling van het Bezui*'
nigingsontwerp, zal moeten worden afge*
wacht. Het laat zich aanzien, dat de Tweede
Kamer wel zeer spoedig zal worden bSjk
eengeroepen, opdat de Ministeri*Prèsidént
«en verklaring kan afleggen en de bezuinj*
gingsarbeid kan worden voortgezet.
Met dit al is intusschen de arbeid van
de Regeeiing door de ongelukkige Room*
sche oppositie(*politiek bijtia twee weken
gestagneerd. Het zal daarom voor Regeering
en Parlement zaak zijn, met verdubbelde
kracht de financiëele moeilijkheden aan te
pakken. De thans voorbije Kabinetscïisis
kan een goed leerstuk iijn voor alle pa.tijen,
doch in het bijzonder voor de Roomsdhen,
om in deze moeilijke tijden niet noodeloos
een conflict te forceeren, indien niét tevoren
vaststatrt, dat de, oppositie het bewind kan
overnemen.
Een Vissdherijisminister.'
Eén der weinige gunstige gevolgen van
de Kabinetscrisis mag zeker wel genoemd
worden de benoeming van een apart mi*
nister van Economische Zaken; ontlast van
de zorg voor twee ze^r belangrijke takken
van bestaan en kan daaraan door een spe*
ialen bewindsman de zoozeer noodige aan*
dacht worden gew'ijd. Men zal er thans wel
algemeen van overtuigd zijb, ook ondei
de belanghebbenden, dat de landbouw over
gebrek aan belangstelling van de zijde der
Regeering niet te klagen hééft. Anders staat
Ga dan ook met Uw lyd mee
met het bleeken van Uw witooed
HandeUond. „Emka" Apeldoorn
VOOR ENGROS
K. VERMAAS ZONEN N.V. - MIDDELHARNIS
het echter met de Visscherij. die zeker
niet minder onder de crisis te lijden hééft.
De menschen, die in dit bedrijf werkzaam
zijn, zijn er over 't algemieen slechteii
aan toe dan de bberen, omdat de Regeé*
ringsmaatregelen op dit ge'bied zich in hoofd
zaak bepalen tot het "regelend ingrijpen én
van bedrijfssteun weinig of geen sprake is.
Dit eertijds zoo welvarend bedrijf, dat
voor een groot deel oorzaak was van de
rijkdom van Nederland, is thans in diep
verval ên worstelt met de ondergang. In
alle takken van dit bedrijf is de toestand
slecht. Haring, platvisch, garnalen, mosselen,
in een woord zee*, kust* en riviervisscherijl
geven, geen loonende opbrengst, zoodat
voortdurende aandacht der Regeering drin*
gend geboden is. Het is daarom te waar*
deeren, dat thans Dr. Deckers ruimschoots
gelegenheidzal hebben, zich. in üc moéijijk?
heden en mogelijkheden op dit terrein in té
werken en de hoop mag worden uitgei*
sproken, dat dit in de toekomst moge]
leiden tot draaglijker toestanden in dit
zoozeer noodHjde,nd bedrijf.
Politiek rumoer op het Binnenhof
In '1 colbertjasje De vorstelij*
ke praal Het gezag daalt van
Boven Opi audiëntie De de»
mocratie een gevaar Willem de
Derde en de herde* De weduwe
op. 't hofje.
De Kijkvensterman zou, zijn plicht ver*
zuimen, als hij' geen rapport uitbracht over
het rumoer van de afgeloopen week. Wantt
en was een spanning itt de politiek, die
tegen Dinsdagavond haar hoogtepunt bereik*
te. Op het plein, gelegen tusschen Ie en 2e
Kamergebouw zag ik den geheelen dag men*
schen, reeds vam 's morgens vroeg at. Zij
hoopten iets te hooren en te zien. Om toe*
gelaten te worden' tot de publieke tribune
iq de 2ei Kamer hadden honderden men<»
schen; zich reeds des morgens in een rij
opgesteld. Die tribune kan niet meer dan
20 personen bevatten, zoodat het lang duurt
eer ge aan de beurt zijt. Waarnemer, die al
eensf meer in de zall gekeken heeft, lie^
trahns tribune voor; wat ze is en heeft
buiten maar wat; rondgeloopen. Ook kan
hij de politiek maar moeilijk begrijpen,
reden; te meer om de hooge heeren niet in
den weg te loopen.
Zoo tegen den avond nam de menschen*
menigte in omvang toe. Na een korte
vergadering kwamen de Kamerleden naar
buiten, iets later gevolgd door de Ministers.
Een, deel der menschen juichte Dr. Colijn
toe. Mij nu tot den buitenkant der dingen
bepalende, merkte ik op, dat die Ministers
er zeer eenvoudig uitzagen. Zien we hen op
denj dag der opening van de Kamers, dan
dragen zij witte broek en rok en steek,
UIT HET KIJKVENSTER: De drukte bij,
de Kabinetscrisis.
D^ Kabinetscrisis opgelost.
Festival te Oud Vossem^r.
Gemeenteraad te Bruinisse.
Gemeenteraad te Dirksland.