Eilanden-'nieuws Gemeenteraad Middelharnis* ff fs 2e Blad WOENSDAG 10 APRIL 1935 No. 626 Een rumoerige vergadering. Brieven uit de duistere diepten van „den" binnenzak. De leugen achtervolgd: aanleiding tot veel herrie. De heer en die er bij betrokken zijn met nog een paar andere, verlaten de vergadering, voor die is beëindigd. CHR.WEEKBLAD op GER. GRONDSLAG voor de ZUJD-HOLL. en ZEEUWSCHE EILANDEN Uitgave van ie N.V..Eilanden-nieuwt*, GeTCitigd te Middelhainis, Tel. 17 Giio 167930 Poitbua 6 Opejibare vergadering van den Raad d« gemeiente Middelharnis, op Vrijdag 5 April, des voormiddags 10 uur. Tegenwoordig alleleden. De VOORZ., de Edelachtb. Heer Burgen meester den Hollander opent de vergadering met gebed, waarna de notulenj worden ge» lezen. Na de voorlezing hiervan 'heeft! de heer VERMAAS iets te zeggen. Spr. herinnert aan een 3<tal brieven, die in de vorige vergadering zijn voorgelezen, op een wijze zooals men In parlementaire kringen niet gewoon is te doen De VOORZ.: Ik dacht dat U iets wou zeggen over de notulen. De heer VERMAAS: Daar kom! ik zoo toe. U hebt op die brieven geen bespreking gegeven, maar gezegd, dat daarop de raads* leden een briefje konden inleveren. Ik meen, dat raadsleden andere rechten hebben.i Bij de behandeling van dit punt deed zich een incident voor, waarbij ik door dhr. J. V. d. Meide beleedigd ben. Tot 3 maal toe vroeg ik het woord, wat mij niet is gegeven. in strijd met het reglement van orde. In de notulen is daarvan niets vermeld. Nu staat er alleen, dat ik mij door de heer v. d. Meide „beleedigd acht." weet ik werd door een droevig ongeluk weggeroepen, en kon mg toen verder niet verdedigen. Het spijt me dat het heeft plaats gehad, ik hoop, dat het ook U spijt. De VOORZ.; U is volslagen buiten de orde, met daarover te spreken.; Het loopt over Uw aanmerking op de notulen. De heer VERMAAS: Daarbij moet ik dan 3 zaken naar voren brengen: Ie de aanlei* ding tot het persoonlijk feit, ten 2e dat de notulen onvolledig zijn en ten 3e het verzoek tot het 'houden eener interpellatie, die volgens de agenda zal behandeld worden Tot het abstracte feit alleen kan ik mij niet bepalen. Spr. beroept zich op art. 6 van het regl. van orde, laatste alinea, „om at te wijken van de orde en het woord te vragen over een persoonlijk feit," De VOORZ.: Daar wil ik U het woord voor geven. De heer VERMAAS: Goed. U. hebt wel gezegd, dat U gemerkt hebt aan dhr. J. v. d. Meide, dat hij zijn woorden terugnam, of U nu opgetreden is sis' psycholoog of gedachtenlezer weet ik niet, maar^ niemand heeft eenig geluid of gebaar geihoord. Spr. keurt het af, dat de Voorz. 'hier iets in de schoenen wringt, wat niet is gezegd. De VOORZ.: Is nu de; Raad maar ver* plicht alles aan te 'hooren waf U zegt? De heer VERMAAS: Als U mij| hiet woord niet geeft, beroep ib mij op den( Raad. Ik ben in het openbaar beleedigd. De VOORZ.: De kwestie van| de inter<» pellatie daar moet de Raad) uitspraak over doen. U moogt het nu alleen over het per^s soonhjk feit hebben. De heer VERMAAS :Dan moet ik dat feit niet alleen abstract bezien, maar. De heer VOGELAAR: Met iets anders hebben we nu niet noodig. De VOORZ.: Als de -heer Vermaas zoo doorgaat schors ik de vergadering. U legt beslag op de tijd. U vindt dat nu wel be« langrijk maar de andere heeren niet. Weet U waarom ik zoo deed, t.o. van dhr. v. d. Meide? Om het prestige van den| Raad te redden, opdat het niet een risee wordt waar<= mee wordt gespot, tot ver buiten onze ge^^ meente. Ik doe dat niet voor mijn persoon* lijk, maar voor Uw belang. De Raad is geop«nd met gebed, er is gebeden om wijsheid en voorzichtigheid, en ik vind het ongepast om zoo op te> treden. De heer VERMAAS: Het zal mij genoe* gen doen. Ik wenschte wel, dat U daarvan in de vorige raadszitting blijk had gegeven. Drie maal vroeg, ik het woord vergeefsch. Ik kan me niet bepalen tot het abstracte feit alleen. Wij raadsleden mochten over 'het voorgelezene niet spreken, we moesten een briefje indienen, net als bij een school* meester. U hebt de verdediging afgesloten, U had die 3 brieven niet voor, moeten Ie* zen maar inhouden. De VOORZ. wenscht dergelijke uitspra* ken niet meer aan te) hooren. De heer VERMAAS: Wie is de oor*^ zaak? Zoo men dat wel eensl noemt kwa* men „vit de duistere diepten van den bin* nenzak" de brieven naar voren en het was Uw confrater van der Meide, die toen de bewuste woorden bezigde. De VOORZ.: Dat duld ik niet langer. De brieven waren niet van; mij, ze waren van Struijk. Ze kwamen niet uit mijn bin* neiuak. De heer VERMAAS: Ik 'heb hei; bezitt. voornaamwoord „Uw" niet gebruikt, maar het lidwoord „de". Uit „den" binnenzak 'heb ik gezegd. Ik weet goed wat ik zeg! De VOORZ.: Struijk heeft de brieven in* gezonden, als Voorz. der gascommissia Ik herhaal, ze kwamen niet uit mijn zak. Foeil De heer VERMAAS Lagen ze bij de ingekomen stukken? De VOORZ.: Dan moet U zich uitslui* tend tot den Voorz. der gascommissie be* palen. Weth. STRUIJK: Met zoo'n man kan je niet langer vergaderen! 't Is schande! Haat en nijd zaaien, dat doe je! De VOORZ.En dan een vergadering die met gebed geopend wordt! Weth. SLIS: Laten we eerst de zaken af doen. De heer VERMAAS: Als ik dan over het persoonlijk feit in de loop der vergadering maar mag spreken? De VOORZ. zegt dit te zullen toestaan. De heer VOGELAAR interrumpeert. De heer VERMAAS wijst er op dat dit niet betaamt volgens de orde. De heer VOGELAAR: Adrem. Maar ik meen te moeten zeggen, dat nu het per* soonlijk feit al voldoende besproken is. De heer Vermaas verwart de dingen ho* peloos. Als hij er nu bij bleef, dat hij voor leugenaar is uitgemaakt, maar hij betoogt in een langdurige rede, die; ik vorige keer tot ergernis al gehoord 'heb. (bij de begroo ting). Hij haalt daarbij, dan, enkele waar* heden uit Gods Woord aan( en gaat dan voort in afbrekende critiek. Spr. zou die zaak van de gascommissie nu weer niet uitgeplozen wenschen te zien De heer VERMAAS: Daar wensch ik niet over te spreken. De heer VOGELAAR: Nu interrumpeert U ook! De heer VERMAAS: Adrem! Ik zeg nog eens, dat ik die dingen aan zijn plaats zal laten. De VOORZ.: Noch over de gascommissie noch over de 'heer Blokhuis mag gesproken worden. We zulllen nu eerst de agenda afhandelen. Ingekomen, stukken Jaarverslag van de commissie toij wering van schoolverzuim. Van deze commissie is een verzoek inge* komen, om f 25.vergoeding voor hun werkzaamheden. Hierover ontstaat een klei* ne discussie, op voorstel van B. en wordt dit bedrag echter verleend. Van den Kerkraad der Chi>-Gecef#G#' meente is een schrijven ingekomen, om de sloot langs het kerkgebouw aan de Hof* laan te dempen, en over die sloot overpad te verleenen. Wegens verbouwing der kerk is dit noodzakelijk. De kosten, zullen door hen worden betaald. Aan 'het Polderbestuur is ook een verzoek gericht. De VOORZ. deelt mede, dat er een rap* port in bewerking is over het dempen dier sloot. De heer JAN v. d. MEIDE zou de ge* heele sloot tegelijk willen rioleeren. De VOORZ.: Dat moet dat^i in overleg met de Polder. De heep J. v. d. MEJDE: De polder maakt geen bezwaar. De heer KOESE: Dan moeten we ook het kerkhof wel draineeren. De VOORZ.: Daar moet natuurlijk voor een goede afwatering gezorgd worden. De heer VERMAAS acht het wenschelijk ook de sloot aan d«( Noordkant te verbe* ttren. Weth. STRUIJK: Als 'tons maar geen cent kost! De VOORZ.: We kunnen 't eens be* grooten.. De heer VROEGINDEWEIJRioleeren doen ze op eigen kosten, blijft de grond nu aan de gemeente? De VOORZ.: Ja, we geven alleen over* pad. Weth. SLIS deelt nog mede, dat de kerk er ook draad en palen moet slaan. De heer VROEGINDEWEIJ: Dat mag je toch niet van de kerk vergen? 'i Weth. STRUIJK: Wij hebben er niets geen belang bij. Totaal niets. De heer VROEGINDEWEIJ: Er zal toch wel een poortje voor komen, dat die grond alléén voor hen is, dat zé er auto's enz. kunnen neerzetten. Weth. STRUIJK: Dat moeten ze zelf weten. De VOORZ.: Het wordt wel vastgelegd, dat dit geen doorloop is. De heer JAN v. d. MEIDE keurt het systeem dat de kerk de rioleering; betaalt, niet goed. Er zijn toch verschillende plaat* sen in de gemeente gerioleerd, wat ook niet particulier is betaald. De VOORZ.: Wij hebben er niets geen belang bij. Bovendien bieden zij aan 't zelf te betalen. De heer J. v. d. MEIDE:' De gemeente heeft er wel belahg bij, dat 'het opgeruimd wordt, voor de goede gang van zaken. Spr. zinspeelt op het vorige verzoek, dat is afge* wezen. De VOORZ.: In de wettelijke bepaling staat dat de begraafplaats moet afgesloten zijn, door een heg of slopt.; Dit mag ook nog wel hekeken worden. De heer VOGELAAR: Het kerkbestuur biedt het hier zelf aan. Laat de gemeente het dan 'houden voor 1 gulden per jaar. Dan behoudt de gemeente alle rechten. De heer J. VROEGINDEWEIJ zegt dat dhr. J. V. d. Meide nog niet zoo geiheel ongelijk heeft. Hierin heeft hij ongelijk, dat het vorige verzoek niet is afgewezen maar in handen van B. vrf W. is gegeven voor onderzoek. Spr. vindt het een mooie op* lossing die de heer Vogelaar aan de hand doet n.l. f 1.— per jaar, om alle rechten te houden. i De heer DOORNBOS ziet nog eenige voetangels en klemmen, al lijkt het een eenvoudig dingetje. Spr. vindt het goed, dat het kerkbestuur 'het recht- krijgt over de grond, wordt de sloot echter in zijn geheel gedempt, zou het achteruitgang wor* den voor die menschen, en zou belet zijn, er een openbaar voetpad van te maken. De VOORZ.: Een openbaar voetpad zou zeer belemmerend zijn voor de kerk.' Spr. zou het niet in eeuwigdurende erfpacht wil* len geven. De heer SLIS heeft de voorwaarden ge* zien zoodat er geen nood voor is. Uiteindelijk wordt besloten het conform het verzoek uit te voeren en de rest der sloot te begrooten. Het maximum aantal verloven, (er zijn er 2) zal niet worden verhoogd noch; ver* laagd. Voorstel, dat de keurmeester Vleeschkeu* ringsdient óók in Sommelsdijk mag wonen. De heer VERMAAS zou art. 2 uit de gemeenschapp. regeling willen lichten, omdat daarin tevens voorkomt, dat de dierenarts geen nevenbetrekkingen mag vervullen. De VOORZ.: Over de nieuwe regeling wordt later in den Raad gehandeld. Daar is in de verschillende gemeenten nog veel over te doen. Op 'toogenblik loopt het er alleen over, of de veearts ook in Sommelsdijk mag wonen. De heer KOOTE 'heeft ook bezwaren op art. 2 en de heer DOORNBOS zou willen bepalen, dat het alvast opgeheven werd. De VOORZ.: Het is de bedoeling, als er later een andere keuringsarts komt, dat die dan in Sommelsdijk mag wonen. De heer VERMAAS: En als we de letter van art. 2 vast houden, is dat 'het punt niet, maar dat hij geen nevenbetrekkingen mag uitoefenen. Daarom wil ik art. 2 lichten. De VOORZ.: Nu mag hij dat nog doen. 't Loopt nu over de woonplaats alleen. De heer VOGELAAR: Bestaat de mo* gelijkheid dat Ged. Staten zegt tegen de dierenarts, je mag geen practijk meerj uit* oefenen? Het staat toch in deze verorde* ning? De VOORZ.: De bestaande regeling is van 4 gemeenten. Als we dat eii,^ hier uit* halen dan komt er nooit geen eind aan, want dan moet dit ook eerstS weer in die gemeenten goedgekeurd, 't Loopt hier alleen over de woorden: „Middelharnis en Som* melsdijk." De heer VERMAAS meent dat het toch over het geheele artikel loopt. In Dec. '34 is het zoo in z'n geheel,; aangenomen. De heer VOGELAAR: Dhr. v. Hemert heeft een instructie, waar in voorkomt dat hij nevenbetrekkingen mag 'hebben. De heer DOORNBOS: De instructie mag niet in strijd zijn met de verordening. De heser C. v. d. MEIDE betoogt dat later toch op dat artikel kart geamendeerd worden. - De heer VERMAAS: Voor de toekomst zijn we toch te veel gebonden aan dit artikel. Spr. zou er dan een andere redactie voor willen hebben. De VOORZ. wil het dan eerstt aanhou* den voor onderzoek. De heer VOGELAAR zou dan ook de instructie willen wijzigen. Wordt aangehouden. Goedgekeurd wordt de verordening op de heffing van leges. Voor een, bouwver* ordening zal een heffing worden geheven van f L— per 1000 gulden. De heer VOGELAAR: De 'heffing van léges op jachtakten a f 7.50 vindt spr. veel te hoog. Er zullen haast geen acten gevraagd worden. De VOORZ.: We moeten de inkomsten verhoogen. De heer KOESE wil het op f2.50 stellen! Wat beteekent die minke guldens! Als we dan meer inkomen moeten hebben, moe* ten we de kop -maar van Uw salaris bijten! (Vroolijkheid..) Wordt op f 5.— gesteld. De heer J. VFOEGINDEWEIJ: ledere bouwer moet 4 pCt. omzetbelasting beta* len. Spr. vindt die kosten ook wei wat hoog. De VOORZ.: Beneden f 400.— is het maar 50 cent. Wordt na eenige bespreking goedgekeurd De heer KOESE spreekt zijn waardeering uit dat ze de kleine nestjes; zoo goed uit* halen. Er wordt op de kleintjes gepast. De heer J. v. d. MEIDE:» Ja maar we krijgen nog wat ook. Straks krijgen we een koud buffet! Dat gaat van B. en W. uit. (Deze spotzucht vermocht niet de ge* wenschte vroolijkheid te verwekken.) Wijziging winkelsluitingswet. De toestand blijft zooals ze is. Wijziging gemeentebegrooting 1934 en'35 wordt goedgekeurd. Aanvulling reglement Burgel. Armbestuur, Zekerheidsstelling boekhouder. Wordt goedgevonden. De schuturen worden voorgesteld van 9—5 uur in de zomermaanden en van 9—6 uur in de wintermaanden te brengen. De heer KOOTE spreekt zijn afkeuring uit dat de schippers van Middelharnis voor de nachturen extra moeten betalen. De schippers van S'dijk mogen volgens het contract van 127 jaar geleden geheel vrij in* en uitvaren. Spr. zou het nachtschutgeld voor Middel* harnis willen vrijgeven. De heer VERMAAS: Er is een moeilijk punt aan, dan kunnen ze geregeld schut* ten als ze willen. Is dat niet bezwaarlijk van de menschen op 'het Sas? De heer C. v. d. MEIDE: Sommelsd^jkers moeten ze wel schutten en onze burgers moeten betalen. De VOOR.Z spreekt zijn bevreemding uit, dat bij de begrooting alles afgeknibbeld wordt en men nu met allerlei wijzigingen komt. Wordt besloten aan te houden tot bij de a.s. begrooting en dan te! zien wat er aan te doen is. De uren worden bepaald voor in den zomer van 105 uur De heer J. VROEGINDEWEIJ zou het schutten op Zondag van 78 uur willen stellen dat de menschen meer gelegenheid hadden naar de kerk te gaan. De heer VERMAAS: Er zou met; S'dijk over algeheele sluiting gesproken worden, wat is daarvan het resultaat? De VOORZ.: Het is zoo gebleven, Spr.. wil het nog wel eens bespreken. Onder* zocht zal worden hoe dikwijls tt/ geschut wordt en wat de opbrengst van de gelden is. Conversie geldleeningen. 4%' pCt. leenin* gen kunnen op 4 pCt. gebracht worden. Hiertoe wordt besloten. Over het laatste punt „Bespreking benoe* ming weger voor de weegbrug van den Oosthavendijk" moet men in besloten zit* ting. De heer VERMAAS vraagt het woord tot het 'houden van zijn interpellatie, waar* van concept bij 'de ingekomen stukken aan* wezig is. Eenige heeren willen liever eerst de agen* da geheel afwerken. Hierover ontstaat een een oogenblik een geharrewar van je welsfe. De heer JAN VROEGINDEWEIJ: Is 'het zoo'n geheime zaak, dat de 'heei; Vermaas zich "niet verdedigen mag? Hij heeft het toch van te voren gevraagd. Anders zou ik voor willen stellen, de rondvraag) weer in te voeren. De heer JAN v. d. MEIDE: „Interpella* tie" is dat een product van Nederlandschen oorsprong 't Is voor mij een vreemd woord. U kunt besloten zitting houden of niet. Burgemeester, maar kwart over 12 ga ik naar huis. Ik wil geenj storing in mijn gezin hebben. De VOORZ. stelt "voor te stemmem of men eerst de interpellatie zal behandelen, of over gaan in comité*generaal. De stemming nam een aanvang. De eerste was dhr. C. v. d. Meide die vóór stemde om eerst de interpellatie te houden, toen d'hr. Vogelaar in het midden wierp, om het uit te stellen en eerst de besloten zitting te houden. De Voorz. staakte toen 'het afvra* gen der stemmen. De heer VERMAAS maakte de aanmer* king, dat de stemming reeds aangevangen was, en dat het niet aanging, die nu af te lasschen. De VOOR.Z: Nu treedt U in mijn lei* ding. De heer VERMAAS: Het is niet volgens de orde. Niettemin werd niet meer gestemd en ging men over tot besloten zitting. Na heropening deelt de VOORZ. mede: Aan een verzoek van den heer Holle* man, caféhouder, om teruggave van f 50. vergunningsrecht, kan niet worden voldaan. Behandeld wordt een schrijven van de fa. Muller en Co., over hefj uitdiepen der buitenhaven bij de uienlosplaats. De Voorz. heeft zich gewend tot den ambt. van de Waterstaat die er over gaat en is geblieken dat de gewenschte diepte daar moeilijk zal kunnen aangebracht, gezien het ge* vaar van de beschoeiïng. Medegedeeld wordt dat de functie van den heer Fris als nachtwaker op' bepaalde voorwaarden wordt opgeheven en de heer Fris als weger wordt aangesteld. Mededeeling van de opheffing der Jon* gensschool. Vaststelling van een lijstje met pensi* oen*grondslagen. De heer JAN v. d. MEIDE trekt z'n jas aan. „Ik ga weg" zegt hijj Niet uit vrees voor den heer Vermaas, o nee. (Sprj, gaat vlak bij dhr. Vermaas staan.) Maar ik lees heit wel in de Bladen. Eilanden*nieuws zal het weer wel breedvoerig beschrijven. De VOORZ.: U moet blijven. De heer J. v. d. MEIDE:,' Neen, ik ga weg. Ik wil wel zeggen, dat* ik niet belee* digd heb De VOOR.Z: Nu gaat U beginnen. De heer VERMAAS: M. d. V. Ik 'heb de conclusie getrokken, uit de door U voor* gelezen brieven, in de vorige vergadering, dat er gehandeld is, in strijd met de waar* heid. De heer VOGELAAR interrumpeert: Voorz., dhr. Vermaas zou 'het toch; alleen hebben over 'het persoonlijk feit: de gas* beweging en de rechtsbeweging is niet aan de orde. (Dhr. Jan v. d. Meide verlaat de verga* dering.) De heer VERMAAS: Ik zal mij bekorten. Allereerst wil ik dan iets zeggen, wat niet gaat over het „persoonlijk feit," maar naar aanleiding van de door mij te houden interpellatie, welke verzuimd is voor te doen lezen. (Spr. toont deze op een brief kaart.) Bij mijn algemeene beschouwingen heb ik geen vinger gelegd op de gascommissie en de directeur; geen van beide partijen wil-* ik aanvallen of verdedigen, dat kan er buiten blijven, ook niet de uitspraak van het ambtenarengerecht, niets van dit alles breng ik ter sprake. In korte trekken wil ik er alleen op wijzen, dat de voorlich* ting niet was overeenkomstig de waarheid. De VOORZ. stuift op. Dat wil dus zeggen, dat ik zat te liegen. Twee November (toen er raadsvergadering is gehouden) wist ik niets. Ik heb gevraagd „'hoei staat het er bij" aan de Voorz. der gascommissie en het antwoord was „wij weten,, nog van niets." De heer VERMAAS: Wethouder Slis valt er buiten, want die wasf afwezig we* gens ziekte. Maar U en dhr. Struijk 'hebben een verkeerde voorlichting gegeven mef die 3 brieven. (De 3, toen door den Voorz. voorgele* zen en hier bedoelde brieven zyn afge* drukt in ons nummer van 2 Febr. j.l. Red.) De heer VERMAAS: Mr. Coert bevestigt zijn schrijven van 31 Dec. welk schrijven, mede door U M. d. V. is achtergehouden evenals de beide mededeelingen van den heer Struik aan Mr. Coert. We achten hier ook misleiding aanwezig. De heer VERMAAS neemt 'het schrijven van 19 Jan. '35 ter hand, en leest; daaruit, dat het een persoonljjk schrijven is aan den Voorz., die 27 Oct. ten kantore van Mr. Coert was ter bespreking om in hooger be* roep te gaan. Spr. citeert de hrief van Mr. Coert aan den Voorz.*Struijk „Ingevolge een vergadering van de „Gascommissie op Dinsdag 23 Oct. j.l. „zegt gij, (Struijk) Zaterdag 27 Oct. te „mijnen kantore geweest te zijn, in opdracht van de gascommissie welke in hare vergadering van 23 Oct. op, voor* stel van den Voorz, besloten, om in hooger beroep te gaan, mits de kosten de f 500 niet te boven gingen en na de toestemming van de Raden verkregen hebben. Dan citeert dhr. VERMAAS verder een schrijven (wat niet in den Raad werd voorgelezen) van Mr. Coert gericht aan Mr. K. J. van Nieuwkerken, gedateerd 27 Oc* tober 1934: Uw brief van 23 Octobeiji met „bijlage ontving ik in goede orde. He* ,.den had ik een onderhoud mefl den „Voorzitter der Commissie. Ik kan U „thans mededeelen, dat de Commissie „in beroep zal gaan van de uitspraken „van het Ambtenarengerecht. (w.g. Mr. Coert.) De heer VOGELAAR: Is dat nu 'n persoonlijk feit.? De heer VERMAAS: Het zooeven voor* gelezen schrijven, is in strijd meiji 'hetgeen in de vergadering van 2 November gezegd werd, n.l.: mijne heeren we weten nog van niets, er is zelfs nog geen; vergadering ge* houden, terwijl blijkt, dat er op de 23 Oct. wel een vergadering is gehouden. Dan leest spreker tot verder bewijs voor een afschrift uit de notulen, geteekend door Secr. M. Joppe, als volgt: Uittreksel uit de notulen van de Com* missie van Beheer der Gasfabriek Mid* delharnis*SommeIsdijk op Dinsdag 23 October 1934. „Den heer Mijs bespreekt nog de „wonderlijke uitspraak van het Ambte* „narengerecht, daar al 'hetgeen van vóór „de laatste twee jaar niet behandeld „mag worden. „Nade zaak nog eens grondig! be* „sproken te hebben stelt de Voorz, „voor, dat het dagelijks bestuur zich „in verbinding stelt met Mr. Coert „om eens naar de kosten te informee* „ren, wanneer we in hooger beroep „gaan. „Besloten wordt met algemeene stem* „men in hooger beroep te gaan, mits „de kosten niet hooger zijn dan, f 500 „en toestemming der Gemeenteraden. „Mochten de kosten te 'hoog zijn dan „zal zoo spoedig mogelijk een vergade* „ring worden gehouden, om daarin op „nieuw te bespreken, wat er gebeuren „moet." (w.g. M. Joppe, Secr.) (Woordelijk overgenomen Verslagg.) De heer VERMAAS; Hieruit blijkt dus, dat de Raad in hare vergadering van 2 No* vember misleid is, omdat ten Ie op 23 Oct. besloten was in beroep te gaan, met bepaling dat een bedrag van f 500.— niet overschre* den mocht worden, en in de 2e plaats, omdat op 27 October aan den heer Struijk bekend was, dat de kosten van het 2e proces daar beneden zouden zijn, zoodat dus de heer Struijk op 27 Oct. opdracht gaf om in beroep te gaan.. Bovendien wat het schrijven van 19 Jan. betreft, houdt dit voor het grootste gedeelte in, niet het* geen Mr. Coert zegt, maar wat de heer Struijk zegt. De heer VOGELAAR: Dhr. Vermaas is afgeweken van hetgeen 'hij beloofde, n.I. niet over die dingen te zullen spreken. Het is hem te doen geweest die zaak weer opnieuw te laten rollen. De betijging tegen hem 'heeft niet zwaar gewogen, 't Spijt me dat U dat toegelaten hebt. De VOORZ.: (tot dhr. Vermaas) Uhebt mij er ook bijgenoemd en ik ontzeg U het recht om dat te doen. Dat past U niet. Ik wist niet anders als wat de Voorz. der gascommissie mij inlichtte. Met volle vrijmoedigheid zei ik dan ook, dat; ik niet wist, of in hooger beroep gaan wel of niet door zou gaan. Op 2 Nov. wistj ik niet, wat de kosten zouden bedragen. De heer KOOTE: En ik ook niet. De VOORZ.: (tot dhr. Vermaas) U mag wel voorzichtig zijn met Uw insinuaties. Mr. Coert had moeten schrijven „hoogst* waarschijnlijk" in beroep gaan. Weth. STRUIJK: Dhr. Vermaas is al begonnen met leugens. Dat de gascommissie gezegd heeft, we gaan nog nietl in beroep is zeer juist. De VOORZ.: Het kardinale punt is, dat op 10 November het beroep officieel is ingesteld. Weth. STRUIJK: 't Is schande! Vermaas wil vroom wezen Dit hamert de VOORZ. af.» Dat mag U niet zeggen. Ik kan me indenken dat iemand bij zoo'n discussie een woord laat ontval* len, maar dat l>etaamt U niet. Tot dhr. Vermaas zegt spr.: U randt het gezag aan, door mij voor leugenaar te zetten! Weth. STRUIJK trekt z'n jas aan en zegt tot dhr. Doornbos: en 'help u nou meneer Vermaas maar! Dan staat*ie een beetje sterker. Ik trek me er niets van aan, ook niet wat Eilandennieuws „het lijfblad van den heer Vermaas" schrijft. De VOORZ.: (Tot dhr. Vermaas) U beweert, dat 'ik opzettelijk gelogen heb. De heer VERMAAS: Dat 'hebt U mij in woorden niet hooren zeggen. Iklet! goed op wat ik zeg. Er is verschil, .dat men opzettelijk verkeerd inlicht, dan of men verkeerde voorlichting geeft uit onwetendheid (Tot dhr. Vogelaar). Wat de beleediging betreft, de heeif v .d. Meide is vertrokken. De heeren moeten goed onderscheiden, dat ik bij de notulen sprak over de beleediging van dhr. J. v. d. Meide, die vertrokken is, en ten 2e myn interpellatie hield. (De vergadering verliep. Beide Wethou»

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1935 | | pagina 3