Staatkundig Geref. Partij
Schoonmaak
Spiritisme en
Christendom
Raads -indrukken
No. 1 van lijst 8
No. 1 van lijst 1
Buitenlandsch Overzicht
KIEZERS,
Wenschf gij een principieele en goede behartiging Uwer belangen
sfemt dan D.V. 17 April a.s.
Hef Cenfr. Bestuur v- Goeree en OverfJakkee.
lifm I
600.000 man
Niet onjuist ices ik in het jubileum'li'oek'.
ais er nu oolc maar geloof 'bij d{
daikencn is
Zoo had de Hervorrmde dominé wel gc<
iijk als hij, nadat hij de diakenen in het
ambt bevestigd had, zeideen nu, broe»
ders, weest ook gij dankbaar, dat gij achter
de groene tafel plaats neemt en niet ei
vóór. Ja, dominé kon het zoo aardig en
geï)ast zeggen.
In., een tijd, dat zoovelen zich tot de
diaconie moeten wenden, die er nooit aan
hadden kunneii denken, nu is een warm
hart en een helder hoofd voor de diakenen
meer dan 'ooit noodig. Boven al is er
liefde toe noodig ,liefde die hen toekomt
uit den barmhartigen Hoogepriester, die
Zichzelven voor Zijne Gemeente heeft ge*
geven, overgegeven tot den dood toe.
Hiervan iets te kennen, maakt milde
harten/ dat plaatst den diaken naast den
behoeftigen. En dat recht medeleven, o,
't is al 'de helft gewonnen. Dan wordt
het een gezegend ambt, dat diaken zijn.
Maar ook de arme moet opzijn plaats
zijn. Hij moet Gods vrijmacht erkennen,
die rijken en armen schiep. Over de armen
gaat Gods bijzondere zorg. Zij dienen hua
steun te ontvangen als uit des Heeren hand.
Zooals een oud moedertje op Zuid Bevci»
land. Haar inan was gestorven, dat was erg.
En nu nog trekken van de Kerk, dat was
dubbel erg, meenden de buurvrouwtjes.
't Is toch wat! ja, 't is net wat, antwoordde
zij. Hier ziet ge nu Gods zorg over mij,
dat ik van Zijn kerk, nu ik zelf niets meer
heb, alles krijg wat ik noodig heb, de
Heere verkwikt mijn ziel en lichaam beide\
Ja, diaken zijn, het is een eere^ambt.
Daar kan een ieder Wel jaloersch op
z^jn. En 't is een, .liefdewerk het best4
is nóg niet goed genpeg.
WAARNEMER.
1L..I,
III.
(SLOT)
W« zagen, dat het spiritisme als verklai*
ring van occulte verschijnselen elke wetën=s
schappelijke basis mist. Als leveijs* en we«
reldbeschouwing is het eveneens geheel en al
verwerpelijk, vooral als we het toetsen aan
de Schriff en de beginselen van het Chris«=
tendom.
Het spiritisme wil een soort godsdienst
zijn, hooger, beter en edeler dan het Ghris*
tendom. Reeds hierom is het zeer gevaar*
lijk en is "het één der grootste vijanden
van dé ware Christelijke leer. Het legt
het toe Op de vernietiging van de Christe*
lijke Kerk. Het beroemt er zich op de
onsterfelijkheid der ziel aan den dag ge*
bracht te hebben, doch de Schrift zegt, dat
'^i-ii=ai(ii<*—Wjkt.-U.ven en de onsterfelijkheid
aan het licht heeft gebrachi. Alle hoofd*
waarheden van het Christelijk geloof wor*
den door het spiritisme ontkend:' de god*
heid van Christus, de vergeving der zon*
den, de opstanding des vleesches, het be*
staan van hemel en hel, de goddelijkheid
des Bybels, enz. Het staat dus vierkant
tegenover de Heilige Schrift en wordt daar*
om meest aangetroffen onder diegenen, die
met Gods Woord gebroken hebben, met
name onder de modernen. De Roomsche
Kerk heeft het gevaar van het spiritisme
zeer 'wel ingezien en hare leden verboden,
zich met deze practijken bezig te houden.
Nergens leest de Bijbel, dat de geesten
der doöden verschijnen aan de levenden.
Slechts één plaats is er, waar zulks het
geval schijnt-, doch we zullen straks zien,
dat ook -deze historie geen bewijs kan
zijn voor de stelling der spiritisten. Wel
vinden we in de Schrift, met name in het
Oude Testament,op meerdere plaatsen een
uitdrukkelyk verbod om zich met deze
duivelspractijken in te laten. In Deuterono*
mium 28'staat: Onder U zal niet gevonden
worden, die'dé dooden vraagt, want al wie
zulks doet is den Heere een gruwel. In
Exodus 22 De toovenaars zult gij niet
laten leven. En in Jesaja 8 Zal niet een
volk zijn God vragen? Zal men voor de
levenden de dooden vragen? Hieruit blijkt,
dat doodenbezweringen reeds zeer oud zijn,
doch dat de Heere niet wil, dat men zich
met deze experimenten bezighoudt. Men wil
uit nieuwsgierigheid contact zoeken met de
wereld ,der onzienlijke dingen, welke de
Heere voor ons verborgen gehouden heeft.
Men wiLyari elders inkhmmen, niet door de
deur der schapen en men vergeet, dat
Christus heeft gezegd: Ik ben de Weg,
de Waarheid en het Leven. God heeft ons
in Zijn Woord wel iets van het hiernamaals
geopenbaard, doch het heeft Hem ook be*
haagd vele verborgenheden over te laten,
die wij echter niet curieuslijk mogen onder*
zoeken.
Wij lezen in de Evangeliën van een
drietal menschen, die door Christus uit
de clooden zijn opgewekt. Nergens lezen
we echter, dat deze menschen iets hebben
medegedeeld omtrent de toestand, waarin
zij zich bevonden tusschen het uur van hun
sterven en dat hunner opwekking. Allerlei
gissingen zijn daarover gemaakt, doch het
meest.voór de hahd liggend is wel deze op*
vatting, dat de Heere, die wist, dat zij tot
het leven zouden terugkeeren, hun ziele*
toestand zoodanig heeft doen zijn, dat zij
na hun opwekking geen herinnering zouden
hebben- van hun doodsstaat. God wilde
niet, dat zij de verborgen dingen van het
hiernamaals zouden openbaren.
In de gelijkenis van de ryke man en
Lazarus lezen wij, dat de eerste, toen hij in
de hel w«as,- aan Vader Abraham vroeg,
of Lazaruf naar. zijn broeders "op aarde
mocht gaan om hen te waarschuwen voor
het eeuwige verderf. Hoe luidt echter het
antwoord? „Zü hebben Mozes en de Pro*
reten, dat zü die hooren." Met andere
woorden; geen döode zal in contact^ ko<
men met een levende; willen de levenden
ibgelicht worden omtrent het leven hierna*
maals, de Schrift is daar om hen te waar*;
schuwen en te vermanen en den weg te
■^ijzeii.
Het is ook de ervaring van den bekenden
ds. Huct geweest, die van 1871 tot 1875
predikant te Dirksland is geweest en die
gedurende eenigen tijd in de strikken van
het spiritisme gevangen werd, dat men als
geloovig Christen zijn ziel in groot gevaar
brengt, als men zich aan deze dwaling
overgeeft. Hij schreef in zijn boekje: „Na
vijf jaren": „Mijn Bijbel raakte ik kwijt,
mijn Heiland raakte ik kwijt; ik raakte
alles kwijt, door een schijnbezit van ver*
schijningen en openbaringen van geesten,
die mijn arme ziel afvoerden van de bron
van zaligheid, welke is in Jezus Christus,
onzen Heere." „In den grond der zaak,"
zoo schrijft hij verder, „is het spiritisme diep
zondig; wei spreekt het van deugd en in
zijn edelste vormen ook nog wel van gods*
dienst, maar het is een verloochenen van
Christus als de Weg, de Waarheid en het
Leven."
Dat het spiritisme het toevluchtsoord is
voor het ongeloof, komt wel treffend uit
in de eenige geschiedenis in Gods Woord,
waar een geest van een gestorvene met
levenden spreekt, naar het schijnt althans.
We bedoelen de geschiedenis van Saul bij
dé toovenaers van Endor. Saul is op Gil*
boa. De filistijnen hebben bijna 'tgebeele
land veroverd. De Koning is aan de wan*
hoop ten prooi. De Heere antwoordt hem
niet meer, noch door de Uri.m, noch door
droomen, noch door de profeten. God ant
woordt" niet, omdat Saul hem verlaten had.
Ten einde raad, gaat hij naar de toovenares
van Endor. "Verkleed, door twee soldaten
vergezeld, spoedt hij zich in de donkere
nacht langs de bergpaden naar de spelonk
van Endor. Hij vraagt dé vrouw Üamuel
te doen opkomen, die ^twee jaar tevoren
gestorven was. De ioóvenares begint dan
hare bezweringen, zij raalct in een toestand
van géestésoverspahning enna eenigen tijd
ziet ze uit de aarde een bovenaardsch we*
zen opkomen. Zijn gedaante was als een
oud man, bekleed met een profetenmantel
In het gesprek tusschen Samuel's geest en
Saul profeteert de eerste den dood des
Konings, die den volgenden dag met zijn
leger dé nederlaag leed en zichzelf stortte
in zijri' zwaard.
Deze geschiedenis is nu een Bijbelsch
voorbeeld van spiritistische handelingen. Saul
is een goddelooze. God - antwoordt hem
niet meer, dus zocht hij het l?ings andere,
verboden wegen. Hij raadpleegt de toove*
nares, die niets anders was dan wat de
spiritisten eeii medium noemen. In hypno*
tische toestand ziet zij alleen Samuel; zij
spreekt mét hem en vóór hem. En zij ziet
hem, zooals hij op aarde was, zoodat zijn
beeld een product harer eigen geesteswerk*
zaamheid is. Maar dien zijl ziet, is Samuel
niet! Zou zij er in geslaagd zijn, hem uit
den hemel op te roepen om aan Saul iets
te openbaren, waar de Heere zelf hem niet
antwoorden wiide? Zou een doode pro*
fect antwoorden, indien de levenden het niet
dedeii?
De Statenvertalers, Calvijn, Maestrigt, Ba*
vinck en vele andere theologen zeggen dan
ook, dat het Samuel's geest niet is geweest.
Zij allen zijn van meening, dat het een
openbaring des duivels of een product van
de verhitte fantasie der toovenares is ge*
weest. Zij zelf voorspelt Saul den dood,
uit wraak voor zijne vervolgingen.
Zoo konlt in deze geschiedenis uit, dat
alleen zij, die met God en Zijn dienst ge*
broken hebben, zich wenden tot de geesten
der dooden om van hen wijsheid te ontvan*
gen omtrent goddelijke dingen. Ook het
hedendaagsch spiritisme is met die geest
bezield en daarom verwerpelijk.
Alzoo zijn Spiritisme en Christendom on*
verzoenlijke tegenstellingen.
geeft menige buisvrouw en meisje ruwe en
loode werkhanden. Deze worden weder
om spoedig gaai, zacht en blank door Purol.
Heden, Vrijdag, is te Middelharnis eeft
raadsvergadering gehouden, die "bijzonder
rumoerig is verloopen.
De oorzaak daarvan was gelegen, dat de
heer V e r m a a s bij de lezing der notulen
terugkwam op de door den heer J. v. d.
Meide in de vergadering van 30 Januari j.l.
tegen hem geuitte beleedigende woorden
en in de tweede plaats over een door
hem aangevraagde interpellatie inzake de
verkeerde voorlichtingg aan den Raad be*
treffende het in beroep gaan over de
uitspraak van "het Ambtenaren*gerecht ovei
het schorsingsbesluit van den directeur der
gasfabriek.
Het is ons niet mogelijk van deze ver*
warde vergadering nog verslag te geven,
in het volgende nummer zal het verloop
Worden omschreven.
De heer J. v. d. Meide heeft n.l. in de
vorige raadszitting aan het adres van den
heer Vermaas gezegd dat er „allemachtig
gelogen" was (woordelijk geciteerd, zie ons
nummer van 22'35) en hoewel dhr.
Vermaas over dit persoonlijk feit drie malen
het woord vroeg, werd hem dit niet ge*
gegeven. De heer Vermaas nu wienschte dat
hem in deze zaak recht gedaan werd;
toen hij echter ter toelichting de zaken
uit de vorige vergadering releveerde gaf
dit aanleiding tot |eien hopelooze verwara-
ring. Die ver\varring kvam hierdoor dat
meerdere leden niet begrepen, dat de heer
Vermaas de dingen separeerde, ten 1ste
de beleediging, den 2de de interpellatie
zelf. Dit is o.i. niet voldoende gescheiden
door den Voorz. Natuurlijk toch moet men
om de beleediging toe te lichten op
eenige zaken ingaan, waardoor interrump*
ties vielen en de-Voorzittet het betitjelde
met „tijdrooven" en „onbelangrijk" en
als behoorende 'kHj' de intcrpeliatie^
Gevolg was, dat het geheele geval werd
verschoven naar het einde der zitting en
verscheidene heeren zóó gebelgd waren,
dat zij de vergadering verlieten.
Het leek er zoo naar, dat men liever
alles maar in den doofpot had gestopt;
terecht zeide de heer Jan Vroegindeweyi
"dat, Wanneer nu een lid niet meer de ge*
legenheid kreeg zich uit te spreken en te
verdedigen het maar het beste Was de
rondvraag weer in te voeren.
Wij' voor ons hebben in de vorige zit*
ting uitgemaakt, dat dhr. J. v. d. Meide
de woorden t.o. van dhr. Vermaas niet terug
heeft genomen, al zei de Voorz., dat hij
„geknikt" had. Toen hedenmorgen de heer
J. V. d. Meide wiegUep, bleek maar al te
duidelijk dat hij van zijn gezegdens niets
terugnam,
Nu kan wethouder Struijk, die zelf eeni^
ge malen tot de orde moest worden ge«
roepen, spreken van „haat en nijd" zaaien,
aan wie echter de schuld? Een ridderlijke
erkentenis ware hier een sieraad geweest.
Wat het tweede punt betreft is bij' de
interpellatie .zelf duidelijk uit de 'docu*
menten gebleken, dat wethouder Struijk
inzake het in beroep gaan, de Raad oia
den tuin heeft willen leiden. Dat is ten*
slotte de oorzaak van alles. Op rechtschapen
wijze heeft de heer Doornbos daarop gewe*
zen.
Al stelt het Ambtenaren*g€recht de heer
Blokhuis volkomen in bet gelijk, al wil de
heer Vermaas zonder de directeur of de
gascommissie voor te spreken, alleen olp de
feiten 'wijzen zooals ïe zijii, en dat in het
belang der gemeente, waartoe hij daar
als raadslid zit, men negeerti het gewoon,
zij moeten óf door alles heen gelijk heb*
ben óf probeeren hun gang te gaan, door
de zaken niet openbaar af te wikkelen.
Over persoonlijkheden gesproken, wie
heeft ze altijd in het midden geworpen?
De heer Struijk 'heeft er een groot aandeel
in. Vanmorgen nog, moest de Voorzitter
hem het woord ontnemen» toen de wet»
houder sarcastisch wegbeet: „dat wil daft,
vroom zijn!" Is dat parlementair? Wij
vragen slechts.
De heer Struijk moge, gelijk hij heden*
morgen deed, zeggen, dat Eilanden*nieuws
het lijfblad is van den heer V., Wij ant»
Woorden hem daarop, dat ons dit een
eere is. Een strijd voor het recht, met
open vizier is heel r wat ridderlijker, dan
de wijze van het optreden van den heet
Struijk, welke sterk den indruk geeft, dat
zijne handelingen itl de zaak die gepas*
seerd is, het daglicht niet mag aanschou*
■wen!
VAN ONZE ADVERTEERDERS.
In aansluiting op de adyerter.ue van de
firma Hoebe "i^^-.Jam, welke iedere
week in ons Blad adverteert, meenen wij
goed te doen als redactie ernstig te waan
schuwen tegen de onbevoegden, die aan
de hand van deze advertenties zich vool
zijn vertegenw'oordig^rs uitgeven en op die
manier aan de deur brillen trachten te
verkoopen.
Men kan in de heden geplaatste adver*
tentie lezen, dat de firma Hoebe geen
reizigers heeft, dus late men zich niet mis*
leiden, maar Wende dch voor optiek recht*
streeks naar de firma zelf. De zaken zijn
gevestgid Groene Hilledijk 248, Beijerland*
schelaan 46 en Noordmolenstraat 73.
België.
De devaluatie.
Het besluit is gevallen. De Belgische
Senaat heeft met 110 tegen. 20 stemmen en
19 onthoudingen, het regeeringsvoorstel van
Minister van Zeeland aangenomen,\ en be*
sloten tot devaluatie van de Belgische franc
over te gaan.
De Belgische franc heeft thans een waarde
van
4.98 cein,t
en is dus met 28 .»/o gedaald.
Frankrijk was nog bereidt België te steu*
nen, doch de Belgische! regeering heeft dit
aanbod afgewezen en verkoos liever^- het
verlaten van den gouden standaard.
Natuurlijk verwekte een en ander eenige
reactie. Zoo was de eerste dagen een gedeelte
der bevolKing zenuwachtig, en kodht alles
wat los en vast was, uit vrees voor prijs*
verhooging. Vooral in Brussel moest de
poUtie regelend optreden.
Na een paar dagen' luwt deze stemming
weer wat, en herkrijgt het leven zijn ge*
wone aanzien.
Door deze daad vani België is de posi*
tie op het gebied der financiën in Europa
er niet beterder op geworden.
Dei verwarring is toch( reeds zoo groot,
en de finantiëele kracht bij velen zoo
uitgeput, dat er niet veel meer bij moet
komen of men moet het opgeven. Trachten
Aan te passen isi weer de eenige mogelijk*
heid, want het besluit Hgt er.
De regeering van
Luxem>burg
heeft naar aanleiding van het Belgische
besluit, ook haar munt verlaagd en wel
met
10 .o/o:
Groot was ook de vraag, wat zal Frankrijk
doen.
Hierop is althans voor het oogenblik
een duidelijk antwoord gegeven.
De Fransche Kamer is met vacantie tot na
Paschen en de Miriister president
Flanidip
wilde alvorens dat de Kamei? uiteen ging
eerst nog eens weten hoe de verhouding
stond.
Donderdag 11 April a.s. hopen Frank*
Tjik, Engeland: en Italië t« Stiesa een be«
ZUID^-HOLLAND.
1. A. J. Ketsten, Rotterdam.
2. Ds. P. Zandt, Delft.
3. G. Bergshoeff, Alphen a. d. Rijn.
4. H. van Rossum, Melissant.
5. D. van Leeuwen, Alphen a. d. Rijn.
6. C. H. Overduin, Leiden.
7. C. N. van Dis, Rotterdam.
8. J. Vermeulen Hz., Alblasserdam.
9. A. Vlasblom Jr., Delft
10. A. M. Hoogendijk, Ouderkerk a.d. IJssel,
11. T. Damsteegt Groot*Ammers.
12. A. Bac, BleisWijk.
13. A. J. de Heer, PiershiL
14. C. W. Oudshoorn, Warmond.
15. P. J. Lamoré, Nieuw*Beijerland.
16. Ant. Bos Mz., Zoetermeer.
17. A. Sonneveld, Ridderkerk.
18. M. W. Struik, Melissant
19. B. Schouten, Capelle a.d. IJsseL
20. B. van de Velde, 's*Gravenhage.
ZEELAND.
1. D'. Kodde, Zoutelande.
2. C. Boender, Tholen.
3. J. J. van Klinken, Nieuwerkerk.
4. A. S. Wisse, Waarde.
5. J. A. Meertens, Hoek.
6. A. C. Heijboer, Oud*Vossemeer.
7. H. Cysouw, Westkapelle.
8. A. van der Wekken, Noordgouwe.
9. C. van den Berge, Tholen.
10. P. Cysow, Wemeldingge.
11. K. Geluk, Bruinisse.
12. M. C. van Ast Poortvliet.
13. G. van Velzen, Krabbéndijke.
14. A. M. Coomans, Haamstede.
spreking te houden over de politieke toe*
stand, en dit punt heeft de Minister*Presi*
dent aangevat, om aan de( Kamerleden te
vragen, of zijn politiek beleidl instemming
vond, en of hij te Stresa i n-'dezen geest
mocht spreken en handelen.
Tegelijkertijd kwam ook de positie van
de Fransche franc ter sprake, en zeide
Flandin, dat de regeering vast besloten was
den gouden standaard niet te verlaten. Als
bewijs zou zij goud geld laten aanmun*
ten en dit in circulatiej geven, teneinde te
trachten bij het publiek vertrouwen te
winnen.
Wat betrof de militaire maatregelen, gaf
hij ten antwoord dat opi 22 Maart j.l. ze*
kere troepenverplaatsingen waren gelast,
speciaal om de Duitsche grens te ver*
sterken. De forten linieën zijti, vol bezet
en volledig ter verdediging' uitgerust.
Volgende week zou er een lichting
naar huis toe
gaan, doch morgen Zaterdag! 5 April, zal
de militaire commissie de regeering advi*
seeren de manschappen onderj de wapenen
te houden of niet.i De regeering heeft aan
de Kamer toegezegd, zich stipt aan dit
advies te zullen houden.
Besluit de commissie de lichting onder
de wapenen te houden, dan wordt het leger
ineens met 160.000 man versterkt
Met groote meerderheid 410134 gat de
Kamer, Flandin haar vertrouwen..
Ziezoo, nu kan Flandin met een groote
meerderheid der Kamer acTiter zich, een
vaste geldwaarde en een sterk
leger aan de Duitsche grens
te Stresa gaan praten, en vernemen wat
Hitler, maar ook Rusland en Polen willen.
De regeeringen gevoelen zich niet gerust.
Dat bewijzen verschillende uitspraken van
Mussolini.
Met Abessinië vlot het niet. Aan wie de
schuld? Ach laten wijt in de hoogere po*
litiek maar niet treden en op de feiten
wijzen.
Troepenverschepingen naar Abessinië hou*
den aan, doch vlotten niet. Het transport
ondervindt veel moeilijkheden, wat natuur*
lijk als er oorlog uitbreekt, zeer bezwaar*
lijkj is. Kan he^ leger vanuit het moeder*
land, niet voldoende ondersteund! worden,
met manschappen, munitie, materiaal en pro*
viand, dan is hef; nog de vraag, wie het
winnen zal.
Daarbij komt dat de moesson aan de
kusti van de Roodej Zee binnen een paar
weken zal beginnen, en het troepentransport
nog moeilijker, zoo niet onmogelijk zal
worden.
Oorlogzuchtige stammen
willeni den strijd aanvangen, om van de
gelegenheid te profiteeren, doch de regee*
van Abessinië draalt.
Er is meer zegt Mussolini.
Abessinië weet zeer goed, dat wanneer
Duitschland een poging zou wagen, Oos*
tenrijk aan zich te trekken,de Italiaansche
troepen onverwijld Oostenrijk zullen bin*
neni rukken.
En hierop hoopt Abessinië, want Duitsch*
landi is voor Italië; een zeer gevreesde vij*
and, en indien dit onverhoopt zou plaats
hebben, kan Italië zich met Abessinië niet
zoo zeer bemoeien, en kunnen de Abes*
sinische stammen hun slag slaan.
Maar Mussolini waarschuwt. Thans heeft
onder de wapenen, en de militaire auto*
riteiten hebben alle voorbereidingen ge*
troffen, om zoo noodig de acht millioen
man, direct onder dü wapenen te roepen.
Wanneer wij zoo iets; lezen, vragen wij
on^ af, wat hangtj ons boven het hoofd..
De Fransche minister*president zegt, dat
de Fransch*Duitsche grens sterk! bewapend
is, en Mussolini heft dreigend den vinger
op en zegt: Weet, ik ben op alles voorbe*
reid, en wee Duitschland, als je iets durft
te ondernemen wat me niet aanstaat".
Ook waarschuwt Mussolini tegen tehooge
verwachtingen, wat betreft de besprekingen
te Stresa. Mussolini zegt terecht, dat de
regeeringen die daar samen komen, het niet
geheel eens zijn, en; de moeilijkheden zeer
groot zijn.
Eden heeft
zijn bezoeken te Moskouj en te Warschau
afgelegd.
Wat waren de Russen allervriendelijkt,
Litwinot heeft zelfs bij het afscheidsmaal
eeni dronk gewijd aan het welzijn van het
Engelsche Koningshuis. Het slot is echter
dat Rusland zeer bevreesd is, voor Duitsch*
land, en gaarne zich zooveel mogelijk voor
dat land wacht. Nu Hitler, heeft ook zijn
meening niet onder stoelen of banken ge*
stoken.
1 In Polejti,
is de regeering zeer gereserveerd. Polen
vindt alles heel vriendelijk en aardig, doch
het slot is, dat Polen zijn eigen weg, welke
het nu bewandelt, het veiligste vindt.
Vooral de oude Maarschalk Pilsoedski die
ini zijn leven zoO' wel met Siberië als met
de Duitsche gevangenis heeft kennis ge»
maakt, moet niet te bewegen zijn, ook maar
iets te ondernemen, waar mogelijk eenig risi*
co aan verbonden is.
En als er van risico sprake is, dan voelt
Polen meer voor"~ Duitschland) als Rusland.
Thans is de Lord*Zegelbewaarder Eden,
naar Praag, (Tsjecho*Slowakije.). Wat zal
hij daar ontmoeten, wanti Duitsjoj |d
een deel van Tsjecho*Slowakije-kn^^P*
VARIA.
Naar een einde van het Chaco>conflict
Argentinië's voorstellen door beide pars
tijen aanvaard.
Naar van otficiëele zijdei wordt medege*
deeld, hebben zoowel Paraguay als Bolivia
de door de Argentijnsche voorstellen tot bij*
legging van het Chaco*conflict aanvaard.
Hitler en Ed^ re^ds eerder tegenover
elkaar.
BERLIJN, 1 April (V.D.) Van de be*
sprekingen, welke tusschen Eden en Hitler
hebben plaats gehad, wordt in diplomatieke
kringen te Berlijn de volgende authentieke
anecdote verteld
Op een der banketten' kwamen Eden en
Hitler tot de ontdekking, dat zij niet voor
de eerste maal tegenover elkaar stonden.
Het bleek n.l., dat zij in den wereldoorlog
in eenzelfden gevechtssector gestreden had*
den echter aan een verschillend front.
Eden nam een menu en teekende daarop
dadelijk zijn positie uit. Daarop nam de
rijkskanselier het menu en schetste de positie®
van het Duitsche leger.
Men vertelt, dat Eden de menukaart als
aandenken aan zijn bezoek, te Berlijn be*
waart.
Aankoop van paarden voor het Duit*
sche leger.
STOCKHOLM, 1 April (V.D.) In de af*
geloopen week zijn tal van paardenmarkten
in de Zuidelijke provincies van Zweden be*
zocht door Duitsche agenten, die hooge
bedragen hebben geboden op de beste
soorten rijpaarden, die zijn aangekocht met
het oog op de, behoefte aan paarden van
het nieuw te vormen Duitsche leger.
Explosie in kruitfabriek bi} Milaan.
Zeven' dooden, 20 gewonden.
TURIJN, 1 April (Reuter) Ten gevolge
van een ontploffing in een kruitfabriek bij
Milaan zijn zeven arbeiders om het leven
gekomen, terwijl een twintigtal meer of min»-
der ernstige verwondingen opliep.
Afschuwe(lijke, misdaad.
In de omgeving van Tarnow, Polen, is een
afschuwelijke misdaad gepleegd,. Een vader
van 9 kinderen sneed, terwijl de moeder
met 4 kinderen afwezig was, den overigen
5 kinderen het hoofd af.: Na de kinderen
volgens leeftijd op een rij te hebben gelegd,
gaf de man zichl bij de politie aan, waar
vastgesteld werd, dat d^ man bezeten was
door den angst, zijn bestaansmiddelen te
verliezen. -