Staatkundig Geref. Partij Schoonmaak Spiritisme en Christendom Raads -indrukken No. 1 van lijst 8 No. 1 van lijst 1 Buitenlandsch Overzicht KIEZERS, Wenschf gij een principieele en goede behartiging Uwer belangen sfemt dan D.V. 17 April a.s. Hef Cenfr. Bestuur v- Goeree en OverfJakkee. lifm I 600.000 man Niet onjuist ices ik in het jubileum'li'oek'. ais er nu oolc maar geloof 'bij d{ daikencn is Zoo had de Hervorrmde dominé wel gc< iijk als hij, nadat hij de diakenen in het ambt bevestigd had, zeideen nu, broe» ders, weest ook gij dankbaar, dat gij achter de groene tafel plaats neemt en niet ei vóór. Ja, dominé kon het zoo aardig en geï)ast zeggen. In., een tijd, dat zoovelen zich tot de diaconie moeten wenden, die er nooit aan hadden kunneii denken, nu is een warm hart en een helder hoofd voor de diakenen meer dan 'ooit noodig. Boven al is er liefde toe noodig ,liefde die hen toekomt uit den barmhartigen Hoogepriester, die Zichzelven voor Zijne Gemeente heeft ge* geven, overgegeven tot den dood toe. Hiervan iets te kennen, maakt milde harten/ dat plaatst den diaken naast den behoeftigen. En dat recht medeleven, o, 't is al 'de helft gewonnen. Dan wordt het een gezegend ambt, dat diaken zijn. Maar ook de arme moet opzijn plaats zijn. Hij moet Gods vrijmacht erkennen, die rijken en armen schiep. Over de armen gaat Gods bijzondere zorg. Zij dienen hua steun te ontvangen als uit des Heeren hand. Zooals een oud moedertje op Zuid Bevci» land. Haar inan was gestorven, dat was erg. En nu nog trekken van de Kerk, dat was dubbel erg, meenden de buurvrouwtjes. 't Is toch wat! ja, 't is net wat, antwoordde zij. Hier ziet ge nu Gods zorg over mij, dat ik van Zijn kerk, nu ik zelf niets meer heb, alles krijg wat ik noodig heb, de Heere verkwikt mijn ziel en lichaam beide\ Ja, diaken zijn, het is een eere^ambt. Daar kan een ieder Wel jaloersch op z^jn. En 't is een, .liefdewerk het best4 is nóg niet goed genpeg. WAARNEMER. 1L..I, III. (SLOT) W« zagen, dat het spiritisme als verklai* ring van occulte verschijnselen elke wetën=s schappelijke basis mist. Als leveijs* en we« reldbeschouwing is het eveneens geheel en al verwerpelijk, vooral als we het toetsen aan de Schriff en de beginselen van het Chris«= tendom. Het spiritisme wil een soort godsdienst zijn, hooger, beter en edeler dan het Ghris* tendom. Reeds hierom is het zeer gevaar* lijk en is "het één der grootste vijanden van dé ware Christelijke leer. Het legt het toe Op de vernietiging van de Christe* lijke Kerk. Het beroemt er zich op de onsterfelijkheid der ziel aan den dag ge* bracht te hebben, doch de Schrift zegt, dat '^i-ii=ai(ii<*—Wjkt.-U.ven en de onsterfelijkheid aan het licht heeft gebrachi. Alle hoofd* waarheden van het Christelijk geloof wor* den door het spiritisme ontkend:' de god* heid van Christus, de vergeving der zon* den, de opstanding des vleesches, het be* staan van hemel en hel, de goddelijkheid des Bybels, enz. Het staat dus vierkant tegenover de Heilige Schrift en wordt daar* om meest aangetroffen onder diegenen, die met Gods Woord gebroken hebben, met name onder de modernen. De Roomsche Kerk heeft het gevaar van het spiritisme zeer 'wel ingezien en hare leden verboden, zich met deze practijken bezig te houden. Nergens leest de Bijbel, dat de geesten der doöden verschijnen aan de levenden. Slechts één plaats is er, waar zulks het geval schijnt-, doch we zullen straks zien, dat ook -deze historie geen bewijs kan zijn voor de stelling der spiritisten. Wel vinden we in de Schrift, met name in het Oude Testament,op meerdere plaatsen een uitdrukkelyk verbod om zich met deze duivelspractijken in te laten. In Deuterono* mium 28'staat: Onder U zal niet gevonden worden, die'dé dooden vraagt, want al wie zulks doet is den Heere een gruwel. In Exodus 22 De toovenaars zult gij niet laten leven. En in Jesaja 8 Zal niet een volk zijn God vragen? Zal men voor de levenden de dooden vragen? Hieruit blijkt, dat doodenbezweringen reeds zeer oud zijn, doch dat de Heere niet wil, dat men zich met deze experimenten bezighoudt. Men wil uit nieuwsgierigheid contact zoeken met de wereld ,der onzienlijke dingen, welke de Heere voor ons verborgen gehouden heeft. Men wiLyari elders inkhmmen, niet door de deur der schapen en men vergeet, dat Christus heeft gezegd: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. God heeft ons in Zijn Woord wel iets van het hiernamaals geopenbaard, doch het heeft Hem ook be* haagd vele verborgenheden over te laten, die wij echter niet curieuslijk mogen onder* zoeken. Wij lezen in de Evangeliën van een drietal menschen, die door Christus uit de clooden zijn opgewekt. Nergens lezen we echter, dat deze menschen iets hebben medegedeeld omtrent de toestand, waarin zij zich bevonden tusschen het uur van hun sterven en dat hunner opwekking. Allerlei gissingen zijn daarover gemaakt, doch het meest.voór de hahd liggend is wel deze op* vatting, dat de Heere, die wist, dat zij tot het leven zouden terugkeeren, hun ziele* toestand zoodanig heeft doen zijn, dat zij na hun opwekking geen herinnering zouden hebben- van hun doodsstaat. God wilde niet, dat zij de verborgen dingen van het hiernamaals zouden openbaren. In de gelijkenis van de ryke man en Lazarus lezen wij, dat de eerste, toen hij in de hel w«as,- aan Vader Abraham vroeg, of Lazaruf naar. zijn broeders "op aarde mocht gaan om hen te waarschuwen voor het eeuwige verderf. Hoe luidt echter het antwoord? „Zü hebben Mozes en de Pro* reten, dat zü die hooren." Met andere woorden; geen döode zal in contact^ ko< men met een levende; willen de levenden ibgelicht worden omtrent het leven hierna* maals, de Schrift is daar om hen te waar*; schuwen en te vermanen en den weg te ■^ijzeii. Het is ook de ervaring van den bekenden ds. Huct geweest, die van 1871 tot 1875 predikant te Dirksland is geweest en die gedurende eenigen tijd in de strikken van het spiritisme gevangen werd, dat men als geloovig Christen zijn ziel in groot gevaar brengt, als men zich aan deze dwaling overgeeft. Hij schreef in zijn boekje: „Na vijf jaren": „Mijn Bijbel raakte ik kwijt, mijn Heiland raakte ik kwijt; ik raakte alles kwijt, door een schijnbezit van ver* schijningen en openbaringen van geesten, die mijn arme ziel afvoerden van de bron van zaligheid, welke is in Jezus Christus, onzen Heere." „In den grond der zaak," zoo schrijft hij verder, „is het spiritisme diep zondig; wei spreekt het van deugd en in zijn edelste vormen ook nog wel van gods* dienst, maar het is een verloochenen van Christus als de Weg, de Waarheid en het Leven." Dat het spiritisme het toevluchtsoord is voor het ongeloof, komt wel treffend uit in de eenige geschiedenis in Gods Woord, waar een geest van een gestorvene met levenden spreekt, naar het schijnt althans. We bedoelen de geschiedenis van Saul bij dé toovenaers van Endor. Saul is op Gil* boa. De filistijnen hebben bijna 'tgebeele land veroverd. De Koning is aan de wan* hoop ten prooi. De Heere antwoordt hem niet meer, noch door de Uri.m, noch door droomen, noch door de profeten. God ant woordt" niet, omdat Saul hem verlaten had. Ten einde raad, gaat hij naar de toovenares van Endor. "Verkleed, door twee soldaten vergezeld, spoedt hij zich in de donkere nacht langs de bergpaden naar de spelonk van Endor. Hij vraagt dé vrouw Üamuel te doen opkomen, die ^twee jaar tevoren gestorven was. De ioóvenares begint dan hare bezweringen, zij raalct in een toestand van géestésoverspahning enna eenigen tijd ziet ze uit de aarde een bovenaardsch we* zen opkomen. Zijn gedaante was als een oud man, bekleed met een profetenmantel In het gesprek tusschen Samuel's geest en Saul profeteert de eerste den dood des Konings, die den volgenden dag met zijn leger dé nederlaag leed en zichzelf stortte in zijri' zwaard. Deze geschiedenis is nu een Bijbelsch voorbeeld van spiritistische handelingen. Saul is een goddelooze. God - antwoordt hem niet meer, dus zocht hij het l?ings andere, verboden wegen. Hij raadpleegt de toove* nares, die niets anders was dan wat de spiritisten eeii medium noemen. In hypno* tische toestand ziet zij alleen Samuel; zij spreekt mét hem en vóór hem. En zij ziet hem, zooals hij op aarde was, zoodat zijn beeld een product harer eigen geesteswerk* zaamheid is. Maar dien zijl ziet, is Samuel niet! Zou zij er in geslaagd zijn, hem uit den hemel op te roepen om aan Saul iets te openbaren, waar de Heere zelf hem niet antwoorden wiide? Zou een doode pro* fect antwoorden, indien de levenden het niet dedeii? De Statenvertalers, Calvijn, Maestrigt, Ba* vinck en vele andere theologen zeggen dan ook, dat het Samuel's geest niet is geweest. Zij allen zijn van meening, dat het een openbaring des duivels of een product van de verhitte fantasie der toovenares is ge* weest. Zij zelf voorspelt Saul den dood, uit wraak voor zijne vervolgingen. Zoo konlt in deze geschiedenis uit, dat alleen zij, die met God en Zijn dienst ge* broken hebben, zich wenden tot de geesten der dooden om van hen wijsheid te ontvan* gen omtrent goddelijke dingen. Ook het hedendaagsch spiritisme is met die geest bezield en daarom verwerpelijk. Alzoo zijn Spiritisme en Christendom on* verzoenlijke tegenstellingen. geeft menige buisvrouw en meisje ruwe en loode werkhanden. Deze worden weder om spoedig gaai, zacht en blank door Purol. Heden, Vrijdag, is te Middelharnis eeft raadsvergadering gehouden, die "bijzonder rumoerig is verloopen. De oorzaak daarvan was gelegen, dat de heer V e r m a a s bij de lezing der notulen terugkwam op de door den heer J. v. d. Meide in de vergadering van 30 Januari j.l. tegen hem geuitte beleedigende woorden en in de tweede plaats over een door hem aangevraagde interpellatie inzake de verkeerde voorlichtingg aan den Raad be* treffende het in beroep gaan over de uitspraak van "het Ambtenaren*gerecht ovei het schorsingsbesluit van den directeur der gasfabriek. Het is ons niet mogelijk van deze ver* warde vergadering nog verslag te geven, in het volgende nummer zal het verloop Worden omschreven. De heer J. v. d. Meide heeft n.l. in de vorige raadszitting aan het adres van den heer Vermaas gezegd dat er „allemachtig gelogen" was (woordelijk geciteerd, zie ons nummer van 22'35) en hoewel dhr. Vermaas over dit persoonlijk feit drie malen het woord vroeg, werd hem dit niet ge* gegeven. De heer Vermaas nu wienschte dat hem in deze zaak recht gedaan werd; toen hij echter ter toelichting de zaken uit de vorige vergadering releveerde gaf dit aanleiding tot |eien hopelooze verwara- ring. Die ver\varring kvam hierdoor dat meerdere leden niet begrepen, dat de heer Vermaas de dingen separeerde, ten 1ste de beleediging, den 2de de interpellatie zelf. Dit is o.i. niet voldoende gescheiden door den Voorz. Natuurlijk toch moet men om de beleediging toe te lichten op eenige zaken ingaan, waardoor interrump* ties vielen en de-Voorzittet het betitjelde met „tijdrooven" en „onbelangrijk" en als behoorende 'kHj' de intcrpeliatie^ Gevolg was, dat het geheele geval werd verschoven naar het einde der zitting en verscheidene heeren zóó gebelgd waren, dat zij de vergadering verlieten. Het leek er zoo naar, dat men liever alles maar in den doofpot had gestopt; terecht zeide de heer Jan Vroegindeweyi "dat, Wanneer nu een lid niet meer de ge* legenheid kreeg zich uit te spreken en te verdedigen het maar het beste Was de rondvraag weer in te voeren. Wij' voor ons hebben in de vorige zit* ting uitgemaakt, dat dhr. J. v. d. Meide de woorden t.o. van dhr. Vermaas niet terug heeft genomen, al zei de Voorz., dat hij „geknikt" had. Toen hedenmorgen de heer J. V. d. Meide wiegUep, bleek maar al te duidelijk dat hij van zijn gezegdens niets terugnam, Nu kan wethouder Struijk, die zelf eeni^ ge malen tot de orde moest worden ge« roepen, spreken van „haat en nijd" zaaien, aan wie echter de schuld? Een ridderlijke erkentenis ware hier een sieraad geweest. Wat het tweede punt betreft is bij' de interpellatie .zelf duidelijk uit de 'docu* menten gebleken, dat wethouder Struijk inzake het in beroep gaan, de Raad oia den tuin heeft willen leiden. Dat is ten* slotte de oorzaak van alles. Op rechtschapen wijze heeft de heer Doornbos daarop gewe* zen. Al stelt het Ambtenaren*g€recht de heer Blokhuis volkomen in bet gelijk, al wil de heer Vermaas zonder de directeur of de gascommissie voor te spreken, alleen olp de feiten 'wijzen zooals ïe zijii, en dat in het belang der gemeente, waartoe hij daar als raadslid zit, men negeerti het gewoon, zij moeten óf door alles heen gelijk heb* ben óf probeeren hun gang te gaan, door de zaken niet openbaar af te wikkelen. Over persoonlijkheden gesproken, wie heeft ze altijd in het midden geworpen? De heer Struijk 'heeft er een groot aandeel in. Vanmorgen nog, moest de Voorzitter hem het woord ontnemen» toen de wet» houder sarcastisch wegbeet: „dat wil daft, vroom zijn!" Is dat parlementair? Wij vragen slechts. De heer Struijk moge, gelijk hij heden* morgen deed, zeggen, dat Eilanden*nieuws het lijfblad is van den heer V., Wij ant» Woorden hem daarop, dat ons dit een eere is. Een strijd voor het recht, met open vizier is heel r wat ridderlijker, dan de wijze van het optreden van den heet Struijk, welke sterk den indruk geeft, dat zijne handelingen itl de zaak die gepas* seerd is, het daglicht niet mag aanschou* ■wen! VAN ONZE ADVERTEERDERS. In aansluiting op de adyerter.ue van de firma Hoebe "i^^-.Jam, welke iedere week in ons Blad adverteert, meenen wij goed te doen als redactie ernstig te waan schuwen tegen de onbevoegden, die aan de hand van deze advertenties zich vool zijn vertegenw'oordig^rs uitgeven en op die manier aan de deur brillen trachten te verkoopen. Men kan in de heden geplaatste adver* tentie lezen, dat de firma Hoebe geen reizigers heeft, dus late men zich niet mis* leiden, maar Wende dch voor optiek recht* streeks naar de firma zelf. De zaken zijn gevestgid Groene Hilledijk 248, Beijerland* schelaan 46 en Noordmolenstraat 73. België. De devaluatie. Het besluit is gevallen. De Belgische Senaat heeft met 110 tegen. 20 stemmen en 19 onthoudingen, het regeeringsvoorstel van Minister van Zeeland aangenomen,\ en be* sloten tot devaluatie van de Belgische franc over te gaan. De Belgische franc heeft thans een waarde van 4.98 cein,t en is dus met 28 .»/o gedaald. Frankrijk was nog bereidt België te steu* nen, doch de Belgische! regeering heeft dit aanbod afgewezen en verkoos liever^- het verlaten van den gouden standaard. Natuurlijk verwekte een en ander eenige reactie. Zoo was de eerste dagen een gedeelte der bevolKing zenuwachtig, en kodht alles wat los en vast was, uit vrees voor prijs* verhooging. Vooral in Brussel moest de poUtie regelend optreden. Na een paar dagen' luwt deze stemming weer wat, en herkrijgt het leven zijn ge* wone aanzien. Door deze daad vani België is de posi* tie op het gebied der financiën in Europa er niet beterder op geworden. Dei verwarring is toch( reeds zoo groot, en de finantiëele kracht bij velen zoo uitgeput, dat er niet veel meer bij moet komen of men moet het opgeven. Trachten Aan te passen isi weer de eenige mogelijk* heid, want het besluit Hgt er. De regeering van Luxem>burg heeft naar aanleiding van het Belgische besluit, ook haar munt verlaagd en wel met 10 .o/o: Groot was ook de vraag, wat zal Frankrijk doen. Hierop is althans voor het oogenblik een duidelijk antwoord gegeven. De Fransche Kamer is met vacantie tot na Paschen en de Miriister president Flanidip wilde alvorens dat de Kamei? uiteen ging eerst nog eens weten hoe de verhouding stond. Donderdag 11 April a.s. hopen Frank* Tjik, Engeland: en Italië t« Stiesa een be« ZUID^-HOLLAND. 1. A. J. Ketsten, Rotterdam. 2. Ds. P. Zandt, Delft. 3. G. Bergshoeff, Alphen a. d. Rijn. 4. H. van Rossum, Melissant. 5. D. van Leeuwen, Alphen a. d. Rijn. 6. C. H. Overduin, Leiden. 7. C. N. van Dis, Rotterdam. 8. J. Vermeulen Hz., Alblasserdam. 9. A. Vlasblom Jr., Delft 10. A. M. Hoogendijk, Ouderkerk a.d. IJssel, 11. T. Damsteegt Groot*Ammers. 12. A. Bac, BleisWijk. 13. A. J. de Heer, PiershiL 14. C. W. Oudshoorn, Warmond. 15. P. J. Lamoré, Nieuw*Beijerland. 16. Ant. Bos Mz., Zoetermeer. 17. A. Sonneveld, Ridderkerk. 18. M. W. Struik, Melissant 19. B. Schouten, Capelle a.d. IJsseL 20. B. van de Velde, 's*Gravenhage. ZEELAND. 1. D'. Kodde, Zoutelande. 2. C. Boender, Tholen. 3. J. J. van Klinken, Nieuwerkerk. 4. A. S. Wisse, Waarde. 5. J. A. Meertens, Hoek. 6. A. C. Heijboer, Oud*Vossemeer. 7. H. Cysouw, Westkapelle. 8. A. van der Wekken, Noordgouwe. 9. C. van den Berge, Tholen. 10. P. Cysow, Wemeldingge. 11. K. Geluk, Bruinisse. 12. M. C. van Ast Poortvliet. 13. G. van Velzen, Krabbéndijke. 14. A. M. Coomans, Haamstede. spreking te houden over de politieke toe* stand, en dit punt heeft de Minister*Presi* dent aangevat, om aan de( Kamerleden te vragen, of zijn politiek beleidl instemming vond, en of hij te Stresa i n-'dezen geest mocht spreken en handelen. Tegelijkertijd kwam ook de positie van de Fransche franc ter sprake, en zeide Flandin, dat de regeering vast besloten was den gouden standaard niet te verlaten. Als bewijs zou zij goud geld laten aanmun* ten en dit in circulatiej geven, teneinde te trachten bij het publiek vertrouwen te winnen. Wat betrof de militaire maatregelen, gaf hij ten antwoord dat opi 22 Maart j.l. ze* kere troepenverplaatsingen waren gelast, speciaal om de Duitsche grens te ver* sterken. De forten linieën zijti, vol bezet en volledig ter verdediging' uitgerust. Volgende week zou er een lichting naar huis toe gaan, doch morgen Zaterdag! 5 April, zal de militaire commissie de regeering advi* seeren de manschappen onderj de wapenen te houden of niet.i De regeering heeft aan de Kamer toegezegd, zich stipt aan dit advies te zullen houden. Besluit de commissie de lichting onder de wapenen te houden, dan wordt het leger ineens met 160.000 man versterkt Met groote meerderheid 410134 gat de Kamer, Flandin haar vertrouwen.. Ziezoo, nu kan Flandin met een groote meerderheid der Kamer acTiter zich, een vaste geldwaarde en een sterk leger aan de Duitsche grens te Stresa gaan praten, en vernemen wat Hitler, maar ook Rusland en Polen willen. De regeeringen gevoelen zich niet gerust. Dat bewijzen verschillende uitspraken van Mussolini. Met Abessinië vlot het niet. Aan wie de schuld? Ach laten wijt in de hoogere po* litiek maar niet treden en op de feiten wijzen. Troepenverschepingen naar Abessinië hou* den aan, doch vlotten niet. Het transport ondervindt veel moeilijkheden, wat natuur* lijk als er oorlog uitbreekt, zeer bezwaar* lijkj is. Kan he^ leger vanuit het moeder* land, niet voldoende ondersteund! worden, met manschappen, munitie, materiaal en pro* viand, dan is hef; nog de vraag, wie het winnen zal. Daarbij komt dat de moesson aan de kusti van de Roodej Zee binnen een paar weken zal beginnen, en het troepentransport nog moeilijker, zoo niet onmogelijk zal worden. Oorlogzuchtige stammen willeni den strijd aanvangen, om van de gelegenheid te profiteeren, doch de regee* van Abessinië draalt. Er is meer zegt Mussolini. Abessinië weet zeer goed, dat wanneer Duitschland een poging zou wagen, Oos* tenrijk aan zich te trekken,de Italiaansche troepen onverwijld Oostenrijk zullen bin* neni rukken. En hierop hoopt Abessinië, want Duitsch* landi is voor Italië; een zeer gevreesde vij* and, en indien dit onverhoopt zou plaats hebben, kan Italië zich met Abessinië niet zoo zeer bemoeien, en kunnen de Abes* sinische stammen hun slag slaan. Maar Mussolini waarschuwt. Thans heeft onder de wapenen, en de militaire auto* riteiten hebben alle voorbereidingen ge* troffen, om zoo noodig de acht millioen man, direct onder dü wapenen te roepen. Wanneer wij zoo iets; lezen, vragen wij on^ af, wat hangtj ons boven het hoofd.. De Fransche minister*president zegt, dat de Fransch*Duitsche grens sterk! bewapend is, en Mussolini heft dreigend den vinger op en zegt: Weet, ik ben op alles voorbe* reid, en wee Duitschland, als je iets durft te ondernemen wat me niet aanstaat". Ook waarschuwt Mussolini tegen tehooge verwachtingen, wat betreft de besprekingen te Stresa. Mussolini zegt terecht, dat de regeeringen die daar samen komen, het niet geheel eens zijn, en; de moeilijkheden zeer groot zijn. Eden heeft zijn bezoeken te Moskouj en te Warschau afgelegd. Wat waren de Russen allervriendelijkt, Litwinot heeft zelfs bij het afscheidsmaal eeni dronk gewijd aan het welzijn van het Engelsche Koningshuis. Het slot is echter dat Rusland zeer bevreesd is, voor Duitsch* land, en gaarne zich zooveel mogelijk voor dat land wacht. Nu Hitler, heeft ook zijn meening niet onder stoelen of banken ge* stoken. 1 In Polejti, is de regeering zeer gereserveerd. Polen vindt alles heel vriendelijk en aardig, doch het slot is, dat Polen zijn eigen weg, welke het nu bewandelt, het veiligste vindt. Vooral de oude Maarschalk Pilsoedski die ini zijn leven zoO' wel met Siberië als met de Duitsche gevangenis heeft kennis ge» maakt, moet niet te bewegen zijn, ook maar iets te ondernemen, waar mogelijk eenig risi* co aan verbonden is. En als er van risico sprake is, dan voelt Polen meer voor"~ Duitschland) als Rusland. Thans is de Lord*Zegelbewaarder Eden, naar Praag, (Tsjecho*Slowakije.). Wat zal hij daar ontmoeten, wanti Duitsjoj |d een deel van Tsjecho*Slowakije-kn^^P* VARIA. Naar een einde van het Chaco>conflict Argentinië's voorstellen door beide pars tijen aanvaard. Naar van otficiëele zijdei wordt medege* deeld, hebben zoowel Paraguay als Bolivia de door de Argentijnsche voorstellen tot bij* legging van het Chaco*conflict aanvaard. Hitler en Ed^ re^ds eerder tegenover elkaar. BERLIJN, 1 April (V.D.) Van de be* sprekingen, welke tusschen Eden en Hitler hebben plaats gehad, wordt in diplomatieke kringen te Berlijn de volgende authentieke anecdote verteld Op een der banketten' kwamen Eden en Hitler tot de ontdekking, dat zij niet voor de eerste maal tegenover elkaar stonden. Het bleek n.l., dat zij in den wereldoorlog in eenzelfden gevechtssector gestreden had* den echter aan een verschillend front. Eden nam een menu en teekende daarop dadelijk zijn positie uit. Daarop nam de rijkskanselier het menu en schetste de positie® van het Duitsche leger. Men vertelt, dat Eden de menukaart als aandenken aan zijn bezoek, te Berlijn be* waart. Aankoop van paarden voor het Duit* sche leger. STOCKHOLM, 1 April (V.D.) In de af* geloopen week zijn tal van paardenmarkten in de Zuidelijke provincies van Zweden be* zocht door Duitsche agenten, die hooge bedragen hebben geboden op de beste soorten rijpaarden, die zijn aangekocht met het oog op de, behoefte aan paarden van het nieuw te vormen Duitsche leger. Explosie in kruitfabriek bi} Milaan. Zeven' dooden, 20 gewonden. TURIJN, 1 April (Reuter) Ten gevolge van een ontploffing in een kruitfabriek bij Milaan zijn zeven arbeiders om het leven gekomen, terwijl een twintigtal meer of min»- der ernstige verwondingen opliep. Afschuwe(lijke, misdaad. In de omgeving van Tarnow, Polen, is een afschuwelijke misdaad gepleegd,. Een vader van 9 kinderen sneed, terwijl de moeder met 4 kinderen afwezig was, den overigen 5 kinderen het hoofd af.: Na de kinderen volgens leeftijd op een rij te hebben gelegd, gaf de man zichl bij de politie aan, waar vastgesteld werd, dat d^ man bezeten was door den angst, zijn bestaansmiddelen te verliezen. -

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1935 | | pagina 2