CriDWEEKEUADopGED.GDOnDSlAG ^ö^ZUID-HOLLêüZEEUWSCHE EILAHDEn
r
OUDERAVOND
^"il
1
V
7e Jaargang
WOENSDAG 6 MAART 1935
No 616
N.V. Uitgeversmaatschappij «Eilanden-nieuws"
De Dood.
in de schoot met den Bijbel te Sommelsdijk,
,,«S0^
M
ET_MEDEWEIRKnSiG_yAN VOORAANSTAANDE HERVORMDE EN GE R E FOR MEERDE PERSONEN
op Vrijdag Naarf 1935, des avonds half zeven uur.
Sprekers de Weleerw. Heeren
Ds. G. J. Koolfiaas.
Ds. A. de Biois
De Weled. heer v. d. Poel.
Ds. W. F. Laman.
tl V il
Whet laagst in prijs
1 voldoet aan oe hoogste eisen j
Voornaamste inhoud
niEuus
Advertentie-prQB 20 ceat pef regel. Reclames 40 et; Dlrait-
lanvragen en -uDbledingen van 1—6 regela 80 et.; Boek-aan-
koDdlglng 10 cent per regel' Coatractea belaagrQk lager
UITGAVE VAN
Gereitigd te Middelhumt - Pim* Hendriluti. 122 Qj Giro 167930 Postbox 8 Tel. 17
Abonnements-priie 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling
Verachijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week
Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 galden per jaar
Handel in groenten, fruit en
vroege aardappelen.
Ingevolge het Crisis»Tuinbouwbesluit 1935
I, is het verhandelen, ot doen verhandelen
van gewassen van den tuinbouw o.m. slechts
toegestaan aan die handelaren, grossiers,
venters, winkeliers, en markttuinders, die als
handelaar in gewassen van den tuinbouw
door de Nederlandsche Groenten en Fruit*
centrale zijn erkend. Onder fruit zijn niet
begrepen de „Zuidvruchten", zoodat voor
den h.indel in deze producten geen erken'=
ning noodig is. Aangezien er ruim een half
jaar gelegenheid is geweest om een aan^»
vrage om erkenning als handelaar in te
dienen en het overgroote deel der aanvragers
reeds in het bezit is van een erkennings*
kaart ,is thans met de controle een begin
gen)aakt. Deze controle, die in de eerste
v/eken ordenend en waarschuwend zal op^"
treden, zal evenwel zeer spoedig daad^
werkelijk worden doorgevoerd; zoodat ie^
mand, die niet in het bezit van een
erkenningskaart, toch in genoemde gewassen
handelt, zich blootstelt aan vervolging.
Ten einde de verdere aanvragen om een
handelserkenning zoo vlug mogelijk te doen
afwerken, gelieve men te letten op het vol*
gende
Alle aanvragen worden rechtstreeks inge*
zonden aan het adres van de Nederland*
sche Groenten* en Fruitcentrale, Laan Copes
van Cattenburoh 62, s'sG.ravenhag'e.
ledere aanvrage moet vergezeld gaan van
positieve bewijzen, dat men in 1933 ge*
handeld heeft. Heeft men in 1933 niet ge*
handeld, dan kan erkenning door genoem*
de Centrale niet plaats vinden en dient
men zich om toelating te wenden tot den
Minister van Economische Zaken.
Indertijd is door de Centrale naast de
groene erkenningskaart ook nog uitgereikt
een grijze personeelskaart, voor de in het
bedrijf werkzaam zijnde personen.
Deze personeelskaarten zijn vanaf heden
vervallen en worden niet meer uitgereikt'
ledere houder van een erkenningskaart is
verantwoordelijk voor het in zijn dienst
staande of namens hem werkende personeel
en dient dit personeel zelf van een bewijs
te voorzien, waarop het nummer van zijn
erkenning is vermeld. Om onaangenaamhe*
den te voorkomen, gelieve personen die
handelen in groenten, fruit en vroege aard*
appelen met bovenstaande gegevens rekening
te houden.
Nieuwe regeling Zuivelproducten.
In December 1934 is bekend gemaakt,
dat in afwachting van het tot stand komen
voor den uitvoer van zuivelproducten, een
maatregel getroffen werd om te voorkomen,
dat melk*leveranciers van de eene fabriek
zouden worden overgenomen. Hierbij zat
de bedoeling voor om laatstbedoelde regc*
ling op te heffen op 1 Februari 1935, welke
datum naderhand is verschoven naar 1
Maart 1935.. In verband met de uit de
regeling voortvloeiende moeilijkheden is
thans besloten om den maatregel met be*
trekking tot het overnemen van melkleve*
ranciers op 1 Maart 1935 definitief en voor
goed te beëindigen. De plannen met betrek*
king tot de nadere regeling van den export
zijn inmiddels achterhaald door de bij den
export van zuivelproducten naar Duitschland
opgetreden moeilijkheden, welke nader on*
der de oogen moeten worden gezien, al*
vorens een besluit te dezen opzichte zal
kunnen worden gepomen.
ZETMEELrPRODUCTEN.
Belanghebbenden worden erop attent ge,
maakt, dat lief in Toorraad hebben van
zetmeel of zetmeelproducten, zooals:
aardappelmeel, dextrine, stijfsel, glncose
(blanke stroop, massée, of druivensui,
ker) sagomeel, tapiocameel, arrowroot,
koudwaterplakmeel, maizena, en ove.
rige gaanzetmeelen,
In een gezamelijke hoeveelheid van meer
dan 1.000 K G. slechts is toegestaan aan
hen, die als georganiseerden zijn aangesloten
bij de Stichting Nederlandsche Meelcentrale
Deze verplichte aansluiting, kan schriftelijk
worden aangevraagd bij de Slichting Neder.
landsche Meelcentrale, Riouwstraat 174-180
's—Gravenhage en geschiedt kosteloos.
UITPOOTVERGUNNINGEN.
Betreffende de uitgifte van uitpootver*
gunningen voor consumptieoaardappekn kan
nog worden medeg€deeld, dat voor diegenen,
aan wier verzoek om een uitpootvergun*
ning voor fabrieksaardappelen niet kon
worden voldaan, tot 10 Maart 1935 gelegen*
heid bestaat alsnog bij de G«westelijke Land
bouw^Crisis*Organisatie, Waarbij ze als ge*
organiseerden zijn ingeschreven, een wit*
pootvergunning voor consumptie*aardappe»
len aan te vragen.
Ook zij,\aan wie een naar hun'oordeel te
gering oppervlak fa%rieksaapd;^p. is toefje*
wezen, kunnen zich tot 10 Maart a.s., onder
terugzending van de door hen niet ge*
wenschte vergunning voor fabrieksaardap*
pelen tot hun Gewestelijke Crisis*Organisatie
wenden voor het verkrijgen var^ een ver*
gunning voor consumptie*aardappelen.
Zij doen daarmede dan afstand van hun
recht om fabrieksaardappelen voor oogst
1935 te telen.
Vergadering der afd. „Goeree en Ovér=
flakkee" der Chr. Onderwijzersvereen.
op Zaterdag 2 Maart in de „Groen van
Prinsterer" School te Middelharnis.
De Voorzitter, dhr. A. Klein uit O'plaat
opende deze vergadering met het lezen van
Ps. 78 en ging daarna voor in gebed. Hij
sprak een kort welkomstwoord.
De opkomst was bevredigend. .Enkele
leden waren door ziekte en andere vergade*
ringen verhinderd.
Na het voorlezen der notulen, kreieg'
Mej. Eenink van Den Bommel het woord
tot het houden van haar referaat, getiteld
„Juliana van Stolberg." Ze begon met te
zeggen, dat we er goed aan doen, deze moe*
der van groote mannen naar voren te bren*
gen en aan haar een oogenblik onze aan*
dacht te schenken.
Juliana va^ Stolberg was een moeder,
die groote invloed had op haar kinderen
en vooral op onze groote Willem van Oranje
I^ltvoerig ging inl. de jeugd van dese
vrouwe na, en merkte op, dat bij het ge>
brekkige schoolonderricht ze toch later een
vrouw was van groote gaven en goede ont*
wikkeling. Het huwelijk met haar eerste man
was ook zeer gelukkig. Het was toen een
bewogen tijd, het begin van de Kerkhervoro
ming. In haar hart was ze toen reeds Her*
vormingsgezind. Uit haar tweede huwelijk
met Willem van Nassau werden 5 zonen
en 7 dochters geboren.
Met toewijding heeft ze deze kinderen
opgevoed en ze slaagde er in later jaren
toen haar zonen in het buitenland ver*
keerden, de familieband stevig te houden.
Zij bleef het middelpunt. Ook voor 't
onderwijs deed ze met haar echtgenoot veel.
Er was op hun slot, de Dillenburg" een
goede hofschool.(
Juliana van Stolberg was ook een moe*
der voor haar personeel en omgeving.
Vooral Prins Willem had groote eerbied
voor deze moeder; dit bleek vooral bij de
;dood van. zijn vader Willem van Nassau.
Veel heeft ze moeten lijden. Bange tijden
heeft ze beleefd, vooral toen haar zonen
inden oorlog met Spanje gewikkeld waren.
Ontzaglijk werd ze getroffen door het sneu*
velen van haar zonen. En juist in die tijd
bleek haar groot vertrouwen op den Heere.
Vooral de laatste jaren van haar leven,
waren jaren van groote opoffering. Toch
bleef ze haar zoon Willem aansporen in
zijn moeilijk werk niet in eigen kracht te
staan, maar het alleen te verwachten van
Hem, die juist de zwakken kracht geeft.
Eenzaam is ze gestorven. Haar geld en
goed had ze voor deze groote zaak geot*
ferd en ze had het uit liefde gedaan, om*
dat het was \4Dor den Naam des Heeren.
De inl. eindigde haar mooi referaat met
te zeggen, dat onze dierbare Koningin goed
heeft gedaan, haar dochter te noemen, naar
de edele moeder der Oranjes. Ze hoopte,
dat ook deze Juliana zoo'n rijk gezegend
leven mag hebben als de moeder van onze
„Vader des Vaderlands."
De Voorzitter dankte Mej. Eenink voor
dit mooi stuk werk en merkte nog op,
dat Juliana van Stolberg een middel in
Gods Hand was, om'haar zoon Willem een
Vader des Vaderlands voor ons land te
doen zijn.
Verder werden nog enkele huishoudelijke
zaken behandeld.
Uit het Jaarverslag van den Secretaris,
dhr. Jansen van Middelharnis, bleek, dat
de afd. bij het begin 22 leden telde en
nu 30 leden staan ingeschreven.
In het algeloopen jaar zijn 5 vergade*
ringen gehouden, waarvan 4 te Middelharnis
en 1 in de Landbouwschool te Sommels*
dijk. De vergaderingen werden gemiddeld
bezocht door 25 leden.
Dhr. Jansen sloot de vergadering met
dankgebed.
Elk Christen, bier ter wereld <eer bestreden.
Komt nog op 't lest in 't rijk vol vreugden
(zoet,)
Maar de (n) Jordaan,^ de dood moet zijn ge.
(leden,')
Want 't is de (n) weg, voor alle vleesch te
(treden,*)
De(n) vijand lest* die men vewinnen moet,—
Gelukt dees reis maar wèl, zoo is 't al goed
CAREL VAN MANDER.
^De doodsrivier; 'doorstaan; 'die alle
vlsesa^ gaan moet'de laatste vijand
De VOORZ. de heer ,^oI opende de bij*
eenkomst, drie lokaleen, die stampvol wa*
ren, door het laten zingen van Ps. 25 vers
3 en 4. Vervolgens werd gelezen Joh. 9 en
sprak de Voorz. een kort openingswoord,
heette allen welkom en hoopte dat de spre*
kers met den geest der vrijmoediheid moch*
ten worden bedeeld, en de hoorders geopen
de ooren krijgen om te luisteren.
ReA**^!|Ds. G. J. Koolhaas.
Daarna gaat Ds. Koolhaas voor in gebed,
waarna hij zijn rede .uitspreekt getiteld;
„Samenwerking tusschen School en Huisge»
zin.''
Vooraf leest hij een: gedeelte uit Gods
Woord, n.l. 2 Kon. 4 vanaf vers8.
Spr. begon met te zeggen, 'dat het een
niet te waardeeren voorrecht is, dat men
kinderen heeft. Tegenwoordig wordt dat
niet meer zoo gewaardeerd. Jammer genoeg.
De Schrift zegt: De kinderen zijn een zegen
des Heeren. Bijzonder onder het oude Is»
raël was de kinderzegen geacht. Zeer zeker
dus ook bij de Sunamitische, waarvan in
het hoofdstuk is voorgelezen.
Wij weten de geschiedenis. De profeet
Ehza kwam op zekeren dag, in haar wohing;
hij was er welkom: hijvertoefde er vele
malen. Voorde profeet^ de man Gods
wordt zelfs éen opperfj j^Jiicr gemaakt; tel*
kens en telkens komt'nij l^^ar weer, als
hij op weg naar de prórétetischoof gaat. Hij
is verheugd over de steeds vriendelijke ont*
vangst en hij vraagt zich af: wat kan ik
voor de Sunamitische doen? Zijn knecht
Gehazi brengt hem ,op het denkbeeld: Zij
heeft geen kind. En als dat tot hem door*
dring zegt hij: roept ze! en met profetische
drang zegt hij, als ze in de deuropening
verschijnt: Het volgend jaar zult gij een
zoon hebben! En wat antwoord ze? Liegt
niet tegen mij!
Voelt ge wat er bij haar omging? Ze
kón het niet ,gelooven! Maar een jaar
daarna hééft ze een kind, een kind door
God geschonken.
Als we hier als ouders zitten, dan is het
eigenlijk ook zoo: van onze kind'ren kun*
nen we ook zeggen: de Heere heeft ze
ons gegeven! Wat wordt dat weinig door*
voeld! Kinderen van den Heere te hebben!
Spr. herinnert aan het beeld van de ver*
loren bijl, die in het water vloog en waar
van de profetenzoon 5'uitriep: „ach, het
was geleend!' Onze kirtderen zijn eveneens
geleende panden.
Spreker neemt een ander voorbeeld uit
het dagelijksche leven, van iemand die een
splinternieuwe fiets heeft en die uitleent op
conditie, dat deze onbeschadigd wordt te-'
ruggebracht. Maar 's anderen daags vindt
U de fiets voor de deur geheel stuk en vol
met deuken. Die fiets was niet in goede
handen.
We moeten zorgen dat onze geleende
panden in goede handen komen, en ons
terdege afvragen, wat moeten w^ij met onze
kinderen doen
Bij de Sunamitische was school en huis*
gezin één. Dat wordt ons duidelijk in
het gelezen Schriftgedeelte.
Spr. weet niet, of er ouders aanwezig
zijn, die kinderen op de openbare schoool
Jhebben. Hij kan het niet begrijpen. Ja
todhhij kan het ^wel begrijpen,
dat komt, omdat die ouders niet weten,
dat hun kind een ziel heeft! En hoe on*
besmet moet die ziele bewaard!
Spr. heeft gelezen, dat in de 2e kamei
een wetsontwerp is aangenomen, dat on*
derwijzers met T.B.C, moeten verwijderd
worden en t.b.c.*lijdende kinderen, moeten
apart gezet.
Spr. kan niet begrijpen, hoe nu ouders
hun kinderen met ziel en lichaam ^escha*
pen voor een eeuwigheid worden gebracht
in een sfeer, waar ze ver van God worden
gehouden.
Op de openbare school keren ze wel
lezen, schrijven, maar niet in den zin van
Gods Woord. Dat is er verre vandaan!
De Sunamitische zoon was in het veld.
Hij Wordt door een zonnesteek getroffen.
Hiü roept mijn hoofd! mvjn hoofd! Vader
brengt hem bij zijn moeder en moeder
brengt haat zoon op de kamer van den
profeet. Ze doet de deur dicht, en zadelt
aanstonds den ezel om op te trekken naar
den profeet. Gehazi treedt op haar toe:
is het wel met U? en met Uw kind? De
scherpe blik van de vrouw ziet dat ze
met Gehazi niets kan doen. Ze zegt „het
is wel." maar meteen loopt ze door naar
den profeet en zegt: hebt ge me niet een
kind gebeden? En zeide ik niet, bedrieg
mij niet!
De profeet begrijpt. Hij zendt Gehazi
heen met, zijn staf om het doode kind op
te wekken, maar helaas! geen stem is er.
noch opmerking. De trotschheid van Ge*
hazi, die meende een doode te zullen op*
wekken, wordt den bodem ingeslagen.
De profeet gaat binnen en sluit de kamer
dicht; hij bidt hij meet zich uit,
hij daalt af tot het kind, Jegt zijn mond
op des kinds mond, hij wordt één met dat
kind. Hij wordt er zelf koud van
het kind wordt warm hij loopt her*
en derwaarts, herhaalt hetzelfde en
het kind niest, het kind doet de oogen
open en als Eliza dat ziet, roept
hij de Sunamitische.
Deze vrouw, zal op dat inoment wel niet be*
zig geweest zijn haar vaten te wasschen,
neen, biddend zal ze werkzaam geWeesiJ
zijn, s amenwerkend. God aanroepend.
Onze kinderen, ze liggen dood, in zonden
en misdaden.
Nu gaan die kinderen naar school. Hier
ligt de roeping van het personeel een kind
te zien, ^at dood is, dat verloren .ligt en
bieh.>udén'" moet worden.' Wat hij daar*
toe moet aanwenden Daartoe moet hij*
zelf een kind worden.
En van die arbeid, daar wordt je moe
van! Onderwijzers en onderwijzeressen heb*
ben een moeilijk werk, een zWare taak,
Soms worden ze er koud van. Onze kin*
deren zijn zoo best niet, zegt spr. dat
wordt wel eens zoo gauw gezegd. Ze zijn
dikwijls lastig. Maar groot is het, als er be*
langstelling komt bïj een kind voor Gods
Woord. Welk een zegen is dat.
God geve het Hoofd der School en het
personeel genade om de kinderen te zien
als verlorenen, en geve de kinderen genade,
dat ze warm worden voor het Evangelie.
Genoeg is dat niet, de oogen moeten open
gedaan worden. Dat kan God alleen, in
eigen kracht is dat onmogelijk.
Daartoe is noodig vrije genade, is
noodig een gedurig gebed van ouders en on
derwijzers. Samenwerking dus.
Maar nu wij, ouders. Misschien is er
vandaag 1 Maart toelating geweest van
kinderen. Is er toen een gebed 'bij U
geweest voor den Onderwijzer, voor Uw
kind? Ach, wat staat het er treurig bij.
Spr. hoopt dat op dezen avond de sa*
menwerking tusschen school en gezin mo*
ge worden bevorderd. Op de knieën. Ou*
ders, opdat God geve als in den Sunami*
tischen jongen, dat door Christus' genade,
zij worden opgewekt tot een nieuw leven.
Spr. eindigt met een zinspeling op Ps. 86
vers 1, wat gezamenlijk wordt gezonggen.
Daarna schreed
Ds. A. de Blois van Dirksland
naar het spreekgestoelte. Spr. herinnerde
aan de vele ontvangen uitnoodigingen
om op een ouderavond op te treden, die hij
steeds, wegens ziijn zw akke gezondheid, moest
afwijzen. Uwen Voorzitter, de heer Mol,
deed mij echter weer zoo'n hartelijke ver*
zoek, dat ik er voor ben bezweken, en
zoo hier voor U sta. Nu ik er eenmaal ben,
Jben ik verblijd hier te zijn. Wij hebben
het leerzame woord van Ds. Koolhaas
gehoord en als we nu de vergadering
zwuden sluiten, om rustig over het ge*
sprokene na te denken, zou dit woord
rijken zegen kunnen afwerpen en de ver*
gadering als geslaagd zijn te beschouwen.
Maar hetprogramma moet nu eenmaal
afge^verkt.
Ik heb me de vraag gesteld wat moet ik
op die Ouderavond zeggen?
Ik moet mij eerst oriënteeren waar ik ben.
Wat is het doel van een ouderavond als
deze? Dat is toch niet dat verschillende
predikanten met hun eigen groep uitkomen,
die ze ieder voor zich als een soort kamp*
vechter moeten verdedigen?
Neen, zij moeten de schuld dichter bij
de Ouders brengen en de Ouders moeten
dichter bij de sdiuld- komen
Twee vragen stel ik: wat eischt de
ïto
Ouder van de School en wat eischt de
School van de Ouders?
In verband met deze tw.ee vragen„waarop
we niet verder ingaan, stellen we een
andere vraag: wat is het uitgangspunt der
opvioeding? Hoe 'beschouwen de Ouders
en de onderwSjzers onze kinderen? Die
vraag is noodig: er wordt zooveel van het
rechte pad, naar links en rechts afgeweken,
We zullen U twee uitersten laten zien.
Er zijn menschen, die beschouwen hun
kinderen als „engeltjes," die moeten wor*
den opgeleid voor den hemel. Dat ze
van nature in Adam, verdoemelijk voor
God liggen, daarvan wordt geen woord
gerepf.
Anderzijds menschen, die beschouwen hun
kinderen als „duiveltjes", wier bestemmingg
is in de rampzaligheid. We hoorden eens
een leeraar, die die richting was toege*
daan bij den Doop regggew:"Ouders, je kin*
deren zijn brandhout voor de hel! Noch
met de eene, noch met de andere richting
kunnen we ons vereenigen. Als we een
Waarheid zeggen, en er een verzwijgen
dan liegen we: spreken we „van brand*
hout voor de hel" en letten we niet op
het „vaderlijk mededoogen" dan zijn we
leugenaars. De waarheid ligt in het mid»
kien', i n deze moet de gulden middenweg
bjewandeld.
Hoe moeten we onze kinderen beschou*
wen? Niet als engeltjes of duiveltjes, maar
al bondelingen, die het teeken en zegel van
het genadeverbond aan hun voorhoofd
dragen.
Bij den heiligen doop hebben de ouders
„ja" gezegd op de vraag: „of ge niet be*
kend, dat Uwe kinderen in Christus ge*
heiiigd zijn? Is dat het beginsel der we*
dergeboorte? Niet eene ouder zal daar
„ja" op durven zeggen.
Olevianus heeft het zoo zuiver onder»
scheiden, het wezen van het genadeverbond
en da bediening van het genadeverbond.
De Heere trekt door in de lijn der geslach*
ten. We leven onder de bediening van het
genadeverbond, en onder dat verbond kun*
nen we verloren gaan en kunnen we be*
houden worden.
Een roerend beeld haalde spr. aan, wat
bij velen een traan uit het oog perste, van
een 5*jarig kind dat doodeHjk ziek, getui*
genis gaf van een oprecht en waar ge*'
loof in den Heere Jezus en belijdenis deed,
dat Hij voor haar schuld in den hof van
Gethsemané Zijn bloed had laten vloeien,
waarbij het stervende kind de zielsbedroefde
Moeder toevoegde: „God zal Zijn waarheid
nimmer krenken" Maar eeuwig Zijn ver*
bond gedenken."
Hier komt in uit, dat Hij uit den mond
der jonge kinderen Zijn lof toeberei<i\.
Vooi ouders en onderwijzers is noodig te
wijzen, eenerzijds op de verdoemelijkheid
van het schepsel ,anderzijds op Christus, die
voor doemschuldigen Zijn bloed heeft ge*
stort. De onderwerpelijke bediening van
den Heiligen Geest kan daarbij niet gemist.
Een ander voorbeeld geeft Gods ge*
tuigenis. Lazarus stierf en werd gedragen
in Abraham's familieschoot. En de rijke
man stierf ook en sloeg zijn oogen op
zlijnde in de pijn. Uit kracht van het
Verbond riep hij: Vader, Abtaham," en
op grond van datzelfde verbond ant*
woorddc Vader Abraham: „Kind!"
Ouderavond in de Chr. School te Sommelse
dijk. Enorme belangstelling.
Gemeenteraad te Sommelsdijk.
Vergadering van de Chr. Onderwijzersver»
eeniging te Middelharnis.
Rechtzaken, eiland Xholen.