CHDWEEKBLADÖpGED.GR0nD5IAG vöÖRDcZUID-HOLLIriZCEUWSCHE EILAHDEn /f Rechtzaken r EERSTE BLAD STICHTELIJKE OVERDENKING 44jeDR£WEN A. Wielhouwer Gemeenteraad ZATERDAG 2 MAART 1935 No 615 N.V. Uitgeversmaatschappij «Eilanden-nieuws Uit het Kjijkvenster TAFE1e»DIV4N KLEEDEN 7e Jaar^atiiS MET MEDEWERKING VAN VOORAANSTAANDE HERVORMDE EN GEREFORMEERDE PERSONEN Ia Dit nummer bestaat uit 2 bladen De naam des Heeren is een sterke foren. Van den Naam des Heeren spreekt onze tekst; zegtdatdieisecnste»ke toren. Hoevele namen zij o er in de wereld, waarvan de een al meer in aanmerking komt dan de andere. Maar hoe groot de naam van men- schenkinderen moge zijn, niet een is met dezen te vergelijken. De Naam des Heeren is oneindig ver verheven. Die Naam is God Zelf, gelijk Hij is; de volheid Zijner deug. den en volmaaktheden, zooals Hij Zich inzonderheid aan Zijne kinde ren openbaart tot hunne vertroosting en zaligheid. Denk maar aan Abra. ham als de Heere tot hem zegt: „Ik ben God de Almachtige, wandel voor Mijn aangezicht en zijt oprecht. Wat is meer opbeurend dan wan neer de Heere Zich overdraagt en doet kennen in het hart Zijns volks wat Hij voor hen 'is. Daar voor Hem niets onmogelijk is. Hoe roept de Heere Zijnen Nairn uit voor Mo, zes' aangezicht, zeggende: „Heere, Heere, üod, barmhartig en gena„' dig, iangmoedig en groot van wel, dadigheid en waarheid. Die de wel, dadigheid bewaart aan vele dwizen» den. Die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft" En zeker. Zijn Naam is genadig en barmhartig, Die om Zijns Naams wil den hemel buigt, om te wonen bij den nederige en verbrijzelde van geest om hem Zijne waarheid en trouw. Zijne bescherming en be, schutting te doen ervaren Zijn Naam is louter goedheid en nooit zal Mij daarin falen. Zijn Naam is groot en heilig en daarom is het, dat Hij de beminnaars Zyns Naams staande houdt, en weer opricht uit al hun ne moeiten. Zijn Naam is liefelijk, is eene olie die uitgestort wordt Daarom hebben Hem de maag, den lief. En om niet meer tenoe, men, Zijn Naam is eene toevlucht voor den rechtvaardige, een vaste en onbedriegelijke hoop voor een arm en ellendig volk. Om Zijns Naams wil vergeeft Hij hunalle on, gerechtigheid, helpt Hij wonderbaar, ijvert voor Zijn volk om ze door al hun bezwaren heen te helpen^ is voor hen bezorgd, versmaadt hen niet, maar h >ort hun geroep. Neen, Zijn naam heeft nog nooit teleur, gesteld. Door dien Naam werd Israël ver, lost uit Egypte, bereidde ze een weg door het voorbeeldige blOed van het Paaschlam Door dien Naam werd Daniël beveiligd voor het geweld der leeuwen; konden zijne drie metgezellen door het vuur niet worden verteerd. Van dien Naam riep David uit, uit za, lige ervaring: „Hij is een toren der verlossingen Zijns konings en Hij doet goedertierenheid aan Zijnen Gezalfden aan David en aan zijn zaad tot in eeuwigheid". En van dien Naam zegt Salomo, dat hij is een sterke toren. En £e„ ker wat is sterkeren vaster dan Gods Naam. Hiervan geldt: „bergen mo, gen wijken en heuvelen wankelen, maar Gods Naam zal in eeuwig, heid niet wankelen. Hij is een eeu wige grondvest, waarop de gemeen, te der heiÜgen zoo vast gebouwd is, dat de poorten der hel haar niet zullen overweldigen. Gods Naam is beproefd bevonden van den be. ginne aan. Gods volk moge soms wankelen, Gods Naam wankelt niet. Op dien Naam moge elke schul« dige ziel het wagen om al hare schul den en ellenden op Hem te leggen, op dien Naam, Die verheerlijkt is door den arbeid en door het bloed van Christus, in Wiens binnenste 's Vaders Naam is. Wie van Gods volk is ooit beschaamd geworden; en roept en lokt en noodigt en be« moedigt de Heere Zelf niet Zijne zwdkke schapen, die door schuld gebogen gaan? „Ik doe het niet om uwent-wil", zegt de Heere, „maar om Mijns grooten Naams wil", Zijn'Naam is een toren in hoog. te, want Hij is de Hooge en de Ver, hevene. Hij woont in het höoge en in het heilige. Daar is Hij den Zijnen tot een schuilplaats. Neen, tot die hoogte kan nooit eene vij. and opklimmen. Dat vermag Gods volk ais ze met vleugelen der arenden mogen opvliegen en in die klove der Steenrots mogen gesteld worden. Daarom is die Naameen sterke toren in veiUgheid, gansch ongenaakbaar en onoverwinnelijk voor allen die Sion gram zijn. Het is een toren der verlossing en za, ligheid. Wat liefelijke plaats, Hier kan geen pijl des vijands treffen. Hier is veiligheid ten dage des kwaads. Verzorging ten dage des hongers; verberging tegen de wind; schuilplaats tégen den vloed; scha duw tegen de hitte, bedekking te gen alle vreeze des kwaads, want God Zelf is hun schild, hunne over dekkende schaduw. Hoe troostrijk zingt David, de liefelijke harpspe ler: Daarheen zal de rechtvaardige loopen. De rechtvaardige, die aan zijn eigen naam, dat is aan zichzel- ven gestorven is en aan alles wat buiten God en Christus is; die Zij ner Naam kennen en daarom op Hem betrouwen. Daarhenen loopen Dat is dat toevlucht nemen tot God in Christus door het geloof, alleen op grond van Gods trouw verbond, dat van geen wankelen weet, met verloochening van aller schepselen hulp. Dit is het wezen van het ware christendom. Hoe weinig wordt het gekend; daarom zoo weinig beoefend. Maar het op rechte volk weet maar eenen weg. Het is door den weg van toe vlucht vliedend naar de vrijstad, om onder de schaduw van Gods vleugelen te mogen vernachten. Die zullen niet beschaamd wor den; die zullen in een hoog ver trek gesteld worden. Een hoog vertrek. Wat is dit an ders dan in zoete gemeenschap met God te deelen en eene veilige schuil plaats in Hem te vinden, boven het bereik van alle macht des vij ands. God zelf is de toevlucht der Zijnen, hun sterkt' als zij door droef heid kwijnen Hij versteekt ze in Zijne hut ten dage des kwaads; Hij verhoogt ze op eene rotssteen, waar door hen geen kwaad zal wederva ren en geene plage hunne tent zal naderen. Hier zQn ze buiten het bereik van den twist der tong, van alle smadingen des vijands; van al le lastertaal dergenen die hen haten. Hoe bang kan het soms den recht vaardige zijn Hoevele moeiten kun nen hem overkomen. Hoe kan hen alles tegen schijnen te zijn; terwijl de weg der goddeloozen enkel voor spoed schijnt. Hoe bang was't Da vid toen hij te Ziklag kwam De stad was vestoord en verwoest. AI de vrouwen, zonen en dochferen weg gevoerd. Het werd zijn eigen volk te zwaar en ze spraken zelfs van hem te steenigen. Wat zal David? Hij weet maar eenen weg. David sterkte zich In den Heere, Zijnen God. De Naam des Heeren was hem tot 'n sterken toren, tot een hoog vertrek Welk een heil Als het den armen geloovige bange is en alles van rondom zich tegen hem verheft; en zelfa diegenen, die men verwachten zou vóór hem te zijn, zich tegen hem stellen en soms zich als de bitterste vijanden open baren. Welk een heil Dan God, den levenden God in de kracht van Zijnen Naam en eeuwige deugdentot een toevlucht te mogen hebben, tot een hoog vertrek om te smaken de zoete vertroostingen, die uit de vol heid Gods vloeien. Neen, hier kan geen vijand indringen. Laten zij den naam van Gods volk smaden, den geloovige belasteren, hunne vijand schap en wrevel uitspuwen, nooit kunnen zij den rechtvaardige be- rooven van deze zijne sterkte en toevlucht. God is in het midden van haar. Zij zal niet wankelen. Hoe welgelukzalig dan het volk wiens God de Heere is. Die Hem tot Zijn toevlucht heeft. Zij zullen niet beschaamd worden tot in eeu wigheid. De goddelooze zal met z^oe tanden knersen en vergaan Maar de oprechten van hart vin den eeuwige veiligheid en een vas te bescherming Dit is de troost van een elk van Gods kinderen. Ds. B. Zie de lage prijzen bij het grootst speciaal Bed- eo Tapijtmagazijn van Telefoon 243 Sommelsdijk Voornaamste inhoud AdVdrteotle-prüs 20 ceot per regel. Reclames 40 et; Dleoat- aanvragen en -aanbledlngea van 1—6 regels 80 et.; Boek-aan- kondlgloe 10 ceet per reëel' Coatrarten belangrijk lager tt uuijAVE van Gevestigd te Middelharnii Piin* Hendiiksti. 122 C. Giro 167930 Pontboz 8 Tel. 17 Abonnements-prijs 85 cent per 3 maanden bl] voorultbetailn» Verschiint lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week Afzoaderlflke nummers 5 cent. Buitenland 8'Culdenperjaai D« Naam des Heeren is een sterke toren; de rechtvaardige zal daar he* nen loopen en in een hobg vertrek gesteld worden. Spreuk. 18 lOi, Ik kan met U door sterke benden dringen: Met mijnen God zelfs over muren springen.' Des Heeïen weg is gaissch 'voltniakt en (recht; Doorlouterd, rein en trouw al wat Hij zegt. Hy is eeen Schild en Schutsheer voor den (vrome. Voor die tot Hem de toevlucht heeft ge* (nomien- Wie is een God als Hij in tegenheen? Wie is een rots, dan onze God alleen? Biug'^en en wefien De tol weer in eeee D» tumt^ onder de Maas On betaalde reken?pgen 127 ttiillioen bezuinigen? •-''*'Ce,ti-'Ti'si5oatine«di« ging Geen nooidgesdhtei. Men kan in ons dagelijlcsch leven de huid maar niet verkoopen eer de beer ge*' schoten is. De onvoordeelige tijden die wij zijn ingetreden roepen ons telkens weer tot bezinning, 'tot herziening van onze voor»» nemens. Wij hebben in ons land sedert 1927 veel gedaan voor wegenaanleg. Dat is van heel veel belang voor handel en indus* trie, vooral sedert de auto zoo ingeburgerd is. Jammer, dat er wel wat erg royaal is aangepakt. Ik denk dat er in dat wegenplan van Rijk e n Provincie nog wel verandering komt, want de kosten er van, reiite en aflos* sing der geleende sommen inbegrepen, vallen niet mede. In de zucht om vooral niet bij het buitenland onder te doen, is besloten in ons land een zes a zevental bruggen over de rivieren te bouwen. Onder al die bedrijven is de wegenbe* lasting verhoogd, van afschaffing of -vti" mindering van rijwielbelasting kan geen sprake wezen en tot overmaat van teleur» stelling heeft de Regeering besloten op die nieuwe bruggen tol te gaan heffen. De handel is daarover zeer verstoord, maar de Regeering laat uitkomen, dat zulke groote kunstwerken ook betaald moeten worden. En daar in 4 jaar tijd de belastingen al met .de helft zijn tetuggeloopen (dat wil zeggen, de opbrengst totaal, dus niet het» geen wij hoofd voor hoofd moeten beta len!) ligt het voor de hand dat er op andere manier geld voor den dag moet komen. Zoo komt ons de trots van onzen bruggenbouw alweer duur te staan. Misschien is het wel aldus, dat men wat minder hard om bruggen had moeten roepen in een tijd dat handel en verkeer zoozeer begonnen te verminderen. Want de handel, dat is nummer een, maar autotochten naar buiten=i land voor pleizier, dat moest nummer laatst wezen. Van pleizierritten naar Parijs (en verder) kan ons volk niet bestaan. Ook moet men de beteekenis van de werk* verschaffing door wegenaanleg en bruggen» bouw niet overdrijven, want die is nog maar matig tegenover den schuldenlast die ontstaat. Opmerkelijk is, dat, direct nadat Ant* werpen' een tunnel onder de Schelde had geopend, ook Rotterdam weer om een tunnel onder de Maas begon te roepen. Een zaak van meer dan 10 millioen gulden. Rijk en Provincie zullen er met geld aan te pas moeten komen, als 't plan doorgaat. Een iedermoge echter bedenken, dat ook in een tunnel tol kan geheven worden. En zijn de gebruikers van zulk een doorgang onder de rivier daartoe bereid? Verlaging van lasten is schreeuwend hard noodig verhoogen kan niet meer, want dat wordt een zware kamp als er nog zoo=> diend. Het gaat nu er op of er onder. En dat wordt een zware kam pais er nog zoo^" veel rekeningen wegens gebouwde brug= gen en Wegen te betalen Üggen. Moge het ons volk toch niet aan wijsheid ontbreken om dit in te zien. Er is nog zooveel eer» zucht, die tot niets anders dan schade leidt. Groot doen past ons volk niet, zeker niet in tijden als 's Heeren bezoekende hand op ons rust. Er is reden tot ootmoed en schulderkentenis. Maar in 't publieke leven merkt ge er niets van. Bezuinigingsplannen zijn in de maak, tot 127 millioen gulden toe. Dat zegt iets. Hoeveel zal er van onzen Staatsdienst niet moeten afgekapt worden? Dure sociale instellingen houdt men aan de hand, want de mensch wil niet naat beneden. Subsidies voor orkesten en open» bare Leeszalen en Vollcsuniversiteiten, men kan er maar niet af. En t 'zal toch moeten. Laat ons er niet over twisten 's Heeren hand zal ons toch brengen waar we nu eenmaal niet willen zijn. Die den Heere niet vreezen, geven in Nederland den toon aan. De stem dergenen die tot kleinheid vermanen, wordt niet aan»» gehoord. En als een klank uit oude tijden klinkt ons uit den Sisten psalm tegen: Op Uw noodgeschrei, deed Ik groote wonderen i Moge des Heeren volk den Geest ontvan* gen om voor ons Nederland om gena te bidden! Want 's menschen heil is ijdel* heid. -^ WAARNEMER. DIRKSLAND Jaarvergadering J.V. „Jonathan" enK.V „Samuel" te Dirksland. De Ned. Herv. Jongelingsvereeniging op Geref. Grondslag „Jonathan" en de Knapen* vereeniging op Geref. Grondslag „Samuel" hielden in het Koor der Ned. Herv. Kerk alhier gezamenlijk hun jaarvergadering. Voor een goed gevuld Koor opende de Eere Voorzitter Ds. van der Wal de ver* gadering door te laten zingen Ps. 119 1, waarna hij voorlas 1 Koningen 18 1 tot 17 en voorging in gebed. Hierna sprak hij een inleidend woord naar aanleiding van het voorgelezene hoofd* stuk, behandelende de geschiedenis van Elia -en Obadja, ons er op wijzende, dat wij een voórbeéïcl kuniien nemen a'aïi Obadja, die, onder welke omstandigheden dan ook, zijn God diende, wat ook onze plicht moet zijn. Na dit kernachtige voorwoord, worden de diverse vereenigingen bedankt die hun felicitaties bij het bestuur hadden inge* diend. Na de jaarverslagen van de respectievelijke Secretarissen en Penningmeesters van K.V. en J.V. kreeg vriend P. Both het woord, om voor ons zijn inleiding te houden over Samuel's roeping. Dit bekende verhaal werd ons op duidelijke wijze wederom uitgelegd. Inleider wenschte, dat wij allen aan dien Samuei een voorbeeld zouden nemen, wiens levensvraag was: „Heere, „wat wilt gij dat ik doen zal." Nadat over dit onderwerp eenige vragen gesteld en beantwoord waren, kreeg de leider der K.V. vr. J. H. Bestman gelegen* heid, zijn onderwerp getiteld „Gevaren" voor ons voor te lezen. Gevaren voor de jeugd zijn er tegenwoordig maar al te veel. Daar* om moeten wij 'toog op Hem slaan, die ons door alle gevaren heen kan helpen en Die in Zijn woord zegt: „Wentel uwen weg op den Heere. Hij zal het maken." Ook over dit onderwerp werden vragen gesteld. Vr. de Muck van de K.V. las hierna zijn gedicht voor getiteld: „Vertellingen van een Zeeman," wat hij heel aardig deed en dat ook in de smaak viel. Nadat gezongen was van Ps. 105 vers 1 en 3, werd gepauzeerd, In de pauze werd gecollecteerd, 't Spreekwoord zegtVoor wat, hoort wat, en daarom werden de dames ge* tracteerd op een reepje chocolade en de heeren op een sigaar. Na de pauze kreeg vr, Grootenboer van de K.V. gelegenheid zijn onderwerp over Ruth te behandelen. Ook hiernaar werd met aandacht geluisterd. Vervolgens kwam Vr. Lugtenburg aan 't woord met zijn onderwerp: „De openba* ring Gods." i God openbaart zich in de natuur en in Zijn Woord De. hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt Zijn hai* den werk. Zoo openbaart Hij zich in de natuur." Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven." Zoo openbaart Hij zich in Christus in Zijn Woord. Na dit onderwerp kreeg, nadat nog eenige vragen gesteld en beantwoord waren, vriend A. de Blois, gelegenheid, zijn gedicht „Boer* ke Naes" voor te dragen. In de rondvraag werd gebruik gemaakt door de heeren Bestman en Potter, die hoopten, dat meerdere jongens zich zouden aansluiten bij de Vereenigingen omdat het zoo nuttig kan zijn voor ons leven en om* dat het onderzoek van Gods Woord toch moet gaan boven alles. Na het zingen van Ps. 89 vers 7, sloot de heer J. Baart, godsdienstonderwijzer al* hier, deze vergadering met dankgebed. mii£m,i<cs2a>i.:'rmsi^^^ EEN VERGUNNINGSKWESTIE TE OUDDORP. Krachtens de algemeene politieverordening van Ouddorp is het den houder van een tent of kraam waar men gelagen zet, verbo* den op Zondagen deze lokaliteiten geopend te hebben. J. F. hotelhouder te Ouddorp, was ver* volgd wegens overtreding dezer verorde* heeft hem echter ontslagen van rechtsver* volging, welk vonnis werd bevestigd door de rechtbank te Rotterdam. De rechtbank overwoog, dat de bevoegdheid van den Commissaris der Koningin, die F. toestem* ming had verleend, steunt op de wet en dat de gemeenteraad als lagere wetgever op dit terrein niet kan treden. De "Hööge Raad heett in zijn thans ge» wezen arrest in deze zaak overwogen, dat de Drankwet het bedrijf van den vergunning houder en dat van den veehouder be* schouwt als geoorloofd, mits uitgeoefend binnen de perken, door de wet gesteld; dat, bhjkens art. 10 tot deze perken behoo* ren de plaatselijke verordeningen, overeen* komstig art. 168 der Gemeentewet uitge* vaardigd. Dit geldt onverschillig door welke in de wet aangewezen autoriteit de ver* gunning of het verlof is verleend. De door den Commisssaris der Koningin verleende toestemming is dus, evenals elk ander ver* lof, onderworpen aan de beperkingen uit plaatselijke verordeningen voortvloeiende. De Hooge Raad heeft op deze gronden het bewezen verklaarde strafbaar verklaard het besteden vonnis vernietigd en den hotel* houder veroordeeld tot een geldboete van 50 cent. STAD a.h. HARINGVLIET., Openbare raadsvergadering der ge« meente Stad aan 't Haringvliet op Donderdag 27 Febr. 1935 des voor» middags half elf uur. Afwezig de heer v. Sprang. De VOORZ. opent de vergadering op gebjruikelijke wijlze^ wlaamia de notulei^ Worden gelezen en goedgekeurd. De heer VROEGINDEWEIJ merkt over de notulen nog op, dat de kolenbon niet per maand maar per week zou zijn, naar hij' meende. Dit had spr. duidelijk genoeg gezegd. De VOORZ.: Op voorstel van Weth. Braber is het per maand aangenomen. De redactie der notulen is dus in orde. UIT HET KIJKVENSTER. Tunnels en on. betaalde rekeningen. Verslag van de Jaarvergadering der Gen» trale Veiling te Middelharnis. Jaarvergadering van „Schuttevaer". De 84' jarige Secretaris, de heer Hoek treedt af. Overgang van de leerlingen aan de Am* bachtsschool te Middelharnis. Gemeenteraad van Stad en van Melissant. Oud GouverneursGeneraal van Idenburg overleden.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1935 | | pagina 1