CHQWCCKBLi\DopGED.GD0nD3IAG vöÖR^ZUID-HOLLÊnZCClJWJCHE EIIATIDEn
r
Elke waschmachine draait maar de VELO wascht
EERSTE BLAD
STICHTELIJKE
OVERDENKING
7e Jaar${anf$
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1934
No. 581
N.V« Uitgeversmaatschappij «Eilanden-nieuws
Uit het Kijkvenster
De oplossing van het
kerkelijk vraagstuk.
MET MEDEWERKING VAN VOORAANSTAANDE HERVORMDE EN GEREFORMEERDE PERSONEN
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Tot Heerlijkheid Gods.
II
,lk heb lief" zoo zingf de dich
ter van Psalm 116 en tegelijk noemt
hg de reden, .want de Heer e hoort
mijne stem mijne smeekingen.'
Gelukkig, wie dit mag doorleven,
want immers is er van nature geen
mensch die God liefheeft. Juist het
tegenovergestelde is waar, van na
turezijn wij geneigd God en onzen
naaste te haten. En daarom is het
zoo 'n wonder, wanneer wij den
Heete mogen liefhebben, want dit
is een vrucht van Zijne liefde tot
ons. Hij heeft ons eerst liefgehad,
en nu is er zulk een blijdschap in
de ziel dat zij uitroept: „\k heb
liefl' Zoo was het ook met Martha,
Maria en Lazarus Zij hadden den
Heere zoo lief. Dat dit geen woor
den waren blijkt duidelijk, uit de
liefdevolle ontvangst, die zij telkens
den Heere bereidden, indien Hij
hen met Zijne komst wilde verblij
den. Maai- onze liefde tot den Hee
re zij mag groot zijn, zij is toch
niét af te meten bij de liefde des
Heeren. Zij is de fontein, die al de
harten der uitverkorenen vervult
met al de volheid der genade^ --
Het wonder dezer liefde hoe
groot is zij, ze is nooit uit te spre
ken. Het is de eeuwige liefde van
den Drieëenigen God. die het drie
tal te Bethanie opzocht en uit de
duisternis riep tot Zijn wonderbaar
licht. Zij waren van voor de grond
legging der wereld uitverkoren in
Hem (den Heere Jezus Christus).
En evenals in al 's Heeren volk
was er in hen niet de minste reden,
dat de Drieëenige Verbonds-God
hen lief had. Deze liefde is onver
anderlijk. Het is waar, het kind des
Heeren kan dit altijd niet geloo-
venhet is menigmaal van meening
zoo het in wegen van druk en be
proeving geleid wordt, dat de Hee
re het niet liefheeft. Doch dit vloeit
voort uit onkunde in de handelin
gen des Heeren, terwijl ook het on
geloof hen zoo menigmaal gevan
gen houdt. Doch als de Heere hen
komt te leeren dat al deze wegen,
al zijn ze pijnlijk voor het vleesch
liefdewegen zijn, dan willen ze
gaarne hun blindheid en dwaasheid
erkennen, om dan onder tranen en
verootmoediging, zich onder den
Heere te buigen, zich tevens ver
wonderen de over deze onverander
lijke liefde voor de Zijnen.
Deze liefde geeft zich,. Heeft de
Heere dit niet beloofd, en is deze
Zijne belofte niet vervuld? Hij gaf
Zijn eengeborene, opdat door de
zen naam, welke boven allen naam
is verzoening, vrede, en zaligheid
zou geschonken worden.
Het wonder van deze Liefde wordt
gekend door de openbaring dezer
liefde. Zij is geopenbaard in den
Heere Jezus Christus. Zonder Zijn
komst zouden Martha, Maria en
Lazarus, geen geluk hebben gekend
Juist Zijne komst was ook hunne
zaligheid. Door Zijne diepe verne
dering, was alleen hunne verhoo
ging. Door Zijn lijden, hun heer
lijkheid. Deze open baring der god
delijke liefde geschiedt niet aan ge
vallen Engelen. Deze zijn met eeu
wige banden bewaard, en kunnen
nimmer deelen in deze liefde, maar
aan diepgezonken Adamskind ;ren
die uit zichzelven nooit naar God
zouden gevraagd hebben. Zij wor
den verlicht en leeren hun diepen
val beweenen, en hun zonden met
schaamte belijden. Wat kan het dan
al groot zijn, zoo de ziel gelooven
mag, dat er nog een weg tot ont
koming is- Het is geen kleine zaak,
als zelfkennis met Godskennis of
wilt ge het anders. Godskennis met
zelfkennis gepaard gaat. De open
baring Gods en de openbaring van
den mensch aan den zondaar door
den H. Geest, ze gaan aan de open
baring van Christus vooraf. Maar
daarom is de openbaring van de
verlossing in Christus zoo van on
eindige waarde, omdat de ziele een
mogelijkheid aanschouv;d buiten
zichzelven om van vloek en toorn
verlost te worden.
Welgelukzalig dat volk, dat haar
leven verliezen mag, want in dit
verlies ligt eeuwige winst, lien oogen
blik moog ons doen beven. Zijn
gunst verduurt een eeuwig leven.
Het is bange, zeer bange, wan
neer wij sterven moeten aan ons
zelven, maar de Heere overreedt
Zijn volk en daarom worden ze het
eens met het recht. O. Christus heeft
dat recht voldaan.
Hij heeft voor een verloren schep
sel behoudenis verworven. Eeuwig
wonder, deze behoudenis is voor
eeuwig.
Het wonder dezer liefde in de
openbaring te mogen leeren kennen
het draagt ook vruchten, gezien in
de uitwerking dezer liefde.
Zie dat in Maria, zij mocht reeds
diep blikken in deze goddelijke
liefde. Zij liet zich zittend aan de
voeten des Heeren, overstroomeö
van deze zog heerlijke liefde. Ze
luisterde met klimmende aandacht,
naar de woorden des levens. Niet
gaarne zou haar een woord uit Zijn
goddelijke mond ontgaan. Ook Mar
tha is met liefde tot den Heere
vervuld. Wie meenen mocht dat
Martha enkel wereld was, vergist
zich deerlijk. Het is waar, ze was
nog niet waar Maria was. Ze had
den beiden den Heere hartelijk lief,
alleen met dit verschil, dat Maria
zich door den Heere lief dienen
en Martha met veel dienens den
Heere wilde behagen, Maria erken
de Hem als de gastheer, die Zijne
weldaden uit kwam te deelen. Ter
wijl Martha Hem als de voorname
gast wilde dienen, om Hem van het
hare te laten genieten. En nu Laza
rus ofschoon hij in Johannes elf
de gewichtigste persoon is, van hem
weten wij zeer weinig. Hij was een
van die stillen in den lande, die
met weinig woorden zoo veel kun
nen zeggen, maar dit weten wij uit
het elfde hoofdstuk, dat hij den
Heere ook liefhad, want als hij
krank wordt, zenden Zijne zusters
tot den Heere Jezus«Dien Gij lief-
hebt is krank." En immers al 's
Heeren volk door den Heere geliefd
bewijst hare wederliefde. Kennen
wij deze liefde dan moet ze uit
komen in een godzaligen wandel,
in een leven voor elkander, in een
wederliefde tot den Heer e. Ach wat
zijn we hier ver vandaan, Zijn er dan
geen kinderen des Heeren meer
Gelukkig wel, maar hoe is het goud
zoo verdonkerd, ze zijn de aarden
flesschen geligk gerekend." De Hee
re mocht nog eens opstaan over Zijn
erfdeel. Hij mocht het getwist eens
moede worden en al Zijn volk als
een schuldige brengen aan Zijne
voeten, opdat de stok „lieflijkheid"
en „saambinding" geheeld, en vrede
en t)lijdschap in den Heere in rij
ke mate hun deel mocht zijn.
B. (O.) K.
i
I>e leer „Elk -wat| wils" op staatkundig
terrein is geroemd, alss de hoogste christelijke
■wijsheid en vrijheid, Laten groeien, wat
groeien kan, was de hoogste wijsheid in
't Staatkundig leven. ,En wat zich om des
beginsels wille daarmee niet kon vereenigen,
vasthoudende aan Woord en Belijdenis,
werd achterlijk gescholden, ja als nog te
zijn doortrokken inet den Roomschen zuur»»
deeg. Socialist, communist, atheist, ja wat
gruwelijke openlïaring van beginsel ook
werd gezien, moest 2ich vrij kunnen ont'
wikkelen. Zoo werden de zuivere revolu*
tionaire beginselen aa,nvaard door de Anti*
revolutionaire Partij. Edoch er komt kente*
ring. 't Is de groote verdienste van de
Staatkundig Gereformeerde Partij, dat ze
het verderfelijke van deze leer heeft door*
voelden dat ze nu een kleine twintig jaar het
vaandel heeft ontplooid voor het Woord
Gods en de Gereformeerde Belijdenis naar
dete revolutionaire leer verbogen en ver;»
minkt. Deze kerk heeft sanctie verleend
aan het revolutionair^ streven in de poli»
tiek. Dat is zoo maar^ niet uit de lucht ko"
men vallen. Sedert de organisatie van de
Antirevolutionaire Partij werd in het Staat»
kundige leven déze groote dwaling als hoo*
ge politieke Wijsheid verkondigd. AUerwege
in het land komt nu) tegen die goddeloos
ze Overheidsleer van de neo^Calvinisten.
verzet. De jongste tiïd heeft maar al tt'
klaar bewezen, dat z^Ik een revolutionair
beginsel als dat van ije Antirevolutionaire
niet alleen om des beginsels wille geheel
verwerpelijk is, maar dat zelfs om prac*
tische r edenen niet is fe handhaven. Ja, ge»
bleken is dat het zelfs als staatsgevaarlijk
moet worden beschouwd, daar het een Over#
heidsleer huldigt, die voeren moet tot een
debacle voor het gezag. Vele Hervormden
beginnen dit, 4» ts! ,ï|tjSi.^Wat rüet te ver»
Vondereii*fe. Het *m'6iiP«igenlijk verwonde»
ring baren, dat zij wien Woord en Belijde»
nis lief is- niet eerder de oogen zifn open*
gegaan. De Overheid zou zich lechtstreël»-
niet te bemoeien hebben met de geesteüjké
ontwikkeling van het volk, ziedaar de ver*
derfelijke neo*Calvinistische leer. Dat wekt
onder vele onzer Hervormden verzet. En
terecht, 't Is een beginsel der Revolutie. Dat
dat moge worden ingezien en dat men zich
onverzwakt stellen moge op het \nste fonda*
ment van het Woord Gods en op onze
Belijdenis, waarin 's Heeren Woord is ver*
vat.
geheel Nederland
Rookt
Valcona c^
Sigaren J^
Sigarenfabriek
VALCONA
Aalst (Eindhoven)
Voornaamste inhoud:
Advertentle-prl]a 20 ceot per regel. Reclames 40 et; Dlenat-
aanvrtgen en -aanbledingeo vta 1—6 regels 80 et.; Boek-aati-
kondlglng 10 cent per reeel' Cootrarten belaagrflk laeer
UI 1 GAVE VAN
Gevestigd te Middelharnit Prin* Hendrikati. 122 C. Giro 167930 Poatboz 8 Tel. 17
Abonnements-prijs 85 cent per 3 maanden bi] vooruitbetaling
VerschQnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week
Afzonderlijke summers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar
Een doot den Heece geliefd gezin.
Jezus nu had Martha en hare zuster
en Lazarus lief.
(Joh. 11 5)
Verzet tegen liet n<to«Calvinistlsch
Overheldsljeginseli
De politiek. Hei gezag der Over*
heid. Ons algemeen kiesrecht en
waar het toe leidt. Mijnheer de
Gelder uil Amsterdam.
De politiek in het algemeen staat Hj
sommige menschen niet in een goede reuk,
Toch is dat jammer, omdat het besturen
van land, provincie en gemeente nooit een
bijkomstige zaak kan zijn maar altijd van
groot gewicht is. Het is dus verkeerd als
wij uit gemakzucht ons er maar niet mede
bemoeien. Als alle menschen er zoo ovct
dachten, wie moest dan gemeenteraadslid
Wethouder of Staten* en Kamerlid Zijn?
Het is juist de eer van Calvij'n, dat hij
geleerd heeft op grond der Schrift, dat
de Koning niet de alleenheerschappij mag
hebben, omdat dit licht tot tyrannie voert
en daarom aan het volk eenigen invloed
moet worden toegekend. Maar dit moet
ge zóó verstaan, dat het gezag door God
op de Overheid gelegd is en dat wij die
overheid altijd moeten gehoorzaam zijn. In
ons land dus gehoorzaamheid, aan de Ko*
ningin en de Minsters, aan de heeren Gede*
puteerden, aan den Burgemeester en de
Wethouders enz. De socialisten denkendaar
anders over, zij zeggen, dat het gezag niet
van God komt, maar van de menschen.
Dus moeten, al die Overheidspersonen zich
maar kalm houden, want als zij aan de
roode heeren niet meer behagen, worden
zij' weggejaagd en anderen in hun plaats
gezet. Voor ons staat vast, dat wij moeten
gehoorzamen, en wij mogen daarbij onze
stem doen hooren door middel van ge*
meenteraad, statencoUege, 2e en Ie Kamer.
Er is dus samenwerking en controle. De
Koningin nu heeft in 't Gemeentebestuur
den Burgemeester en in het Provinciaal Be*
stuur den Commissaris als_ Haar dienaar,
die beslissingen, welke onjuist zijn aan
Haar voordragen ter vernietiging. Tot zoo*
ver loopt dat keurig. Geen woord tegen
in te brengen. Maar nu de moeilijkheid bij
de uitvoering, want het volk zou wel eens
zoo veel invloed kunnen eischen, dat de
Overheid van haar stoel viel. Dat kiesrecht
is dus een moeilijk ding. Wie moet er
kiezen? Het meest aanbevelenswaardig is
kiesrecht van het gezinshoofd.
Meer niet. En geen kiesrecht aan vrouwen-
(Waarnemer kan maar enkele grepen doen
en met enkele groote trekken zijn doel
aangeven.) Ook is het een beginselkwestie,
dat de afgevaardigden in aanraking blijven
met degenen die hen kozen. Dus moest
een Groninger een landsman in de 2e en
Ie Kamer kiezen, een Zeeuw moesten de
Zeeuwen er heen sturen enzoovoort. Dan
wordt het volk -het zuiverst vertegenwoor*
digd. En ten derde: moet ieders stem even*
veel waarde hebben? Van den arbeider
evenveel als van den fabrikant? Van den
straatm.uzikant precies als van een Pro*
fessor? Ik beantwoord die groote vragen
nu niet. Waarnemer heeft alleen maar waar
te nemen en rapport uit te brengen. Nu
constateer ik dat wij hebben gekregen een
algemeen, evenredig mannen* en vrouwen
kiesrecht. Dat is er gekomen met den steun
van de „rechtsche" partijen, dan zouden de
„ünkschen" meedoen om het Chr. Onder*
wijs uit de put te helpen. En thans zuch*
ten we onder dat revolutionair kiesrecht van
Jan Rap en zijn maat, er is geen of Weinig
band tusschen de kiezers en den gekozene,
en het vrouwenkiesrecht is aanvaard, in
strijd met de roeping der vrouw. Ja, ook is
de vrouw zelf verkiesbaar, zij kan dus even;
goed als de man in de colleges gekozen wor*
den, zij kan ook tot Burgemeester of tot
Wethoudster benoemd worden. En de school
vrede breekt ons al op; uit de weelde gaan
we Weer naar de armoe en blijVen straks met
veel mooie lecge gebouwen zitten. Want de
verstorende hand des Heeren gaat door en
stoot ons volk uit eigengemaakte sterkten.
Als ge 't maar eens ziet.
Nu ben ik bij mijn doel, namelijk U iets
van de vruchten van dat hooggeloofde alge*
meen kiesrecht te laten zien. Niet in breede
beschouwingen, want Waarnemer 'is niet
bekwaam de menschen te onder\y<ijzen, maar
hij zal U eens een kijkje op de politiek ge^
ven zooals die aan 't venster te zien is. La*
ten dus de vliegeniers met verguizing van
Gods Dag, in 't buitenland eer en roem
zoeken, wij blijven dicht bij huis. Om
nog wat te leeren als 't wezen mag. Ik moet
den lezer er op voorbereiden, dat er soms
rare dingen en zonderlinge menschen be*
sproken worden. Ik zal 't niet mooier (of
leelijker) maken dan 't is; ook noem ik een
ieder bij zijn waren naam. Ik begin in Am*
sterdam, bij mijnheer de Gelder, nu niet
meer In leven, 't Was een straattype, beter
bekend als „Had je me maar". Hij is lid
van den Gemeenteraad geweest. Dan volgen
Arie en Gerrit, Jan en Suze. Ja, Arie met
de trompet. En Gerrit, die na 11/2 uur spre*
kens wel een halve boterletter in den mond
stak. Toch waren deze laatsten mij'nheeren
en mevrouw. Maar ze deden niet altijd even
deftig. Nu, dat hoop ik een volgende keer te
beginnen uit te klaren. Een krantenman
sturen ze overal maar op uiti
WAARNEMER
XVIII. (Slot.)
Toen in 1876 de theologische faculteit
van haar eigenlijk karakter werd beroofd
en niet meer dienen kön tot opleiding der
Hervormde predikanten, kreeg de Synode
het recht aan elk der 3 rijksuniversiteiteffl
twee kerkelijke professoren te benoemen ter
aanvulling van die, \velke door de regeering
worden 'benoemd. We zagen, dat deze laaf*
sten in groote meerderheid thans ethisch rijft,
en vroeger modem. Met de kerkelijke hoog*
leeraren is het ook zoo gegaan. De eerste
maal benoemde de Synode slechts één recht*
zinnige (ethisch) doch vijf modernen of
Evangelischen. Momenteel zijn er, als we
het wel hebben, 1 moderne, 4 ethisdhen en
1 confessioneele, nl. prof. Haitjema in Gro*
ningen. Dat de Synode nog nimmer een
Gereformeerd Hervormde benoemde, be»
hoeft niet te verwonderen. Intusschen blijkt
ook uit de bezetting der kerkelijke leet»
stoelen, dat de ethischen momenteel de op*
leiding in handen hebben.
Men ziet, dat van Gereformeerd stand*
punt beschouwd, het er met de opleiding
der Hervormde predikanten droevig voor*
staat. Van de 21 hoogleeraren Zijn er
slechts 2 van Geref. beginsel. Ter aanvulling
heeft de Gereformeerde Bond daarom twee
bijzondere leerstoeleii gestidit, te Leiden en
te Utrecht, waarvoor het Hoofdbestuur prof.
Visscher 'benoemde. Maar men begrijpt, dat
dit nog totaal onvoldoende is. Voor een
goede opleiding der Geref. predikanten zou
een heele faculteit van Geref. geleerden
noodig zijn. Momenteel zijn echter de man*
nen daartoe in Herv. Geref. kring niet bte»
schikbaar, zoodat niet alleen de opleiding
zelve moet verbeterd worden, doch het
ook hoog noodig is, dat een behoorlijk
aantal studenten hun doctoraal examen doen
en promoveeren.
Uit deze theologische faculteitskwestie
wordt duidelijk, in welk een buitengewoon
moeilijke positie de Gereformeerden in de
UIT HET KIJKVENSTER: De politiek
en het gezag.
Da oplossing van het Kwrkelifk Vraagstuk
(Slot.)
Kapitein den Hartog verlaat de R.T.M,
Zilveren Jubileum van de Ghr. School te
Melissant.
Gemeenteraad van Goedeteed'e met en vroo»
lijkheidje aan het eind.
Gemeenteraad van Tholen, PoortvHet en
Oud Vossemeer.
Binnenland: Hollandsche schoen«.r velban.
Alle opvarenden gered.
Buitenland: De kerkstrijd in Duii$chlan<d,
Land en Tuinbouw: Een belangrqk artikel
over BietenMad en Koppen.