ChDWEEKBlADÖpGED.GD0riD5IA6 ^ÖÖÖIZUID-HOLLinZEEUWJCIIE EHAHDEn
\¥aarborgt
Twéé flacons
EERSTE BLAD
STICHTELIJKE
OVERDENKING
7e Jaargang
ZATERDAG 20 OCTOBER 1934
No. 577
N.V. Uitgeversmaatschappij «Eilanden-nieuws"
Uit het Kijkvenster
voorden prijs vaneen
De oplossing van het
kerkelijk vraagstuk.
MET jy/l EDEWERKING VAN V OO R A A N ST A A N D E M E R V O R M D E EN GEREFORMEERDE PERSONEN
Oif nummer bestaat uit 2 bladen
,Eh Hij moest door Samaria gaan"
Waarom? Wel, omdat een der ge-
kenden moest toegebracht. 'Opdat
ook deze parel zou gehecht worden
aan Christus Middelaarskroon.
Zoo was het ook met de Kana
neesche, ook zij moest Hemleeren
kennen door het ZaUgmakend ge
loof.
Christus was Judea moede, en in
dien geest bedroefd over de hui
chelarij der Parizeen en de terging
van een hardnekkig volk, doch hier
zou zijn goddelijke genade verheer
lijkt worden. Hier was een vrouw
in groeten nood. Nauwlijks ver
neemt ze dat de Zone Davids in
hare landpalen is verschenen of ze
maakt zich op om hare nood Hem
bekend te maken Wist Hij het dan
niet? Hij weet alle dingen, maar
Hij wil er van den Huize Jacobs
om gebeden worden. Hoor, zij roept
met luider stem: .Heere gij Zone
Davids, ontferm u mijner I mijne
dochter is-deerlijk Van den duivel
bezeten." Hoe beschamend voor
velen in Israël, die Hem niet wilden
erkennen als den van God gezon
den Messias. Deze vreemde vrouw
gelooft in Hem, als die alleen haar
helpen kan. Droevig is haai weg.
Ze heeft een dochter, die deerlijk
(jammerlijk) van den duivel is be
zeten. Voorwaar een zeer zwaar
kruis, en niemand kan haar helpen
dan de Zone Davids. Dit gelooft
ze en daarom vol vertrouwen roept
zij «Ontferm u mijner!" Ontfer
ming dat vraagt zij, dat heeft ze, o
zoo noodig.
.Doch Hij antwoordde haar niet
èèn woord." O in welk een beproe
ving komt zij nu. Was al haar hoop
en verv/achting.niet van Hem, mocht
zij toen ze tot Hem riep, niet hef
vaste vertrouwen hebben van ge
holpen te worden O, bittere teleur
stelling, en nog zwaarder wordt ha
re beproeving, want Christus zwijgt
doch Zijne dicipelen gaan spreken.
Om haar te bemoedigen Om haar
te zeggen .Houd moed! Hij zal
u zeker helpen i'
Ach neen I Zij spreken geheel
andersZij willen niets met haar te
doen hebben. Zij baden Jezus: .Laat
haar van ons; want ze roept ons
na."
Was dat zoo? Neen ze riep tof
Jezus en tot Hem alleen Zou Hij
haar dan vertroosten Immers neenl
Luister, Hij spreektO, Hg zal mij
helpen, en tot mijne ziel van vre
de spreken. Wat spreekt Hij dan?
Dit: ,Ik ben niet gezonden dan
tot de verlorene schapen van hef
huis Israels.' Moeilijk, o zoo moei
lijk is zulk een antwoord te ver
staan. Waf te doen Terug Neen,
dat kan niet. Hef ongeloof zegt
«Keer terug 1 De Heere helpt uniet
Gij zijf een vreemdege behoort
immers niet tof hef uitverkoren
volk." Het geloof hoe zwaar ook
beproefd, het zegt.Kom ik on»,
dan kom ik om, maar een andere
weg is er niet!" Christus zet haar
met de eene hand terug, maar frekf
haar met de andere hand tof zich De
Heere wil haar nog niet als de Zij
ne erkennen, maar dan zal zij er
kennen dat zij Hemlieiheeff Velen
zijn er die gelooven in een weg
van voorspoed maar keeren terug
in een weg van fegenheden. In zul
ke wegen komt het openbaar wie
er hel eerst begonnen is, de mensch
of God.
Volharding dat is vrucht van
geloof. AI nader en nader komt zij
om zich te werpen aan Zijne voe
ten en Hem te aanbidden. De smart
is zoo groot en daarom smeekt zij
.Heere help mij
Welk een liefde mag zij hier be-
toonen, neen dit is geen vrucht van
eigen akker. Hij heeft Zijn Volk
van eeuwigheid lief, en daarom mo
gen ze ook Hem liefhebhen. Hier
aanschouwt gij; geloof door de lief
de werkende. Üe huichelaar maakt
zichzelf wijs, dat hij God Uefheeft
en dus wel zalig zal wot den, maar
welk een onderscheid bij 's Heeren
Volk. Zij waren van nature kinde
ren des toorns, besloten onder den
vJoek, doch de Heere deed al hun
ne ongerechtigheden op Hem aan-
loopen, hen leerende, dat zij eer
tijds vijanden waren, vervreemd van
God en Zijn gemeenschap, maar
alleen door Christus is er verzoe
ning en vrede. En al werden ze fel
kens geleid door wegen en paden
die hun vleesch en bloed kosten,
ze wenschten niet anders zalig fe
worden dan in dien weg waarin
God op 't hoogst verheerlijkt en de
zondaar op het diepst vernederd
wordt.
Zal de volharding leiden tof hef
doel barer bede
Oogenschijnlijk niet.
De Heere zal haar nog sterker
beproeven.
,Hef is niet betamelijk hef brood
der kinderen fe nemen en den
hondekens voor fe werpen."
Is het dan nu nog niet genoeg,
moet deze vrouw dan nog dieper
vernedert? Ja, nog lager zal ze
leeren bukken, opdat de uitkomst
straks des te heerlijker zij. Zij is
dus geen kind. Niet geboren uit
Abrahams zaad naar den vleesche.
Nu, ze is het daarmee fenvolle
eens. Hoe vele menschen, die den
naam van Christen dragen, zouden
zich diep beleedigd gevoelen als ze
bij een verachten hond vergeleken
zouden worden. Men zou alle re
denen zien te vinden om zich van
zulk een blaam te ontdoen.
Omdat ze zichzelf niet hebben
leeren kennen, maar deze vrouw
en al 's Heeren levend gemaakt
volk, ze hebben geleerd te buigen
en in het stof uit f e roepen.Ja,
Heere, doch de hondekens eten ook
van de brokskens die er vallen
van de tafel hunner heeren."
Deze vrouw is begonnen met de
bedeHeere, Gij Zone Davids,
ontferm u mijner, mijne dochter is
deerlijk van den duivel bezeten.*
Ze vervolgde straks mei: .Heere,
help mijen ze eindigt met.Ja
Heere I'
„Hef is waar waf U gezegd hebt.
Ik ben een vreemde, een onwaar
dige, ja, een veracht hondeke, die
onder de tafel de kruimkens op
zoekt maar ik kan niet buiten de
kruimkens der genade 1 .O, vrouw,
groot is uw geloof, en ze ontvangt
wat ze gevraagd heeft. En nu mijn
lezer, hoe sterk is uw begeerte
naar 's Heeren hulp en bijstand
Of is er geen nood bij u? De
Heere ontdekke u, want gij zijf in
groofen nood maar gij weet het
niet. Gij zijf in gevaar om voor
eeuwig om fe komen. Mocht ge
nog eens in nood komen dan zou
uw bede om verlossing uit het
diepst uwer ziel opstijgen. Geluk
kig dat Volk, dat geen vreemde
ling is van deze zaken. Waar de
nood der ziel hun uitdrijft om
hulp en bijstand bij hem alleen te
zoeken, die ook maar alleen hel
pen kan. Het is waar ook uw ge
loof is al menigmaal beproefd, en
zoo de Heere u niet had onder
steund, uw ziel was reed bezwe- I
ken- Lang soms,jzeer lang moest ge
wachten, eèrdatihij de begeerten
uwer ziele schonk Maar het moest
ook komen tof de eerlijke belijde
nis van: ,Ja, Heere!" Ge moest
het eens met God worden en dat
zult ge telkens nog weer moeten
leeren. Gelukkig die dit leeren
mageen niet, éen nul voor God
fe mogen zijn.
Gewisselijk,' de Heere verheer
lijkt zich in zijn eigen werk. Daar
toe zendt Hij.'Zijnen Geest, opdat
die hun maar steeds onderwijze,
in den weg van zaligheid. Die al
leen bestaat in het zich lafen za
ligen op den van eeuwigheid van
God verordineerden weg.
B. (O.) K.
Alleen de naam
op een koker
:en uw-tabletten
dat men U geen waardelooze
of schadelijke namaak verkoopt
=n
Voornaamsfe inhoud
niEuws
Advertentie-pri]8 20 cent per regel. Reclame» 4U ci; Ulenst-
lanvragen en -asnbledingea van 1—6 regels 80 et.; Boek-aas-
kondlglne 10 cent per reee!' Contracteo belaagrHk lager
UU GAyt VAN
Gevr»l,gd te Middelharni» - Piin» Hendiik«tr. 122 C. Giio 167930 - Po.tbox 8 Tel. 17
V
A.bonnement8-prlJB 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling
Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week
Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar
DE KANANEESCHE VROUW.
En Jezus van daar gaande, vertrok
naar de deelen van Tyrus en Sidon.
En ziet, een Kananeesche vrouw, uit
die landpalen komende, riep tot Hem,
zeggende: Heere, Gij Zone Davids,
ontferm U mijner I mijne dochter is
deerlijk van den duivel bezeten, enz.
(Matth. 15 21—28.)
Ontevredenheid der Hervormden.
De ontevredenheid in de kringen van de
Antirevolutionairen is groot.
De oorzaken en de aanleiding er toe zijn
in dit blad door onzen Hervormden mede=^
werker herhaaldelijk helder en klaar uit*
eengezet. 'Aanvankelifk scheen hun roepen,
ook dat van onzen midewerker te zijn als de
stem .eens roepende»^ in de woestijti. Maar
er koint bewegiiigV er "fcbtnt actie. Aanvan^»
keiijk van meer plaatselijken aard heeft de
beweging een meer landelijk karakter gekre^
gen. Vergaderingen vonden plaats met een
landelijk karakter en te Zeist en te Utrecht,
We mengen ons daar niet in. 't Valt én bui*
ten onze competentie en buiten het karakter
van ons blad om in tiun intern© aan^"
gelegenheden te treden. Edoch één zaak
is noodig, noodig voor alles, de eenheid
te bewaren in het optreden. Eenheid moet
er zijn tusschen Zeist en Utrecht. En geven
we acht, op wat op beide vergaderingen
naar voren werd gebracht, dan is die
eenheid niet al te moeilijk te verkrijgen.
Inzonderheid niet, zoo men de Belijdenis
der Kerk in het centrum stelt.
't Is zoo lang en zoo veelvuldig verges'
ten. De Hervormde Kerk heeft een Belijde='
nis. En allen krachtens die Belijdenis, waar»
in het Woord des Heeren is vervat heeft
elke Hervormde zijn openbaring te beleven
in alle kringen des levens.
Niet alleen in de Kerk, maar ook in»den
Staat, ook in de Politiek.
Dat is de leidstar waarna alle Hervorm»
den zich hebben te richten, en niet alleen
alle kerkelijk Hervormden, maar alle die
vast wenschen te houden aan het Getui*
genis des Heeren.
Dat is het ware beginsel. Belangen en
omstandigheden, ze Wijzigen zich. Perso»
nen en toestanden verdwijnen. Alleen het
beginsel blijft. Beginselen hebben een le«
vendmakende kracht. In 't verleden, in 't nu
en in de toekomst. Zoo men het voorrecht
mag hebben zich te concentreeren op en
om het beginsel der Hervormden, neergelegd
ill de Belijdenisschriften der Kerk, dan is ei
hope ,dat er iets geschapen wordt dat noch
door belangen, noch door omstandigheden
kan worden weggevaagd, maar dat vastigheid
moge 'eirlangen opdat het is gegrond op
het Getuigenis des Heeren.
Tot heil en zegen van Land en Volk en
tot beschaming van on* en bijgeloof.
Dat het zoo moge zijn.
Naar DiorJrecIit De Synodezaal
is weg. De Kerk staat er nog.
De Remonstranten. Het gou=
den Avondmaalstel. Beenderen van
Jozef.
Het reisseizoen is voorbij.
De komende wintertijd met zijn lange
avonden biedt meer gezelligheid in huis
dan de zomer, 't Is alsof die herfst» en
wintervlagen ons als speelsche kinderen
in huis jagen om te rusten, om den geest
weer wat te scherpen met lezen en on»
derzoeken. Maar als er jongelui (of oude»
ren) in Flakkee zijn, die een volgenden zo»
mer toch wel eens een dagje uit willen om
wat moois te zien zonder veel kosten, dan
heeft Waarnemer een goed plan voor hen.
Zij moeten eens naar Dordrecht gaan.
Ik moet immers schrijven over de zaal
waarin men de Dordtsche Synode hield?
Nu, daar i s weinig van te vertellen, want
er is spoor noch schaduw meer van te
bekennen. 13 Nov. 1618 is de Synode
in de Kloveniersdoelen geopend. En nu is
het gebouw er niet meer. Niemand heeft
vermoedelijk kunnen denken dat zulk een
Synode niet meer zou gehouden worden.
En opdat de weenende Sioniet van later
eeuw niet aan het uiterlijke zou blijven
hangen, heeft de Heere wat zichtbaar was
weggenomen. Maar, daar staat een groote,
dierbare geestelijke schat tegenover: de
Dordtsche leerregels waarin de Gerefor
meerde waarheid naar den Woorde Gods
in zoo innige, veelzeggende zinsneden is
vastgelegd. En onze Catechismus, waar»
over de Kerk nooit uitgepreekt raakt!
Is de Synodezaal weg, de kerk is ge»
bleven, ik bedoel de Groote Kerk, staande
dicht bij het Zwijndrechtsche veer. Want
voor en na de Synode vergaderde men daar
om met de Gemeente en met alle bui»
tenlandsche Godgeleerden den Naam des
Heeren openlijk aan te roepen. En als ge
nu, zooals Waarnemer deed, die kostelijke
kathedraal bezichtigt, dan ziet ge in den
geest de groote stoet van predikanten plech»
tig aanwandelen, van de Doelenzaal naar
de Kerk. In' de mogendheid Gods waren
de dwaalstellingen des Remonstranten ver»
O'ordeeld. Ds. Bogerman had, hun sluwe
oordeeld. Ds. Bogerman had, hun sluwe stre»
ken doorziende, zijn donderstem doenhoo*
ren: 'Gaat er uit giji er uit! En deSynode
had daarna de leer op schrift gesteld en on»
derteekend. En dat er groot en zwaar werk
gedaan was blijkt wel hieruit, dat alleen
aan de voorlezing van een nog ingekomen
bezwaarschrift der weggejaagde Remonstr.
predikanten nog viele zittingen gewijd wa»
ren. Men wist wat werken was. Want
vergaderen is óók werken.
En toch, ze namen na 300 jaar nOg
wraak, die weggestuurde». Ik bedoel hun
nazaten, Retnofistrante Vrienden die he»
laas weer in de Herv. Kerk'geslopen waren.
Immers in 1834 moesten Ds. de Cock en
de zij'nen van de Synodale heeren hooren
(toen him oen formulier onder de neus
geduwd was): ,jgeen pourparlers (praatjes);
teekenen, o£ er uit!!
Ja, de Remonstrante geest was in 1618
niet gedood. Na een eeuw liet men die hee»
ren weer oogluikend toe in ons land. En
vele Godsgezanten zagen het verval der
Kerk met groote vreeze aan. Ook Comrie
schrijft er reeds over in zijn boek Ontwerp
vaa. Tolerantie. Hij kon de torens van Sion
niet meer zien en vreesde, dat het eerlang
een andere gedaante zou hebben. Maar an»
deren spraken over hun edele beginselen
en liefde tot het menschdom. En over dat
alles denkt ge, als ge die Dordtsche Kerk
bezoekt. Daar liggen nog de Gilden begra»
ven, de zerken slijten uit maar toonen nog
hier een schoen gel>eiteld, daar een hamer,
ginds schaaf en beitel. In deze kerk zijïi 6
Mei 1619 de Belijdenis en Catechismus
plechtig gelezen en afgekondigd. De strijd
was besledit, de waarheid Gods gehand»
haafd. Zijn volstrekte Souvereiniteit ^e»
ëerd, de Uitverkiezing al? het hart der
Kerk hooglijk verheven.
Ach, dat het nu, in 1934 zoover gezonken
is en de getrouwen zoo vreinig zijn! Ge
voelen we er een weinigje van, dan zoudt
ge daar in die Kerk weenende neerzeigen.
Want de kroon is van ons hoofd gevallen!
Maar boven al wat verging en boven alle
ontrouw der menschen blijft de Koning der
Kerk staan, de Getrouwe, die Zijn Kerk
bewaakt en haar ook in de donkerste tijden
niet uit het oog verliest. Dat is een rijke
troost, een onwrikbare waarheid. Want als
't van menschen afhingZijt ge nu een»
maal in de Dordtsche Kerk, dan kan de
kosterin U ook het Avondmaalstel toonen.
't Is alweer een kostelijk gezicht. Alles van
louter goud, schoon gegraveerd! Groote
borden, groote schalen, sierlijke kannen en
bekers, 'tis alles van goud. Nu, ik mag
het wel, 'tis de zake waardig. Zoo hebben
ook de rijken der Gemeente hun goud ge»
geven om zulk een kostbaar stel te maken.
Om, zoo 't mag zijn, deze of geene arme,
armachtige ziel een oogenbhk te verkwik»
ken op de reize en een voorsmaakje te
geven van hemelsch manna. Van de zoe»
tigheden van 't verbroken lichaam en 't ver»
goten bloed. i
En kijk er de preekstoel maar gerust
eens op aan. Daar hebben al wat Gods
mannen het Woord bediend. Als ambas»
sadeurs des hemels vrede aangeboden en
anderzijds den schrik des Heer& verkon»
digd! Voor velen zijn hun woorden ge»
worden een reuke des levens tot het Ie»
ven! O Fontein der hoven; put der Ie»
vende wateren! Dus zou ik zeggen, wie dat
nu eens in Dordrecht gaat zien zal er meer
nut wegdragen dan van 't strand in Oud=
dorp.
Het is zoo gelukkig als onze jongens en
Up apotheker of drogist heeft gedurende
een beperkten tijd een voorraad z.g. Reu»
ze Pakken Kruschen Salts, welke behalve
den gewonen f 1.60 flacon nog een gratis
proefflacon bevatten. Ge kunt dus nu een
gratis proef met Kruschen Salts nemen
en ontvangt bovendien meer Kruschen Salts
voor hetzelfde geld.
In het boiitenland is door opkoopers met
Kruschen Salts geknoeid. Men koope daai*
om in geen geval Kruschen Salts in onge»
schonden Hollandsche verpakking met den
naam N.V. Rowntree Handels Maatschap»
pij op verpakking en etiket van den flacon
gedrukt. 'i
Alleen bïj dit echte Kruschen Salts zult
U baat vinden, in geval van rheumatiek,
hoofdpijn, ischias, zwaarlijvigheid en tal*
looze andere kwalen.
meisjes de zuivre waarheid liefhebben. Maar
boven alles blijft dit waar, dat cle leer der
vaderen, die de zuiverste uitdrukking van de
Godsbedoelingen is, personeel moet ervaren
worden. Juist doordat wij zoo nauwkeurig
en veelzijdig dat dierb're Woord en de
Kerkleermogen naspeuren, .bestaat het ge'
vaar, dat wij daar genoeg aan hébben.
Maar het geloof is, niet verstands»ontwikke<>
ling maar een levende zielewerkzaamheid
Ons strijden voor Dordt zal ons niet in
den hemel brengen. Of, zooals ik op mijn
6e jaar eens een oud mannetje hoorde
zeggenze loopen maar te dragen met de
beenderen van Jozef, maar ze komen nooit
in Kanaan. Ik zat toen in de Geref. Kerk,
waar „de verstrooiden" nog wel eens kw«»
men om, zoo zij dat uitdrukken, nog eens
een A»mannetje te hooren. Want er waren
ook B»mannetjes.
Ja, er is al vrat omgegaan op Neerlands
kerkelijke erf!
WAARNEMER.
XIV. (Vervolg.)
Toen de Regeering in 1921 aankondigde,
dat zij voornemens was, een herziening
der Grondwet ter hand te nemen, bleek
alras, dat het ook in de bedoeling lag h«t
hoofdstuk over de Godsdienst te wijzigen.
De Roomschen wilden gaarne opheffing
van het processieverbod en dan kon men
tegelijk het artikel over de Rijkstractementen
veranderen of schrappen. Naar men weet,
kwam er tegen het eerste voorstel in Protes*
tantsche kringen zulk een oppositie, dat de
R.;g«ering het introk. Ook tegen losmaking
der zilveren koorde verzetten velen zidi,
vooral in Chr. Historische kringen; een mo»
tie, ondersteund door 200 C.H. Kiesver*
eenigingen, sprak zich ertegen uit. Het resul*
taat was, dat de Regeering besloot, nu het
geheele hoofdstuk van de Godsdienst buiten
de herziening te houden.
UIT HET KIJKVENSTER: Naar de Sy<
nodezaal te Dordredht.
Driestar: Ontevredenheid der Hei vormden.
De Hervormd A.R. veirgaderen te Utredht.
(2e Blad).
Binnenland: De Afsdieiding 1854 in ons
land heirdacht. Wat prof. Haitjema er van
izegt. 'ii.
De „Antichrist" rede gehouden door Dr.
W. J. de Wilde te St. Maartensdïjfc.
Rede van Ds. Laman in de Qhr. Geref.
Kerk te Middelharnis, ter gelegenheiid van
de Afscheiding. (2e Blad.)
De Gasdirecteur, de Weled. Heer K. Btofc<
huis door het Ambtenarensereclit in zij'n
eer hersteld. Schorsin{g en ontslag ongie*
grond bevonden.