CmWCCKUADÖpGED.GD0riDSIA6 vöÖRDtZUID-HOainZEEUWSCIIE EHAHDtn
r
CAVANSA
r
EERSTE BLAD
STICHTELIJKE
OVERDENKING
7e Jaaröanjl
ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1934
No. 571
Uit het Kijkvenster
MET MEDEWERKING VAN V OO R AAN STA A N D E HERVORMDE EN GEREFORMEERDE
PERSONEN
aanvragen en junbledingeD vm 1-6 regels 80 et.; Boek-aan- 1 N* V. LlltgeVerSmaatSCna|>pij «Jbllanaeil-'nieUWS
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
De vervolger medegefuige.
Terecht mag het hoofdstuk, waar
uit onze tekst genomen is, worden
genaamd: het hooglied van het
Nieuwe Testament. Immers het Be
vat het geluk en de zalige toekomst
van des Heeren volk, gewaarborgd
in de opstanding van Jezus Chris
tus uit de dooden. Van dat Evan
gelie is ook Paulus een getuige. Hij
heeft Hem ook gezien. De opge-
gestane Borg heeft zich ook aan
Hem geopenbaard; en heeft hem
tot een getuige geroepene
De Apostel brengt ons in herin
nering zyn vorig leven, toen hij nog
dreiging en moord blies tegen de
discipelen des Heeren. Aan de voeten
van Gamaliel was hij opgevoed. Hij
was onderwezen in de Joodsche
wefgeleerdheid. Als een Farizeeër
uit de Farizeeën zocht hij in zijne
blindheid de zaligheid in de wer
ken der wet en meende waarlijk bij
zichzelven dat hij tegen den naam
van Jezus van Nazareth vele we
derpartij dige dingen moest doen.
Hij blies dreiging en moord tegen
de discipelen des Heeren
Maar God weet Zijnen tgd. Het
eeuwig voornemen Z^ner genade
zou geopenbaard worden om dezen
vervolger en verdrukker tot een
discipel te maken, tot een medege-
luige te roepen.
Hoe verheerlijkt God Zijne vrije
gunst in het zaligen van zondaren.
Hoe wordt telkens openbaar, dat
het niet is desgenen die wil, noch
desgenen die loopt, maar alleen
des ontfermenden Gods. Wat was
er in Paulus, dat God bewegen kon
Zijne eeuwige liefde aan hem te
openbaren, om hem te roepen uit
de duisternis tot Zijn wonderbaar
licht en hem te stellen tot een
Apostel, om eenen gekruisten en
opgewekten Christus, Dien hij tot
hiertoe gelasterd had, te verkondi
gen onder de heidenen Welk een
bewijs dan van onverdiende gena
de en vrije barmhartigheid. Niet te
verwonderen dat Paulus later die
vrije gunst verheft en roemt in de
barmhartigheid Gods aan hem, den
voornaamste der zondaren, bewezen.
Hoe wonderbaar heeft God hem
geroepen uit de duisternis tot Zijn
wonderbaar licht; hoe krachtdadig
de levende Borg zich aan hem
ontdekt. Op den weg naar Damas
cus wordt hij staande gehouden,
waar hij heenging om ook aldaar
de discipelen des Heeren te ver
volgen.
Maar neen, hij zal zijn doel niet
bereiken. De woedende leeuw zal
tot een lam worden gemaakt.
De eeuwige liefde treedt tusschen-
beide en zegt,tot hiertoe en niet
verder"
Een hemelsch licht boven den
glans der zon omstraalt hem. Hg
valt ter aarde en eene stem komt
tot hem: Saul, Saul, wat vervolgt
gij Mij Bevend komt het van zn-
ne lippen: wie zijt gij, Heere? En
andermaal spreekt Christus tot
hemIk ben Jezus, Dien gij ver
volgt. Het is u hard, de verzenen
tegen de prikkels ie slaan.
Welk een oogenblik. Die stem,
welke tot hem sprak, was Jezus,
Dien hij zag, niet alleen geestelijk,
maar ook lichamelijk in eigen per
soon. Voor die stem moet hq be
zweken, .De ure komt en is nu,
dat de dooden zullen hooren de
stem des Zoons Gods en die ze
gehoord hebben, zullen leven". Het
wordt in Paulus vervuld, gel$khet
met allen geschiedt, die uit de
macht der duisternis worden over
gebracht in het Koninkrijk van den
Zoon van Gods liefde.
Koning Jezus kwam, rijdende op
het witte paard Zijner overwinning,
velt den vervolger neer, dat deze
uitroept: Heere, wat wilt Gij dat
ik doen zal. De eigen wil van Sau-
lus was gebroken, zijne vijandschap
neergeworpen. Tot op dat oogen
blik had hij gewandeld naar zijn
eigen zin en wil. Daarin heerscht
de kracht der verdorvenheid en
vijandschap tegen God. Door de
zonde van God afgevallen, zoeken
wij niet meer te wandelen naar
Gods wil; zoeken wij ons zelf te
behagen.
Het was de verleidende kracht
van satan in het paradijsgij zult
uw eigen meester zijn en hebt niet
meer naar God te vragenuw eigen
wil, zal uwe wet zijn. Het is de
eigen aard der zonden los van
Godwij doen het zonder God,
Hoe gelukkig, waar de genade Gods
verheerlijkt wordt, de vijandschap
gebroken en de vraag geboren
Heerè, wat wilt Gij dat ik doen zal
De aposter spreekt echter niet al
leen van zijn bekeering, maar hij
spreekt ook met alle vrijmoedigheid
en tegelijk met ootmoedigheid hoe
Jezus hem geroepen heeft om Zijn
dienaar en getuige te zijn en Jezus'
Naam te dragen onder de heide
nen, om de oogen der heidenen te
openen en hen te bekeeren van de
duisternis tot het licht en van de
macht des satans tot God.
Hij is de laatste der apostelen
geweest, aan wien de opgestane en
verhoogde Borg is verschenen en
hem aangesteld hseft tot een die
naar en getuige der dingen, beide
die hij gezien heeft en in welke de
Heere hem nog zou verschijnen.
Maar hierin merkt hij zich aan als
een ontijdig geborene, gelijk hij dit
nader verklaard, waar hij zich
aanmerkt als de minste der Apos
telen, die niet waardig was een Apos
tel genaamd te worden, daarom dat
hij de gemeente Gods vervolgd
had.
Een ontijdig geborene. Met welk
een diepen ootmoed roept de Apos
tel dit uit in het smartend bewust
zijn, wie hij was, toen Jezus ver
scheen. Een vormlooze, afschuwe
lijke misdracht was hijrijdende op
de hoogte van eigengerechtigheid,
ontbloot van alle licht en leven
was hij een vijand der Waarheid,
die het geloof vervolgde, de ge
meente verwoestte, de heiligen bond
en in de gevangenis wierp en zich
verlustigde in hun lijden en dood.
Wie had toen kunnen denken, dat
eeuwige liefde dezen zou roepen,
wederbaren en vernieuwen en hem
stellen tot een krachtig getuige van
de opstanding van Jezus Christus
uit de dooden?
Een ontijdig geborene. De andere
Apostelen zijn op eene behoorlijke
wij^se toebereid tot het Apostelschap
Niet alzoo Paulus. Onverwacht en
ongedacht is hij geroepenals een
vuurbrand uit het vuur gerukt.
Hoe groot is dan de genade Gods.
Hoe wordt openbaar de tijkdom
van Gods vrije barmhartigheid. Den
grootste der zondaren brengt Hfl
toen ten bewijze van den overvloed
Zijner ontferming.
O zondaar, neem het nog ter
harte. Zeg nietIk heb te lang of
te zwaar gezondigd. Dat ge uwe
knieën nog leerde buigen voor God
Gunstgenooten Gods, verwondert
en verblijdt u over de \?onderbare
wegen des Heeren en Zijne groote
goedheid. Wie is ooit krachtiger
getuige geweest van de opstanding
van Christus uit de dooden dan de
Apostel? Hij, die eertijds een bla
kende vijand was. God heeft hem
gesteld tot een krachti;g getuige
Zijner Waarheid. Verheeriykt den
Heere tot roem Zijns Naams, Hem,
die te prijzen is tot in der eeuwig
heid.
B.
SIGAREH KWALITEIT
róf.
Voornaamste inhoud
Advertentle-prg» 20 ceat per regel. Recltmes 40 et; Dienst-I XT 17 fT»x x l- T?»1 J
kondlglng 10 ceat per regel' - Contrirten belingrljk lieer Gevertigd te Middelhamit - Prin. Hendriksti. 122 C. Giio 167930 - Po.ibos 8 - Tel. 17
ItT I
Abonnements-prijs 85 cent per 3 mianden bl] vooruitbetaling
VerschijDt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week
Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 galden per jaar
En ten laatste is Hij ook van mij,
als van een ontijdig geborene, gezien.
1 Cor. 15 8.
1914-1935.
Ingrijpende bezuinigingen worden aange^»
kondigd.
De regeering zal daarvoor geen Staats*
commissie benoemen.
Ook niet noodig want de objecten liggen
nogal tamelijk voor de hand. Als daar is
het euvel van hooge tracteraenten en pen*
sioenen met derzelve cvimulatie.
Naar het heet,, zal de Regeering de zaak
zelf. ter hand nemen.
En naar we vernemen zal ze daarvoor de
volgende werk-wijze te baat nemen.
Ze zal gaan vergelijken de begroptingen
van 1914 en van 1935.
Uit. die verschillen zal ze trachten aan*
wijzingen te vinden voor toe te passen be*
zuinigingen. Nu dat kan niet al te moeilijk
vallen.
Daar kan vruchtdra;gend werk gevonden
worden. We denken b.v. aan de hooge trac*
tementeji van verschillende hooge functiona*
rissen als: Ministers. Kamerleden, Burgemees
ters en tal van anderen meer.
En als men dan ook- nog eens de pensi*
oenen bekijkt envermindert van zoo*
vele hooge functionarissen, als Ministerp,
Kamerleden, Wethouders, Burgemeesters,
GouVeneurs*Generaal, Generaals enz, dan
kan daar nog al wat: bekeken en vermin*
derd worden.
En ais dat wordt doorgevoerd op de
Departementen met referandarissen, en voor
de Gewesten met Commissarissen, Gedepu*
teerden, Griffiers enz. en voor de Gemeen*
ten met Burgemeesters, Secretarissen en an*
dere hooge ambtenaren, dan zal het zeker
vruchtdragend zijn.
Het volk kwam op een levensniveau niet
hooger dan 1914.
Waarom moeten die eilanden van hooge
tractementen, we hoorden ze eens vergebj*
ken door een volksvertegenwoordiger met
een erfenis, ^r dan blijven. Als het komt
tot daden, daii is^Wcnog veel te doen.
Als het maar niet^ïijijft bij praten.
.Rusland lid van de Volfeentoond.
De Volkenbond is waarlijk een bont
gezelschap. Bijna zestig landen zijn er
lid van. Vanaf de groote Mogendheden van
Europa, tot de kleine Republieken van
Centraal Amerika toe.
Ook Bolivic en Paraguae. Weliswaar zijn
ze geruimen tijd reeds in oorlog, maar dat
sluit het lid zijn van den Volkenbond
blijkbaar niet uit.
't Ging anders met den Volkenbond niet
erg V oorspoedig.
Japan is uitgetreden. Duitschland heeft
dat voorbeeld gevolgd.
En de vruchten van den Volkenbond?
Stinkende vruchten, waaraan de naties
zich dood eten.
Immers miskenning van God en Zijn
Woord.
Eere toebrengen vaak' aan menschen, waar*
van Gods Woord ons leert, dat ze op grond
van hun beginsel en hun gedrag verwer*
pelijk zijn.
Sedert de Volkenbond is de benauwd*
heid en vrees eerst recht over de Volkeren
gekomen.. Naijver, opbouwen van tariet'
muren, voortgang der bewapening enz. Ja
mannen van gezag hebben wel verklaard,
dat de toestand menigmaal reeds gevaarlij*
fcer en ingewikkelder is geweest dan in 1914.
Men leeft als het ware op een vulkaan.
En nu is de dwaasheid ten top gevoerd,
nu ook Rusland, het land van de Commu*
nisten als lid is toegelaten, 't Is nu toch
al een zeer bont gezelschap. De Russea-,
moordenaars van hun souverein, openlijke
bankroetiers, tot ontzettende schade van de
andere landen van Europa, ook van ons
land, vervolgens van den godsdienst in
welken vorm dan ook, zitten mede aan;
om te Geneve over het lot der Volken te
beslissen.
Het eerst Motta, de gedelegeerde van
Zwitserland, dat hij daarop heeft gewezen.
Let er op, in de Volkembond is overal
plaats voor.
Voor predikers van de wereldrevolutie,
voor hen, die de Bijbel als verboden waai
in hun land niet toelaten. Voor beulen
van hun eigen volk, voor hen die overal
en altijd secten en muiterijen zoeken aan
te richten. Voor hen die getuigden: „Gods*
dienst is opium voor het volk.~
Voor een land waar millioenen zijn omge*
bracht, waar evenzeer millioenen gedoemd
zijn tot dwangheid onder de vreeseBjkste
omstandigheden. Voor een natie, dat Zijn
kerken op bevel van hooger hand ziet slui*
ten en verwoesten.
Ziet daarvoor is plaats in den Raad der
Grooten te Geneve. Maar voor het Woord
Gods niet.
Voor het Recht van den Heere dei
Heeren, voor de ordinantiën van den Ko*
ning der Koningen is er geen plaats.
Is er grooter dwaasheid denkbaar dan
de Volkenbond.
En toch ons land, het klassieke land der
Reformatie, welks zonen voor het Woord
des Heeren den brandstapel beklommen,
doet er aan mee, en steunt dat goddelooze
bedrijf met eenige honderduizenden opge*
bracht door een verarmende bevolking.
Tot hoelang?
Tot het Getuigenis des Heeren weer aan*
vaard zal worden door Volk en Overheid.
Slechts dan. Want de menschelijke dwaas*
heid laat zich niet gemakkelijk overtuigen.
Slechts het Woord des Heeren kan die
dwaasheid wegnemen.
Maar dan ook zal het zijn. Raap uwe
kiramerij weg uit het land.
Want dat is de Volkenbond, waagvan
het schande is, dat ons land lid is.
W
Verkr^gbaar bif?
A. L. VERBRUGGE
VUéitOuemS»
De crematie (2) Pittige Burge=
meesters. De gang van zaken.
Ook hier het orgel. D« nederi*
gen, die hoogmoedig zijn. Dwaze
Tot de wettelijke zijde van het ver*
brandigsvraagstuk bthoort nu ook nog deze
beschouwing, dat wat in strijd met de wet is
toch moet kunnen worden belet.
Inderdaad is de mogelijkheid om crematie
te beletten er. Want in de begrafeniswet
staat, dat wanneer een lichaam onbegraven
blijft, de burgemeester is aangewezen om
voor téraardebestelling te zorgen. "Wijlen
Prof. Fabius (een degelijke baas, maar
die, als zijnde ouderwetsch, opzij ge*
schoven werd) was van meening dat de
Burgemeester volkomen bevoegd is een lijk,
waarvan hem bekend wordt dat het ver*
brand zal worden, in beslag te nemen. Maai
voor zoo'n optreden moet ge een pittige
Burgemeester hebben. Want hij liep en
loopt veel kans nog i n 't ongelijk gesteld
te worden door zijn chef, den Minister van
Binn. Zakei\. Want stel U die consternatie
eens voor! Er is rust noodig, stilte, silentiol
Neen, de groote honden bijten elkaar nooit,
zoo de Waterstoker mij vertelde. U moet
ook weten, dat deze opdracht aan deni
Burgemeester om voor Begrafenis die, naar
te spelen, sloeg op zwervers en drenkelin*
gen. Want, ik wees ér reeds op: dat zich
ooit iets anders zou voordoen dan de
dooden in den grond begraven, was in nie*
mands hoofd opgekomen. Dus was Fabius
standpunt maai de letter van de wet juist,
de procedure had echter, vrij zeker veel stof
doen opwaaien, en dan moesten ook alle
Burgemeesters zoo handelen. Nu, dat was
niet (te verwachten en als er zoo'n pittig
vtntje was geweest, dan had hij toch uit
de permetatie gelegen en was of weggestuurd
of na de eerste 6 jaren niet herbenoemd.
Laten wij de schuld dus niet op de Burge*
meesters werpen.
De crematie is in trek. In 1923 werden
er 250 lijken verascht, in 1933 waren het er
al 636, of gemiddeld genomen 2 per dag.
En nu de gang van zaken. De electrische
trein voert U in 15 min. van Haarlem naar
de halte Driebuis*Westerveld. Direct bij het
stationnetje is de ingang van de mooie,
lommerrijke begraafplaats Westerveld.
Rechts van den ingang is een klinkerpad,
hetwelk, al wendend naar links en naar
rechts zacht stijgend een grooten heuvel
op deze begraafplaats opvoert. Dit is met
reden zoo igjekozen om den indruk te ge*
ven dat men den doode omhoog voert
naar de eeuwige stilte of hoe men het
blieft te noemen. Zooeven met snelle auto*
vaart aangestoven, (zoo Waajaiemer consta*
teerde) schrijdt de stoet nu voort, in vele
bochten den heuvel beklimmend. Eindelijk
rijst leen hoog koepel gebouw voor U
op, men beklimt nu nog de breede stete*)
nen trap en is dan in een marmqrien.
hal. Twee groote fluweelen gordijnen, met
zilver afgezet, worden terzijde geschoven
en men komt in de sierlijke kapel. Deae
ci(n!tvangt uit den koepel door glas *in
lood zachte zonnestralen, 't Is als een kleine
kerk. In 't midden een breed pad, teï
weerszijden 2 rijen marmeren banken, met
Kuweelen kussens belegd. Groote, platte
steenen schalen zijn als offerschalen be*
doeld. Er zijn voorts paarse gordijnen en
veel zilver brocaat, kortom 'tis sierlijk in*
gericht, stemmig en vooral niet al te somber.
Alles is in lidht marmer afgewerkt. In de
hoogte is een fraai orgel, dat Zachte treur*
muziek doet ruischen. Aan het einde van
het pad is eene verhooging waar b.v. de
sprekers kunnen gaan staan, doch op die
verhooging is weder een groote, vierkante
verhevenheid, in de maat ongeveer van een
groote tafel, geheel van marmer, en daarop
wordt de kist gezet. De familie zet zich
in de banken, het orgel zwijgt en er kan
iemand spreken. Spreekt men niet, dan
is er enkele minuten doodelijke stilte, men
kan een zucht en een snik hooren. Op
een teeken van den bedienaar laat nu hei
orgel zich weer hooren, maar ook de kist
bbgint zachtkens weg te zinken in die
tafel, (die in werkelijkheid een lift is) Het
orgel speelt nu uit de lijderis muziek van
Joh/ Seb. Bach.: (wijze Gezang 123)
Wenn ich einmal soU scheiden.
So schelde nicht von mir!
Wenn ich den Tod soil leiden.
So tritt du dann herfür
Nu is de kist weggezonken en de aan*
wie'zigen .verlaten langzaam het gebbuW)
gaan de trappen af, en wandelen den
slingerweg terug, Waar^hün hëï "Btolsende
leven weer wacht. Zoo gaai het vrijwel
steeds in zijn werk. Men kan natuurlijk
ook het orgel wat vroolijker, wat „gewo^
ner" laten bespelen, het is een gedienstig
instrument en dat hangt alles af van den
wensch der familie, van den aard der be*
stelling dus. Waarnemer is nog niet aan het
einde van zijn verhaal, maar wil hier reeds
de opmerking maken, dat men zich van deze
crematies geen al te sombere voorstelling
moet maken. Want juist onder deze lieden
zijn er velen, zoo ik tevoren schreef, die
hekel aan den dood en aan allerlei narig*
heid hebben. Is de slag gevallen, welnu,
dan geven zij den doode maar weer terug.
Er is plaats voor een traan en een snik,
want scheiden doet wee, nietwaar? Maar
wij moeten, zoo men zegt, altijd boven de
omistandigheden blijven staan. Daar hebt
ge nu nog een stukje pure hoogmoed
ook. De wereld meent: wie iets groots in
de waereld doet, diens werk blijft, dat
kan nooit uitgewischt worden. Gijzelf zijt
maar klein, gij als persoon kunt best
rverdwijnen. .En, (nu komt het moois.,)
juist omdat men zoo zeker is groote
en blijvende dingen tot stand te hebben ge*
bracht, wil men dat bewijzen door zich*
zelf, zijn persoonlijkheid maar ineens te
laten vernietigen. Zooveel zelfverloochening
moet gij bezitten!
Denk b.v. aan Dr. Berlage, den architect
juist verascht enkele dagen voor Waarne*
mer's bezoek. Wat de couranten meldden
van dien man, .was buitengewoon. Hij
heeft groote gebouwen van eigen stijl ge*
zet, die gebouwen prediken aan het volk
UIT HET KIJKVENSTER: Het cremafó.
rium te Westerveld.
Diriesiarren:
Ijngrij^enide tezuinigingen en Rusland fn
den VioMtenbond.
Het Kerkelijk vraagstuk.
Oproep aan alle Hervormd Anti>revolu«
tionairen (2e Blad).
Gemeenteraad van Dirkslanid.
Het ontslag van de heer K; Blokhuis,
pit. ider Gasfabtiek te Middelhamis voor
de Rechtbank..
Binnenland: Concentratie van Bijzkinldere'
Scholesn.
Buitenland: De fypihoon in Japan Twee*
de ramp in een mijn in Engeland.