ChD.WEEKBLADopGED.GR0nD5LAG vöooBIZUID-HOLLinZEEUWiCliE EILAHDEn
"I
EERSTE BLAD
STICHTELIJKE
OVERDENKING
//7e JaaröanjS
ZATERDAG 28 JULI 1934
No. 553
N.V. Uitgeversmaatscha|>pij „Eilanden-nieuws
Als de zon fel op
Uit het Kijkvenster"
3^êoe5t€fle/\^ 1
HfepVORMDE EN GEREFORMEERDE PERSONEN
MET MEDEWERKING VAN VOORAANSTAANDE
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
Uit verlies winst.
Filip. 37
Paulus spreekt hier van een ge-
win, maar dat gewin, hoe rijk de
voorrechten op zichzelf waren, was
toch, maar een schijnbaar gev/in.
Hij hteft echter zijn gewin schade
leeren achten, om Christus' wil.
Als we vragen: wat meende Pau-
lus, dat zijn gewin was, dan telt
hij het in de voorafgaande verzen
op Hij was besneden ten achtsten
dage, dus hij was geen proseliet
uit de heidenen, maar naar het
bevel des Heercn besneden op den
achtsten dag; hij kon zeggen van
nature jood te zijn, en geen zon
daar uit de heidenen. Ook kon hij
zeggen uit het geslacht Israels te
zijn, en behoorde dus tof het volk
door God afgezonderd, aan 't welk
ook de Heere Zijn wetten had ge
geven. Uit den stam van Benjamin
was bij, uit den doorluchten stam,
waarvan Jacob stervende had gepro
feteerd Benjamin zal als een wolf
verscheuren, 's morgens zal hij roof
eten, en 's avonds zal hij buit uit-
deelen Het is die stam, die zich alle
eeuwen trouw had betoond aan Ko
ningshuis en Priesterdom. Paulus
was een Hebreër uit de Hebreen,
hij was dus niet uit een gemengd
geslacht. Naar de wet was hij een
Parizeerhij behoorde niet tot de
Sadduceën of Esseërs, maar tot de
meest rechtzinnige richting hij nam
het zoo zwaar mogelijk.
Hij onderhield de wet stiptelijk,
en hij was daarbij een ijverige Fari-
ztër, hij streed voor de vaderlijke
inzettingen en daarom vervolgde hij
de Christenen ten bloede toe On
berispelijk was Paulus. Niemand
kon een vinger op hem leggen, h^
was in alles een voorbeeldig mensch.
Dit alles was Paulus een gewinin
die waan leefde hij eertijds Als er
êên was, die zich op uiterlijke voor
rechten kon beroemen dan was het
Paulus.
Zouden er nu nog niet velen ge
vonden worden, die, al is hef eenigs-
zins anders, bovengenoemde voor
rechten als een aanbevelingsbrief
bij zich dragen voor den hemel?
Hoevelen beroemen zich op hef
teeken des Verbonds, schermen met
hun afkomst; zij behooren bij een
Kerk; zijn uit Godvreezende ouders
geborenzij leven onberispelijk
zij strijden voor al wat Christelijk
is; zij zijn getrouwe Avondmaal-
gangerszij offeren veel, zij zijn niet
ongevoelig voor de geesteJijka dia
gen, zij hebben zelfs uitreddingen
gehad, en zij zouden haast vragen:
waf ontbreekt mij nog Het is een
groot gevaar voor den godsdiensti-
gen mensch, dat hij van al die voor
rechten heimelijk een grond van
zaligheid gaaf maken, die toch een
maal in de ure des stervens zal blij
ken ongenoegzaam te zijn om in hef
gericht Gods te kunnen bestaan.
Paulus dacht eveneens, dat al de
voorrechten, waarin hij deelde ge
win zouden zijn, maar hoe anders
heeft hij het nu gezien hij zegt
hetgeen mij gewin was. dat heb ik
om Christus' wil schade geacht. Er
heeft een verandering bij den apos
tel plaats gehad. God had hem de
oogen geopend, en nu heeft hij hef
leeren verstaan, dat Jezus gekomen
was om zondaren zalig te maken
van wie hij de grootste was. Wat
baten hem nu al die voorrechten?
Hij had ze niet recht gebruikthij
meende er een brug van te kunnen
maken om den hemel in te gaan.
Voor elk mensch is hef noodzake
lijk, dat hij al wat hem gewin schijnt,
om Jezus' wil verliest. Dit kan al
leen als men door het ontdekkend
licht des Heiligen Geestes zichzelf
leert kennen. Dan wordt men een
arme zondaar; dan leert men het
verslaan, dat onze beste werken in
de weegschaal van hef Goddelijk
recht gewogen, te licht bevonden
worden. Zalig is het, hoewel pijn
lijk voor het vleesch, om alles te
verliezen, want dat leidf tot een rij
ke winst. Hetgeen mij gewin was,
dat heb ik om Christus'wil schade
geacht Paulus heeft Christus leeren
kennen als zijn Bor^ en Zaligma
ker. Het heeft Gode behaagt Zijn
Zoon in hem te openbaren, en dee-
lende in dat bezit, gaat Paulus er
mee voort om alles schade en drek
te achten om de uitnemendheid der
kennis van Chrisfu?.
Er is geen uitnemender kennis,
dan Christus te kennen alleen die
kennis zal er ons toe leiden, om al
waf ons gewin schijnt, schade te ach
ten. Mozes wilde ook hierom lie
ver met het volk Gods kwalijk be
handelt worden, dan de schaften
van Egypte te bezitten, en achtte
de versmaadheid van Christus
meerdere rijkdom dan de genie
tingen der zonde. Hebben.ook wij
reeds hef geheim leeren verstaan,
dat in het schade achten van al
waf buiten Christus, is, onze winst
ligt Ingebeelde rijkdom eindigt ia
eeuwige schade. Zalig die hef mag
kennen
*k Heb alles verloren,
Maar Jezus verkoren,
Wiens eigen ik ben.
Wijlen Ds. J. W. v. Ree.
OstwikkeleD,
Afdrukken,
Vergroofen,
ledere dag.
Fotohandel JAC ROTSMA
Telefoon 69 - Middelharnis
Voornaamste inhoud
AdverteDtle-prQs 20 ceat per regel. Reclames 40 et; uiensi
aanvragen en -aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boek-aan
kondiging 10 cent per reëel' Contracten belangrllk lagei
Geveatigd te Miadelharni* - Prin. Henaiikstr. 122 ft. Giro 167930 - Poalbox 8 Tel. 17
\bonnements-priis 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling
VerBctiljnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week
XfzoDderliike nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar
Maar hetgeen my gewin was, dat
heb ik om Christus' wil «chad* geacht.
(OveriJenomen uit de Chr. Oer. Kerkbode. Den Haag)
Grootte der gezinnen.
In deze tijden van crisis, van steun op
uitgebreide schaal spreekt de grootte van
het gezin ook een ernstig woord mee.
Volgens de uitgave van de Statistiek waren
in Nederland op 31 Dec. 1930 1.720.744 ge*
zinnen waarvan
399788 gezinnen zonder kinderen
390283 gezinnen met 1 kind
338882 gezinnen met 2 kinderen
220846 3
141811 4
90274 5
57573 6
36118 7
21623 8
12060 9
6298 ,,10
3044 „11
2074 12 en meer kinderen
Deze cijfers van de statistiek spreken een dui
delijke taal. Er blijkt uit, dat het aantal
kleine gezinnen, gezinnen zonder kinderen
of met een of twee kinderen overwegend
groot is, bijna vijf achtste deel van het totaal
aantal gezinnen.
In dezen tijd van steunverleening op on'
gekend groote schaal hljjkt uit deze sta*
tistiek ook wel, dat de steunverleening, niet
over een kam mag worden geschoren.
Hebben in meer normale omstandigheden de
groote gezinnen reeds groote moeilijkheden
te overwinnen, in deze tijden worden die
nog toegespitst, waar voorzoover de ge*
zinnen op steun zijn aangewezen, als maat*
staf geldt wat vroeger werd verdiend.
Een steunverleening niet naar wat werd
verdiend, maar naar de behoeften is nood*
zakelijk omdat die in de eerste plaats alleen
is te dragen en in de tweede plaats tal van
onbilÜjkheden wegneemt.
Droevige cijfers.
De tijd waarin we leven is hoogst ernstig.
De langdurige crisis werkt meer en meer
door en brengt steeds meerdere bedrijven in
desolaten toestand.
't Is bezuiniging, versobering, salarisver»
mindering, wat men hoort, helaas in te ge*
ringe mate voor wat de hooge salarissen, be*
taald uit de publieke kassen, aangaat.
De zaken gaan achteruit. Vele worden
met moeite gaande gehouden.
Het Ijedrijfsleven is in een nauw keurs*
lijf geperst.
Beperkende bepalingen, contingenteerin*
gen, regeling van dèj bedrijven, van land*
bouw, veeteelt, visscKifiJ enz.
Kortom alles is h^st uit zijn voegen
getukt.
Millioenen worden 'verleend aan steun*
verleening in allerlei v"prm met liet resultaat
dat de vrijheid verloren raakt en er geen
opbloei in de takken- van ons volksbestaan
komt. En daartegenover zien we anderzijds
droevige cijfers, die sp'feken van toenemen*
de zucht naar vermag en een besteding
van de gelden aan ?iondig en onnoodig
vermaak, '-
We ontkenen aan de „Reformatie" de
volgende cijfers.
In de maand Maart,! bracht de vermake*
lijkheidsbelasting meer .dan f 60.000 op, te*
gen f 54000 of 6009 ^f ruim 11 pCt. meer
dan over Maart 1933.
De automobieltentoonltelling te Amsterdam
werd bezocht door 130.000 betalende be*
zoekers.
Kon een filmmaatseliappij het riskeeren
een opname te doett van .een gebeur*
tenis die f 15000 kostt?.
De voetbalwedstrijd«ii HoIIand*BeIgië en
HoIland*Ierland werdeia voor uitverkocht
gespeeld.
De zesdaagsche wielerwedstrijd te Am*
sterdam levert een nettowinst van plm.
f 40.000.
Voor de avondvoorstellingen der bios*
copen staan de menschen in de rij.
Werd er bij den v.oetbalwedstrijd Hol*
land*Ierland een kwarrtier na den aan*
vang voor een matig mooie plaats f 15.
betaald.
En was die wedstrijd- bezocht door bijna
40.000 bezoekers die daarvoor plaats*
gelden moesten betalen varieerend van f 0.60
tot f .5—.
De buitenterrassen Vt)or de restaurants
in de groote steden zijn .'s Zondags tot de
laatste plaats bezet.
Zoo vertoont zich het leven van ons
volk in tijden van crisis en malaise..
Droevig waar het ^.'ijst op een volsla*
gen instelling van de r.iél van het volk op-
het materieele. i
„Brood en isptien vs de leus.
Zingenot neemt een ontstellend groote
plaats in. En dat in tijden zooals wij
leven ,nu God nering en handtering zoo
ter neder drukt.
Nu de klachten allerwege gehoord
worden.
Droeve cijfers en omstandigheden, die
het ergste doen verwachten. Zingenot, ijdel*
heid, sportverdwazing en schrikkelijke ban*
deloosheid vieren hoogtij.
En dat in tijden van zware economische
crisis.
Ontzettend is de moreele nedergang.
De dagen van weelde en voorspoed heb*
ben onze volksziel aangetast.
De uitbanning van Gods Woord en Wet
uit allerlei kring van staatkundig en maat*
schappelijk leven heeft een verwoestende
uitwerking op de psyche van ons volk.
Ons volk ijlt een wis verderf tegemoet
Met het verlaten ^an Gods Woord en
Wet, zijn de oude volksdeugden van so*
berheid, ingetogenheid en laten we er bij
voegen van schaamte verdwenen.
Het leven zooals het zich vertoont in
het openbaar legt een getuigenis af dat het
staat in het teeken van het heidendom, van
het moderne heidendom, dat leeft voor sport
en spel voor vermaak en zingenot, kort*
om dat zich uitleeft naar: Laat ons eten
en drinken, want morgen sterven we." Een
volslagen gemis van besef aan hoogere ver*
antwoordelijkheid, aan de roeping van ieder
mensch tegenover God en Zijn eigen zalig*
heid.
Waarlijk droevige cijfers en omstandighe*
den.
Bondskanselier Dollfuss.
De wereld staat in brand.
Overal smeult en overal gist het.
Het zijn de gevolgen der crisis, die
reeds eenige jaren voorzien werden.
Door de crisis, komt er gebrek aan
werk en mitsdien gebrek aan geld.
De nood klimt hooger en hooger, en
de nietige mensch verwacht het overal van,
behalve van Zijn Maker en Formeerder.
Deze erkent de mensch niet, wil zonder
Hem regeeren en leven.
Vandaag doet deze regeering het niet
goed en morgen weer een andere. In enkele
landen zijn er perioden geweest, dat het
eene kabinet het andere opvolgde.
Totdat men eindelijk meent een „sterke"
man gevonden te hebben, die met krachtige
hand de teugels in handen neemt, en daar*
door heil brengen zal.
Helaas blijkt het ook weer al te dikMdjls
dat de regeering van den „sterken" man
niet beantwoordt aan de verwachtingen en
men poogt ook weer zijn regeering onderst
boven te ■werpen.
Zie naar de bijtijds met veel bloedverlies
gedempte tegenrevolutie in Duitschland.
Zie naar de revolutie welke deze week
in Oostenrijk is uitgebroken.
Dwaze, mensch.
Bondskanselier moest weg, doch de veer*
tig menschen die daarvan heil verwachtten
en den aanslag pleegden, hebben deze daad
met den dood moeten bekoopen en wie
weet, hoe velen nog zullen volgen.
Waar is nu het heil waarop zij hoopten?
Er ^s voor een land en volk slechts
éêne verwachting, dat is het erkennen dat
onze Maker en Formeerder, onze He.re en
God is, en naar Zijn wetten en inzettingen
wordt geregeerd.
Gerechtigheid verhoogt een volk, maar
zonde is een schandvlek der natiën.
Dat de oogen hiervoor open mochten
gaan er zou verwachting wezen, ook voor
ons volk.
Uw huid liSfft ingebrand, geneest Gij Uw pijn-
lijlie huid bij uitstek met DilDOl
Doos 30, 60. Tube 80 et. rwIW^W.
Nogmaals: Gezangen in de Kerk
Zangen der Oude Kerk Jan
de Bakker.
Veranderen de tijden dan veranderen
meestal ook de inzichten. Het is jammer
dit ook op het terrein der geestelijke be*
langen te moeten constateeren. Immers ten
aanzien van de invoering van eenige nieuwe
gezangen in de Ger. Kerken, heeft Prof.
Schilder verklaard, sprekende over de schei*
ding van 1834, dat men toen niet zoozeer
gekant was tegen de gezangen, maar
tegen den gezangendwang. En Prof. Hoek*
stra wijst daar ook op in zijn voorrede tot
de gezangen.
Hij zegt: men was o.a. tegen de gezangen
omdat slechts een enkele die medezong
en het verwarring stichtte. Waarom wilde,
zoo vraagt de Waarnemer, slechts een en*
kele medezingen? Omdat men er tegen
was. Zoo draaien we echter in een cirkel
rond. Neen; men verwierp den ingevoerden
bimdel omdat deze gezangen in wezen en
strekking niet gereformeerd waren en om*
dat men de noodzaak niet inzag de psai*
men met gezangen aan te vullen. Men
verstond zeer goed dat de Geest uit het
Hervormd Kerkbestuur geweken was en
en wie nog iets kende of zocht van de
practijk der godzaligheid, kon zich in de
koele halleluja's der gezangen niet vinden.
Er zat een beginsel kwestie aan vast en
men moet het nu niet voorstellen alsof
het voornamelijk de ingeboren vrijheidszin
was die de vaderen deed besluiten de ge*
gezangen te weigeren.
Intusschen blijft het feit, dat wij toch
ten gebruike door de Kerk sedert de Dordt*
sche Synode van 1618 naast de psalmen
„eenige gezangen" hebben, geplaatst achter
in ons psalmboek. Daaruit bUjkt, dat de
Dordtsche vaderen niet élk gezang verwier*
pen, maar dat zij in soberheid enkele ge*
zangen toelieten, als b.v. den Lofzang van
Zacharias, Maria en Simeon, de Tien Ge*
boden, het Gebed des Heeren en enkele an*
deren. Niemand heeft ooit bezwaar gevoeld,
althans ooit bezwaar geopenbaard, om zich
van deze gewijde liederen te bedienen.
Ofschoon er toch predikanten zijn, die,
zonder zich dienaangaande eens uit te spre*
ken, nimmer een dezer gezangen doen zin*
gen. Zij willen bHjkbaar beter zijn dan de
vaderen waren. Ik zie niet in waarom men,
b.v. bij de catechismusprediking, niet zeer
stichtehjk en gepast uit de Tien Gebo*
den oi het Gebed des Heeren zou kunnen
zingen, aldus doende wat de Kerk in haar
bloeitijd deed. Maar dan blijft toch deze
vraag over, waarom de Kerk, als zij dat
wenscht, die „Eenige gezangen" dan niet
zou mogen uitbreiden. Mijn gevoelen is,
dat de Psalmen voldoende zingensstof ge*
ven; dat de kerk van weleer daaraan eenige
gezangen heeft toegevoegd, die nimmer tot
verzet hebben aanleiding gegeven en die op
zichzelf niet verwerpelijk zijn, maar dat
daarmede dan ook de grens van uitbreiding
bereikt is. Men zegt wel, dat men van den
verheerlijkten Immanuël wil zingen en dat
zulks volgens de psalmen niet kan. Doch
daar staat toch wel iets tegenover. De dienst
des Heeren is voor de levende leden der
Kerk ingesteld. Eigenlijk moeten zij allen
waarachtige leden zijn. Meent iemand nu,
dat dit levendgemaakt volk niet vatt zijn
Borg en Zaligmaker zingt als men bijvoor*
beeld in de kerk aanheft: Dan zingen zij,
in God verblijd, aan Hem gewijd, van 's
Heeren wegen? Hoe? zou nu die zielsver*
bhjding zich niet uitstrekken tot den Drie*
eenigen God, tot den Vader, den Zoon en
den Heiligen Geest? Neen, als men met zul*
ke gezegden aan komt dragen, vrees ik, dat
men geen innerlijk leven kent en men niet
weet wat men begeert. In de redeneering van
Uifsluifend prima Takkundi^e afverkin^
deze menschen zouden toch eigenlijk de
heiligen van het Oude Testament den Twee*
den Persoon in het Goddelijk Wezen ook
niet gekend hebben, want zij spreken van
Hem nergens met Name. Zooiets is immers
niet vol te houden 1
Indien men nu tegenwerpt, dat in vroe*
ger eeuwen de Kerk wel degehjk geestelijke
liederen zong, dan bestrijd ik dat niet.
Zoo hebben b.v. degenen die om het geloof
gevangen zaten in de Gevangenpoort in
Den Haag het Te Deum gezongen: (Wij
loven U o God wij prijzen Uwen Naam
in de Oude Kerk een zeer bekende lofzang)
toen Jan de Bakker langs hun kerkervenster
werd heengevoerd naar den brandstapel. Nu,
dat zingen had Waarnemer wel eens willen
aanhooren, het ging, denk ik, buiten den H.
Geest niet o m. En waar die Geest is,-, daar
is vrijheid en van die vrijheid moeten wij
afblijven. Hier kom ik tot de kern van de
kwestie en ik vermeen dat wij haar zóó
moeten stellen: wij, in onze eeuw, kunnen
niet meer doen wat de vaderen in hun tijd.
deden. Wij kunnen wel iets nadoen, maar
dan is het nog niet hetzelfde. De Geest des
Heeren werkt nu zoo spaarzameHjk in de
Gemeente, dat wij geestelijk niet sterk ge*
noeg, niet voldoende meer gewassen zijn, om
liederen in te voeren. De groote gezangen*
bundel is er om te bewijzen, hoeveel zoute*
looze kost daarin wordt aangeboden, en deze
gezangen, die nu weer zijn aangenomen,
ademen ook een geest, die ge in de psalmen
niet aantreft. Het stemt niet met elkander
overeen. Het is natuurlijk wel makkelijk,
hef gezangboek op te slaan om „den ver*
heerlijkten Verlosser te prijzen", maar de
vraag is of Die Verlosser ook door de zan*
gers wordt gekend. Want daar komt het toch
op aan nietwaar? De ware lofzangen wor*
den in de diepte geboren, maar daar hoort
men weinig uit spreken. Zoo is er dan ook
in deze zaak meer vertoon dan innerlijk
leven.
Genoeg hiervan. Waarnemer ziet gaarne
dat, als we iets verwerpen, wij ook weten
waarom we het verwerpen.
Voorts mochteii nu de predikanten, wel
eens wat hcht op de gezangenkwestie laten
vallen. Dan kon de Kijkvensterman er ook
wat uit leeren.
WAARNEMER.
UIT HET KIJKVENSTER: Gezangen in
de Kerk.
Driestarren: Grootte der gezinnen Droe*
vige cijfers.
Bondskanselier Dollfuss.
D« oplossing van het Kerkelijk Vraaig<
stuk VI.
Wat twintig jaar geleden gebeurde.
Bevestiging en Infrede van Ds. Langhout te
Den Bommel.
Gemeenteraad Ooitgensiplaat. De veerkwestie.
Het ontslag van den gasdirecieur Blokhuis
voor de Rechtbank.
Buitenland: Bondskanselier Dollfuss ver<
moord door nationaabsocialisten.
Deze Week op het eiland Goeree en^ Over*
flakkee twee vreeselijke ongelukken:
Te Goedereede bij een ontploffing drie
dooden.
Onder Ouddorp een 10»jarig jongetje uil
Middelharnis bij een autosongeluk om het
leven gekomen.