CmWECKfilADopGED.GR0riDSlA6vöÖRDlZUID-H0LLEiiZEEU^^ r 6e Jaargang WOENSDAG 30 MEI 1934 No. 536 t\ N.V. Uil Het Recht der Kerk ,,Daar ligt m'n STER-TABAK Veerdienst Dintelsas- Ooltgensplaat. MET MEDEWERKING VAN VOORAANSTAANDE HERVORMDE EN GERE FO R M E ERD E PERSONEN aanvragen en -aanbiedingen van 1-6 regels 80 et; Boek-aan- IN* V* liltgeVerSmaatSCIiappij »tl>Uanaen-nieilWS Voornaamste inhoud: niEuws UITGAVE VAN Gevestigd te Mid( tt Advertentic-prlja 20 cent per regel. Reclames 40 et; Dienst-17 fT^x^ -l. T?«1 J kondiging 10 cent per regel' Contrarten belangJlJk lager Gevestigd te Middelhami» - Prin. Hendrik.ir. 122 C. Giro 167930 PostboxS Tel. 17 Abonnements-prljs 85 cent per 3 maanden bl] vooruitbetaling Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar (Het onrecht door de Overheid de Her« vormde Kerk aangedaan moet worden hersteld.) I. Een van de sprekendste bewijzen van de bieginsjtlloosheid der Christelijke Vpartijen, is de verhouding dier partijen tegenover de Kerk der Hervoming in ons land Het onrecht die Kerk in 1816 haar aangedaan is tot op den huidigen dag bestendigd ge* bleven. Tot zelfs een poging om het on^» recht te herstellen is het niet gekomen. Zelfs niet onder langdurige coalitieregee* ringen. Indien men de z.g.n. Christelijke partijen en met name de A.R. partij toetst- aan haar houding tegenover het onrecht de Kerk des Heeren aangedaan, dan moet men wel tot de conclusie komen, dat ze zich volslagen beginselloos heeft betoond en zich in wezen niet heeft onderscheiden van liberale of vrijzinnige regeeringen. Meer;» malen 'hebben we daarop in ons blad ge" wezen. Steeds hebben we betoogd, dat het vraag>= stuk van het rechtsherstel der Hervormde Kerk een vraagstuk is van den eersten rang, ja zelfs van overheerschende betee* kenis en dat verwaarloozing van het rechts* herstel wijst op het ontbreken van diepere beginselen, ja wijst op de belijding althans beleving van vrijzinnige beginselen. Het minste wat ons Gereformeerde volk had mogen verwachten was, dat zoodra het regeeringskasteel was bezet geworden het onrecht aan de Hervormde Kerk gepleegd 2iou hersiteld worden. Maar alles bleef zooals het. geweest was. Neen niet alles. De bezetting van alle mogelijke baantjes werd anders. Die werden vergeven aan coalitiemannen. Maar overigens werd alles op de oude liberale wijze voortgezet. Omp dat men zelf in wezen had aanvaard de neo*Calvinistische staatsleer, een liberaal be» ginsel verborgen onder het kleed van de Christelijke personen. Maar de Kerk liet men aah zijn lot over. Daarmee bemoeide men zich niet. Het onrecht en de verwoest* ting bleef. Tot groote schade van land en volk. Linksche en Rechtsche Regeeringen kwa* men en gingen. Voor het allergewichtigste vraagstuk van de vrijmaking der Hervormde Kerk bracht het geen verandering of de Li* beralen, dan wel de z.g.n. Christelijke partijen aan de Reg«ering waren. Aan groote beginselverzaking maakten de Chris* telijke partijen zich schuldig. En zoo van Staatkundig*Gereformeerde zijde o.m. door Ds. Zandt het pleidooi voor de vrijma* king der Kerk werd gevoerd, het bracht slechts spot en verguizing over hem, die het pleit voor de Kerk der Vaderen durfde opnemen. Men noemt zich gaarne naar den grooten Christen Staatsman Groen van Prinsterer, maar wandelt niet in zijn voet*; sporen, immers hij was het die schreef: „Boven alle andere kwesties emancipatie der Hervormde Kerk. De vrijmaking heeft den voorrang." Voor herstel van het onrecht aan de Her* vormde Kerk aangedaan heeft Groen van Prinsterer zijn gansche leven geijverd. Dat was bij hem van het grootste belang omdat hij inzag de groote beteekenis die de Hervormde Kerk kan hebben zoo ze weer belijdende Kerk vermocht te worden. In overeenstemming daarmee voert de Staatkundig Gereformeerde Partij dan ook van jaar tot jaar haar pleit voor de Her* vormde Kerk. Zoo ook bij vernieuwing bij het Vlle Hoofdstuk der Rijksbegrooting waar hij o.m. sprak: Ik heb het oog op het groote onrecht, dat de Nederlandsche Overheid de Neder* landsche Hervormde Kerk in den jare 1816 aandeed door haar tegen haar belijdenis in, een organisatie op te leggen, die met haar belijdenis geheel in strijd is. De Overheid vergreep zich destijds schrikkelijk aan de rechten van de Kerk. Ik gevoel mij, gedron* gen om ten scherpste te protesteeren tegen dat groote grievende onrecht, 'dat de Re* geering des Lands in 1816 en ook daarna tot op den dag van heden beging en be* gaat, maar ook niet minder van deze plaats het herstel van het gepleegde onrecht te vragen. Dat gepleegde onrecht zoo Schreef Mr. Groen van Prinsterer eenmaal zeer terecht verjaart nooit. Het is ook thans niet verjaard. De Overheid heeft te herstellen, hetgeen zij misdreef, en wanneer ik daarop van deze plaats aandring, ben ik daarvoor aan het rechte kantoor. Het is toch de Overheid die zich vergreep en het is ook de Overheid, die dat vergrijp heeft te herstellen. Het is uiterst teleurstellend, ja ontstellend te moeten waarnemen, dat wij jaar op jaar bij de achtereenvolgende Regeering aan doovemansooren aankloppen. Ook deze Minister wees onzen eisch weder at, gelijk minister de Geer dit reeds bij herhaling deed. Hij verklaarde toch in zijn Memorie van Antwoord, dat hij in dezen de gedragslijn van zijn voorganger zou volgen. Ik betreur dit ten zeerste en spreek den wensch uit, dat Zijne Excellentie alsnog tot andere inzichten mag komen." En ver* der: „Ik vroeg dan uit naam van zoovele duizenden in en buiten de Nederlandsche Hervormde Kerk herstel van gepleegd on* recht. Ik verzoek den Minister dringend, dat hij ,in overleg met den Minister van Justitie Hare Majesteit de Koningin zal voorstellen om de desbetreffende Koninklij* ke besluiten van 1816 en 1852 in te trekken. Ik beschouw dit als een eersten stap om te komen tot opheffing van het synodale juk, dat de Kerk onwederrechtelijk is opge* legd. Het geldt hier een groot volksbelang. Herstel der Kerk kan herstel der natie be* teekenen. Moge de Overheid, gelijk zij dat naar Gods Woord verplicht is zich een voedsterheer der Kerk betoonen, en zoo* doende medewerken tot heil der oude vaderlandsche Kerk." Tot zoover het Icrachtig betoog van Ds. Zandt. En wat antwoordt de Regeering hierop. Niets anders dan: De Kerk is vrij!! Daarbij wordt de Regeering gesteund van Christelijk Historische zijde, die ook roe* pen: „de Kerk is vrij." Een enorme dwaasheid. Eerst de Kerk g.ezet in de synodale gevangenis, de sleutel weggeworpen en nu roepen: ,De Kerk is vrij." Groen van Prinsterer dacht er anders over. Ook Dr. Kuijper in zïjn eerste tijd toen hij sprak: „Het rechtsprobleem ligt voor de rekening van de naaste toekomst, want de redding der Kerk is levensbelang van ons volk." Die naaste toekomst is geworden tot een groote reeks van jaren en nog heeft men de Kerk geen recht verschaft. En het staat te vreezen, dat men noch van C.H.*zijde, immers die roepen: „de Kerk is vrij,." noch van A.R. zijde die zich bewe* gen in liberalistische banen, ooit zal komen om die naaste toekomst van Dr. Kuijper werkelijkheid te doen worden. Niettegen* staande men zich noemt volgelingen van Groen van Prinsterer die schreef: „De vrijmaking der Kerk heeft den voor* rang." 1 Daarvan wil men niet meer weten. De Christelijk*Historischen als verwant met dé Liberalen voelen niets voor het herstel der Hervormde Kerk. Volgens hem is de Hervormde Kerk vrij. Een dwaasheid niet waard weersproken te worden. De A.R. met hun neo*Calvinistische Ie* vensopvatting en de aanvaarding van de Liberalen Staat maken er zich ook aller* minst druk over. Prof. H. Visscher sprekend op de bondsvergadering der Herv.*Geref. Jongelingsvereenigingen 10 Mei 1934 te Utrecht komt tot de conclusie dat zoo de A.R. partij de strijd voor de vrijmaking der Kerk niet strijdt zC eigenlijk slechts een soort liberalisme vertegenwoordigen: Genoemde Prof. wijt het aan de verwor* ding der Afgescheidenen als hij zegt: „Doch het kan niet ontkend, dat de ge* scheidenen den invloed van den geest des tijds niet konden ontloopen. Als er geene scheiding was, zou het de vraag zijn, of zij door de meesten barer nakomelingen nog zou ontstaan. Denkt slechts aan de rol die de Gezangenkwestie in de eerste schei* ding speelde.^' Toen had men en te* recht een afkeer van de gezangen en nu voert men ze zelf in de Gereformeerd* Kerken in. Herhaling van de' Geschiedenis. De Kerk in bloei levend, heeft genoeg aan het Woord des Heeren, daarentegen opgaand in vormendienst en geestelijk verval ontstaat er behoefte aan het werk van menschen. (Wordt vervolgd) Gemeenteraad Sommelsdqk. Verhooging personeele belasting. In zijn vergadering van 25 Mei j.l. heeft de gemeenteraad van Sommelsdijk de op* centen der personeele belasting gebracht van 110 oi> 190. Geen kleine verhooging 1 Voor een tekort van f 6539.op de be* grooting 1934 moest nog dekking worden gezocht, en de raad wist geen anderen uit* weg dan verhooging der personeele be* lasting. Of dit de eenige uitweg was, daarover willen wij thans niet in discussie treden, maar wel wijzen op een groote onbillijk* heid. Spaarzaamheid is een deugd, waarbij een volk welvaart. Het platteland stak hierin steeds verre uit boven de stad, ja een vergelijk is zelfs moeilijk te maken vanwege de zeer groote tegenstelling. Hierdoor treft men tert plattelande veel eenvoudige menschjes. aan, die een eigen huisje hebben, hetzij z^ klein ambachts* man of boeren*arbeider.j zijn of zijn ge* weest. Verschillende van deze menschen zijn vrij* gesteld van inkomstenbelasting omdat zij geen inkomen hebben. Aan de eene kant, erkent de Overheid, dat aangezien deze menschen geen inkomen hebben, zij vrij zijn vari inkomsten belas* ting, doch aan de andere kant, legt zij uit hoofde van het feit dat zij een eigendomme* tje hebben, een belastingdruk op, die verre uitgaat boven de draagkracht. Wij hoorden het verleden jaar in een andere gemeente dat iepiand, die slechts f 200.^— verdiend had hiervan nog f 46. moest afstaan, aan personeele belasting, om* dat hij in een eigen huisje woonde. Dit is een groote onbillijkheid. De wet is eenmaal zoo, dat is waar, maar daarmede is deze onbillijkheid nietgoed te praten. Hoe lang nog zullen de gemeenteraadsle* den deze toestanden bestendigen? Zoo goed als bij de -inkomstenbelasting er een welstandsgrens getipkfcen is, waar be* neden men vrij is, zoo behoort er bij de personeele belasting ook rekening gehouden te worden met inkomen en vermogen. Als iemand„ die een huisje bezit, verder geen vermogen e n schier geen inkomen heeft waar moet dan de personegle belasting van betaald worden? De deugd van spaarzaamheid, wordt door deze onrechtvaardige maatstaf tot een straf, ja tot een vloek. Juist, oordeel, maar wat Iaat! Bij de verhooging der personeele belasting, sprak Wethouder Dijkers,, in den raad van Sommelsdijk, om: „Wanneer de steun aan den landbouw „in een ander kleed geplooid werd, hoe „weet ik direct nog niet, dan zou daarin „voor de Werkloosheid ten plattelande „veel gedaan kunnen wt^rden."- Met deze opmerking zijn wij het geheel eens. Enkele malen hebben wij hier reeds' op gewezen en aangedrongen op samen* spreking. De heer Vermaas, heeft te Middelharnis in 1932 ook reeds hierover gesproken, en met citaten aangetoond dat in andere stre* ken van ons land in die richting werd ge* werkt. Hoe zijn echter zijn adviezen en vragen ontvangen? Ze zijn vrijwel gene* geerd, terwijl wij de zeer domme opmer* Ringen van een der wethouders, waaruit 's mans onbevoegdheid ten duidelijkste bleek, maar zullen voorbijgaan. Onze tegenwoordige minister Slotemaker de Bruine is niet ongevoelig voor proef* nemingen mits onder degelijke controle. Op het eiland zijn meerdere, tot oordeelen bevoegde personen, die dezelfde overtui» ging hebben als boven uitgesproken. Neemt nu de heer Dijkers het initiatief om in samenwerking met anderen, eens tot samenspreking te komen, en te trachten, den minister een voorstel te doen? De heer Vermaas heeft indertijd den Burgemeester gevraagd hiertoe het initiatief te nemen, doch het schijnt, dat hiervan niets gekomen is. Men is het eens, zoo kan het op den duur niet blijven, er zijn eenige perspec* tieven, maar als men niet over gaat tot han* delen, dan blijft alles bij het oude. Wie vat deze zaak aan? Nogmaals de waterleiding. Vorige week vroeg een opzichter der waterleiding aan iemand of hij wilde aan* sluiten. De man gaf ten antwoord, dat hij het geld niet kan betalen en daarom niet tot aansluiting kon overgaan. „Je moet het zelf weten, straks zal je dat nog meer centen kosten." was het wederantwoord, en zoo vertrok de opzichter. Als -wij zooiets hooren, dan vragen wij ons af: „Is er nu heelemaal geen recht* vaardigheidsgevoel meer De bedoelde menschen hebben evenals zoovele anderen, geen behoefte aan lei* dingwater, en zitten werkelijk in zorgen. Met enkele gemeenteraadsleden uit het eiland hebben wij over zulke toestanden gesproken, en er op gewezen dat waar zij o.i. het onrecht durven begaan, de menschen te dwingen tot iets, wat zij niet noodig hebben, zij ook moeten durven aangeven waar het geld te halen is, voor menschen die het niet betalen kunnen. M.a.vv. leggen de gemeenteraden zooals zij nu gedaan hebben de verplichting op tot aansluiting, dan moeten zij ook aangeven, de welstandsgrens waarhoven zij oordeelen dat iemand best betalen kan. Doch helaas, dit durven zij niet, uit vrees dat de armoede der bevolking zoo groot is, dat het aantal vrijstellingen te groot zou zyn: Is dit nu geen droeve erkentenis, lezers? Overtuigend te zijn, dat^ ™*i^j., somoüg* menschen een te zware last oplegt, en dit maar te laten doorgaan? Ons kwam een geval ter oore, van een vrouw, die dagen had loopen schreien, om* dat zij het weinige geld, dat zij van tijd tot tijd voor kleeding kon oversparen, nu besteden moest voor de waterleiding. Als volgende week aan de lofredenen geen einde Zal komen, geven de klachten der armen, die thans niet gehoord worden, wel een eenigszins anderen kijk, op de aangekondigde zegeningen. Wij zijn sterk voor waterleiding, doch niet in dezen onhillijken vorm. Rechtsche gemeenteraden, en rechtsche colleges van B. en W., Gods Woord eischt van U ),Dloiet recbi den arme, lielpt den „verdrukte, en dien die geen helper „heeft." De „Mark en Diniel" neemt ten geVrichtig besluit. Men zal zich herinneren, dat eenige maan* den geleden de stoomboot*onderneming „Mercurius" directie de heer Kraak te Rot* terdam van het bestuur van „Mark en Dintel" concessie kreeg om een stoomboot veerdienst te openen van de liaven van Dintelsas naar Ooltgensplaat op het eiland Flakkee. Het bestuur was hiertoe overgegaan wijl de bestaande dienst, die onderhouden werd door veerman Wijgand, met een klein motorvaartuigje, niet meer aan de eischen van den tijd voldeed en een betere, goed* koopere verbinding met den Brabantschen wai" bewerkstelligd werd door „Mercurius", die op eigen risico een puike stoomboot in de vaart bracht. Hoezeer dit initiatief bekroond geworden is behoeft op deze piaats niet weer te wor* den herhaald; verschillende malen is zulks vermeld geweest. Het spreekt vanzelf, dat de oude veer* dienst hiervan groot nadeel ondervond en teneinde het verloren terrein terug te winnen schafte Wijgand zich op zijn beurt een stoomboot aan, zoodat nu plotseling twee goed geoutilleerde veerdiensten aanwezig wa* ren. Vorige week Vrijdag kwam Wijgand's boot in de vaart en zooals te verwachten was ontspon zich onmiddelijk een con* currentiestrïjd. De officiëele consessionaires, dhr. Kraak die inmiddels de algeheele gunst van het publiek' aan beide zijden van het water heeft weten te verwerven, beriep zich van* zelfsprekend op de hem verstrekte concessie en verzocht inmenging van het „Mark' en Dintel" bestuur. Dit greep in en na het gemeentebestuur van Dinteloord officieel van een en ander in kennis te hebben ge* steld en er o.m. op gewezen te hebben dat Veerman 'Wijgand handelingen ver* richtte die in strijd waren met de toezeg* gingen welke W. uit overlevering bezat (niet rechtens dus) Wijgand vervoerde n.I. automobielen en vrachtgoederen heeft het bestuur van het waterschap den veerman per aangeteekend schrijven medegedeeld, dat het hem vanaf Dinsdag 22 Mei 1934 ver* boden werd passagiers te vervoeren, die via de €as*terreinen zijn boot zouden be* reiken. En zoo zag men het Dinsdag namiddag omstreeks vijf uur gebeuren dat een knecht van de stoombootonderneming „Mercurius," die in dienst van het Heemraadschap staat, het toegangshek, tot de haven afsloot en slechts personen door liet welke zich per stoombootveer van den heer Kraak wensch* ten te laten overzetten. Een en ander vond plaats onder toezicht van een rijksveld* wachter. Hoe dere kwesitie zich verder ontwikkelen zal is een open vraag, maar wel 'moet vaststaan, dat veerman Wijgand, volgens ons verstrekte mededeelingen geen enkel recht kan laten gelden, of schade* vergoeding eischen. Daarnaast doet zich het merkwaardige feit voor, dat ondanks de voordeeliger vrachtprijzen welke W. bedong, vrijwel nie* mand van zijn veerdienst gebruikt heeft ge* maakt gedurende de voorbye Pinksterdagen. Daarentegen heeft de „Mercurius" bonder* den vacantiegangers overgebracht en ontel* bare auto's zoodat zelfs extra diensten moesten gevaren worden. Dei ioj>>entiare meening heeft zich dus wei ten gunste van den ondernemer, den heer Kraak uitgesproken. Begrijpelijkerwijs leeft men te Dintelsas ,m spanning hoe deze kwestie zich verder optwikkelen zal. t Hoofdartikel: Het recht der Kerk. Uit de gemeenteraad van Sommelsdijk. (Be' lasting en Werkverschaffing. Iets jover de Waterleiding. Vervolg rede van den heer Smits. (Vruchtwisseling en Plantenziekten.) Veerdienst Ooltgensplaat'Dintelsas. De „Mark en Dintel" neemt een gewichtig besluit. Veerdienst Stad aan 't HaringvlietsHoeksefae Waard opgeheven. Te Vrierenveen een vrouw door sneltrein vermorzeld. Moeder, en kind bij' een auto:ongeIuk in het Merwedekanaal verdronken. Een reeks van doodelljke autoongelukken.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1934 | | pagina 1