Eilanden--nieuws
cmrA
DAVID GWIJN
2e Blad ZATERDAG 26 MEI 1934
No. 535
Binnenlandsch Overzicht
SIGAREN KWALITEIT
Buifenlandsch Overzicht
VERVOLGVERHAAL
HUGO KiNGMANS
CHR. WEEKBLAD op GER. GRONDSLAG voor de ZUID-HOLL. en ZEEUWSCHE EILANDEN
Uitgave van de N.V.,Eilanden-nieuw«", Gevestigd te Middelharnis, TeL 17 Giio I6793Ö Postbu» 8
Verkeersongevallen.
Steeds weer is het opvallend en droevig,
zoovele verkeersongevallen plaats hebben,
op Zon!= en feestdagen. Zoo ook nu weer
met Pinksteren. Eenige dooden en vele ge*
wonden, waaronder zeer vele gekwetste»
was de verkeersoogst van de laatste dagen.
Wij willen enkele gevallen opnoemen.
Onder Muiden werd Zaterdag de motor=<
rijder P. Otten uit Laren achterop gere*
den door een auto van de ijsfabriek Luccus
uit Weesp. Door niet goed uitwijken van
den Chauffeur, werd de motorrijder gegre'
pen, over den weg g'esUngerd, en in bewus*
teloozen toestand opgenomen. Het slachtof>'
ter verkeerde in levensgevaar. Later is hij
overleden.
De chauffeusse van een snelrijdende auto
de ISojarige E. J. uit Utrecht,
reed met volle vaart op een groep
jongens in.
toen zij te Alphen a.d. Rijn, de macht
over het stuur kwijt raakte. Eén jongen, de
lO^jarige Gerrit Droog, werd van zijn
vriendje weggerukt en overreden. Hij be*
kwam een schedelfractuur brak beide beenen
en een arm. In hoogst^ernstige toestand is
hij naar het Ziekenhuis vervoerd. De chauf*
teuse kreeg na het gebeurde een zenuwtoe»
val. Procesaverbaal werd opgemaakt.
Te Terneuzen is een auto te water gere*
den, waarbij twee menschen zijn verdronken.
Men vermoedt, dat de bestuurder een hart*
verlamming heeft gekregen.
Bij D e 1 f z ij 1 merkte een automobilist
een onverlichten woonwagen te laat op. Hij
kon een aanrijding van het paard niet meer
voorkomen. Het paard was op slag dood.
De woonwagen bleef onbeschadigd. Vijf
minuten later reed een auto uit Groningen
voorbij, waarvan dt bestuurder ook alweer
in het donker den woonwagen niet goed
zag, zoodat fi'j met gedeukt spatbord de
reii moest voortzetten. Vijf minuten later
reed een motor, die uii de richüng Delfzijl
fc^Vdm, pardoes tegen den wagen op, waarbij
de 2 motorrijders zoo ongelukkig terecht
kwamen, dat zij beiden bewusteloos moesten
worden opgenomen. Met een ziekenauto
werden zij naar Delfzijl vervoerd, naar
de woning van één hunner (de andere was
uit Groningen afkomstig). De slachtoffers
bleken ernstig gewond te zijn.
Httt motorrywiel was vernield, maar de
woonwagen is ook na de derde botsing on»
beschadigd gebleven.
Uit Breda meldt men:
Toen een landbouwer bij de Mark aan
het werk was, zag hij plotseling een man
drijven. H ijriep om hulp en een arbeider
van de betonfabriek van Gebr. Vriens
stak den drenkeling een langen stok toe.
De krachten van den tewater geraakten
man schoten echter te kort; hij zonk weg
in de diepte en kwam niet weer boven.
Eerst na geruimen tijd dreggen werd het
Ujk van den ongelukkige opgehaald. Het
bleek te zijn de ^3*jarige A. V. uit Breda.
Vermoed wiordt, dat hij al fietsende geslipt
is en zoodoende te water is geraakt. V. was
gehuwd en vader van zeven kinderen.
Te HELMOND liep een 6*jarig jongetje
tegen een passeerende auto op. Hij overleed
onmiddelijk.
Te OOSTZAAN wilde hét 4*jarig dochter*
van J. Bos de straat aan het zuideinde
oversteken en bemerkte achter een melk*
wagen, een in volle vaart rijdende auto
niet. Gevolg was, dat zij werd gegrepen,
al probeerde de chauffeur te stoppen. Zwaar
gewond is zij naar het ziekenhuis vervoerd.
Zij verkeert in levensgevaar.
Te AMERSFOORT is de ÓCVjarige Mevr.
M. door een motorrijwiel aangereden en la*
ter overleden aan de bekomen verwondin*
gen. 1
Koninklijk bezoek aan Groningen.
H. M. de Koningin en Prinses JuUana
ben Dinsdag een bezoek gebracht aan Gro*.
ningen, en wel bijzonder aan de Veenstreek.
Bezichtigt werd de werkverschaffing te
Rhenen, waar 2 barakken en het ontspan*
nningslokaal werden bekeken. Daarna werd
de tocht voortgezet naar Jipsinghuizen, waar
de oudste boerderij op deze ontginning werd
bezocht. Dan ging men over Vlagtwedde en
Onstwedde, N.»Pekela, Veendam en Borger*
compagnie. Vervolgens over Hoogezand, en
Sappermeer naar Groningen, waar een groo*
te menschenmassa de Vorstelijke personen
enthousiast toejuichte.
H. M. en de Prinses waren met klein ge*
volg, vergezeld van de Commissaris der Ko*
ningin in de Provincie Groningen, Dr. J. P.
Fockema Andrea.
Vereenvoudiging der Crisissweigeving.
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
ingediend tot nadere wijiiging der Land*
bouw*Crisiswet 1933 en intrekking van de
Tarwe»wet 1931, de Crisis*Zuivelwet 1932 en
de Crisis*Varkenswet 1932.
Ter toelichting hiervan zegt de regee*
ring o.m.
Door het aanbrengen in de Landbouw*
Crislswet 1933 van betrekkelijk geringe wij*
zigingen, die buitendien uit anderen hoofde
toch noodzakelijk waren, kan worden be*
reikt, dat zoowel de Crisis*Zuivelwet 1932
als de Crisis*Varkenswet 1932, alsook' de
Tarwewet 1931 overbodig worden.
Het behoeft geen betoog, dat belangrijke
bezuiniging te bereiken is, wanneer alle
maatregelen in de vervolge slechts op een
wet zullen steunen, terwijl daarnaast eén
wet de regeering in staat zal stellen op al*
lerlei gebied, zooveel dit in het belang van
de diensten mogelijk is, te centraliseeren.
Een en ander wil niet zeggen, dat de re*
geering zich geheel los wil maken van de
grondslagen dier wetten. Met name' ligt het
niet in haar bedoeling af te wijken van het*
geen bij de totstandkoming van de Crisis*
Zuivelwet op uitdrukkelijk verlangen van
de zijde der zuivelproducenten is bepaald,
dat 't percentage boter, dat in de margarine
zou kunnen worden verwerkt, nimmer meer
dan 50 pCt. zal mogen bedragen en dat het
gemengde product niet zal mogen worden
uitgevoerd.
Ook zal in het systeem, dat er een bepaal*
de prijsverhouding voor boter, margarine en
vetten zal worden gehandhaafd, in het al*
gemeen geen w^siging worden gebracht.
De weinige moeilijkheden, die de moge*
lijkheid van het volledig niet meer toepas*
sen van deze wetten nog in den weg ston*
den, zijn in het thans aanhangige wetsont*
werp tot oplossing gekomen.
Crisispvoducten.
Bij de p.mschrijving van crisisproducten
zijn „garnalen vervangen door „schaal en
schelpdieren". Deze uitbreiding was nood*
zakelijk in verband met de mogehjkheid,
dat maatregelen ook ten aanzien van an*
dere schaaldieren dan garnalen en ook van
schelpdieren moeten worden genomen.
Voorts zijn aan de crisisproducten nog
toegevoegd „vogeleieren", oliehoudende za*
den, noten en pitten, al dan niet gebroken.
met uitzondering van cacaopitten „turf" en
„cichorei." Voor deze producten bleek het
noodzakelijk, maatregelen te treffen.
Een nieuwe bepaling wordt voorgesteld,
waarbij aan den minister de bevoegdheid
wordt gegeven die producten als crisispro*
duet aan te wijzen, die gelijken op een van
de reeds «als crisisproduct aangewezen of
aan te wij2en producten. Gebleken is n.l.
dat verschillende maatregelen gedeeltelijk,
illusoir worden, doordat na het nemen van
eenigen maatregel terstond surrogaten 'in
den handel worden gebracht, die mede on*
der de bepalingen der wet moeten komen
te vallen.
De mogelijkheid is geopend in bepaald
omschreven gevallen voorschotten op de
steunuitkeeringen te kunnen geven.
Maatregelen tegen de smokkelarij worden
voorgesteld. Aan de Kroon wordt de be*
voegdheid toegekend den in*, uit* en door*
voer van crisisproducten alleen toe te staan
langs (bepaalde grenskantoren en eveneens
alleen op te bepalen uren..
Gebleken is, dat speciaal met de merken
welke ingevolge de Crisis*Zuivelwet zijn
vastgesteld, handll wordt gedreven en an*
dere ontoelaatbare handelingen worden
verricht. De mogelijkheid is geopend, door
het stellen van regelen hieromtrent, de2e
misbruiken zooveel mogelijk tegen te gaan.
Straffen.
Tot dusverre stond op overtreding van de
bepalingen van de Landbouw*Crisiswet 1933
alleen hechtenis of geldboeten, terwijl de
gepleegde strafbare feiten als een overtre*
ding werden beschouwd. In navolging van
de bepalingen van de Crisis*Invoerwet en
de Crisis*Uitvoerwet wordt thans voorge*
steld overtreding van de voornaamste be*
palingen van de wet als misdrijf te beschou*
wen en daarop gevangenisstraf te stellen
van ten hoogste één jaar.
Het tijdstip van in werking treden van
onderscheidene bepalingen van deze wet
wordt aan de Kroon overgelaten.
De nieuwe spelling en de BijbeL
Iets, waaraan Minister Marchant
niet gedacht zal hebben.
In ons vorig nummer hebben wij gewag
gemaakt van de ingenomenheid van vele intel*
lectueelen ten opzichte van de a.s. nieuwe
spelling. Nu deze spelling een feit zal wor*
den, doen zich ook andere stemmen hooren.
Prof. Grosheide vestigt in „De Heraut" de
aandacht op de Bijbel, wanneer deze in
de nieuwe spelling zal zijn geschreven.
Misschien wennen we er aan zegt hij,
maar dat niet meer over het grammatisch
geslacht kan worden beschikt, beteekent
een achteruitgang. Als ik, zoo zegt hij, in
Rom. 10 8 niet meer „zij" gebruiken kan,
wordt de zin geheel onduidelijk. En ,er
zijn meer zulke voorrbeelden.
Mr. A. R, Zimmerman heeft over de nieu*
we spelling, ten aanzien van de Heilige
Schrift ioiok critiek. In „de Telegraaf" liet
hïj zich uit, dat het nog niet vaststaat, dat
de Kerken en feet Bijbelgenootschap ge*
negen zullen z^ja de Bijbel en de Psalmen
in de nieuwe gedaante te verspreiden. Geen
boeken, zoo schrijft hij, hebben den op*
bouw onzer taal zoozeer beïnvloed en
vervullen daarin een zoo groote rol als de
Bijbel, die in tienduizenden woningen de
eenige drukwerken zijn, die gelezen worden.
Daar heeft Minister Marchant zeker niet
aan gedacht, Wij voor ons gelooven ook,
dat de waardige vorm, van het Woord des
Heeren door de nieuwe spelling deerlijk
zal worden verminkt.
Verkrijgbaar bij:
A, L. VERBRUGGE
iMiddelhamis
Bulgarije.
Weer een fascistische staat.
Door een staatsgreep is in Bulgarije een
einde gemaakt aan het parlementaire regee'
ringssysteem.
Als oorzaak hiervoor wordt aangenomen
dat het parlement, tengevolge van de zeer
groote verdeeldheid niet bij machte was,
een stabiele regeering te vormen. Bulga*
rije lijdt ook onder de crisis, en verlangt
naar een krachtige regeering welke, het
aandurft, de vele mistoestanden uit de we*
reld te helpen.
De nieuwe regeering heeft zich met een
manifest tot het volk gericht, en niet het
minst gewezen, op de zwakheid,van het
parlement.
Mag men de eerste berichten gelooven,
dan stelt de bevolking veel vertrouwen
in Ket nieuwe regime, daar ziji hoopt dat
toenadering gezocht zal worden tot Zuid*
Slavië, hetwelk zeer in het belang van het
land wordt geacht.
De grondwet is voor een groot gedeelte
buiten werking gesteld, de politieke par*
tijen ontbonden, doch nieuwe verkiezingen
worden niet uitgeschreven. Verschillende
rijks* en gemeente ambtenaren zijn reeds
ontslagen.
Voorzorgsmaatregelen worden genomen,
om te voorkomen dat door de een of andere
organisatie zou beproefd worden, de nieu
we regeering weder omver te werpen.
Hoe koning Boris staat tegenover de
nieuwe regeering is niet bekend. Toen alles
zich voltrokken hadt, begaf de president,
oud Minister Georgiër zich naar het pa*;
leis, en lag de eerste besluiten, den koning
ter teekening voor. Er schoot voor hem
toen niets anders over, dan zich bij' de
geschapen situatie neer te leggen.
Europa is door dezen staatsgreep weer een
fascistischen staat rijk geworden.
Oostenrijk.
Spooiwegaanslagen.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
hebben verschillende spoorwegaanslagen
platats gehad. Zaterdagmorgen waren er
reeds 15 bekend gemaakt.
De aanslagen bestonden in hoofdzaak
in het opbreken der rails en het vernielen
van gedeelten van bruggen-
Gelukkig dat de eerste aanslag
tijdig werd ontdekt.
en op zeer breeden schaal werd kenbaar
gemaakt. De machinisten waren gewaar*
schuwd en hadden de bijzondere veiligheids*
voorschriften in acht te nemen. Daardoor is
het mogen gelukken, rampen te voorkomen.
Hoe ernstig de politie ook onderzoekt,
het is haar nog niet mogelijk geweest de
daders te arresteeren.
Uitgebreide maatregelen zijn genomen om
herhaling te voorkomen. Gelet op het groot
aantal gevallen, vermoedt men met een
wijdvertakte samenzwering of actie te doen
te hebben.
Duiischland.
De opruiing gaai voort.
Schreven wij vorige week, dat het er voor
de Joden in Duitschland alles behalve
prettig uitziet, thans zullen wij een stukje
overnemen uit de Westfalische*Landeszeitung
hetwelk door den heer Kube, een vooraan»
staand man in de Nat. Soc. beweging
geschreven is.
In dit artikel wordt uiteengezet, dat het
niet eens noodig is te wijzen op ritueele
moorden als bewijs voor de verderfehjkheid
der Joden, waarna dan eenige kolommen
lang een opsomming wordt gegeven van
Joden, die „zich verbergen achter Duitsche
namen," van Joodsche natuurkundigen, die
onmenschehjke experimenten op. patiënten
hebben gedaan en dergelijke meer. Als
conclusie schiijfi „Fridericus," j,De Jood
is het gevaar, is de vijand. Door de Joden
sterven volkeren en hun cultuur, Wanneer
het geheele volk werkelijk de Joden kent,
zal er geen plaats meer zijn in Duitschland
voor de Joden. Het wereld*Jodendom, op
welks steun de Duitsche Joden rekenen,
kan daar eens en voor al nota van nemen."
Kube gebruikt wel zeer krasse taal in zijn
artikel. Zoo zegt hij o.m.: „De Joden be*
teekenen voor de blanke rassen moreel
hetzelfde, als pest en syphilis voor de mensch*
beid op hygiënisch gebied. De pestbacil moet
worden afgezonderd en geïsoleerd. De Joden
zijn schuldig aan den grooten oorlog en
aan alles wat den vrede wederom in gevaar
kan brengen. „Bewapening, industrie, we*
reldbanken, wereldspeculatie, waar men ook
grijpt, vindt men een Jood." De 2 milli»
oen Duitschers, die in den oorlog gesneuveld
zijn en de 10 millioen dooden der andere
landen, aldus de heer Kube, moeten op
Joodsche rekening gezet worden."
Als de regeering toelaat, dat op dergelijke
wijze tegen de Joden geschreven wordt,
dan ziet het er voor de Israëlieten met
gunstig uit, vooral niet als regeeringspersOi"
nen zooals vorige week geschreven in hun
redevoeringen zeggen, dat als de Duitsche
boycot actie niet wordt gestaakt, de nog
in Duitschland wonende Joden, het aan
den lijve zullen voelen, dat zij de oorzaak
zijn, dat de buitenlandsche handel zoo
slecht gaat.
Genéve.
De Volkenbond.
Het wil in Geneve maar niet vlotten.
Inplaats van de hangende moeilijkheden
over de Saarkwestie op te lossen, is de
beslissing weder tot volgende week uitge*
steld.
Hoewel niet officieel bekend gemaakt,
toch heet het, dat Frankrijk weder de boel
in de war stuurt, en zulke eischen stelt, dat
Duitschland ze onmogelijk kan inwilligen,
zonder het recht geweld aan te doen.
Ook voor de
Otttwapenings conferentie
vreest men het ergste. Verschillende staats*
lieden zijn vol igoeden moed. Norman
Davis, de Amerikaansche afgevaardigde is
overtuigd dat het gezond verstand zal
zegevieren en de conferentie thans positieve
resultaten zal opleveren.
Een fiasco, zou zoo funest werken, dat
de vreeselijke gevolgen daarvan, niet te
overzien zijn.
Het is niet de eerste keer, dat Amerika
zoo overtuigend sprak, en niets anders zag
dan lichtpunten, doch helaas zelf de we*
reld nog dieper in het moeras bracht.
O.i. doen wij thans het beste, af te
wachten tot definitieve besluiten worden
genomen.
Amerika.
Geweldige brand.
In de reusachtige stallen nabij de slacht*
huizen van Chicago, heeft in den nacht van
Zaterdag op Zondag een brand gewoed van
een omvang, zooals men dien sedert 1874,
toen de geheele stad in de asch werd ge*
legd, niet heeft gekend. Over een afstand
van twee vierkante kilometer zijn ongeveer
400 stallen e n bijbehoorende gebouwen, als*
mede 200 woonhuizen vernield. Drie brand*
weerlieden, die door het vuur werden inge*
sloten, zijn omgekomen. 150 personen heb*
ben brandwonden opgedaan, van wie er 50
in een ziekenhuis moesten worden opgeno*
men. Tweeduizend personen zijn dakloos.
De materiale schade beloopt ongeveer 10
millioen dollar; sommige ramingen gaan
echter tot 25 millioen... Duizenden stuks
vee zijn omgekomen, doch juiste gegevens
daaromtrennt ontbreken nog.
De lucht was vervuld met het geloei en
gehinnik der arme dieren, die geen mtweg
konden vinden en jammerlijk omkwamen.
In één stal vonden niet minder dan 1000
koeien en 500 paarden den dood. De dieren,
die men kon bevrijden, vluchtten in allerlei
richtingen weg, belemmerden het blus*
schingswerk en richtten in de omliggende
straten groote schade aan, vooral daar vele
beesten in hun wanhoop winkels binnen*
drongen en daar als dol rondsprongen.
De slrïjd tegen bet vuur.
De blusschingswerkzaamhëden werden in
het bijzonder door de droogte der laatste
dagen bemoeilijkt; ;immers de waterdruk
was aanzienlijk verminderd. De tweeduizend
brandweerlieden voerden urenlang een wan*
hopigen strijd tegen het vuur dat soms op
drie, vier plaatsen tegehjk uitbrak. Zoo
grillig verspreidden zich de vlammen, dat
op een gegeve:ti oogenblik drie brandweer*
spuiten met de volledige bemanning door
het vuur waren omringd. Daarbij kwamen
twee brandweerlieden om het leven, terwijl
ai het materiaal moest worden achtergelaten
en vernield werd. De derde brandweerman
is omgekomen, nadat hij vier menschen had
gered.
De brand is vermoedelijk ontstaan, door*
dat in een schapenstal een weggeworpen
sigaret in hel stroo terecht is gekomen ,dat
in "groote hoeveelheden in en rondom de
stallen ligt opgehoopt. De mogelijkheid van
brandstichting wordt echter niet geheel uit*
gesloten, vooral daar de commandant van
de brandweer bericht had gekregen, dat er
door arbeidersleiders agitatie onder de
werklieden werd gevoerd. Men hecht aan
die geruchten echter niet veel geloof,
Pas vijf uur na het uitbreken van den
brand kon de brandweer melden, dat er
geen gevaar meer voor uitbreiding bestond,
daar de wind was gedraaid en het vuur een
open onbebouwde ruimte had bereikt.
DOOR
Qeautorleeerde Nederlaidsche uitgave.
Copyright La Rivlère Voorhoeve Zwolle
30.
Hij was een Zeeuw en hij had zijn
eilanden, omspoeld door de Ooster* en
de Westerschelde als hoofdzeearmen, lief
als de appel van 2ijn oog. Hij kende
elke verraderlijke zandbank en hij was
in zijn element, als de wind door het want
van het Geuzenscheepje gierde en de dijjken
beukte. Een man uit het volk, dat al
den dag maar kampte tegen het water, den
erfvijand. Somwijlen schenen storm en water
het vlugge schip te zullen overweldigen,
doch telkens weer hief het zijn kop fier
op uit de kokende wateren.
Een man uit het volk, dat oi^der zijn
wapen een leeuw half bedolven door
azuren baren de zinspreuk voerde: Luc*
tor et Emergo Ik worstel en ontkom.
In de ziel van dat volk lag de trek:
wij laten ons niet ontmoedigen door te*
genslagen; wij heffen ons weer óp.
Het moest gezegd worden: Admiraal Louis
de Boisot hield veel van zijn Hollanders,
maar met zijn Zeeuwen, kon hij, als het
er op aankwam, alles uitvoeren.
Zij droegen den tegenslag; klemden
de tanden vast op elkaar, gebruikten weinig
woorden en begonnen opnieuw. Dat was
hun tweede natuur geworden in den voort*
durenden strijd met de zee.
Maar ondanks dit alles kon de vloot van
Louis de Boisot Zierikzee niet ontzetten.
Het was te sterk door de Spanjaarden
ingesloten.
Al was heer Arend van der Dorp, de
bevelhebber der benarde veste, een dap*
per veldheer, met den baljuw Van Vos*
bergen als waardige evenknie, die van
de wallen de Geuzenscheepjes konden zien
dobberen, van ontzet kon geen sprake zijn.
AI den dag werden seinen gewisseld. En
twee, soms driemaal per week zwommen
onverschrokken Zierikzeesche schippers in
het holle van den nacht naar de vloot om
boodschappen over te brengen. Maar resul*
taten waren nog niet bereikt.
De Geus op de voorplecht van het Ad*
miraalsschip perste de lippen op elkaar. Het
was verregaand, dat de vloot hier moest rond'
zwalken, zonder een slag te kunnen uit*
voeren.
Opeens tuurde hij de Oosterschelde op,
waar, van de zijde van het Zijpe, een boot
naderde, al laveerend, tegen den orkaanach*
tigen Zuid'Wester op.
„Hé, Maartensz," riep de roerganger onzen
Geus toe. ,,Zie je die boot daarginds? Ze
lijkt de „Zeemeeuw" wel. Die is ook gauw
terug!"
„Ik geloof ook, maat, d.xt het de „Zee*
meeuw" is." schreeuwde Maartensz terug,
om dan, het linkeroog dxht, scherper te
turen.
Hij zag nog slechts een stip, maar zijn
geoefend oog had er voldoende aan.
Hij liep wijdbeensch door het gangboord,
dat telkens ten deele onder water kwam te
staan klotste er middendoor raet zijn
groote waterlaarzen naar den roerganger
en zei: ,,Je hebt gelijk, man, het is de
„Zeemeeuw," De kapitein ,moet gewaar*
schuwd worden.
Ook op de andere schepen was de nade*
ring opgemerkt. Het naderend schip had
aller belangstelling Een week geleden was
het naar Holland gegaan met belangrijke
stukken voor de Staten. Allicht kon men
straks wel wat te weten komen over de
toestanden in Holland. Daarom rekten zich
de halzen en kwam er op alle schepen
der Geuzen meer leven en beweging.
Den kapitein van het Admiraalsjschip
behoefde Maartensz niet meer te waarschu*
Wen. Hij had i n de kajuit, waar h ijVertoefde
met Admiraal Louis de Boisot, de ongewone
drukte bemerkt en verscheen op het dek
van het schip, teneinde te informeeren wat
er aan de hand was.
„De „Zeemeeuw," kapitein," riep Maar*
tensz, wijzend in de richting van het snel
naderende schip. j
„Wel, dat is vlug gedaan," zji de'kapi'
tein en hij keerde ijlings terug in de ka»
juit, om den Admiraal op de hoogte te
stellen.
Van de „Zeemeeuw", werd geseind, een
vlag ging op en neer; op en neer. Het sein
werd van het Admiraalsschip beantwoord.
Men haa den bevelhebber gevraagd te spre*
ken. De roergangers kreeg orders. Dat gaf
ommekeer in het eentonige leven der laatste
weken.
Met groote snelheid naderde, mH half
gereefde zeilen, de niet groote, maar sier»
lijke lalanke „Zeemeeuw," een modelschip
voor het overbrengen van berichten.
Opeens schreeuwde Maartensz, die langen
tijd had staan kijken naar een schrale ge*
stalte op de voorplecht van de „Zeemeeuw,"
„Nou breekt me de klomp! Mannen, kijkt
eens, daar heb je onzen „dominé" terug!
Willem Barendsz! Stellig mannen hij is 't.
Hij is grooter geworden, doch is een mager
scharminkel gebleven, ,,WiUeml"
De aangeroepene keek in'de richting van
Maartensz. En ook hij herkendel Over
zijn gelaat gleed een glimlach.
Nu herkenden ook méér Geuzen den
jongen.
„Zoo, maat, kon je het in Engeland niet
uithouden?" schreeuwden zij, „Gelijk heb
je, hoor."
„Waar is de Engelschman, hoe heette de
kerel ook weer?" riep Maartensz.
Er kwam geen antwoord.
„Spring over, Barendsz, dan kunnen wij
eens praten," riep. Maartensz den jongen
toe. „Aan boord heb je toch niets te
doen."
Willem liet het 2ich geen tweemaal zeg*
gen. Met een forschen sprong stond hij
naast Maartensz. Allen, oock de Geuzen
die hij kende uit den Leidschen tijd, be*
groetten hem hartelijk en schudden hem
trouwhartig de hand.
„Dat was een kranige sprong, »,dominé,"
Die strekt je tot eer," zei Maartensz. „Men
zou niet zeggen, dat je zoolang landrot
geweest bent."
„Ben ik niet geweest, Maartensz?."
„Wat nu? Je was toch in Engeland"?
„Ja, maar niet lang. Wij zijn spoedig
weer gaan varen."
„Dat was verstandig van den Engelsch*
man, hoe heette hij ook weer? Die lastige,
koeterwaalsche namen ook!"
„Gwijn, David Gwijn."
„Krek, zoo is het, man. Gwijn. Hij was
een trouwe kerel, dat is waar,. Waar zit
hij au, Barendsz?"
„In Spanje," zei Willem. i.Wij hebben heel
wat meegemaakt, mantien."
,,In Spanje? Nou breekt me de klomp,"
zei Maartenz, die zijn geliefdkoosd stop»
woord weer gebruikte. „Hoe kwamen julHe
daar verzeild, jongen? t.En wat doet hij
daar?"
„Het i se en heel verhaal, mannen. 'kZal
het wel eens vertellen. Later, 'k Blijf weer op
de vloot, als het mag,"
(Wordt vervolgd)