Eilanden--nieuws cmrA DAVID GWIJN 2e Blad ZATERDAG 26 MEI 1934 No. 535 Binnenlandsch Overzicht SIGAREN KWALITEIT Buifenlandsch Overzicht VERVOLGVERHAAL HUGO KiNGMANS CHR. WEEKBLAD op GER. GRONDSLAG voor de ZUID-HOLL. en ZEEUWSCHE EILANDEN Uitgave van de N.V.,Eilanden-nieuw«", Gevestigd te Middelharnis, TeL 17 Giio I6793Ö Postbu» 8 Verkeersongevallen. Steeds weer is het opvallend en droevig, zoovele verkeersongevallen plaats hebben, op Zon!= en feestdagen. Zoo ook nu weer met Pinksteren. Eenige dooden en vele ge* wonden, waaronder zeer vele gekwetste» was de verkeersoogst van de laatste dagen. Wij willen enkele gevallen opnoemen. Onder Muiden werd Zaterdag de motor=< rijder P. Otten uit Laren achterop gere* den door een auto van de ijsfabriek Luccus uit Weesp. Door niet goed uitwijken van den Chauffeur, werd de motorrijder gegre' pen, over den weg g'esUngerd, en in bewus* teloozen toestand opgenomen. Het slachtof>' ter verkeerde in levensgevaar. Later is hij overleden. De chauffeusse van een snelrijdende auto de ISojarige E. J. uit Utrecht, reed met volle vaart op een groep jongens in. toen zij te Alphen a.d. Rijn, de macht over het stuur kwijt raakte. Eén jongen, de lO^jarige Gerrit Droog, werd van zijn vriendje weggerukt en overreden. Hij be* kwam een schedelfractuur brak beide beenen en een arm. In hoogst^ernstige toestand is hij naar het Ziekenhuis vervoerd. De chauf* teuse kreeg na het gebeurde een zenuwtoe» val. Procesaverbaal werd opgemaakt. Te Terneuzen is een auto te water gere* den, waarbij twee menschen zijn verdronken. Men vermoedt, dat de bestuurder een hart* verlamming heeft gekregen. Bij D e 1 f z ij 1 merkte een automobilist een onverlichten woonwagen te laat op. Hij kon een aanrijding van het paard niet meer voorkomen. Het paard was op slag dood. De woonwagen bleef onbeschadigd. Vijf minuten later reed een auto uit Groningen voorbij, waarvan dt bestuurder ook alweer in het donker den woonwagen niet goed zag, zoodat fi'j met gedeukt spatbord de reii moest voortzetten. Vijf minuten later reed een motor, die uii de richüng Delfzijl fc^Vdm, pardoes tegen den wagen op, waarbij de 2 motorrijders zoo ongelukkig terecht kwamen, dat zij beiden bewusteloos moesten worden opgenomen. Met een ziekenauto werden zij naar Delfzijl vervoerd, naar de woning van één hunner (de andere was uit Groningen afkomstig). De slachtoffers bleken ernstig gewond te zijn. Httt motorrywiel was vernield, maar de woonwagen is ook na de derde botsing on» beschadigd gebleven. Uit Breda meldt men: Toen een landbouwer bij de Mark aan het werk was, zag hij plotseling een man drijven. H ijriep om hulp en een arbeider van de betonfabriek van Gebr. Vriens stak den drenkeling een langen stok toe. De krachten van den tewater geraakten man schoten echter te kort; hij zonk weg in de diepte en kwam niet weer boven. Eerst na geruimen tijd dreggen werd het Ujk van den ongelukkige opgehaald. Het bleek te zijn de ^3*jarige A. V. uit Breda. Vermoed wiordt, dat hij al fietsende geslipt is en zoodoende te water is geraakt. V. was gehuwd en vader van zeven kinderen. Te HELMOND liep een 6*jarig jongetje tegen een passeerende auto op. Hij overleed onmiddelijk. Te OOSTZAAN wilde hét 4*jarig dochter* van J. Bos de straat aan het zuideinde oversteken en bemerkte achter een melk* wagen, een in volle vaart rijdende auto niet. Gevolg was, dat zij werd gegrepen, al probeerde de chauffeur te stoppen. Zwaar gewond is zij naar het ziekenhuis vervoerd. Zij verkeert in levensgevaar. Te AMERSFOORT is de ÓCVjarige Mevr. M. door een motorrijwiel aangereden en la* ter overleden aan de bekomen verwondin* gen. 1 Koninklijk bezoek aan Groningen. H. M. de Koningin en Prinses JuUana ben Dinsdag een bezoek gebracht aan Gro*. ningen, en wel bijzonder aan de Veenstreek. Bezichtigt werd de werkverschaffing te Rhenen, waar 2 barakken en het ontspan* nningslokaal werden bekeken. Daarna werd de tocht voortgezet naar Jipsinghuizen, waar de oudste boerderij op deze ontginning werd bezocht. Dan ging men over Vlagtwedde en Onstwedde, N.»Pekela, Veendam en Borger* compagnie. Vervolgens over Hoogezand, en Sappermeer naar Groningen, waar een groo* te menschenmassa de Vorstelijke personen enthousiast toejuichte. H. M. en de Prinses waren met klein ge* volg, vergezeld van de Commissaris der Ko* ningin in de Provincie Groningen, Dr. J. P. Fockema Andrea. Vereenvoudiging der Crisissweigeving. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot nadere wijiiging der Land* bouw*Crisiswet 1933 en intrekking van de Tarwe»wet 1931, de Crisis*Zuivelwet 1932 en de Crisis*Varkenswet 1932. Ter toelichting hiervan zegt de regee* ring o.m. Door het aanbrengen in de Landbouw* Crislswet 1933 van betrekkelijk geringe wij* zigingen, die buitendien uit anderen hoofde toch noodzakelijk waren, kan worden be* reikt, dat zoowel de Crisis*Zuivelwet 1932 als de Crisis*Varkenswet 1932, alsook' de Tarwewet 1931 overbodig worden. Het behoeft geen betoog, dat belangrijke bezuiniging te bereiken is, wanneer alle maatregelen in de vervolge slechts op een wet zullen steunen, terwijl daarnaast eén wet de regeering in staat zal stellen op al* lerlei gebied, zooveel dit in het belang van de diensten mogelijk is, te centraliseeren. Een en ander wil niet zeggen, dat de re* geering zich geheel los wil maken van de grondslagen dier wetten. Met name' ligt het niet in haar bedoeling af te wijken van het* geen bij de totstandkoming van de Crisis* Zuivelwet op uitdrukkelijk verlangen van de zijde der zuivelproducenten is bepaald, dat 't percentage boter, dat in de margarine zou kunnen worden verwerkt, nimmer meer dan 50 pCt. zal mogen bedragen en dat het gemengde product niet zal mogen worden uitgevoerd. Ook zal in het systeem, dat er een bepaal* de prijsverhouding voor boter, margarine en vetten zal worden gehandhaafd, in het al* gemeen geen w^siging worden gebracht. De weinige moeilijkheden, die de moge* lijkheid van het volledig niet meer toepas* sen van deze wetten nog in den weg ston* den, zijn in het thans aanhangige wetsont* werp tot oplossing gekomen. Crisispvoducten. Bij de p.mschrijving van crisisproducten zijn „garnalen vervangen door „schaal en schelpdieren". Deze uitbreiding was nood* zakelijk in verband met de mogehjkheid, dat maatregelen ook ten aanzien van an* dere schaaldieren dan garnalen en ook van schelpdieren moeten worden genomen. Voorts zijn aan de crisisproducten nog toegevoegd „vogeleieren", oliehoudende za* den, noten en pitten, al dan niet gebroken. met uitzondering van cacaopitten „turf" en „cichorei." Voor deze producten bleek het noodzakelijk, maatregelen te treffen. Een nieuwe bepaling wordt voorgesteld, waarbij aan den minister de bevoegdheid wordt gegeven die producten als crisispro* duet aan te wijzen, die gelijken op een van de reeds «als crisisproduct aangewezen of aan te wij2en producten. Gebleken is n.l. dat verschillende maatregelen gedeeltelijk, illusoir worden, doordat na het nemen van eenigen maatregel terstond surrogaten 'in den handel worden gebracht, die mede on* der de bepalingen der wet moeten komen te vallen. De mogelijkheid is geopend in bepaald omschreven gevallen voorschotten op de steunuitkeeringen te kunnen geven. Maatregelen tegen de smokkelarij worden voorgesteld. Aan de Kroon wordt de be* voegdheid toegekend den in*, uit* en door* voer van crisisproducten alleen toe te staan langs (bepaalde grenskantoren en eveneens alleen op te bepalen uren.. Gebleken is, dat speciaal met de merken welke ingevolge de Crisis*Zuivelwet zijn vastgesteld, handll wordt gedreven en an* dere ontoelaatbare handelingen worden verricht. De mogelijkheid is geopend, door het stellen van regelen hieromtrent, de2e misbruiken zooveel mogelijk tegen te gaan. Straffen. Tot dusverre stond op overtreding van de bepalingen van de Landbouw*Crisiswet 1933 alleen hechtenis of geldboeten, terwijl de gepleegde strafbare feiten als een overtre* ding werden beschouwd. In navolging van de bepalingen van de Crisis*Invoerwet en de Crisis*Uitvoerwet wordt thans voorge* steld overtreding van de voornaamste be* palingen van de wet als misdrijf te beschou* wen en daarop gevangenisstraf te stellen van ten hoogste één jaar. Het tijdstip van in werking treden van onderscheidene bepalingen van deze wet wordt aan de Kroon overgelaten. De nieuwe spelling en de BijbeL Iets, waaraan Minister Marchant niet gedacht zal hebben. In ons vorig nummer hebben wij gewag gemaakt van de ingenomenheid van vele intel* lectueelen ten opzichte van de a.s. nieuwe spelling. Nu deze spelling een feit zal wor* den, doen zich ook andere stemmen hooren. Prof. Grosheide vestigt in „De Heraut" de aandacht op de Bijbel, wanneer deze in de nieuwe spelling zal zijn geschreven. Misschien wennen we er aan zegt hij, maar dat niet meer over het grammatisch geslacht kan worden beschikt, beteekent een achteruitgang. Als ik, zoo zegt hij, in Rom. 10 8 niet meer „zij" gebruiken kan, wordt de zin geheel onduidelijk. En ,er zijn meer zulke voorrbeelden. Mr. A. R, Zimmerman heeft over de nieu* we spelling, ten aanzien van de Heilige Schrift ioiok critiek. In „de Telegraaf" liet hïj zich uit, dat het nog niet vaststaat, dat de Kerken en feet Bijbelgenootschap ge* negen zullen z^ja de Bijbel en de Psalmen in de nieuwe gedaante te verspreiden. Geen boeken, zoo schrijft hij, hebben den op* bouw onzer taal zoozeer beïnvloed en vervullen daarin een zoo groote rol als de Bijbel, die in tienduizenden woningen de eenige drukwerken zijn, die gelezen worden. Daar heeft Minister Marchant zeker niet aan gedacht, Wij voor ons gelooven ook, dat de waardige vorm, van het Woord des Heeren door de nieuwe spelling deerlijk zal worden verminkt. Verkrijgbaar bij: A, L. VERBRUGGE iMiddelhamis Bulgarije. Weer een fascistische staat. Door een staatsgreep is in Bulgarije een einde gemaakt aan het parlementaire regee' ringssysteem. Als oorzaak hiervoor wordt aangenomen dat het parlement, tengevolge van de zeer groote verdeeldheid niet bij machte was, een stabiele regeering te vormen. Bulga* rije lijdt ook onder de crisis, en verlangt naar een krachtige regeering welke, het aandurft, de vele mistoestanden uit de we* reld te helpen. De nieuwe regeering heeft zich met een manifest tot het volk gericht, en niet het minst gewezen, op de zwakheid,van het parlement. Mag men de eerste berichten gelooven, dan stelt de bevolking veel vertrouwen in Ket nieuwe regime, daar ziji hoopt dat toenadering gezocht zal worden tot Zuid* Slavië, hetwelk zeer in het belang van het land wordt geacht. De grondwet is voor een groot gedeelte buiten werking gesteld, de politieke par* tijen ontbonden, doch nieuwe verkiezingen worden niet uitgeschreven. Verschillende rijks* en gemeente ambtenaren zijn reeds ontslagen. Voorzorgsmaatregelen worden genomen, om te voorkomen dat door de een of andere organisatie zou beproefd worden, de nieu we regeering weder omver te werpen. Hoe koning Boris staat tegenover de nieuwe regeering is niet bekend. Toen alles zich voltrokken hadt, begaf de president, oud Minister Georgiër zich naar het pa*; leis, en lag de eerste besluiten, den koning ter teekening voor. Er schoot voor hem toen niets anders over, dan zich bij' de geschapen situatie neer te leggen. Europa is door dezen staatsgreep weer een fascistischen staat rijk geworden. Oostenrijk. Spooiwegaanslagen. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag hebben verschillende spoorwegaanslagen platats gehad. Zaterdagmorgen waren er reeds 15 bekend gemaakt. De aanslagen bestonden in hoofdzaak in het opbreken der rails en het vernielen van gedeelten van bruggen- Gelukkig dat de eerste aanslag tijdig werd ontdekt. en op zeer breeden schaal werd kenbaar gemaakt. De machinisten waren gewaar* schuwd en hadden de bijzondere veiligheids* voorschriften in acht te nemen. Daardoor is het mogen gelukken, rampen te voorkomen. Hoe ernstig de politie ook onderzoekt, het is haar nog niet mogelijk geweest de daders te arresteeren. Uitgebreide maatregelen zijn genomen om herhaling te voorkomen. Gelet op het groot aantal gevallen, vermoedt men met een wijdvertakte samenzwering of actie te doen te hebben. Duiischland. De opruiing gaai voort. Schreven wij vorige week, dat het er voor de Joden in Duitschland alles behalve prettig uitziet, thans zullen wij een stukje overnemen uit de Westfalische*Landeszeitung hetwelk door den heer Kube, een vooraan» staand man in de Nat. Soc. beweging geschreven is. In dit artikel wordt uiteengezet, dat het niet eens noodig is te wijzen op ritueele moorden als bewijs voor de verderfehjkheid der Joden, waarna dan eenige kolommen lang een opsomming wordt gegeven van Joden, die „zich verbergen achter Duitsche namen," van Joodsche natuurkundigen, die onmenschehjke experimenten op. patiënten hebben gedaan en dergelijke meer. Als conclusie schiijfi „Fridericus," j,De Jood is het gevaar, is de vijand. Door de Joden sterven volkeren en hun cultuur, Wanneer het geheele volk werkelijk de Joden kent, zal er geen plaats meer zijn in Duitschland voor de Joden. Het wereld*Jodendom, op welks steun de Duitsche Joden rekenen, kan daar eens en voor al nota van nemen." Kube gebruikt wel zeer krasse taal in zijn artikel. Zoo zegt hij o.m.: „De Joden be* teekenen voor de blanke rassen moreel hetzelfde, als pest en syphilis voor de mensch* beid op hygiënisch gebied. De pestbacil moet worden afgezonderd en geïsoleerd. De Joden zijn schuldig aan den grooten oorlog en aan alles wat den vrede wederom in gevaar kan brengen. „Bewapening, industrie, we* reldbanken, wereldspeculatie, waar men ook grijpt, vindt men een Jood." De 2 milli» oen Duitschers, die in den oorlog gesneuveld zijn en de 10 millioen dooden der andere landen, aldus de heer Kube, moeten op Joodsche rekening gezet worden." Als de regeering toelaat, dat op dergelijke wijze tegen de Joden geschreven wordt, dan ziet het er voor de Israëlieten met gunstig uit, vooral niet als regeeringspersOi" nen zooals vorige week geschreven in hun redevoeringen zeggen, dat als de Duitsche boycot actie niet wordt gestaakt, de nog in Duitschland wonende Joden, het aan den lijve zullen voelen, dat zij de oorzaak zijn, dat de buitenlandsche handel zoo slecht gaat. Genéve. De Volkenbond. Het wil in Geneve maar niet vlotten. Inplaats van de hangende moeilijkheden over de Saarkwestie op te lossen, is de beslissing weder tot volgende week uitge* steld. Hoewel niet officieel bekend gemaakt, toch heet het, dat Frankrijk weder de boel in de war stuurt, en zulke eischen stelt, dat Duitschland ze onmogelijk kan inwilligen, zonder het recht geweld aan te doen. Ook voor de Otttwapenings conferentie vreest men het ergste. Verschillende staats* lieden zijn vol igoeden moed. Norman Davis, de Amerikaansche afgevaardigde is overtuigd dat het gezond verstand zal zegevieren en de conferentie thans positieve resultaten zal opleveren. Een fiasco, zou zoo funest werken, dat de vreeselijke gevolgen daarvan, niet te overzien zijn. Het is niet de eerste keer, dat Amerika zoo overtuigend sprak, en niets anders zag dan lichtpunten, doch helaas zelf de we* reld nog dieper in het moeras bracht. O.i. doen wij thans het beste, af te wachten tot definitieve besluiten worden genomen. Amerika. Geweldige brand. In de reusachtige stallen nabij de slacht* huizen van Chicago, heeft in den nacht van Zaterdag op Zondag een brand gewoed van een omvang, zooals men dien sedert 1874, toen de geheele stad in de asch werd ge* legd, niet heeft gekend. Over een afstand van twee vierkante kilometer zijn ongeveer 400 stallen e n bijbehoorende gebouwen, als* mede 200 woonhuizen vernield. Drie brand* weerlieden, die door het vuur werden inge* sloten, zijn omgekomen. 150 personen heb* ben brandwonden opgedaan, van wie er 50 in een ziekenhuis moesten worden opgeno* men. Tweeduizend personen zijn dakloos. De materiale schade beloopt ongeveer 10 millioen dollar; sommige ramingen gaan echter tot 25 millioen... Duizenden stuks vee zijn omgekomen, doch juiste gegevens daaromtrennt ontbreken nog. De lucht was vervuld met het geloei en gehinnik der arme dieren, die geen mtweg konden vinden en jammerlijk omkwamen. In één stal vonden niet minder dan 1000 koeien en 500 paarden den dood. De dieren, die men kon bevrijden, vluchtten in allerlei richtingen weg, belemmerden het blus* schingswerk en richtten in de omliggende straten groote schade aan, vooral daar vele beesten in hun wanhoop winkels binnen* drongen en daar als dol rondsprongen. De slrïjd tegen bet vuur. De blusschingswerkzaamhëden werden in het bijzonder door de droogte der laatste dagen bemoeilijkt; ;immers de waterdruk was aanzienlijk verminderd. De tweeduizend brandweerlieden voerden urenlang een wan* hopigen strijd tegen het vuur dat soms op drie, vier plaatsen tegehjk uitbrak. Zoo grillig verspreidden zich de vlammen, dat op een gegeve:ti oogenblik drie brandweer* spuiten met de volledige bemanning door het vuur waren omringd. Daarbij kwamen twee brandweerlieden om het leven, terwijl ai het materiaal moest worden achtergelaten en vernield werd. De derde brandweerman is omgekomen, nadat hij vier menschen had gered. De brand is vermoedelijk ontstaan, door* dat in een schapenstal een weggeworpen sigaret in hel stroo terecht is gekomen ,dat in "groote hoeveelheden in en rondom de stallen ligt opgehoopt. De mogelijkheid van brandstichting wordt echter niet geheel uit* gesloten, vooral daar de commandant van de brandweer bericht had gekregen, dat er door arbeidersleiders agitatie onder de werklieden werd gevoerd. Men hecht aan die geruchten echter niet veel geloof, Pas vijf uur na het uitbreken van den brand kon de brandweer melden, dat er geen gevaar meer voor uitbreiding bestond, daar de wind was gedraaid en het vuur een open onbebouwde ruimte had bereikt. DOOR Qeautorleeerde Nederlaidsche uitgave. Copyright La Rivlère Voorhoeve Zwolle 30. Hij was een Zeeuw en hij had zijn eilanden, omspoeld door de Ooster* en de Westerschelde als hoofdzeearmen, lief als de appel van 2ijn oog. Hij kende elke verraderlijke zandbank en hij was in zijn element, als de wind door het want van het Geuzenscheepje gierde en de dijjken beukte. Een man uit het volk, dat al den dag maar kampte tegen het water, den erfvijand. Somwijlen schenen storm en water het vlugge schip te zullen overweldigen, doch telkens weer hief het zijn kop fier op uit de kokende wateren. Een man uit het volk, dat oi^der zijn wapen een leeuw half bedolven door azuren baren de zinspreuk voerde: Luc* tor et Emergo Ik worstel en ontkom. In de ziel van dat volk lag de trek: wij laten ons niet ontmoedigen door te* genslagen; wij heffen ons weer óp. Het moest gezegd worden: Admiraal Louis de Boisot hield veel van zijn Hollanders, maar met zijn Zeeuwen, kon hij, als het er op aankwam, alles uitvoeren. Zij droegen den tegenslag; klemden de tanden vast op elkaar, gebruikten weinig woorden en begonnen opnieuw. Dat was hun tweede natuur geworden in den voort* durenden strijd met de zee. Maar ondanks dit alles kon de vloot van Louis de Boisot Zierikzee niet ontzetten. Het was te sterk door de Spanjaarden ingesloten. Al was heer Arend van der Dorp, de bevelhebber der benarde veste, een dap* per veldheer, met den baljuw Van Vos* bergen als waardige evenknie, die van de wallen de Geuzenscheepjes konden zien dobberen, van ontzet kon geen sprake zijn. AI den dag werden seinen gewisseld. En twee, soms driemaal per week zwommen onverschrokken Zierikzeesche schippers in het holle van den nacht naar de vloot om boodschappen over te brengen. Maar resul* taten waren nog niet bereikt. De Geus op de voorplecht van het Ad* miraalsschip perste de lippen op elkaar. Het was verregaand, dat de vloot hier moest rond' zwalken, zonder een slag te kunnen uit* voeren. Opeens tuurde hij de Oosterschelde op, waar, van de zijde van het Zijpe, een boot naderde, al laveerend, tegen den orkaanach* tigen Zuid'Wester op. „Hé, Maartensz," riep de roerganger onzen Geus toe. ,,Zie je die boot daarginds? Ze lijkt de „Zeemeeuw" wel. Die is ook gauw terug!" „Ik geloof ook, maat, d.xt het de „Zee* meeuw" is." schreeuwde Maartensz terug, om dan, het linkeroog dxht, scherper te turen. Hij zag nog slechts een stip, maar zijn geoefend oog had er voldoende aan. Hij liep wijdbeensch door het gangboord, dat telkens ten deele onder water kwam te staan klotste er middendoor raet zijn groote waterlaarzen naar den roerganger en zei: ,,Je hebt gelijk, man, het is de „Zeemeeuw," De kapitein ,moet gewaar* schuwd worden. Ook op de andere schepen was de nade* ring opgemerkt. Het naderend schip had aller belangstelling Een week geleden was het naar Holland gegaan met belangrijke stukken voor de Staten. Allicht kon men straks wel wat te weten komen over de toestanden in Holland. Daarom rekten zich de halzen en kwam er op alle schepen der Geuzen meer leven en beweging. Den kapitein van het Admiraalsjschip behoefde Maartensz niet meer te waarschu* Wen. Hij had i n de kajuit, waar h ijVertoefde met Admiraal Louis de Boisot, de ongewone drukte bemerkt en verscheen op het dek van het schip, teneinde te informeeren wat er aan de hand was. „De „Zeemeeuw," kapitein," riep Maar* tensz, wijzend in de richting van het snel naderende schip. j „Wel, dat is vlug gedaan," zji de'kapi' tein en hij keerde ijlings terug in de ka» juit, om den Admiraal op de hoogte te stellen. Van de „Zeemeeuw", werd geseind, een vlag ging op en neer; op en neer. Het sein werd van het Admiraalsschip beantwoord. Men haa den bevelhebber gevraagd te spre* ken. De roergangers kreeg orders. Dat gaf ommekeer in het eentonige leven der laatste weken. Met groote snelheid naderde, mH half gereefde zeilen, de niet groote, maar sier» lijke lalanke „Zeemeeuw," een modelschip voor het overbrengen van berichten. Opeens schreeuwde Maartensz, die langen tijd had staan kijken naar een schrale ge* stalte op de voorplecht van de „Zeemeeuw," „Nou breekt me de klomp! Mannen, kijkt eens, daar heb je onzen „dominé" terug! Willem Barendsz! Stellig mannen hij is 't. Hij is grooter geworden, doch is een mager scharminkel gebleven, ,,WiUeml" De aangeroepene keek in'de richting van Maartensz. En ook hij herkendel Over zijn gelaat gleed een glimlach. Nu herkenden ook méér Geuzen den jongen. „Zoo, maat, kon je het in Engeland niet uithouden?" schreeuwden zij, „Gelijk heb je, hoor." „Waar is de Engelschman, hoe heette de kerel ook weer?" riep Maartensz. Er kwam geen antwoord. „Spring over, Barendsz, dan kunnen wij eens praten," riep. Maartensz den jongen toe. „Aan boord heb je toch niets te doen." Willem liet het 2ich geen tweemaal zeg* gen. Met een forschen sprong stond hij naast Maartensz. Allen, oock de Geuzen die hij kende uit den Leidschen tijd, be* groetten hem hartelijk en schudden hem trouwhartig de hand. „Dat was een kranige sprong, »,dominé," Die strekt je tot eer," zei Maartensz. „Men zou niet zeggen, dat je zoolang landrot geweest bent." „Ben ik niet geweest, Maartensz?." „Wat nu? Je was toch in Engeland"? „Ja, maar niet lang. Wij zijn spoedig weer gaan varen." „Dat was verstandig van den Engelsch* man, hoe heette hij ook weer? Die lastige, koeterwaalsche namen ook!" „Gwijn, David Gwijn." „Krek, zoo is het, man. Gwijn. Hij was een trouwe kerel, dat is waar,. Waar zit hij au, Barendsz?" „In Spanje," zei Willem. i.Wij hebben heel wat meegemaakt, mantien." ,,In Spanje? Nou breekt me de klomp," zei Maartenz, die zijn geliefdkoosd stop» woord weer gebruikte. „Hoe kwamen julHe daar verzeild, jongen? t.En wat doet hij daar?" „Het i se en heel verhaal, mannen. 'kZal het wel eens vertellen. Later, 'k Blijf weer op de vloot, als het mag," (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1934 | | pagina 3