l^ï'\ CHPWEEKBIADÖPGEQ.GPCN1DSLA6 vö^DéZUID-HOLLirtZEEUWSCHE EHAHDEn EERSTE BLAD STICHTELIJKE OVERDENKING IH 5?]&argaiig ZATERDAG 25 APRIL 1951 No 223 N. V Uitgeversmaatschappij „Ell^nden-nieuws Een episode uit den Schoolstrijd te Stellendam MET MEDEWERKING VAN VOORAANSTAANDE HERVORMDE E N G E R E FO R M E RD E PERSONEN Dit nummer bestaat uit 2 bladen Gods gemeente is in het oog der natuurlijke mensch een wonderlijk volk. Zij worden behouden in het bezwijken. Er schuilt een verbor gen veerkracht in het ware Chris tendom waarmede de wereld vaak geen rekening houdt. Daarom is het ook dat er zulke dwaze wape nen tegen hen gebruikt worden. Wel kunnen zij het daaronder soms benauwd krijgen, maar in den grond der zaak werken hun alle dingen mede ten goede. Dat heeft ook Paulus ervaren. We vinden in ons teksthoofd stuk een gedeelte uit zijn rijke le vens-ervaring. Het blijkt dat hij in groot gevaar is geweest. Wat weten we niet. Maar hij vermeld zelfs dat hij te gen de beesten gevochten heeft. Zoo laag hadden zijne vijanden zich vernederd. De oorzaak dezer vijandschap lag niet zoozeer in den persoon, maar veeleer in het Woord des Heercn dat hij bracht. Paulus schijnt hef onder die vij anden zoo kwaad gekregen te heb ben, dat hij boven zijn macht was bezwaard geworden. Het was voor hem bijna niet meer om uit te hou den. Onder dat alles geraakte hij in twijfel over zijn eigen leven. Zoodoende lagen zij, Paulus en Timotheus onder het vonnis des doods. Hunne vijanden hadden ge zworen hen te dooden, en zij zelf dachten niet anders dan te moeten omkomen. Zoo schrijft hij„Ja, wij hadden al zelve in onszelve het vonnis des doods Zoo spreekt hij van lichamelijk gevaar. Maar de bedoeling van Paulus schrijven was niet zoozeer dit aan de Corinthiërs te melden, maar bo venal zijn geestelijke ervaring daar onder. Naar zijn eigen getuigenis mochten al deze dingen medewer ken ten goede. Hij heeft cRt alles niet tevergeefs moeten ondergaan. Dat is een van de groote welda den die Gods volk mogen te beurt vallen. Er zijn zoovel menschen, die bij alles wat zij ervaren en on dervinden in dit leven nog steeds dezelfde blijven. De kastijdende hand doet velen geen nut. Geluk kig is dan ook de ziel die geoefend mag worden in de smeltkroes van ellende. Dat is ook het geval bij Paulus. In het algemeen ligt ieder mensch van nature onder het vonnis des doods. Door vrij en moedwillige overtreding kwam het doodvonnis over ons allen. Gods Woord en Gerechtigheid, is bevestigd: „Ten dage dat gij daarvan eet zult gij den dood sterven." Dat is dus een werkelijk gevolg der zonde. Zoomin nu Paulus meer uit de hand zijner vijanden dacht te ont komen, zoomin kan de mensch van zichzelf dat doodvonnis ontvluch ten. Er is geen ontkomen aan. Het doodvonnis bestaat dus^ Maar de natuurlijke mensch heeft het niet in zichzelven. Dat wil zeg gen, hij is het niet bewust. Zelfveroordeeling is de mensch van nature vreemd. Wij kennen de gevolgen dct zon de niet. Evenmin de vele aanklagers en vijanden, die met een macht des doods gewapend zijn. Daaruit is de natuurlijke gerustheid van de mensch te verklaren. Zoolang wij ons niet niet schul dig weten, kunnen we het vonnis des doods niet in onszelven heb ben. We moeten eerst met onze vij anden te doen krijgen. Bij sommigen is er wel een uit wendige indruk van dat doodvon nis, waardoor ze werkzaam gemaakt worden het te ontkomen. Velen zijn van meening dat we wel kun nen overwinnen. Met alle krachten wordt dan beproefd dat vonnis te boven komen. Dit is een gevolg van een gevoel van eigenwaarde. Dus wel onder het doodvonnis, maar in verbeelding van eigen kracht het trachten te ontvluchten. Dezulken kunnen niet spreken van een doodvonnis in zichzelven. Zoolang Paulus nog hope had uit de handen zijner vervolgers te ont vluchten, of ze door eigen kracht te kunnen wederstaan, behoefde hij zichzelf niet te veroordeelen door het vonnis des doods. Maar toen alles hem ontzonk, bleef er niets over dan zelfveroor deeling. Het vonnis des doods! We moeten er dus eerst aan ont dekt worden. De Heere doet dat op de genadeweg, die Hij met de Zij nen houdt. Met welk een gestreng heid wordt door de Wet het dood vonnis in den zondaar uitgespro ken. Welke wapenen en middelen we in dien strijd gebruiken, het eindigd in een gewlssen nederlaag. Nooit kunnen we het tegen de Wet uithouden. Het wordt tenslotte een bezwaring boven onze macht. De Wet predikt het doodvonnis in ons zelven. O, welke zieleworstelingen gaan daaraan vooraf. De zondaar geeft zich niet zoo spoedig gewonnen. Maar tenslotte zal alle tegenstand het op moeten geven, en zal de ziel met den dichter uitroepen: „Dat alle hoop hem gansch ontviel." Op de weg van vrije genade, kan de ziel het tegen de uit en inwen dige vijanden niet uithouden. Hij moet hef tegen Wet, vleesch en Satan opgeven, en in zelfveroor deeling eindigen. Ja, wij hadden al zelve in ons zelven \\sX vonnis des doods. Hoe kan Gods kind onder dat alles zuchten. Vaak is hef hem of de Heere zijn vijand is, en moet met Asaf uitroepen„Zou er weten schap zijn bij den Allerhoogsten?" Van achteren leert de ziel het eerst verstaan. Zoo was het ook mef Paulus, Al dien strijd die hij had door leefd, uit en inwendig, had een heerlijke uitwerking gehad. Hef was hem daarom overkomen; opdat hij niet op zichzelf zou vertrouwen. Eigenwaarde is een groot gevaar in 't geestelijk leven. Een mensch staaf zichzelf hef meest in den weg. Zoolang we op onszelf vertrouwen is er geen plaats voor hef vertrouwen op God. Hoe ijdel is het zelfvertrouwen. Men bouwt op 't nietig stof. Ge wis, allen die op vleesch hun ver trouwen stellen gaan hun onder gang tegemoet. Daarvoor wil nu de Heere de zijnen bewaren, door hun daaraan f e ontdekken. Wanneer nu alles bij de handen wordt afgebroken, moet ten slotte ook alle zelfvertrouwen worden opgegeven. De Heere ontdekt zijn volk aan eigen nietigheid en onmacht. Hij maakt ze arme zondaars. Maar juist die weg leidf tof hun ne behoudenis. Want zij die inzichzelve hef von nis des doods hebben, en daardoor alle zelfvertrouwen moeten opgeven worden uitgedreven tof Hem die de dooden opwekt De Heere is eén eeuwige Rots steen Hij is een God, die de dooden opwekt. Daf ziet ten eerste op de opwek king van Christus. Ook Hij had het vonnis des doods inzichzelve. Niet om eigen zonde, maar om de zonde van zijn volk. Hun schuld iag Hem in het stof des doods. Maar ook dien weg leidde tof het leven. Hij heeft Hem opgewekt. Door een volkomene genoegdoe ning, heeft Hij hef vonnis des doods vernietigd en alle vijanden versla gen. In Hem nu wekt ook de Heere zijn volk op, en leerf hen op Hem betrouwen. Door het geloof mogen ze zich op Hem verlaten. In God die de dooden opwekt, vindt de ziel die het doodvonnis in zichzelve heeft hef leven. Dezen bouwen op geen zandgrond. Want in Christus zijn alle vijanden die hen ten doode opeischen over wonnen. Dat doet Gods' kerk uitroepen ,In Hem zijn wij meer dan over winnaars", De weg daartoe mag dan nief gemakkelijk zijn, en met omkomen gepaard gaan, ze leidt tof een eeuwige behoudenis. Mijn lezer, moge daf doodvonnis steeds meer en meer in u openbaar worden in een heden der genade. Want voor hoevcica zal dff helaas te laat geschieden. Die op zichzelf vertrouwt komt gewis bedrogen uit. We liggen allen onder hef vonnis des doods, maar hebben hef niet allen in onszelven. Gebruike dan de Heere Zijn Woord en Geest u er van te overtuigen opdat ge niet op u zelven, maar op God ver trouwd, die de dooden opwekt, Troost bevat deze levenservaring van Paulus voor allen die het dood vonnis in zichzelven hebben en in den gekruisfen Zaligmaker mogen gelooven als op Hem, Die de doo den opwekt. Men meldt ons uit Stellendam De schoolstrijd is hier nog in vollen gang. Hoe dichter de datum van de opening van de nieuwe school nadert hoe meer de voor standers van het openbaar onder wijs zich roeren om te trachten den voortgang van de Herv. School te beletten. Daf ze daarbij nief kies keurig in hun middelen zijn is j.l. Zaterdag gebleken- Ze trachtten in den vorm van een optocht de zaak van de te openen school belache lijk voor te stellen en te bespotten met hef eenig resultaat dat ze zich duchtig blameerden en de erger nis van ieder weldenkend inwo ner opwekten. De school waaraan de natie ge„ hecht is zal men in stand houden en de middelen die men daartoe aanwendt, neen, maar daf komt er niet op aan. Daf bleek Zaterdag j.l. Men had zijn maatregelen goed getroffen, 'f Moesf een propaganda focht zijn voor de Openbare School en een bespotting voor dhr. Bouman. Zóó had men zijn maatregelen genomen daf éèn en ander groot opzien zou baren. Niets had men ontzien om de aandacht te trekken in de hoop daf het volk zou toestroomen en daf hef zou worden een groot succes. Ziehier wat men had uitgedacht Eenige auto's reden stapvoets met witte lakens en borden be hangen door Stellendam met de veelzeggende opschriften. 1. „Schoolstrijd'* 2. „Sfellendams ondergang." 3. „Steliendammers helpt niet mee de tweedracht te ver- grooten." 4. „Wie bouwt Scholen van onze centen« Wie anders dan 5. „Waarom een derde School" 6. Verder opschriften „hoc ge belastingen" en 'het dure bijzondere Onderwijs." Voorop liep iemand, een gezeten burger uit de gemeente geheel er op gekleed, Deftig gejasd met een hoogen hoed. Verder voorzien van een paraplui maar waf wel het meest profaan en berekend was om het meest de aandacht te trekkende schaam- looze gebaren, dienend om een predikant na te bootsen. De bedoeling was duidelijk. De heer Jager voor den stoet uifloo- pend moest voorstellen een caricatuur van den heer Bouman. Achter de auto's liep eveneens een burger der gemeente (zekere Keijne) in t' zwart gekleed als voor een begrafenis. De bedoeling was den Heer Bou man van hef tramstation af te halen en alzoo te trachten de heer Bouman bespottelijk te maken. Doch de opzet mislukte, want voor de tram gearriveerd was zat de heer Bouwman rustig in zijn huis, daar hij merkwaardiger wijze dezen keer niet de tram maar de autobus had gekozen. Bij de tram gekomen moesten ze onverrichter zake ferugkeeren daar de heer Bouman er nief mee mede was gekomen. Dan maar zoo hier en daar stil gehouden bij de Be stuursleden der School en der Electrische Centrale om daar te betoogen. Hef succes was evenwel nief groot, hef gevolg bleef beperkt tot ééne familie en een troepje kinderen die een liedje moesten zingen waarin onder meer in voorkwam 'd Electrische Centrale, Wie zal daf betale, Onze Lieve Heer! Godonteerende spot en misselijk Profaan gedoe van een aantal menschen, die zoo gaarne de Christelijkheid en de verdraagzaamheid van de Openbare School aanprijzen. Maar 'f succes bleef uif, want ieder fatsoenlijk mensch schaamde zich om er naar te kijken Zoo tracht men in 't jaar 1931 de Openbare School in stand te hou den. Is hef wonder, dat de oogen meer en meer opengaan, en dat men meer en meer de Openbare School den rug toekeert. Daf hebben de Sfellendammers, palsfaanders voor de Openbare School weten te bereiken, dat door hun misselijke profane spotternij, vele Sfellendammers tot hef inzicht zijn gekomen, daf men zijn kinderen niet toevertrouwt aan een school waarop men op zoo'n schaamtelooze wijze propaganda voert. Voor wie het Goddelooze karakter der Openbare School nog verbor gen was heeft Zaterdag j.l. openbare les gehad, waarin duidelijk werd aangetoond, hoe schaamteloos van karakter de voorstanders van hef Openbaar Onderwijs een optocht hebben op touw gezet voor de Openbare School fe Stellendam, waar geluk kig het succes nihil was. »-.- ^t!-MM4*KS'***'" «issassl^St*^ v3 - Advertentie-prijs 20 cent per regel. Reclames 40 et; Dienst- aanvragen en -aanbiedingen van 1—6 regels 80 et.; Boe!c-aan- kondiging 10 cent per regel' Contracten belangrijk lager UITGAVE VAN iy Gevestigd te Middelharnis - Prins Hendrikstr. 122 C. Giio 167930 PoslboxS Tel. 17 Abonnements-prijs 85 cent per 3 maanden bij vooruitbetaling Verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag 2 maal per week Afzonderlijke nummers 5 cent. Buitenland 8 gulden per jaar TEKST 2 Cor. 1 vr. 9 ,Ja, wij hadden al zelve in (ins zelven „het vonnia des doods, opdat wij niet „op onszelven vertrouwen zouden, maar ,op God die de dooden opwekt." Frontmakers voor de Open> bare School op 't oorlogspad. Bespottelijke en profane op tocht, waaraan zelfs kinde ren op een bespottelijke, Godonteerende wijze moeten deelnemen. De heele zaak in 't water gevallen en een be spotting voor de deelnemers (Voorste auto) (Zinkend schip geteekend) (Waarop een caricatuur van den heer Bouman) it 1,1 Ho« diep. is de mensch toch gezonken. Tot welk een vijandschap, is hij in staat. Dat bleelt j.l. Zaterdag te Stellendam. Men weet te Stellendam staat e«n Her vormde School geop.eitd te worden. Nu als met tot schoolstichtiog wil komen, dan raakt er wat op. de been. Een Chris telijke School 'trs de knupp.el in het ver draagzame liberale e» meer links georiën teerde hoeBderhok. Hoe durft men het besteken om te mid den van zulke nobele verdraagzame lie den, zulk een steen des aanstoots op. te richten. Een Christelijke Schopl oprichten, neen maar danl komt de duivel op de been en wordt men zoo eens in staat gesteld achter het verdraagzame masKcr te kijke» en komt de echte, de ware gedaante voor den dag. Is dat zoo in het algemeen, nog meer wordt de strijd aangescherpt als het gaat om een school waar het onderwijs gegeven zal worden overeenkomstig de l>eginsel«n der aloude belijdenis. Gaat men een school stichteni, waar het onderwijs gegeven zal worden in den geest der reformatoren, d« haat eni vijandschap, verdubbelen. EeU school waar het onderwijs verstrekt wordt Maar de zuivere Waarheid, die naar de Godzaligheid is doet de vijandschap, tot ongekende hoogte oplaaien. Daar is memige plaats in ons «iland en nu ook weer Stellendam getuige van. De bittere haat eiHi vijandschap, een andere plaats ift dit blad vertelt er een episode van, weet dan als het ware zich niet gedoeg uit te putten tot het uitdenken van lage, misselijke en profane blijken van vijandschap. BeklageaswaaTdig en droevig. Het geeft eenl beeld van wat er in den mensch huist, en wat zich naar buiten openbaart indien inbindende en weerhou dende Genade er niet voor bewaart. EelS beeld, maar wat een droevig beeld. Waar zal men zich het meest over ver wonderen, over de boosheid der menschen of over de Lajlkmoedigheid Gods. Beklagenswaardige schepselen, die er zich toe leeHen. Zoo gewillig een dienstknecht te zijn vaH) den vorst der duisternis. Zichzelf zoo bemadeelend. Wallt men denKt de zaak der school te benadeelen en doet niet anders dan zich zelf kwaad. Maakt zich zelf bespottelijk. Breekt uit in vijandschap tegen een voor ganger der Gemeente die niet anders doet dail zijn plicht en het goede zoekt voor het zaad der Gemeente. Daarbij spottend met God en godsdienst, den Heere hoonend. Ete men heeft er geen erg in dat rilen te gel» God niet vermag te strijden. Wie heeft ooit zich tegen den Heere verhard en vrede gehad? öndertusschen denkt men de school te bdHadeelen, met geen ander resultaat dan dat men als een herdershond de schapen, in casu de voorstanders van zuiver Christe lijk Onderwijs naar elkaar toedrijft. Het is dajn ook te hopen, dat allen die zich rondom de oude beproefde Waarheid wel^schen te scharen, onverschillig van wel ke kerkelijke richting ze ook zijn hun Steun aan de Hervormde school niet zullen Ont houden, maar dat ze met voorbijzien van allerlei persoonlijke dingen hun kinderen zullen brengen naar een school, waar met alle gebrek, geleerd wordt dat alleen door wedergeboorte het mogelijk is het Konink rijk Gods binnen te gaan. De betooBide vijandschap, is aanwijzing genoeg waar men zijn kinderen niet moet late», en het is genoegzaam 'duidelijk waar meia met de leer niet wil transigeeren. Dat Is het M,ut van de vijandschap.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1931 | | pagina 1