'Voetbalclub heeft belangrijke sociale functie in een klein dorp' 'Bij ons is er een echte teamgeest ingeslepen' 'Ik mis wedstrijdritme, dat merk ik aan alles' 'SPS moet volwassener en constanter worden' Jan de Viet wil graag met Smerdiek hogerop Donderdag 30 augustus 2012 13 Kees van Putte: bestaansrecht Stavenisse staat niet ter discussie Vooruitblik voetbalseizoen 2012 2013 Aanwinsten Steunpilaar Vacature Niet zwakker Inschakelen Oogcontact Angst Ben Suurlant wil met Vosmeer tot het laatst meedoen voor promotie Zware indeling Fanatisme Acceptatievermogen Martin Quist geniet van elke dag dat hij kan voetballen Routiniers Trots De voetbalcompetitie staat voor de deur. We kijken vooruit. Met Martin Quist van SPS, Jan de Viet van Smerdiek, Kees van Put te van SC Stavenisse en Ben Suurlant van Vosmeer. Dertig punten en eindigen in het linkerrijtje. Dat is dit seizoen de ambi tie van Stavenisse. Kees van Putte, sinds jaar en dag een vaste waarde bij de rood-gelen en secretaris van de club, noemt het een realistische doelstelling. „Als team zijn we de afgelopen jaren gegroeid. De jonge spelers zijn weer een jaartje ouder. We zijn in de breedte sterker ge worden. Gezien de aanwezige kwaliteit moeten we lekker kunnen mee draaien en weer een stapje vooruit durven zetten." Samen met Sander Smits hoort Van Putte (32) tot de routiniers bij de kleinste voetbalclub in de streek. Daar wil hij trouwens ook wel wat over kwijt: te vaak wordt er door de buitenwereld geringschattend ge daan over dé prestaties van beschei den dorpsclubs. „Terwijl daar men sen bezig zijn om met beperkte middelen de club draaiende te hou den. Het is jammer dat men dat soms niet door lijkt te hebben." De toon is gezet. Van Putte heeft een mening en is niet bang om die te de len met zijn omgeving. Mooie op leiding, landbouwtechniek. Werk zaam bij Goedhart in Sint Maar tensdijk. op de afdeling research en development. Een functie die hij combineert met het werk op de boerderij, in een samenwerking met zijn vader. Zo'n vijftig hectare grond. Geen aardappelen. Dat is te arbeidsintensief. Wel graan, suiker bieten en peulvruchten. Van Putte heeft de handjes vol. ook al omdat hij bezig is met een post-hbo-oplei- ding in zijn vakgebied. Elke maan dagavond naar Den Bosch, ook dat komt er voorlopig bij. En natuurlijk is er het gezin, met sinds kort een jonge Labrador die moet worden opgevoed. Plus de voetbal, het be- stuurswerk en het spelen. Van Putte geeft toe dat het soms een druk be staan is. Aan stoppen als voetballer denkt hij niet. „Ik vind het spelletje nog steeds leuk. Natuurlijk beleef je het anders als vroeger. Toen was het puur fanatisme. Nu weet je dat er belangrijker dingen in het leven zijn." Van een generatiekloof met de jonge spelers heeft hij geen last. „Natuurlijk zijn verschillen. Maar als één van de jongens een feestje geeft, ga ik er naar toe. En de derde helft in de kantine, ook die hoort er bij." Stavenisse kreeg er deze zomer meer dan een handvol leuke spelers bij. De broertjes Ard Jan en Reinier Prins werden in de voorbereidings periode vooral gebruikt op de vleu gels voorin. De jonge Mark Klippel. zoon van oud-speler Wim Klippel, kwam over van Smerdiek. Jacco Knuist is ook weer beschikbaar. De nieuwkomers compenseren het I wegvallen van de naar WC ver trokken Perry Potappel en van René van Driel die vanwege een verhui zing niet meer inzetbaar is. Van Put te is blij met de aanwinsten. „Elke club heeft zijn natuurlijke verloop. En bij een kleine vereniging als de onze merk je de gevolgen nog meer." Bij de buitenwereld roept het soms verbazing op dat jongens zijn afkomstig van trapveldjes of uit de zaal en komen bij ons terecht via persoonlijke netwerken." Voor een club zonder veel doorstroming, Sta venisse heeft een E-pupillenelftal als oudste jeugdteam. is aanwas van buitenaf noodzaak. Het lukt de ver eniging vrijwel elk jaar om spelers van elders te binden. „Bij ons heb ben ze meer kans om in een eerste elftal te spelen. En we staan ook be kend als een gezellige club." Van Putte zelfheeft in zijn loopbaan al op de meest uiteenlopende posi- SC Stavenisse is in de breedte sterker geworden, weet Kees van Putte. uit bijvoorbeeld Tholen of Oud- Vossemeer voor Stavenisse kiezen. Van Putte is er duidelijk over. „Als bestuur doen we niet aan het actief benaderen van spelers. Het zijn meestal ook geen jongens die lid zijn van een andere vereniging. Ze ties gespeeld. Afgelopen jaar was hij meestal de steunpilaar in het hart van de defensie, samen met Marco Klippel. Heimwee naar de spits heeft hij niet meer. „Ik speel graag in de as, achterin. Op die plek kun je lekker inschuiven, je komt Hij is nog maar 23 jaar jong en lijkt toch al een eeuwigheid deel uit te maken van de eerste keus van Smerdiek. Jan de Viet staat aan de vooravond van zijn ze vende seizoen in de hoofdmacht. Uitgerekend in dat ene seizoen van Smerdiek in de derde klasse moest De Vict vanwege een zwa re enkelblessure vooral toekij ken. Hij hoopt ooit een herkan sing te krijgen. Dit jaar, met tw ee teams die rechtstreeks promove ren, is die mogelijkheid groter dan ooit. „We zijn bijna ver plicht om ten minste een periode- titel te halen." We hebben afgesproken in de be stuurskamer op Haestinge. Het ruikt er naar nieuwe verf. zoals dat hoort bij de start van het seizoen. De tafel is uitgevoerd in fraai blauw en zwart, als teken dat Smerdiek zijn zaakjes prima op or de heeft. Aan de muur een foto van Gerard de Viet, de opa van Jan en een legendarische vrijwilliger uit een andere tijd. Een mooiere plek voor een gesprek met Jan de Viet is eigenlijk niet denkbaar. Liefdevol kijkt hij naar het portret. „Hij was hier wel elke dag te vinden. Ik ging als klein ventje vaak met hem mee." Het is duidelijk: Jan de Viet is een echte clubman, een telg uit een heus voetbalgeslacht. Pa Adrie stopte vroeg vanwege een blessure, broer Rens is secretaris van de club. En Jan is, behalve een be trouwbare schakel in de verdedi ging van het eerste, samen met Pe ter Franke leider van de Cl. Ondanks zijn onmiskenbare talent zal De Viet niet zo snel overstap pen naar een andere vereniging. Ook niet als bijvoorbeeld een twee deklasser als WC belt. „Nee. dat komt niet in mijn boekje voor. Ik wil graag met Smerdiek hogerop." Vorig seizoen was het haast gelukt. In de luwte van de sterkste ploegen haalde Smerdiek de nacompetitie, zoals bijna elk jaar. Op het nipper tje ging het mi$| Achteraf gezien vindt De Viet. in; het dagelijks le ven timmerman mj De Kok Bouw- groep uit Bergen op Zoom. het ei genlijk niet eens zo erg. Hij wijst op het grote aantal jonge spelers dat de stap naar de eerste selectie heeft gemaakt. Jongens als Dennis Polderman, Dennis Moerland, Sander Vroegop en Julien Vermeu len die bij de nieuwe trainer Peter zoen goed voor ten minste twintig treffers. De Viet: „Ik hoop dat het goed met hem komt. Erik is altijd belangrijk geweest voor de ploeg. Vanwege zijn doelpunten, maar ook omdat hij het harde werken Jan de Viet vindt dat Smerdiek een derdeklasser verdient. van Poortvliet nadrukkelijk op de deur kloppen. „Voor die lichting is het beter dat ze in alle rust kunnen rijpen in de vierde klasse. Ze moe ten nog wennen aan het fysieke voetbal en het tempo." Grootste opgave dit seizoen lijkt het invul len van de vacature Erik van Haaf- ten, de topscorer die door een zwa re blessure op een zijspoor is geraakt. Van Haaften was elk sei- niet schuwt." Met Andreas Vroeg op. Stefan Lindhout, Bart Stoutjes- dijk en mogelijk ook Dennis Moerland is er volgens hem nog voldoende scorend vermogen in de groep. Voor Leroy Pors lijkt ook een meer offensieve rol dan in voorgaande seizoenen weggelegd. Bovendien is Mo Allali op Haes tinge teruggekeerd. De Viet ver wacht veel van Allali. die de voor- veel aan de bal en je hebt het over zicht. Er wordt van mij ook ver wacht ik de jonge spelers coach en dat gaat nu eenmaal beter als je het spel voor je hebt. Bovendien heb ben we al veel aanvallend ingestel de spelers. Het gaat ten slotte ook om de balans en het evenwicht in een elftal." In de voorbereidingspe riode werd er bij Stavenisse druk geëxperimenteerd, ook al om te ont dekken welke posities de nieuwko mers het best liggen. Daardoor kwa men aanvallers als Erik de Rijke en Mark Tak bijvoorbeeld soms op de backposities terecht. Van Putte heeft vertrouwen in de keuzes die trainer Jaap Knop maakt. „We zien wel wat er uit de hoge hoed komt. We zijn hoe dan ook in de breedte sterker geworden en hebben daardoor meer mogelijkheden." De indeling in de vierde klasse liegt er dit seizoen niet om. Smerdiek, SKNWK en Kogelvangers, in mei nog actief in de nacompetitie. heb ben het stapje omhoog niet kunnen zetten. Bovendien moeten deThool- se vierdeklassers het nu opnemen tegen Roosendaalse clubs als DVO en Alliance. „Bij verenigingen uit de stad is het altijd afwachten hoe sterk ze zijn. De spelers rouleren daar nogal." De zwakke broeder WIK is op eigen verzoek ingedeeld bij de reserveteams. Van Putte: „De competitie is er zeker niet zwakker op geworden." Als verenigingsman met een visie kijkt Van Putte verder vooruit dan de waan van de dag. Mogelijke plannen van de gemeente Tholen met de voetbalclubs baren hem zor gen. „Er is door de gemeente geïn formeerd naar de verwachte ontwik keling van ons ledenaantal. Verder hoor je er niet zoveel van. Ik hoop dat er snel duidelijkheid komt." Wat Van Putte betreft, staat het bestaans recht van Stavenisse niet ter discus sie. ,Jk begrijp dat er in financieel moeilijke tijden een zorgvuldige af weging moet worden gemaakt. Maar je kunt toch moeilijk alles sa neren wat geld kost. Een voetbal club heeft in een klein dorp een be langrijke sociale functie. Het is een ontmoetingsplek, een plek ook waar jeugd waarden en normen krijgt aangereikt. Als je dat allemaal weg gooit, is dat een slechte zaak. Nog los van bewegingsarmoede als maatschappelijk probleem en het streven naar meer sportparticipatie. Voor mij is het een uitgemaakte zaak: ik kan me het dorp Stavenisse niet voorstellen zonder voetbal club." In de vijfde klasse zijn dit seizoen drie rechtstreekse promotieplaat sen te vergeven. Voor Vosmeer een buitenkans om eindelijk het begeerde stapje omhoog te kun nen zetten. Dat vindt ook Ben Suurlant, de 28-jarige verdediger van de club. De anticlimax van de mislukte nacompetitie is vergeten. Vosmeer kijkt weer vooruit en is vol goede moed. Of zoals Suur lant het zegt: „We moeten gewoon verder gaan waar we vorig jaar zijn gestopt." Hij oogt groot en sterk, en toch is hij blessuregevoelig. Daarom ook was Ben Suurlant vorig seizoen bij Vosmeer veroordeeld tot een reser verol. Meestal kwam hij als invaller in het veld. Om het voorin open te breken als het even minder liep. Of juist achterin, als extra slot op de deur. Suurlant schikte zich voor beeldig in zijn bijrol. „Het liep ge woon geweldig met al die jonge gasten. Wie ben ik dan om een ba sisplaats te eisen?" Het is een opof feringsgezindheid die vandaag de dag zeldzaam is. Zijn trainer Wim Westerhuis nam hij niks kwalijk. „Wim heeft hier echt iets teweeg gebracht. Hij is een man van buiten de club. Na eigen mensen als Sjaak Istha. Johan Nagtegaal en Adrie Capelle was dat verfrissend. Hij was niet bevooroordeeld, kende de spelers niet en heeft een eigen kijk op voetbal. Er ontstond een voor ons heel nieuw spelsysteem, met extra controleurs voor de verdedi ging en één diepe spits. Het werkte boven verwachting. Na de winter stop verloren we geen wedstrijd meer. En een trainer die wint, heeft altijd gelijk." Natuurlijk had Suur lant zijn inbreng. Bij NVS maakte hij bijvoorbeeld als invaller het ver schil. „Twee assists, twee goals, dan doe je het niet slecht." bije seizoenen uitkwam voor Tho- lense Boys en het opgeheven za terdagteam van Vosmeer. Allali moet het vertrek van Martijn Lind hout naar WC compenseren. „Mo is iemand die rust in ons spel kan brengen en een ploeg bij elkaar houdt." Als centrumverdediger is hij in ieder geval blij met zijn komst. .Je kunt hem altijd inspe len en hij weet hoe het achterin toegaat. Ik verwacht veel van die wisselwerking." Zelf wil De Viet dit seizoen ook belangrijker worden voor het elftal. „Ik wil mezelf meer inschakelen tussen de linies en mijn mondje meer roeren. Op mijn positie wordt er ook in de coaching van je mede spelers iets verwacht." Zijn enige zorg: blessurevrij blijven. Van jongs af aan kampt De Viet met een zwakke enkel. Die chronische aan doening kostte hem het jaar in de derde klasse. „Natuurlijk was dat zwaar voor me. De ploeg kwam laat op gang. We moesten wennen aan het snellere en hardere voetbal op dat niveau. Ik stond aan de kant. en had er geen greep op. Dat laat je niet onberoerd. En achteraf zeg je: met wat meer meeval was die de gradatie ook niet nodig geweest." De Viet telt vooral de zegeningen van de afgelopen jaren. „Door Cees Stoutjesdijk is er bij ons een echte teamgeest ingeslepen. Het belang van het elftal gaat boven de individuele speler. Dat besef zit er bij ons diep in en daar willen we op voortborduren." De Viet is blessurevrij en hoopt dit seizoen zijn steentje te kunnen bijdragen. Een brace om het kwetsbare ge wricht moet ellende voorkomen. „In principe is de blessure over. Wel zit er soms nog vocht in de en kel en dat doet pijn. Het is een soort van psychisch spelletje ge worden. Ik probeer er zo weinig mogelijk aan te denken." De Viet spiegelt zich graag aan Iwan Geen- se. de Fluplander die bij eerste klasser Halsteren speelt. „Iwan heeft ook de nodige zware bles sures gehad en is er toch steeds bo venop gekomen." Volgens De Viet verdient Smerdiek een derdeklasser. Hij wijst op de uitgevoerde werkzaamheden aan de kantine en de bestuurskamer, de ring van reclameborden langs bijna het hele veld, de tribune, het kle- dingpakket voor de spelers en de uitstraling die het allemaal geeft. Even lijkt hij oogcontact te zoeken met opa De Viet. „Aan de rand voorwaarden ligt het bij Smerdiek zeker niet. Dit is een mooie club. Nu is het aan ons om het op het veld te laten zien." man waar het bij ons allemaal om draait. Een echte 16-tot-16 speler. Hij speelt elke middenvelder ka pot." Suurlant heeft volop vertrouwen in de sportieve toekomst van Vosmeer. Ook nu een belangrijke routinier als Danny Istha is afgehaakt. In de voorbereiding werd Suurlant meer dere malen op diens positie in het hart van de defensie uitgeprobeerd. De duo-coaches Westerhuis en Tim van Mierlo zien in hem de nieuwe leider van het elftal. Suurlant loopt niet weg voor de verantwoording. Dat merk ik aan alles. Bij het aan nemen van de bal en bij het verstu ren van de lange bal. Die passes kwamen overal, behalve bij een medespeler." Natuurlijk biedt de versterkte pro- moticregeling Vosmeer kansen, zegt Suurlant. Tegelijkertijd wijst hij op de zware indeling, met clubs als Odio, Divo. NSV en Vivoo die allemaal een verleden in de vierde klasse hebben. Voor Suurlant is het Suurlant blijft het onvoorstelbaar vinden dat het op de valreep mis ging. Nog één keer laat hij de twee beslissende wedstrijden tegen Sluiskil de revue passeren. „We hadden het in Zeeuws-Vlaanderen, tegen negen man, al moeten afma ken. Hier in Vossemeer kwamen die mannen met een heel andere instel ling op de mat. En bij ons was er in eens een soort van onbewuste angst. We waren bang voor dat ene tegendoelpunt, en dat kwam er ook, helemaal op het eind." De afwezig heid van de zieke Jeffrey Kruf in het ultieme duel was volgens Suurlant doorslaggevend. „Hij is de Fit blijven vindt hij belangrijker dan het maken van doelpunten. Zoals hij ook het meeste plezier beleeft aan het op sleeptouw ne men van de jongeren in de selec tie. Het is Martin Quist, aanvals leider van SPS, ten voeten uit. Quist, vorig seizoen met zeventien treffers in de competitie topschut ter van de club. staat niet graag op de voorgrond. Wel is hij ambi tieus, in en buiten het veld. Met SPS wil Quist meedoen voor de prijzen. „Als iedereen bij ons fit is, kunnen we van elke ploeg win nen." In de gang van zijn huis in Tholen staat de voetbalschoen die hoort bij zijn status. Clubtopscorer. Op de ge graveerde plaatjes laat de geschie denis van de vereniging zich terug lezen. Illustere namen staan er op. Quist (29) past in die traditie. Hoe wel hij vroeger vooral een midden velder was. Ook toen was er al een drang naar de goal. Quist was ge dreven. Dat zag zijn omgeving en dat wist hij zelf. „Ik wilde de bal veroveren, de voorzet geven en de bal inschieten." Op zijn tweeën twintigste stopte hij met voetballen, abrupt. Noodgedwongen. Vanwege een chronische enkelblessure. Over al had hij naar een remedie gezocht. In België en op het sportcentrum in Zeist. Tevergeefs. De artsen boden weinig perspectief. ,£en klap in mijn gezicht, ik was zo fanatiek. Dan komt zo'n boodschap keihard aan." Uiteindelijk volgde er een operatie. In Nijmegen. En een lang durige revalidatie. Quist keerde te rug. eerst bij de reserves en in het laatste jaar van trainer Rien Voshol in de hoofdmacht. SPS bereikte de nacompetitie. mede dankzij de doel punten van Quist. In het ultieme du el bij FSV ging het opnieuw mis. De knie ditmaal, een meniscus. Weer volgde een medische ingreep, in Rotterdam dit keer. Begin vorig seizoen volgde nieuwe tegenslag. In de voorbereiding verzwikte hij zijn linkerenkel. Pas later in het seizoen stroomde Quist in. Om toch nog ze ventien treffers in het netje te leg gen. Een moyenne van ruim één goal per wedstrijd. „Ik heb altijd wel een neusje voorde goal gehad." Het lukte SPS niet om zich daad werkelijk te mengen in de strijd om de bovenste plaatsen. „We waren de beste van de rest", zegt Quist daar over. Toch leek de derde periode nog even binnen bereik. Maar uit eindelijk kwam de ploeg twee pun ten tekort voor die begeerde prijs. Quist laat nog eenmaal enkele cru ciale momenten uit die periode aan zijn geestesoog voorbijgaan. De 0-2 voorsprong bij Chrislandia die in de slotfase uit handen werd gegeven. Ben Suurlant: Vosmeer moet verder gaan waar het vorig seizoen is gestopt. Hij weet dat hij met doelman John Aarnoudse, Pascal Zwegers en Danny Brusselaars tot de meest er varen krachten in het team hoort. Zelf is hij nog niet echt te spreken over zijn optredens in de oefenwed strijden. „Ik mis wedstrijdritme. simpel. „We moeten gewoon verder gaan waar we vorig jaar zijn ge stopt." Hij gelooft in de kracht van het team, ook zonder Danny Istha. Robin Capelle lijkt in een meer aanvallende rol dan voorheen te recht te kooien. Met de weer be schikbare Yourie den Hollander en Danny Driehuijs als controleurs voor de verdediging. Bij Vosmeer is volgens Suurlant iets moois ge groeid. „De mensen willen weer graag bij Vosmeer horen. Dat is de grootste winst van het vorig sei zoen." Hij geeft hoog op over de teamgeest, ook buiten het veld. „Bijna alle vrouwen en vriendinnen komen ook kijken." Binnen de lij nen is er de maximale overgave. Suurlant trekt de vergelijking met Noad, de club waar hij tot zijn ver huizing naar Oud-Vossemeer in de spits speelde. „Beleving zoals bij Noad zie je nergens anders op het eiland. Bij ons gaat het ook die kant op. We geven nooit op. We hebben geweldig veel snelheid voorin. Jon gens als Jeremy Stolwijk en Ricky de Klerck maken verdedigers hele maal gek. Het is geen toeval dat we vorig jaar veel wedstrijden in de laatste minuten naar ons toe trok ken." Suurlant, na een loopbaan als be roepsmilitair inmiddels medewer ker in het magazijn en op de ver koopafdeling van een Halsters bedrijf in hydraulische kranen voor vrachtwagens, zet zich ook buiten het veld voor Vosmeer in. Hij is medeorganisator van de jaarlijkse clubdag, een evenement dat na een stille periode een opleving kent. Suurlant slaat er twee vliegen in één klap mee. „Ik bouw graag een feestje en de club is er blij mee." In zijn nieuwe rol als coachende ver dediger zal hij moeten groeien, zegt hij zelf. Hij rekent op het vertrou wen en het acceptatievermogen van zijn medespelers. „Van nature ben ik niet op mijn mondje gevallen en in het veld heb ik eigenlijk wel een grote bek. In het heetst van de strijd spreek je nu eenmaal niet met twee woorden. Ik denk dat ik in het veld soms best irritaties bij de andere jongens oproep. Omgekeerd mogen ze tegen mij trouwens ook alles zeggen. Ik hoor ook niet bij de jon gens die weken rond kunnen lopen met een slecht gevoel over één stomme opmerking. Na de wed strijd ben ik alles vergeten." Bij sportieve ambities hoort volgens Suurlant nu eenmaal onderlinge kritiek. „Als je samen één doel na streeft, moet je elkaar de waarheid kunnen zeggen. En wat mij betreft is dat doel dit seizoen duidelijk: we willen weer tot het laatst meedoen voor promotie." De door hemzelf gemiste strafschop in het met 0-1 verloren duel tegen Kogelvangers. „Tot ver in de zon dag ben ik daar ziek van geweest. Ik hoor nu eenmaal niet bij die jongens die om kwart over vier, met een pilsje in de hand. de wedstrijd al zetje. Net dat ene stapje extra willen zetten voor een ander. Die team geest kan het verschil maken. Soms denken we er bij SPS net iets te ge makkelijk over. We moeten volwas sener en constanter worden. Te vaak lopen we op onverwachte momen- SPS kan van iedere ploeg winnen als alle spelers fit zijn, zegt Martin Quist. zijn vergeten." Precies dat fanatis me zou hij graag bij elk lid van de selectie terugzien. Daarom ook is hij blij met de komst van de nieuwe trainer Cees Stoutjesdijk. „Ik denk dat hij voor ons op dit moment de ideale trainer is. Cees heeft overal bewezen, ook bij Smerdiek, dat hij bij veel jongens een gevoelige snaar kan raken. Het gaat om dat laatste ten tegen zeperds aan. Doordat we tegen zwakkere tegenstanders te veel in hun tempo meegaan. Als groep moeten we daar net wat be wuster en slimmer in worden." Quist beseft dat er in het nieuwe seizoen ook van hemzelf iets ex tra's wordt verwacht. Samen met Jan Deij, en mogelijk toch ook weer A.P. van de Belt, behoort hij tot de routiniers in de selectie..Na tuurlijk moeten de ouderen de rest op sleeptouw nemen." Quist wijst daarbij echter ook naar de midden groep in het team, jongens als Ra mon Voshol en zijn broer Leonard die inmiddels ook de nodige dienst jaren in de hoofdmacht met zich meebrengen. SPS moet mikken op een periodetitel. vindt Quist. „Na tuurlijk moeten we reëel zijn. SPS is een kleine vereniging, met pak weg vijftien jongens in de selectie die min of meer gelijkwaardig zijn. Met zo'n smalle selectie ben je kwetsbaar. Maar als bij ons ieder een fit is, kunnen we van elke ploeg winnen." Het zijn uitspraken die de onver minderde ambitie bij Quist duidelijk maken. Daarom ook koos hij eind vorig jaar voor een baan bij het ex panderende Goedhart in Sint Maar tensdijk. Hij is er hoofd van de pro ductieplanning. In het streekduel met Stavenisse kwam hij zijn colle ga Kees van Putte regelmatig tegen. Hij als spits. Van Putte die hem in de verdediging de voet dwars moest zetten. Mooie duels vochten ze uit. „Maar 's maandags waren we alle twee weer op het werk, hoor. Wel met een pijnlijk plekje hier en daar." Quist is ook jeugdcoördinator bij SPS. Hij is trots op de jeugdafdeling en de activiteiten die ontplooid wor den. ook in het zusterdorp Scherpe- nisse. Pas nog meldden zich vijf nieuwe jongens aan, na een speel middag op de Pluimpot. De C-jeugd van de club staat hoog aangeschre ven. Met Rien Voshol, A.P. van de Belt en Corné van der Male als be geleiders. Niet de minsten. Quist hoopt dat die groep bij elkaar blijft, en op termijn de stap naar de eerste selectie kan maken. Zijn ei gen doelstelling is simpel: fit blijven en belangrijk zijn voor het team. „Met doelpunten, maar zeker ook door de anderen te stimuleren het beste uit zichzelf te halen. Daar be leef ik ten minste zoveel plezier aan." Door alle tegenslagen in zijn loopbaan heeft hij leren relativeren. ,Jk geniet gewoon van elke dag dat ik kan voetballen." 0

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2012 | | pagina 13