'Het is elk jaar steeds verder weg, maar het raakt nooit helemaal weg' 'Als ik in Australië een jongen had ontmoet, was het anders gelopen' Marieke Weggemans uit Tholen doet onderzoek in Denemarken Donderdag 10 mei 2012 3 Betrokken Respect Dodenwacht Victor Rapley Op sleeptouw Hilvarenbeek Onderzoek Behoudend Vlissingen of'op reis Duur Herdenken Jan Niemantsverdriet legt een krans namens Bataljon Zeeland Scout Ivar Fase staat voor het eerst dodenwacht Pieter Baaij houdt uit respect twee minuten stilte Engelsman Alan Rapley is voor het eerst bij Dodenherdenking in Tholen. lerdenken. Ieder kan het op zijn eigen manier en heeft zijn eigen verhaal. Jong en oud, van dichtbij of ver weg, tientallen, zoniet honderden men- 7 J A l i en kwamen vrijdagavond naar de Dodenherdenking in Tholen. Het comité 4 mei organiseert dat sinds jaren in het Bosje aan de Veste, bij het J (lil lylCulClrllSVClClt Idl ClCHKl Of) HlEl ClClll SHCllV E lCl(j SO IClCltCYl herdenkingsmonument: t»eaenk alien die voor onze vrijneid vielen, ue gesneuvelden in de tweede Wereldoorlog spelen een nootdrol Dij de Her denking. Zij die hebben meegewerkt aan het verwezenlijken van onze vrijheid. Die moeten we koesteren. En doorgeven: het thema van dit jaar. „Hij had ook op een plaquette kun nen staan." Met 'hij' wordt de 86-ja- rige Jan Niemantsverdriet uit Tho len bedoeld. Zijn dochter Patricia van Leeuwen beseft maar al te goed dat haar vader één van hen kon zijn, die voor de vrijheid vielen. Hij was lid van het Bataljon Zeeland, oor logsvrijwilligers die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog naar Nederlands-lndië gingen om de Ja panse bezetter te verdrijven. Er zijn vrijdag twintig kransleggers die op afroep van de gemeentevoor- lichter hun bloemen bij het monu ment neerleggen. Niemantsverdriet is één van de vaste gezichten die jaarlijks naar de Dodenherdenking in het Bosje in Tholen komen. Hij legt samen met zijn compagnon en zwager Jo Deurloo. namens Batal jon Zeeland, een krans bij het her denkingsmonument. Niemantsverdriet doet dat altijd bij de gedenkplaat voor de gevallenen in Nederlands-lndië. In het rijtje na men staat ook die van Cees Manteau uit Sint-Annaland. Dat is altijd dege ne aan wie hij denkt op 4 mei. „Met hem ben ik opgetrokken in dienst. Je denkt ook wel aan de anderen die voor de vrijheid vielen. Maar ik denk ook terug aan die tijd, alles wat ik toen heb meegemaakt. Het is elk jaar steeds verder weg. maar het raakt nooit helemaal weg." Henny Niemantsverdriet-Deurloo kijkt sa men met haar dochter Patricia en kleindochter Merel toe hoe haar man en haar broer de bloemen neerleg gen. „Het is mooi om te zien hoe hij elk jaar met mijn broer een krans legt", vindt ze. De familie is trots op de mannen in uniform. En dat ze er nog zijn. Henny heeft veel meegekregen uit de tijd in Nederlands-lndië, omdat haar broer Jo als 17-jarige ook werd uitgezonden. Hij kwam samen met Jan terug en zo heeft ze hem leren kennen. „Ik ben er altijd bij betrok ken geweest", verklaart ze. In 1988 is Henny met Jan nog een keer teruggeweest, naar Java en Su matra. Jan: „Daar had ik toen geze ten. Nagenoeg veertig jaar later ben ik op dezelfde oude brug gaan staan als waar ik toen een foto van mezelf had laten maken. De brug was er nog, helemaal verroest. Ze hadden er een nieuwe naast gebouwd. Ik ben op dezelfde plek gaan staan en we hebben toen weer een foto ge maakt. We hebben ook graven be zocht van de mannen die daar ge storven zijn. Het deed me veel, er kwamen veel herinneringen boven drijven." Vrijheid geef je door. Het thema van dit jaar voor Dodenherdenking en Bevrijdingsdag. „Er is gelukkig in onze gemeente nog een collectief bewustzijn dat er voor onze vrijheid een dure prijs is betaald en dat dit nooit mag worden vergeten", zegt Nuis in zijn toespraak, verwijzend naar het grote aantal aanwezigen. Hij is blij dat Dodenherdenking ook bij jongeren leeft. Ook al is de Tweede Wereldoorlog een ver-van- hun-bed-show, Pieter Baaij (15) en Kees Bijl (16) zijn speciaal voor Dodenherdenking even naar het Bosje gekomen. „We waren toch in de buurt en dachten, we lopen even hierheen. Ik houd altijd even twee minuten stilte op 4 mei. De oorlog is voor mij veel te ver terug, maar ik doe het uit respect. Ik zie de films ook wel, het zijn er teveel om op te noemen, en dan denk je er meestal wel anders over", zegt Baaij. Bijl beaamt de woorden van zijn maat. „Uit respect ben ik altijd twee mi nuten stil." Bij die twee minuten stilte hoort ook zo'n anderhalf uur stilstaan voorde scouts van Heenetrecht. Vijf van hen houden de dodenwacht bij het monument. Het is de eerste keer dat de scouting dat doet, omdat de Nationale Reserve het dit jaar laat afweten vanwege bezuinigingen. Ze staan er al voordat muziekvereni ging Concordia om half acht bij het Bosje arriveert. En ook na de twee minuten stilte, het Wilhelmus, de toespraak van de burgemeester en het optreden van het zangkoor Can- ticum. Onbewogen. Ze komen al leen even (een stapje) van hun plek voor een saluut tijdens het Wilhel mus. Ivar Fase (11) uit Sint-Annaland neemt zijn taak zeer serieus, maar hij vindt het wel een lastige taak. ,Je moet het wel kunnen, de hele tijd stilstaan. Het is verschrikkelijk zwaar." Een collega-scout adviseer de hem om af en toe iets door zijn knieën te zakken, maar dat weigert hij. „Dat ga ik dus mooi niet doen, dan doet het nog meer pijn." Fase doet mee uit respect. „Maar ik denk niet dat ik volgend jaar weer doden wacht wil staan." „It was really a moving ceremony." Alan Rapley uit Ipswich (Enge land), heeft nog nooit zoiets meege maakt. De neef van de in 1945 in Sint-Annaland omgekomen soldaat Victor Rapley komt vrijwel elk jaar naar Sint-Annaland. Een delegatie van familieleden uit Engeland be zoekt dan het graf van Victor. Het is voor het eerst dat ze bij de Doden herdenking in Tholen aanwezig zijn. Nuis kondigt het dan ook aan in zijn toespraak. Hij spreekt ze in het Engels toe en heet ze welkom. Achteraf schudt hij de familie de hand. Ze zijn vereerd dat ze kennis mogen maken met de burgemeester van Tholen. De ceremonie vinden ze indrukwekkend. Alan is aanwezig met zijn vrouw Mary en zijn zus Linda Ould en haar man Richard en dochter Claire. Ze zijn een aantal dagen in Neder land en verblijven in Steenbergen. Vrijdag heeft Arie Weijler uit Sint- Annaland. die altijd voor het graf zorgt, de familie op sleeptouw ge nomen. Ze hebben het graf bezocht en een bezoek gebracht aan het streekmuseum de Meestoof. Ook zijn ze naar Rotterdam en Bergen op Zoom geweest. „Misschien ko men we volgend jaar weer", zegt Aian. Wellicht met meer familie, voegt hij eraan toe. Want ze zullen vast, denkend aan het noodlot van Victor Rapley, de woorden van de burgemeester over het belang van herdenken onder schrijven. „Dan is al het vreselijke dat de mensen, die wij vanavond gedenken, is overkomen, uiteinde lijk niets voor niets geweest." Ook in Sint Philipsland is er een bij eenkomst georganiseerd voor Do denherdenking. Muziekvereniging Concordia uit Sint Philipsland heeft hiervoor het initiatief genomen en zorgt dan ook voor de muzikale om lijsting. Ruim 100 belangstellenden zijn naar het grasveld bij de Her vormde kerk gekomen en dat is druk voor Fluplandse begrippen. De tonen van The Last Post klinken daar uit de instrumenten van Coen Everaersen Leontien Moerland. In Hilvarenbeek besteedt burge meester R. Palmen tijdens de do denherdenking aandacht aan enkele oorlogsslachtoffers die niet voorko men op het monument in zijn ge meente. Een van hen is Simon van Luijk, voor wie recent op de be graafplaats in zijn geboorteplaats Tholen een herinneringszuil is ge plaatst. Palmen vertelt over de om standigheden waaronder de Thole- naar, die tijdelijk in Hilvarenbeek verbleef, eind oktober 1944 om het leven kwam. De burgemeester is zelf pas sinds kort op de hoogte van het gebeurde. door het boekje dat Wally Blaas uit Tholen over het leven van zijn oom samenstelde. Blaas is, met zijn vrouw en zus Janny met haar man, op uitnodiging van burgemeester Palmen bij de herdenking in Hilva renbeek aanwezig. „Het was goed om te horen dat oom Simon nu ook in Hilvarenbeek bekend is. Deze aandacht deed ons goed. Het was een herdenking die voor ons als fa milie zeer waardevol was", blikt Wally Blaas terug. Na de herden king spreken de Tholenaren met de burgemeester, die daarbij een naam doorgeeft van iemand de mogelijk meer informatie heeft over wat er met Simon van Luijk is gebeurd. Van Luijk zal ook herinnerd worden in het oorlogs- en verzetsmuseum De bewogen jaren, in het vlak bij Hilvarenbeek gelegen Hooge Mier de. Een inmiddels gepensioneerde medewerker van het regionaal ar chief Tilburg, specialist op het ge bied van de Tweede Wereldoorlog, gaat voor dat museum een paneel maken met informatie over de om gekomen Tholenaar. „Zo blijft het verhaal levend", stelt Wally Blaas tevreden vast. Tot haar zestiende was ze nog nooit in het buitenland geweest. „Ouders met een boerderij", zegt Marieke Weggemans (24) uit Tholen. Daar kwam verandering in toen ze aan de studie International Business and Languages in Vlissingen begon. Stages in Canada, Frankrijk en Oos tenrijk passeerden de revue. Nu woont Marieke alweer anderhalf jaar in Odense in Denemarken. Daar voert ze een onderzoek uit voor een toerismebureau. Marieke Weggemans woont inmiddels anderhalf jaar in studentenstad Odense in Denemarken. Met Denemarken had ze eigenlijk niets. Amerika of Australië zag ze wel zitten. „Te duur", zegt Marieke. Ze zocht een goedkoper alternatief. Denemarken en Zweden bleven als optie over. „Je betaalt daar geen col legegeld." Weggemans schreef zich in beide landen in bij een universi teit. In Zweden bij de Mittuniversi- tetet in Sundsvall en in Denemarken bij de University of Southern Den mark in Odense. De derde grootste stad van dat land. Zweden viel af. De reden? „Denemarken was het meest gastvrij." Marieke kreeg met een huisvesting aangeboden en de gratis mogelijkheid voor het volgen van Deense taallessen. Die gastvrij heid heeft haar over de streep ge trokken. Marieke volgt een masteropleiding International Business Culture and Languages. Een tweejarige studie. De universitaire variant, en daarmee een logisch vervolg van haar hbo- opleiding in Vlissingen. Vanuit die opleiding voert ze een afstudeerop dracht uit vooreen Deense organisa tie: 'Destination Sydvest-Jylland'. Een toerismebureau voor zuidwest Jutland. Het schiereiland dat in het zuiden aan Duitsland grenst. Het bu reau wil weten of Nederlandse toe risten interesse hebben in een fiets vakantie in dat deel van het land. Om daar een antwoord op te krijgen, voert Marieke een onderzoek uit. Dat bestaat uit een enquête op inter net en interviews. De enquête staat op www.thesistools.nl/1000. Marie ke hoopt op minstens honderd inge vulde vragenlijsten. Daarnaast gaat ze zogeheten diepte-interviews hou den met de door haar gekwalificeer de doelgroep. Als doelgroep voor de fietstocht door Denemarken mikt Marieke op families met jonge kin deren en 45-plussers. En dan met name op mensen die van actieve va kanties houden. Om zoveel mogelijk reacties te krijgen, heeft de studente een verwijzing naar haar enquête op verschillende websites geplaatst. ZeelandNet, fietsersbond en wereld fietsers zijn er enkele. „Binnen vie rentwintig uur was mijn bericht op wereldfietsers.nl tweehonderd keer bekeken. Ook had ik al twee reac ties." Marieke heeft het volste ver trouwen dat ze voldoende response krijgt op haar onderzoek. Dat onder zoek voert ze niet uit bij het bedrijf, maar vanuit haar appartement in Odense. Of, zoals nu, thuis bij haar moeder aan de Ceresweg in Tholen. „Waar ik zit maakt in principe niet uit", zegt ze. „Alles gaat via inter net." Het toerismebureau waarvoor ze het onderzoek doet, stelt daar ook geen eisen aan. „Ze laten me geheel vrij. Leggen de verantwoordelijk heid bij mij. Zolang ik over twee maanden maar met resultaten kom." In die vrijheid zit volgens Marieke een groot verschil ten opzichte van stageplaatsen in Nederland. „Denen spreken je veel meer aan op je eigen verantwoordelijkheid. Daar moet je mee om kunnen gaan. Ik vind het prettig." De fietsvakantie die het toerismebu reau, indien de resultaten van Marie- ke's onderzoek gunstig zijn, wil pro moten onder Nederlandse toeristen, bestaat uit twee verschillende routes. „Een daarvan is nog niet helemaal klaar. De andere route voert van de stad Esbjerg aan de westkant van Denemarken naar Tönder. Recht streeks een afstand van tachtig kilo meter. Fietsers overnachten in een hotel." Denen maken al volop ge bruik van de route en zijn volgens Weggemans enthousiast. „Nu de Nederlanders nog", zegt ze. Wegge mans ziet veel overeenkomsten tus sen Denen en Nederlanders. Zowel in de omgang als in de taal. „Denen zijn behoudend. Dat zijn wij ook." Wanneer Marieke haar onderzoek deze zomer heeft afgerond, komt ze niet terug naar Tholen. Tijdens haar studie is ze Björn Snorri Gudmunds- son Bög tegen het lijf gelopen. Een 25-jarige Deense student uit Ribe, de oudste stad van Denemarken. Hij studeert net als Marieke aan de uni versiteit in Odense. Ze leerden el kaar kennen tijdens colleges. Inmid dels zijn ze een jaar bij elkaar en hebben plannen om samen te gaan wonen. „Hij woont momenteel in München en loopt daar stage op het Deens consulaat. Veel zie ik hem dus niet." Vandaag reist Marieke naar hem toe. Daar blijft ze een week. In Tholen komt ze niet zo vaak meer. „Hooguit vier keer per jaar", zegt ze. „Met kerst sowieso. Dan is opa jarig. En in de zomer nog een keer." De reden dat ze niet heel vaak naar Nederland reist, zijn de kosten. „Het is best prijzig als stu dent", zegt ze. „Als je het goed plant, kun je voor 29 euro van Ko penhagen naar Amsterdam vliegen. Dat is te doen." Ook neemt ze af en toe de slaaptrein. Die doet er vijftien uur over. „Ach, ik heb de tijd. On derweg kan ik aan mijn onderzoek f fv werken. Alleen in de Duitse treinen is het soms lastig. Daarin zit niet al tijd een stopcontact voor je laptop." Voor haar studieperiode bestonden Marieke's vakanties hoofdzakelijk uit Center Parcs-reisjes in Neder land. Daar nam ze geen genoegen mee. Ze wilde meer van de wereld zien. Tijdens haar studie Internation al Business and Languages aan de Hogeschool Zeeland kreeg ze die kans. In het derdejaar zat ze een half jaar in Nice, Frankrijk. „Een uitwis selingsproject", zegt ze. „Erg leuk. Veel geleerd." Ze volgde daar verge lijkbare vakken als in Nederland. „Een eis van school", zegt ze. Later dat jaar volgde ze een stage bij het 'worldtrade team' van de Londen Chamber of Commerce and Industry. „Vergelijkbaar met de Nederlandse Kamer van Kcxjphandel." Aan het eind van die stageperiode heeft ze een evenement georganiseerd voor zakenmensen met ondernemings plannen in Zuid-Afrika. „Een hele uitdaging." In het laatste jaar van haar studie stond ze voor een moei lijk keuze: terug naar Vlissingen of weer op reis. Op het nippertje kreeg Marieke het voor elkaar om er nog een jaar tussenuit te knijpen. Dit maal naar Canada voor een studie- uitwisseling. Ze volgde vergelijkbare vakken, waaronder Frans, Spaans en marketing. Haar afstudeerstage heeft Marieke vervolgens in het Oosten rijkse Linz uitgevoerd. Daar schreef ze een marketingstrategieplan voor een software bedrijf. „In die tijd heb ik mijn Duits aardig bijgeschaafd." Dat kwam later goed van pas in De nemarken. „Deens heeft veel over- V eenkomsten met Duits, maar dan zonder die moeilijke naamvallen." Helemaal vloeiend spreekt ze de taal nog niet. „Op de universiteit spreekt bijna iedereen Engels. In de stad, tij dens het winkelen of uitgaan is het wel handig dat je je in het Deens ver staanbaar kunt maken. Dan krijg je veel meer gedaan." Heel makkelijk is de taal niet. „Vooral de uitspraak. Die is zoveel anders dan dat je het schrijft. Ook heb ik een aantal nieu we letters moeten leren. Zoals een '0'en Naast de taalverschillen is Denemar ken volgens Marieke vergelijkbaar met Nederland. „Sommige delen lij ken wel een beetje op Zeeland", zegt ze. „Wat wel een groot verschil is, is de levensstandaard. Die ligt een stuk r hoger dan in Nederland. Dat komt met name tot uiting in de prijzen. Be stel maar eens een biertje op het ter ras, 6 euro. En dan heb je niets bij zonders, hoor. Kleding idem dito. Veel duurder dan bij ons. Naar de kapper gaan? Veertig euro enkel en alleen voor knippen." Tijdens haar verblijf in Nederland heeft Marieke dan ook een missie. „Shoppen en naar de kapper", zegt ze. Contact met het thuisfront houdt Marieke via het computerprogramma Skype. Daarmee kun je wereldwijd gratis bellen en via de webcam elkaar zien. „Toch geeft dat niet hetzelfde gevoel als even bij je moeder op de koffie gaan. Dat is er helaas niet bij." Ma rieke relativeert. .Als ik in Amerika of Australië een jongen tegen het lijf was gelopen, was het heel anders ge weest. Nu kan ik in principe binnen een paar uur thuis zijn Een duif strijkt neer op de takken van de oude boom in 't Bosje, waar de stilte heerst. De avond waarop de mensen samenkomen voor de droom. De droom dat al die doden die gevallen zijn hun leven niet voor niets hebben betaald. De droom, dat die het sterkste is bepaald hoe het verder gaan zal. Nooit meer oorlog. Er komt een tweede duif, gunnen elkaar geen plek. De boom, zo breed, zo groot, is dan te klein voor beiden, jagen elkander op. De bladeren van de platanen vormen samen, het afdak waaronder klanken zich verspreiden. De kransen en boeketten liggen op de grond bewijzen hen die vielen alle eer. Boven het monument vliegen de vredesduiven onrustig, herrie makend, heen en weer. Het is vier mei. Jopie Meerman Leerlingen van basisschool Eben Haëzer uit Tholen leggen namens de school een krans bij het herdenkingsmonument voor de oorlogsslachtoffers

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2012 | | pagina 3