Rotterdamse jongen wilde 1 keer
preken, maar het werden er 1000
Houte
'Nadeel is dat aan al die gebouwen
hetzelfde probleem kan ontstaan'
Afscheid ds. Reehorst van Hervormde Gemeente Rehoboth
Wido Quist promoveert op onderzoek naar wijze van restaureren
Vrijdag 3 juni 2011
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
5
„Mensen de weg wijzen naar Jezus, dat was mijn roe
ping", zei ds. J. Reehorst zondagmiddag bij zijn af
scheid van de Hervormde Gemeente Rehoboth in Sint-
Maartensdijk. Het was een late roeping, want Jan
Reehorst werkte eerst bij het GAK en later bij het UWV
voordat hij aan de studie theologie begon. Zijn wens was
toen om één keer op de preekstoel te staan, maar het
werden meer dan duizend preken in Friesland, Piershil
en de laatste drie jaar en twee maanden in Sint-Maar
tensdijk.
DNA-profiel
Tropenjaren
Openhartig
Kerkmuren triest
Liturgie
Profielschets
Duurzaamheid
Poetswerk
Mooi of lelijk
Evalueren
cd
interieur
Proefschrift
Wie naar het oude stadhuis in Tholen kijkt, ziet een.mid
deleeuws gebouw. Als Wido Quist (34) ernaar kijkt, ziet
hij ook de sporen die diverse restauraties hebben nagela
ten. De oud-Tholenaar is onlangs aan de TU Delft gepro
moveerd op zijn onderzoek naar de materiaalkeuze bij
restauraties. Hij heeft zijn onderzoek toegespitst op de
vervanging van witte Belgische zandige kalksteen, een
materiaal dat ook gebruikt is voor de bouw van het oude
stadhuis aan de Hoogstraat en de Grote Kerk in Tholen.
Opvallend okergeel
De onlangs 65 jaar geworden pre
dikant gaat na een paar zware
maanden met pensioen. Hij en zijn
vrouw zijn van Tholen gaan hou
den. zodat ze op het eiland blijven.
Vanuit de pastorie in Sint-Maar
tensdijk zijn ze naar Stavenisse
verhuisd. Mevr. Reehorst zingt
bij gemengd koor de Lofstem
in Scherpenisse, ds. Reehorst bij
mannenkoor DEV in Sint-Anna-
land. In zijn nieuwe woonplaats
ziet hij een witte vlek ten aanzien
van jeugdwerk. „Ik ben bereid daar
met de gemeente over te praten",
zo toonde de vertrekkende predi
kant zijn betrokkenheid tegenover
burgemeester Nuis.
Rehoboth had na het vertrek van
ds. J. de Goeij en de juridische pe
rikelen daar omheen een moeilijke
periode achter de rug. zodat de in
trede van ds. Reehorst op 30 maart
2008 zeer welkom was. „We zijn u
dankbaar dat u met ons op reis wil
de", zei ouderling C.J. de Korte.
De kerkenraad kwam de afgelopen
jaren diverse keren voor verrassin
gen te staan. Dat ds. Reehorst lid
werd van muziekvereniging Euter
pe bijvoorbeeld, maar na een paar
repetities was dat al over. Ook de
dieren wisselden nogal eens in de
pastorie, door de predikant her
dershut genoemd. Dan was het een
hond. dan een poes en vervolgens
weer een hond. Ook de vele mail
adressen vielen op. maar de groot
ste verrassing - aldus ouderling De
Korte - was wel dat de predikant
en zijn vrouw op Tholen blijven
wonen. „Er wordt de laatste maan
den veel over het Thools DNA ge
schreven. dus past u wel in dat pro
fiel? In de kerk had u in elk geval
met een bont gezelschap te ma
ken."
De Korte was blij dat ds. Reehorst
na een werkzaam leven van 50 jaar
toch nog bij Rehoboth betrokken
blijft. Niet alleen als lid, maar ook
voor het verrichten van pastoraal
werk. Als herinnering kreeg de pre
dikant een tegeltableau mee, ge
maakt door mevr. Plaisier. Het ta
bleau beeldt de doop uit, huwelijk
en avondmaal, maar ook het kruis
als teken van afscheid en hoop. De
97-jarige A.Vos uit Oud-Vosse
meer, het oudste gemeentelid van
Rehoboth, bood het tegeltableau
aan.
Ook voor de jongste belangstellen
den in Haestinge was er een rol,
want twee kleinkinderen van ds.
Reehorst zongen het Onze Vader.
Een ontroerend moment voor de
vertrekkende predikant. „Dit is ook
een mijlpaal in je leven", zei mevr.
Reehorst, die samen met vier kin
deren en drie kleinkinderen 'Wat
de toekomst brengen moge' zong.
.Je wens om als predikant te gaan
werken, was groot toen we in 1968
trouwden. Maar het studeren naast
het werken bleek heel moeilijk. Je
vast vertrouwen in God die je heeft
geroepen, was echter groot. In drie
gemeenten heb je mogen werken
en daar zijn vele vriendschappen
ontstaan. Dit is dan ook een af
scheid met veel dankbaarheid", al
dus mevr. Reehorst.
,Je verstond mijn roeping beter
dan ikzelf", zei de predikant. „Het
waren tropenjaren, want ik wilde
alles perfect doen. Ik ben geen ge
makkelijk mens. Bij nacht en ontij
heb ik mensen bijgestaan en mijn
kinderen misschien wel tekort ge
daan. Waar deed ik het allemaal
voor?", zo vroeg ds. Reehorst zich
af met Petrus, die zich in Marcus
10 ten opzichte van Jezus beklaag
de dat hij en zijn mede-discipelen
alles hadden prijsgegeven. „Om in
een goed blaadje bij Jezus te ko
men? Omdat Hij lintjes uitdeelt?
Net zoals de discipelen laat ik mijn
vrouw ook vaak moeilijke karwei
tjes opknappen. Waarom zo lang
studeren en je familie, vrienden en
hobby's verwaarlozen? Dominees
laten niet alles achter, ze krijgen
een salaris en een pastorie, al is het
voor jonge predikanten met kinde
ren geen vetpot. Ik moest gewoon
gehoor geven aan Zijn oproep en
Jezus volgen. Waarom ik het deed.
kreeg ik via een brief van een
vrouw uit Friesland duidelijk: om
je zorgen bij Jezus te brengen en ze
ook daar te laten. Mensen de weg
wijzen naar Jezus, dat was mijn
roeping. Sommigen willen van de
boodschap en de persoon van Jezus
niets weten, maar je hebt er alles
voor over om erover te vertellen.
Ook over de Schepping als kunst
werk van God. Ik ben dankbaar dat
God mij in Zijn dienst wilde ge
bruiken en dat Jezus mijn verlosser
wilde zijn. Dus geen gemier over
vertalingen en zangbundels maar:
stel uw vertrouwen op de Here Je
zus en gij zult behouden worden.
Gij en uw huis."
Consulent ds. Scheurwater uit
Oud-Vossemeer vond dat zijn col
lega vrij openhartig over zijn amb
telijk werk sprak. „Veel theolo
giestudenten hebben inderdaad de
wens om één keer te preken en nu
ik predikant ben. heb ik de wens
om één keer per jaar krachtig van
uit de hoogte en de diepte te preken
en de eigen dingen te overwinnen.
Dat is zalig voor de gemeente en je
gezin." Nu ds. Reehorst in de
Thoolse velden van Efrata blijft
wonen, kreeg hij van de <jonsulent
vanuit 1 Petrus 5 de oproep mee
om een ambtsdrager aller gelovi
gen te zijn in het gewone, dagelijks
leven.
Burgemeester Nuis zag tot zijn
grote vreugde in Haestinge verte
genwoordigers van verschillende
kerkgenootschappen. „De kerkelij
ke plaat is hier grotendeels aanwe
zig." Het echtpaar Nuis kerkt zelf
bij Rehoboth, maar nu sprak de
burgemeester namens b. en w. en
de gemeenteraad. „De kerk is on
derdeel van onze samenleving en
bevordert de gemeenschapszin, dus
moet de overheid vanmiddag bij
deze afscheidsdienst zijn. De kerk
is een baken in de Nederlandse sa
menleving. die op hol slaat en waar
de tegenstellingen toenemen. Ik
hoop dat de kerk als bruggenbou
wer kan fungeren om ook jongeren
aan te spreken. We mogen mensen
immers niet aan hun lot overla
ten."
Op 29 april had de burgemeester
nog een koninklijke onderschei
ding uitgereikt aan ds. Reehorst en
hem toen ook uitgebreid toegespro
ken over zijn verdiensten voor het
camping- en doven pastoraat in het
Rotterdamse. „Lid worden in de
orde van Oranje-Nassau is niet
voor iedereen weggelegd, want dat
gebeurt op grond van menselijke
criteria. De onderscheidingen van
koning Jezus liggen echter voor elk
mens klaar."
De burgemeester zei dat ds. Ree
horst zich in Sint-Maartensdijk
snel had aangepast en grote betrok
kenheid had getoond. „Stervensbe
geleiding en de nazorg vroegen
veel van u. God richt ons op en kan
van een fout een succes maken. Ik
wens u geen succes, maar Gods ze
gen toe", aldus burgemeester Nuis,
die het ontroerend vond hoe groot
en klein ds. Reehorst toezongen.
,Je was als predikant zorgvuldig
met je gemeente bezig", zei ds. F.
van IJsseidijk uit Haamstede, die
namens de classis Zierikzee sprak.
„Geen hoogdravende preken, maar
woorden in het hart van een Rotter
damse jongen. Je hart lag ook bij
het pastoraat. Plicht, gehoorzaam
heid, liefde stonden voorop. Als de
Heere mij roept, dan heb ik te
gaan, vond je. Je was geen liefheb
ber van vergaderingen en notulen.
Het ging je om de mensen. Samen
met je kritische vrouw heb je die
nend bezig mogen zijn. En dat mag
doorgaan, want het brengen van
mensen bij de Heere stopt niet met
dit afscheid. Geniet van je interes
ses, je studie, kinderen en kleinkin
deren op jullie verdere wegen,
waarbij ik je beiden veel zegen toe
wens."
Ds. Reehorst bevestigde een ont
zettende hekel aan vergaderen te
hebben. „Dat kon me nooit te kort
duren. In de kerkenraadsvergade
ringen dacht ik wel eens: hoeveel
bezoeken hadden we nu niet kun
nen afleggen?"
Toch was het een goede periode.
„Er waren wel eens meningsver
schilletjes, maar zonder boos te
blijven zijn we steeds in vrede uit
elkaar gegaan. Ik heb graag dat
men over kerkmuren heen kijkt,
want die kerkmuren vind ik zo
triest. Dat heeft de Heere Jezus
nooit zo gewild."
Ds. Reehorst had in de 3 jaar en 2
maanden dat hij in Sint-Maartens
dijk werkte, veel mooie dingen
meegemaakt, maar ook nogal wat
verdrietige zaken. ,Je ziet telkens
die gezichten die er niet meer
zijn."
De vertrekkende predikant sprak
de hoop uit, dat de vacatures in de
kerkenraad snel vervuld worden,
want in mei namen drie leden af
scheid omdat hun ambtstermijn er
op zat. Tenslotte dankte hij God.
„Die riep mij als Zijn dienaar."
Na de dienst vormde zich een lange
rij met belangstellenden om ds. en
mevr. Reehorst de hand te drukken.
In de foyer van Haestinge was er
nog koffie, thee of frisdrank. Even
als destijds de intrede was de af
scheidsdienst in het gemeenschaps
centrum omdat het kerkgebouw
aan de Westvest te klein is voor zo
veel gasten naast de eigen gemeen
teleden.
De afscheidspreek vari ds.
Reehorst was uit Fillippen-
zen 127b: Dat gij vaststaat
in één geest, één van ziel
medestrijdende voor het ge
loof aan het evangelie. Ook
uit Marcus 10 was er nog
een Schriftlezing.
De samenzang uit Psalm 27
en de Gezangen 14, 463,
483, 479 en 430 uit het
Liedboek werden begeleid
door organist Maddy Hage.
Vier jonge blazers op saxo
foon en (blok)fluit kregen
begeleiding van organist
Lian Uijl.
De kerkenraad van de 934 leden tellende Hervormde Gemeente
Rehoboth gaat op zoek naar een opvolger van ds. Reehorst.
Consulent ds. Scheurwater uit Oud-Vossemeer gaat de kerken
raad daarin begeleiden. Wat badinerend ging hij in op de profiel
schetsen die je soms leest als er een nieuwe predikant nodig is:
Gevoel voor humor, gemakkelijk in de omgang, enz. „Ik hoop
dat u een ander profiel maakt. Iemand die de hoogte, breedte en
diepte van de Bijbel uitlegt. Een man ook van gebed. Dan hebt u
een goede profielschets", aldus consulent Scheurwater.
Ds. Van IJsseidijk zei namens de classis Zierikzee dat de Her
vormde Gemeente Rehoboth niet hoeft te wanhopen. „Leg uw
zorgen in het gebed voor aan de Vader in de naam van Jezus.
Daarin zit het vertrouwen bij het bidden om een nieuwe predi
kant. Gods zegen in de vacante periode."
Doctor ingenieur Wido Quist woont
sinds hij in 1995 bouwkunde ging
studeren in Delft. Hij is afgestu
deerd in de richtingen architectuur
en bouwtechnologie en is nu als on
derzoeker en docent verbonden aan
de afdeling RMIT van de universi
teit aldaar. Ook is hij inmiddels ge
trouwd en vader van drie piepjonge
dochters.
Wido is geboren en opgegroeid in
de woning naast het Thoolse stad
huis, een gebouw dat - toevallig -
past in het onderwerp van zijn on
derzoek. Maar hij heeft het niet
specifiek onderzocht. De kern van
zijn studie wordt gevormd door vier
andere gebouwen: de Onze-Lieve-
Vrouwekerk te Breda, de Maria
Magdalenakerk te Goes, de Grote
Kerk te Dordrecht en het stadhuis
in Gouda. Deze gebouwen hebben
als overeenkomst dat ze in het ver
leden aan twee of drie restauratie
campagnes zijn onderworpen. En
ze zijn evenals het Thoolse stadhuis
en de Grote Kerk voor een belang
rijk deel gebouwd in de late Mid
deleeuwen. Ook is er bij de bouw
gebruikt gemaakt van witte Belgi
sche zandige kalksteen.
De keuze voor die steensoort als
onderwerp voor zijn proefschrift is
een handvat. „Ik heb het opgehan
gen aan dat materiaal, maar het had
ook iets anders kunnen zijn. Bij
voorbeeld hout of baksteen." De
zandige kalksteen, vaak Lede of
Balegemse steen genoemd werd in
de veertiende, vijftiende en zestien
de eeuw veel gebruikt in zuidwest
Nederland vanwege de aanvoer
over de rivier de Schelde.
Wanneer de gebouwen gerestau
reerd moesten worden, Wido richtte
zich op de laatste 150 jaar, werd
vaak gekozen voor een ander res
tauratiemateriaal dan de originele
zandige kalksteen. Wido heeft zich
gebogen over de vraag waarom. „Ik
heb me in mijn onderzoek gericht
op het proces en de redenen die ge
bruikt werden - en nog steeds wor
den - om voor vervangende steen
soorten te kiezen."
Wido is erachter gekomen dat ver
schillende factoren een rol spelen in
de materiaalkeuze. „Het blijkt dat
er bij heel veel restauraties maar
naar een beperkt aantal kenmerken
wordt gekeken, zoals bijvoorbeeld
kleur en tegenwoordig veelal duur
zaamheid." Hij veroordeelt die keu
zes niet per definitie. „Ik kan niet
zeggen: die steensoort moet je nooit
meer toepassen en die wel." Geld is
ook van grote invloed, daarom
wordt vaak gekozen voor materiaal
dat lang meegaat, maar ook de
tijdsgeest en leveranciers zijn van
invloed. Dat er niet meer gekozen
wordt voor de originele zandige
kalksteen komt omdat deze steen
sinds het einde van de negentiende
eeuw nauwelijks meer wordt ge
wonnen.
Wat Wido heeft gedaan, is het op
stellen van richtlijnen over hoe
er met een restauratie kan wor
den omgegaan. „Compatibiliteit is
daarbij het kernwoord. Zeg maar
passendheid." Hij heeft dat onder
verdeeld in historische compatibili
teit, esthetische compatibiliteit en
technische compatibiliteit.„Het is
eigenlijk een soort bewustwor
dingslijstje voor de betrokkenen in
het proces." Bij het esthetische
punt heeft Wido bijvoorbeeld een
onderverdeling gemaakt in kleur -
nieuw en na verloop van tijd - tex
tuur, afwerking van de steen en ge
ometrie ten opzichte van het ge
bouw.
„Ik wil niet zeggen dat de gebruikte
steen niet mag afwijken, maar dat
men het zich realiseert. Soms wil
de architect juist laten zien dat er
een aanpassing is gedaan." Het
klinkt allemaal heel logisch en dat
geeft Wido ook toe, maar hij stelt
dat tot nog toe iedereen in de bouw
zijn eigen werkwijze hanteert. „El
ke aannemer doet de dingen die hij
doet volgens patronen die niet perse
verkeerd zijn. maar ik wil dat ze na
denken over hoe het anders zou
kunnen en reflecteren op uitgevoer
de projecten. Het is nog niemand zo
opgevallen." Hij denkt ook dat het
komt doordat er zoveel factoren
bij een restauratieproces betrokken
zijn. „Een architect maakt zijn keu
zes op basis van adviezen die hij
krijgt. Het blijkt lastig die adviezen
te wegen, bijvoorbeeld door de
tijdsdruk. En een steenhouwer wil
gewoon steen leveren tegen de bes
te prijs."
Ook al heeft Wido zich voor zijn
proefschrift toegespitst op de vier
bovengenoemde gebouwen, dat wil
niet zeggen dat hij geen oog heeft
voor andere gebouwen. Integen
deel. Overal waar hij komt, zal hij
het niet laten op zoek te gaan naar
sporen in de gevels van oude ge
bouwen.
En het stadhuis in Tholen laat hij
uiteraard niet buiten beschouwing.
Op zijn laptop staan diverse foto's
van het gebouw. Ook foto's van het
torentje. „Om deze te maken, heb
ik boven uit het slaapkamerraam
gehangen. Dat illustreert misschien
wel hoezeer ik gepassioneerd ben
van historische gebouwen." Daar
mee heeft hij diverse details ont
dekt. Aan de hand van een oude fo
to heeft hij bijvoorbeeld gezien dat
de pinakels pas later op de balustra
de zijn (terug)gezet. En dat de klok
ken van het carillon tegenwoordig
veel verder naar binnen hangen.
Wido kijkt ook naar de kleurver
schillen tussen de aangebrachte ma
terialen. de materiaalsoorten en hoe
een reparatie of restauratie is aan
gebracht. Hij zal niet zo snel kritiek
uiten, maar hij kan zich wel aan be
paalde toepassingen ergeren, bij
voorbeeld als hij kijkt naar het oude
stadhuis in de Hoogstraat. „Als ik
echt iets moet noemen waarvan ik
kan zeggen 'dat had nooit zo mo
gen gebeuren', dan is het dat ze op
een aantal plaatsen in de gevel met
behulp van reparatiemortel zo strak
mogelijk hebben geprobeerd te res
taureren, waardoor het originele
steenprofiel weer zichtbaar is en de
sporen van veroudering zijn uitge
wist. Dat is verloochenen van een
deel van de historie van het ge
bouw. Misschien zijn er technische
redenen voor om op deze manier
het verder verweren tegen te gaan,
maar met dit soort 'poetswerk'
wordt het er meestal niet mooier
van."
Dé beste restauratiemethode is er
volgens Wido niet. „Het zou betwe
terig klinken als ik beweer dat ik
die wel ken. We kunnen de archi
tecten van toen geen verwijten ma
ken, omdat die destijds naar de ken
nis die er toen was hebben
gehandeld." Wido gaat er daarbij
van uit dat elke architect steeds het
doel heeft gehad om het gebouw zo
goed mogelijk te conserveren.
In veel gevallen is er voor oplossin
gen gekozen die nu nog zichtbaar
zijn en afwijkingen vertonen van
het originele materiaal. Zoals grote
blokken steen op de plek van meer
dere kleine stenen, delen van deco
raties die vervangen zijn door ande
re steensoorten, zichtbaar door
kleur- en structuurverschillen. Bij
het oude Thoolse stadhuis is het bij
voorbeeld te zien aan het kalf bo
ven de entree en de blindtracerin-
gen boven de gevelopeningen.
Voor Wido zijn die afwijkingen niet
per definitie storend, maar juist in
teressant. Ze zijn onderdeel van het
gebouw geworden. „Of ik het nou
mooi of lelijk vind. doet er niet toe.
Die ingreep heeft een historische
laag aan dat gebouw meegegeven."
Van de bouwkundige hoeft het ge
bouw dus niet meer exact op het
origineel te lijken wat betreft mate
riaalgebruik en vormgeving. Hij
hoopt dat aannemers en architecten
meer oog krijgen voor de aanpass
ingen die in het verleden zijn ge
daan.
„Stel dat het oude stadhuis over
pakweg 15 jaar in de steigers staat,
dan hoop ik niet dat over een be
paalde ingreep gezegd wordt: „Dat
is lelijk, dat hakken we eruit en
doen we opnieuw." Nee. dat is een
wezenlijk onderdeel van dat ge
bouw. Ik vind niet dat je dat mag
negeren."
Aandacht voor restauraties uit het
verleden ontbreekt tot nu toe of is
er nog te weinig. Vandaar Wido zijn
onderzoek. Hij heeft tijdens zijn
studie drie jaar gewerkt als assistent
bij de afdeling restauratie en reno
vatie van de faculteit bouwkunde.
Toen hij na zijn afstuderen werk
zaam was bij Bouwradius (nu Fun-
deon, het kenniscentrum voor bouw
en infra), werd hij door de TG Delft
gevraagd het onderzoek te doen.
Zodoende is hij weer in dienst ge
komen van de universiteit.
De doelstelling van zijn onderzoek
was het evalueren van toegepaste
restauratietechnieken, kijken naar
het verleden en hiervan leren.
„Wanneer je gaat restaureren zou je
verwachten dat je gezien de speci
fieke situatie van het object je keu
zes maakt. Maar de redenen voor
de gemaakte keuzes liggen vaak
toch meer in aanvoer van steen
soorten. de beschikbaarheid, de tijd
en de mode
Zo heeft Wido ontdekt dat de keuze
voor bepaalde steensoorten gekop
peld is aan een bepaalde periode.
„Die steensoort zie je na een be
paalde periode niet meer." Zo is
voor de Grote Kerk in Tholen bij
restauratie in de jaren vijftig van de
twintigste eeuw dezelfde steensoort
gebruikt als bijvoorbeeld voor die
in Breda en Goes. Ongeveer veertig
tot vijftig jaar later was de steen
weer aan vervanging toe.
Het komt voor dat aan verschillen
de gebouwen door dezelfde archi
tect is gewerkt. Dat kan volgens
Wido ook een rol spelen bij de keu
ze voor dezelfde steensoort, maar
zeker is hij daar niet van. „Het gro
te nadeel is, dat als blijkt dat de
steen niet duurzaam genoeg is, aan
al die gebouwen hetzelfde pro
bleem ontstaat."
Wido heeft, om achter de argumen
taties te komen, in de archieven
moeten duiken, bijvoorbeeld op
zoek naar verslagen van opzichters.
Welke leveranciers er waren en bij
voorbeeld welke beeldhouwers er
bij betrokken waren. Telkens heeft
Wido antwoord gezocht op de
vraag: „Hoe zijn de betrokken men
sen tot een bepaalde keuze geko
men?"
Wido is er ook voor naar de be
treffende gebouwen gegaan om ant
woord op zijn vragen te krijgen.
„Het is een kwestie van voor het
gebouw gaan staan en gaan kijken.
Je kunt aan het materiaal zien wat
later of wat eerder is gedaan. Als ik
een restauratie zie. weet ik nog niet
direct uit welke periode het is. Dat
zoek ik op. Door te kijken naar res
tauraties leer je dingen over een ge
bouw en heb ik dingen gezien, die
anderen nog niet gezien hebben.
Bepaalde zaken waarvan werd aan
genomen dat die er altijd zo hebben
uitgezien, bleken bij een restauratie
te zijn aangepast."
BB
Energieweg 11J - 4691 SE Tholen - tel. 0166 60 93 33
www.vanhouteinterieur.nl
Advertentie I.M.
Het onderzoek van Wido Quist is uitgebracht in boekvorm. Door
deskundigen, waaronder monumentenzorgers en architecten, is
het volgens hem positief ontvangen. Nu is het zaak meer rucht
baarheid aan zijn constateringen te geven. Maar Wido vraagt
zich af in hoeverre die straks toegepast worden in de bouwwe
reld. „De vraag is altijd, wat heb je als onderzoeker voor in
vloed? Ik kan constateren, concluderen en aanbevelingen doen.
Op de implementatie heb ik weinig invloed. Wat ik probeer te
doen is steeds in gesprek blijven met betrokkenen en elke keer
dit soort dingen onder de aandacht brengen." Het proefschrift
van Wido is te downloaden via het repository van de Technische
Universiteit Delft: repository.tudelft.nl.
Het Thoolse stadhuis aan de Hoogstraat is gebouwd met Belgi
sche witte zandige kalksteen, maar is volgens Wido opvallend
okergeel in vergelijking met andere gebouwen van hetzelfde
materiaal. Hij heeft in een boekje van oud-gemeentearchivaris
Zuurdeeg gelezen dat de voorgevel tot in de negentiende eeuw
voorzien was van een verflaag. Die is rond de eeuwwisseling
verwijderd. „Vermoedelijk hebben ze daar zware oplosmiddelen
voor gebruikt en dat kan tot gevolg hebben gehad dat bepaalde
mineralen zijn gaan oxideren, waardoor de okergele kleur is ont
staan. Een proces dat ook aan de lucht plaatsvindt, maar wat
versneld is door het reinigen. Ik wil het geen wereldschokkende
ontdekking noemen, maar uiteindelijk leven we nu in 2011 en
heeft dat gebouw die geschiedenis. Die kleur is nu een wezenlijk
onderdeel van dat gebouw." Toch zijn er ook nog plekken waar
de steen wel wit is, namelijk onder de vensters. Dat is volgens
Wido het gevolg van regenval, via de afzaat loopt het water
langs de gevel, waardoor de steen schoonspoelt.
Wido Quist staat op de trap van het hordes van het oude stadhuis in Tholen. Dat gebouw is volgens hem opvallend okergeel, een kenmerk
dat zijn oorzaak waarschijnlijk in een behandeling in het verleden heeft. Onderaan de vensters is de steen door de regen schoongespoeld.
De 97-jarige A. Vos uit Oud-Vossemeer bood ds. en mevr. Reehorst als oudste lid van Rehoboth een tegeltableau aan. Tussen hen in
ouderling Kees de Korte.