Rotterdamse jongen wilde 1 keer preken, maar het werden er 1000 Houte 'Nadeel is dat aan al die gebouwen hetzelfde probleem kan ontstaan' Afscheid ds. Reehorst van Hervormde Gemeente Rehoboth Wido Quist promoveert op onderzoek naar wijze van restaureren Vrijdag 3 juni 2011 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 5 „Mensen de weg wijzen naar Jezus, dat was mijn roe ping", zei ds. J. Reehorst zondagmiddag bij zijn af scheid van de Hervormde Gemeente Rehoboth in Sint- Maartensdijk. Het was een late roeping, want Jan Reehorst werkte eerst bij het GAK en later bij het UWV voordat hij aan de studie theologie begon. Zijn wens was toen om één keer op de preekstoel te staan, maar het werden meer dan duizend preken in Friesland, Piershil en de laatste drie jaar en twee maanden in Sint-Maar tensdijk. DNA-profiel Tropenjaren Openhartig Kerkmuren triest Liturgie Profielschets Duurzaamheid Poetswerk Mooi of lelijk Evalueren cd interieur Proefschrift Wie naar het oude stadhuis in Tholen kijkt, ziet een.mid deleeuws gebouw. Als Wido Quist (34) ernaar kijkt, ziet hij ook de sporen die diverse restauraties hebben nagela ten. De oud-Tholenaar is onlangs aan de TU Delft gepro moveerd op zijn onderzoek naar de materiaalkeuze bij restauraties. Hij heeft zijn onderzoek toegespitst op de vervanging van witte Belgische zandige kalksteen, een materiaal dat ook gebruikt is voor de bouw van het oude stadhuis aan de Hoogstraat en de Grote Kerk in Tholen. Opvallend okergeel De onlangs 65 jaar geworden pre dikant gaat na een paar zware maanden met pensioen. Hij en zijn vrouw zijn van Tholen gaan hou den. zodat ze op het eiland blijven. Vanuit de pastorie in Sint-Maar tensdijk zijn ze naar Stavenisse verhuisd. Mevr. Reehorst zingt bij gemengd koor de Lofstem in Scherpenisse, ds. Reehorst bij mannenkoor DEV in Sint-Anna- land. In zijn nieuwe woonplaats ziet hij een witte vlek ten aanzien van jeugdwerk. „Ik ben bereid daar met de gemeente over te praten", zo toonde de vertrekkende predi kant zijn betrokkenheid tegenover burgemeester Nuis. Rehoboth had na het vertrek van ds. J. de Goeij en de juridische pe rikelen daar omheen een moeilijke periode achter de rug. zodat de in trede van ds. Reehorst op 30 maart 2008 zeer welkom was. „We zijn u dankbaar dat u met ons op reis wil de", zei ouderling C.J. de Korte. De kerkenraad kwam de afgelopen jaren diverse keren voor verrassin gen te staan. Dat ds. Reehorst lid werd van muziekvereniging Euter pe bijvoorbeeld, maar na een paar repetities was dat al over. Ook de dieren wisselden nogal eens in de pastorie, door de predikant her dershut genoemd. Dan was het een hond. dan een poes en vervolgens weer een hond. Ook de vele mail adressen vielen op. maar de groot ste verrassing - aldus ouderling De Korte - was wel dat de predikant en zijn vrouw op Tholen blijven wonen. „Er wordt de laatste maan den veel over het Thools DNA ge schreven. dus past u wel in dat pro fiel? In de kerk had u in elk geval met een bont gezelschap te ma ken." De Korte was blij dat ds. Reehorst na een werkzaam leven van 50 jaar toch nog bij Rehoboth betrokken blijft. Niet alleen als lid, maar ook voor het verrichten van pastoraal werk. Als herinnering kreeg de pre dikant een tegeltableau mee, ge maakt door mevr. Plaisier. Het ta bleau beeldt de doop uit, huwelijk en avondmaal, maar ook het kruis als teken van afscheid en hoop. De 97-jarige A.Vos uit Oud-Vosse meer, het oudste gemeentelid van Rehoboth, bood het tegeltableau aan. Ook voor de jongste belangstellen den in Haestinge was er een rol, want twee kleinkinderen van ds. Reehorst zongen het Onze Vader. Een ontroerend moment voor de vertrekkende predikant. „Dit is ook een mijlpaal in je leven", zei mevr. Reehorst, die samen met vier kin deren en drie kleinkinderen 'Wat de toekomst brengen moge' zong. .Je wens om als predikant te gaan werken, was groot toen we in 1968 trouwden. Maar het studeren naast het werken bleek heel moeilijk. Je vast vertrouwen in God die je heeft geroepen, was echter groot. In drie gemeenten heb je mogen werken en daar zijn vele vriendschappen ontstaan. Dit is dan ook een af scheid met veel dankbaarheid", al dus mevr. Reehorst. ,Je verstond mijn roeping beter dan ikzelf", zei de predikant. „Het waren tropenjaren, want ik wilde alles perfect doen. Ik ben geen ge makkelijk mens. Bij nacht en ontij heb ik mensen bijgestaan en mijn kinderen misschien wel tekort ge daan. Waar deed ik het allemaal voor?", zo vroeg ds. Reehorst zich af met Petrus, die zich in Marcus 10 ten opzichte van Jezus beklaag de dat hij en zijn mede-discipelen alles hadden prijsgegeven. „Om in een goed blaadje bij Jezus te ko men? Omdat Hij lintjes uitdeelt? Net zoals de discipelen laat ik mijn vrouw ook vaak moeilijke karwei tjes opknappen. Waarom zo lang studeren en je familie, vrienden en hobby's verwaarlozen? Dominees laten niet alles achter, ze krijgen een salaris en een pastorie, al is het voor jonge predikanten met kinde ren geen vetpot. Ik moest gewoon gehoor geven aan Zijn oproep en Jezus volgen. Waarom ik het deed. kreeg ik via een brief van een vrouw uit Friesland duidelijk: om je zorgen bij Jezus te brengen en ze ook daar te laten. Mensen de weg wijzen naar Jezus, dat was mijn roeping. Sommigen willen van de boodschap en de persoon van Jezus niets weten, maar je hebt er alles voor over om erover te vertellen. Ook over de Schepping als kunst werk van God. Ik ben dankbaar dat God mij in Zijn dienst wilde ge bruiken en dat Jezus mijn verlosser wilde zijn. Dus geen gemier over vertalingen en zangbundels maar: stel uw vertrouwen op de Here Je zus en gij zult behouden worden. Gij en uw huis." Consulent ds. Scheurwater uit Oud-Vossemeer vond dat zijn col lega vrij openhartig over zijn amb telijk werk sprak. „Veel theolo giestudenten hebben inderdaad de wens om één keer te preken en nu ik predikant ben. heb ik de wens om één keer per jaar krachtig van uit de hoogte en de diepte te preken en de eigen dingen te overwinnen. Dat is zalig voor de gemeente en je gezin." Nu ds. Reehorst in de Thoolse velden van Efrata blijft wonen, kreeg hij van de <jonsulent vanuit 1 Petrus 5 de oproep mee om een ambtsdrager aller gelovi gen te zijn in het gewone, dagelijks leven. Burgemeester Nuis zag tot zijn grote vreugde in Haestinge verte genwoordigers van verschillende kerkgenootschappen. „De kerkelij ke plaat is hier grotendeels aanwe zig." Het echtpaar Nuis kerkt zelf bij Rehoboth, maar nu sprak de burgemeester namens b. en w. en de gemeenteraad. „De kerk is on derdeel van onze samenleving en bevordert de gemeenschapszin, dus moet de overheid vanmiddag bij deze afscheidsdienst zijn. De kerk is een baken in de Nederlandse sa menleving. die op hol slaat en waar de tegenstellingen toenemen. Ik hoop dat de kerk als bruggenbou wer kan fungeren om ook jongeren aan te spreken. We mogen mensen immers niet aan hun lot overla ten." Op 29 april had de burgemeester nog een koninklijke onderschei ding uitgereikt aan ds. Reehorst en hem toen ook uitgebreid toegespro ken over zijn verdiensten voor het camping- en doven pastoraat in het Rotterdamse. „Lid worden in de orde van Oranje-Nassau is niet voor iedereen weggelegd, want dat gebeurt op grond van menselijke criteria. De onderscheidingen van koning Jezus liggen echter voor elk mens klaar." De burgemeester zei dat ds. Ree horst zich in Sint-Maartensdijk snel had aangepast en grote betrok kenheid had getoond. „Stervensbe geleiding en de nazorg vroegen veel van u. God richt ons op en kan van een fout een succes maken. Ik wens u geen succes, maar Gods ze gen toe", aldus burgemeester Nuis, die het ontroerend vond hoe groot en klein ds. Reehorst toezongen. ,Je was als predikant zorgvuldig met je gemeente bezig", zei ds. F. van IJsseidijk uit Haamstede, die namens de classis Zierikzee sprak. „Geen hoogdravende preken, maar woorden in het hart van een Rotter damse jongen. Je hart lag ook bij het pastoraat. Plicht, gehoorzaam heid, liefde stonden voorop. Als de Heere mij roept, dan heb ik te gaan, vond je. Je was geen liefheb ber van vergaderingen en notulen. Het ging je om de mensen. Samen met je kritische vrouw heb je die nend bezig mogen zijn. En dat mag doorgaan, want het brengen van mensen bij de Heere stopt niet met dit afscheid. Geniet van je interes ses, je studie, kinderen en kleinkin deren op jullie verdere wegen, waarbij ik je beiden veel zegen toe wens." Ds. Reehorst bevestigde een ont zettende hekel aan vergaderen te hebben. „Dat kon me nooit te kort duren. In de kerkenraadsvergade ringen dacht ik wel eens: hoeveel bezoeken hadden we nu niet kun nen afleggen?" Toch was het een goede periode. „Er waren wel eens meningsver schilletjes, maar zonder boos te blijven zijn we steeds in vrede uit elkaar gegaan. Ik heb graag dat men over kerkmuren heen kijkt, want die kerkmuren vind ik zo triest. Dat heeft de Heere Jezus nooit zo gewild." Ds. Reehorst had in de 3 jaar en 2 maanden dat hij in Sint-Maartens dijk werkte, veel mooie dingen meegemaakt, maar ook nogal wat verdrietige zaken. ,Je ziet telkens die gezichten die er niet meer zijn." De vertrekkende predikant sprak de hoop uit, dat de vacatures in de kerkenraad snel vervuld worden, want in mei namen drie leden af scheid omdat hun ambtstermijn er op zat. Tenslotte dankte hij God. „Die riep mij als Zijn dienaar." Na de dienst vormde zich een lange rij met belangstellenden om ds. en mevr. Reehorst de hand te drukken. In de foyer van Haestinge was er nog koffie, thee of frisdrank. Even als destijds de intrede was de af scheidsdienst in het gemeenschaps centrum omdat het kerkgebouw aan de Westvest te klein is voor zo veel gasten naast de eigen gemeen teleden. De afscheidspreek vari ds. Reehorst was uit Fillippen- zen 127b: Dat gij vaststaat in één geest, één van ziel medestrijdende voor het ge loof aan het evangelie. Ook uit Marcus 10 was er nog een Schriftlezing. De samenzang uit Psalm 27 en de Gezangen 14, 463, 483, 479 en 430 uit het Liedboek werden begeleid door organist Maddy Hage. Vier jonge blazers op saxo foon en (blok)fluit kregen begeleiding van organist Lian Uijl. De kerkenraad van de 934 leden tellende Hervormde Gemeente Rehoboth gaat op zoek naar een opvolger van ds. Reehorst. Consulent ds. Scheurwater uit Oud-Vossemeer gaat de kerken raad daarin begeleiden. Wat badinerend ging hij in op de profiel schetsen die je soms leest als er een nieuwe predikant nodig is: Gevoel voor humor, gemakkelijk in de omgang, enz. „Ik hoop dat u een ander profiel maakt. Iemand die de hoogte, breedte en diepte van de Bijbel uitlegt. Een man ook van gebed. Dan hebt u een goede profielschets", aldus consulent Scheurwater. Ds. Van IJsseidijk zei namens de classis Zierikzee dat de Her vormde Gemeente Rehoboth niet hoeft te wanhopen. „Leg uw zorgen in het gebed voor aan de Vader in de naam van Jezus. Daarin zit het vertrouwen bij het bidden om een nieuwe predi kant. Gods zegen in de vacante periode." Doctor ingenieur Wido Quist woont sinds hij in 1995 bouwkunde ging studeren in Delft. Hij is afgestu deerd in de richtingen architectuur en bouwtechnologie en is nu als on derzoeker en docent verbonden aan de afdeling RMIT van de universi teit aldaar. Ook is hij inmiddels ge trouwd en vader van drie piepjonge dochters. Wido is geboren en opgegroeid in de woning naast het Thoolse stad huis, een gebouw dat - toevallig - past in het onderwerp van zijn on derzoek. Maar hij heeft het niet specifiek onderzocht. De kern van zijn studie wordt gevormd door vier andere gebouwen: de Onze-Lieve- Vrouwekerk te Breda, de Maria Magdalenakerk te Goes, de Grote Kerk te Dordrecht en het stadhuis in Gouda. Deze gebouwen hebben als overeenkomst dat ze in het ver leden aan twee of drie restauratie campagnes zijn onderworpen. En ze zijn evenals het Thoolse stadhuis en de Grote Kerk voor een belang rijk deel gebouwd in de late Mid deleeuwen. Ook is er bij de bouw gebruikt gemaakt van witte Belgi sche zandige kalksteen. De keuze voor die steensoort als onderwerp voor zijn proefschrift is een handvat. „Ik heb het opgehan gen aan dat materiaal, maar het had ook iets anders kunnen zijn. Bij voorbeeld hout of baksteen." De zandige kalksteen, vaak Lede of Balegemse steen genoemd werd in de veertiende, vijftiende en zestien de eeuw veel gebruikt in zuidwest Nederland vanwege de aanvoer over de rivier de Schelde. Wanneer de gebouwen gerestau reerd moesten worden, Wido richtte zich op de laatste 150 jaar, werd vaak gekozen voor een ander res tauratiemateriaal dan de originele zandige kalksteen. Wido heeft zich gebogen over de vraag waarom. „Ik heb me in mijn onderzoek gericht op het proces en de redenen die ge bruikt werden - en nog steeds wor den - om voor vervangende steen soorten te kiezen." Wido is erachter gekomen dat ver schillende factoren een rol spelen in de materiaalkeuze. „Het blijkt dat er bij heel veel restauraties maar naar een beperkt aantal kenmerken wordt gekeken, zoals bijvoorbeeld kleur en tegenwoordig veelal duur zaamheid." Hij veroordeelt die keu zes niet per definitie. „Ik kan niet zeggen: die steensoort moet je nooit meer toepassen en die wel." Geld is ook van grote invloed, daarom wordt vaak gekozen voor materiaal dat lang meegaat, maar ook de tijdsgeest en leveranciers zijn van invloed. Dat er niet meer gekozen wordt voor de originele zandige kalksteen komt omdat deze steen sinds het einde van de negentiende eeuw nauwelijks meer wordt ge wonnen. Wat Wido heeft gedaan, is het op stellen van richtlijnen over hoe er met een restauratie kan wor den omgegaan. „Compatibiliteit is daarbij het kernwoord. Zeg maar passendheid." Hij heeft dat onder verdeeld in historische compatibili teit, esthetische compatibiliteit en technische compatibiliteit.„Het is eigenlijk een soort bewustwor dingslijstje voor de betrokkenen in het proces." Bij het esthetische punt heeft Wido bijvoorbeeld een onderverdeling gemaakt in kleur - nieuw en na verloop van tijd - tex tuur, afwerking van de steen en ge ometrie ten opzichte van het ge bouw. „Ik wil niet zeggen dat de gebruikte steen niet mag afwijken, maar dat men het zich realiseert. Soms wil de architect juist laten zien dat er een aanpassing is gedaan." Het klinkt allemaal heel logisch en dat geeft Wido ook toe, maar hij stelt dat tot nog toe iedereen in de bouw zijn eigen werkwijze hanteert. „El ke aannemer doet de dingen die hij doet volgens patronen die niet perse verkeerd zijn. maar ik wil dat ze na denken over hoe het anders zou kunnen en reflecteren op uitgevoer de projecten. Het is nog niemand zo opgevallen." Hij denkt ook dat het komt doordat er zoveel factoren bij een restauratieproces betrokken zijn. „Een architect maakt zijn keu zes op basis van adviezen die hij krijgt. Het blijkt lastig die adviezen te wegen, bijvoorbeeld door de tijdsdruk. En een steenhouwer wil gewoon steen leveren tegen de bes te prijs." Ook al heeft Wido zich voor zijn proefschrift toegespitst op de vier bovengenoemde gebouwen, dat wil niet zeggen dat hij geen oog heeft voor andere gebouwen. Integen deel. Overal waar hij komt, zal hij het niet laten op zoek te gaan naar sporen in de gevels van oude ge bouwen. En het stadhuis in Tholen laat hij uiteraard niet buiten beschouwing. Op zijn laptop staan diverse foto's van het gebouw. Ook foto's van het torentje. „Om deze te maken, heb ik boven uit het slaapkamerraam gehangen. Dat illustreert misschien wel hoezeer ik gepassioneerd ben van historische gebouwen." Daar mee heeft hij diverse details ont dekt. Aan de hand van een oude fo to heeft hij bijvoorbeeld gezien dat de pinakels pas later op de balustra de zijn (terug)gezet. En dat de klok ken van het carillon tegenwoordig veel verder naar binnen hangen. Wido kijkt ook naar de kleurver schillen tussen de aangebrachte ma terialen. de materiaalsoorten en hoe een reparatie of restauratie is aan gebracht. Hij zal niet zo snel kritiek uiten, maar hij kan zich wel aan be paalde toepassingen ergeren, bij voorbeeld als hij kijkt naar het oude stadhuis in de Hoogstraat. „Als ik echt iets moet noemen waarvan ik kan zeggen 'dat had nooit zo mo gen gebeuren', dan is het dat ze op een aantal plaatsen in de gevel met behulp van reparatiemortel zo strak mogelijk hebben geprobeerd te res taureren, waardoor het originele steenprofiel weer zichtbaar is en de sporen van veroudering zijn uitge wist. Dat is verloochenen van een deel van de historie van het ge bouw. Misschien zijn er technische redenen voor om op deze manier het verder verweren tegen te gaan, maar met dit soort 'poetswerk' wordt het er meestal niet mooier van." Dé beste restauratiemethode is er volgens Wido niet. „Het zou betwe terig klinken als ik beweer dat ik die wel ken. We kunnen de archi tecten van toen geen verwijten ma ken, omdat die destijds naar de ken nis die er toen was hebben gehandeld." Wido gaat er daarbij van uit dat elke architect steeds het doel heeft gehad om het gebouw zo goed mogelijk te conserveren. In veel gevallen is er voor oplossin gen gekozen die nu nog zichtbaar zijn en afwijkingen vertonen van het originele materiaal. Zoals grote blokken steen op de plek van meer dere kleine stenen, delen van deco raties die vervangen zijn door ande re steensoorten, zichtbaar door kleur- en structuurverschillen. Bij het oude Thoolse stadhuis is het bij voorbeeld te zien aan het kalf bo ven de entree en de blindtracerin- gen boven de gevelopeningen. Voor Wido zijn die afwijkingen niet per definitie storend, maar juist in teressant. Ze zijn onderdeel van het gebouw geworden. „Of ik het nou mooi of lelijk vind. doet er niet toe. Die ingreep heeft een historische laag aan dat gebouw meegegeven." Van de bouwkundige hoeft het ge bouw dus niet meer exact op het origineel te lijken wat betreft mate riaalgebruik en vormgeving. Hij hoopt dat aannemers en architecten meer oog krijgen voor de aanpass ingen die in het verleden zijn ge daan. „Stel dat het oude stadhuis over pakweg 15 jaar in de steigers staat, dan hoop ik niet dat over een be paalde ingreep gezegd wordt: „Dat is lelijk, dat hakken we eruit en doen we opnieuw." Nee. dat is een wezenlijk onderdeel van dat ge bouw. Ik vind niet dat je dat mag negeren." Aandacht voor restauraties uit het verleden ontbreekt tot nu toe of is er nog te weinig. Vandaar Wido zijn onderzoek. Hij heeft tijdens zijn studie drie jaar gewerkt als assistent bij de afdeling restauratie en reno vatie van de faculteit bouwkunde. Toen hij na zijn afstuderen werk zaam was bij Bouwradius (nu Fun- deon, het kenniscentrum voor bouw en infra), werd hij door de TG Delft gevraagd het onderzoek te doen. Zodoende is hij weer in dienst ge komen van de universiteit. De doelstelling van zijn onderzoek was het evalueren van toegepaste restauratietechnieken, kijken naar het verleden en hiervan leren. „Wanneer je gaat restaureren zou je verwachten dat je gezien de speci fieke situatie van het object je keu zes maakt. Maar de redenen voor de gemaakte keuzes liggen vaak toch meer in aanvoer van steen soorten. de beschikbaarheid, de tijd en de mode Zo heeft Wido ontdekt dat de keuze voor bepaalde steensoorten gekop peld is aan een bepaalde periode. „Die steensoort zie je na een be paalde periode niet meer." Zo is voor de Grote Kerk in Tholen bij restauratie in de jaren vijftig van de twintigste eeuw dezelfde steensoort gebruikt als bijvoorbeeld voor die in Breda en Goes. Ongeveer veertig tot vijftig jaar later was de steen weer aan vervanging toe. Het komt voor dat aan verschillen de gebouwen door dezelfde archi tect is gewerkt. Dat kan volgens Wido ook een rol spelen bij de keu ze voor dezelfde steensoort, maar zeker is hij daar niet van. „Het gro te nadeel is, dat als blijkt dat de steen niet duurzaam genoeg is, aan al die gebouwen hetzelfde pro bleem ontstaat." Wido heeft, om achter de argumen taties te komen, in de archieven moeten duiken, bijvoorbeeld op zoek naar verslagen van opzichters. Welke leveranciers er waren en bij voorbeeld welke beeldhouwers er bij betrokken waren. Telkens heeft Wido antwoord gezocht op de vraag: „Hoe zijn de betrokken men sen tot een bepaalde keuze geko men?" Wido is er ook voor naar de be treffende gebouwen gegaan om ant woord op zijn vragen te krijgen. „Het is een kwestie van voor het gebouw gaan staan en gaan kijken. Je kunt aan het materiaal zien wat later of wat eerder is gedaan. Als ik een restauratie zie. weet ik nog niet direct uit welke periode het is. Dat zoek ik op. Door te kijken naar res tauraties leer je dingen over een ge bouw en heb ik dingen gezien, die anderen nog niet gezien hebben. Bepaalde zaken waarvan werd aan genomen dat die er altijd zo hebben uitgezien, bleken bij een restauratie te zijn aangepast." BB Energieweg 11J - 4691 SE Tholen - tel. 0166 60 93 33 www.vanhouteinterieur.nl Advertentie I.M. Het onderzoek van Wido Quist is uitgebracht in boekvorm. Door deskundigen, waaronder monumentenzorgers en architecten, is het volgens hem positief ontvangen. Nu is het zaak meer rucht baarheid aan zijn constateringen te geven. Maar Wido vraagt zich af in hoeverre die straks toegepast worden in de bouwwe reld. „De vraag is altijd, wat heb je als onderzoeker voor in vloed? Ik kan constateren, concluderen en aanbevelingen doen. Op de implementatie heb ik weinig invloed. Wat ik probeer te doen is steeds in gesprek blijven met betrokkenen en elke keer dit soort dingen onder de aandacht brengen." Het proefschrift van Wido is te downloaden via het repository van de Technische Universiteit Delft: repository.tudelft.nl. Het Thoolse stadhuis aan de Hoogstraat is gebouwd met Belgi sche witte zandige kalksteen, maar is volgens Wido opvallend okergeel in vergelijking met andere gebouwen van hetzelfde materiaal. Hij heeft in een boekje van oud-gemeentearchivaris Zuurdeeg gelezen dat de voorgevel tot in de negentiende eeuw voorzien was van een verflaag. Die is rond de eeuwwisseling verwijderd. „Vermoedelijk hebben ze daar zware oplosmiddelen voor gebruikt en dat kan tot gevolg hebben gehad dat bepaalde mineralen zijn gaan oxideren, waardoor de okergele kleur is ont staan. Een proces dat ook aan de lucht plaatsvindt, maar wat versneld is door het reinigen. Ik wil het geen wereldschokkende ontdekking noemen, maar uiteindelijk leven we nu in 2011 en heeft dat gebouw die geschiedenis. Die kleur is nu een wezenlijk onderdeel van dat gebouw." Toch zijn er ook nog plekken waar de steen wel wit is, namelijk onder de vensters. Dat is volgens Wido het gevolg van regenval, via de afzaat loopt het water langs de gevel, waardoor de steen schoonspoelt. Wido Quist staat op de trap van het hordes van het oude stadhuis in Tholen. Dat gebouw is volgens hem opvallend okergeel, een kenmerk dat zijn oorzaak waarschijnlijk in een behandeling in het verleden heeft. Onderaan de vensters is de steen door de regen schoongespoeld. De 97-jarige A. Vos uit Oud-Vossemeer bood ds. en mevr. Reehorst als oudste lid van Rehoboth een tegeltableau aan. Tussen hen in ouderling Kees de Korte.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2011 | | pagina 5