'Seizoen is maar kort, je moet vangen watje vangen kunt'
Tholenaren Johan en Wim Schot vissen gedurende drieënhalve maand elke dag kreeft op Oosterschelde
'Slapende vergunningen'
Vrijdag 3 juni 2011 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 13
Helemaal zeker zijn ze er niet van. Zullen ze wel wat
vangen vandaag? Het is altijd een verrassing voor
kreeftvissers Wim (37) en Johan (44) Schot uit Tholen.
De neven controleren in het kreeftenseizoen, dat van 1
april tot en met 15 juli loopt, dagelijks hun fuiken.
Daar zit iedere keer wel wat in, maar die vangst is niet
altijd geschikt. Als er een kreeft in zit, moet die aan de
maat zijn: minstens 8,7 cm. Anders gaat hij terug het
water in. Dat gebeurt sowieso met krabben, garnaal
tjes, knorhaantjes en kilo's zeewier. We varen een
stukje met de mannen mee op de Oosterschelde, in de
Tholen 23.
Kubben en fuiken
Geen aaseters
Elastiek
Handwerk
Veilingprijs
Knopen met tanden
Wim en Johan zijn lid van de federatie van beroepsvissers. Bin
nen de beroepsgroep wordt veel gedaan aan het stimuleren van
duurzaam beheer van de visserij en er wordt gekeken waar er
verbeteringen te behalen zijn. Er zijn op de Oosterschelde zo'n
30 40 kreeftenvissers actief, maar volgens Wim heeft het Rijk
wel 80 vergunningen uitgegeven. ,,Dat is het probleem. Als die
allemaal actief worden, vis je over de markt." Om daar wat aan
te doen, zit Wim in de zogeheten reductiewerkgroep van de be
roepsfederatie. ,,We willen de slapende vergunningen uitkopen
om zo een gezonde kreeftenvisserij te houden."
Dat betekent vroeg uit de veren
voor de verslaggever. Zeven uur
vertrek vanaf de Bergsediepsluis.
„Je treft het met zulk weer. Anders
is er niet zoveel aan", laat Wim we
ten. Het is nagenoeg windstil en de
weersvoorspellingen beloven een
zonnige en warme dag. De lucht
voelt zacht aan. maar het is zo 's
morgens vroeg nog geen tijd voor
een korte broek. Het is immers een
open bootje, zonder kajuit, dus
schuilen voor wind. water of kou is
er niet bij.
Wim en Johan kiezen voor een wa
terdichte gele outfit: een tuinbroek
model. Ze kleden zich om bij hun
auto. Verdere bagage: een enorme
emmer met zo'n 40 kilo visafval,
bedoeld als aas. Meestal zijn het
zalmkoppen, maar het kan van alles
zijn, zegt Wim. Ze halen het bij de
visboer waar ze straks ook hun
vangst weer afleveren, vishandel
J.C. Schot in Tholen. Die emmer
gaat soms in één dag al helemaal
op, een andere keer gaat die een
paar dagen mee.
De paling- en kreeftensloep Tholen
23 ligt afgemeerd naast de Tholen
4, een mosselkotter. Johan en Wim
varen met het laatste schip in een
firma, samen met neef Daan Schot
en Arthur Oostinga. Op de Tholen
23 varen ze meestal met zijn
tweeën, maar als de één op de mos
selkotter meegaat, alleen, en van
gen ze naast kreeft ook paling.
Het vissersbloed vloeit door hun
aderen. Hun vaders en opa's hebben
ook altijd gevist. Ze hebben er nooit
aan getwijfeld of ze in hun voetspo
ren zouden treden. De liefde voor
het vak heeft hen in de ban. „Het is
het water hé? De afwisseling, het is
altijd wat anders. Je weet nooit wat
je vangt", zegt Johan. Het mooiste
van zijn beroep? „Dat je met zulk
weer je dag op het water kan door
brengen. En de vrijheid die je hebt.
Je bent elke dag in de natuur."
Op de steiger komen ze andere
vroege vogels tegen. Zoals Thole-
naar Arie Schot, die komt kijken
hoe het met zijn kreukels staat die
hij in een mand onder de steiger in
het water bewaart.
De neven hebben fuiken in visvak-
ken die ze huren van het waterschap
en het Rijk. Ze liggen vlak onder de
dijk, vanaf de duiklocatie bij Tholen
tot net voor Gorishoek. bij de oude
vuilnisbelt. „Ik zeg altijd: in de kom
van de Oosterschelde", zegt Wim.
Voor paling hebben ze ook fuiken
richting het Marollegat bij Rilland.
Ze hebben twee soorten fuiken: ge
wone voor ondieper water en kub
ben, met ringen voor dieper water.
Kreeften zijn eigenlijk geen aaseters, maar ze komen op de
geur van de vis af. Vette vis doet het daarbij het beste. De die
ren zitten overdag in een hol en komen er 's nachts uit, op zoek
naar iets te eten. Het zijn prachtige dieren om te zien als je alle
details bestudeert. De Oosterscheldekreeften zijn over het al
gemeen bruinrood van kleur. Ze hebben hele lange voelsprie
ten, haast zo lang als hun lijf. Joekels van scharen, hoe groter
het lijf, hoe groter de schaar. Sommigen zijn wel eens een
schaar kwijtgeraakt. Dat is geen probleem, er groeit altijd een
nieuwe aan. Maar het is te zien aan het verschil aan grootte
tussen de scharen. Aan de onderkant heeft de kreeft allerlei
kartelachtige haartjes. En hun schild bestaat uit diverse seg
menten, zo kunnen ze hun lijfje bewegen. Maar echt snel en le
nig zijn ze niet.
vervolgens staan zowel Johan en
Wim met een touw van een fuik
tussen hun tanden om het weer
dicht te knopen. „Je kunt ze ook
tussen je knieën houden, maar dan
sta je zo onnatuurlijk", verklaart
Wim het gebruik van de tanden. Ze
maken altijd een platte knoop met
twee rechtse steken, zodat die weer
makkelijk los te halen is.
Helaas hebben stropers daar ook
profijt van. „Als het mooi weer is,
gaan er weer meer mensen met een
bootje varen. Als ze dan dicht langs
een jol varen, kunnen sommigen
het niet laten even te kijken wat er
in zit." Het isJicit een schadepost
voor de kreeftenvissers. Maar die
hopen altijd maar dat alleen de
vangst wordt meegenomen (liever
niet natuurlijk), en niet de fuiken,
want dan zijn ze zo 500 euro lich
ter.
De Oosterschelde is hun werkge
bied. Ook voor de mossels. Ze heb
ben sinds twee jaar mosselzaadin-
vanginstallaties (mzi's) in de
Oosterschelde. .jvleest Zinloze In
vestering noem ik die. Tot nu toe
hebben ze alleen nog maar geld ge1
kost. Of het onze redding is, moet
nog blijken", zegt Wim. Volgend
jaar kunnen ze er de eerste mossels
van oogsten. Nu varen ze ook nog
naar de Waddenzee om mosselzaad
te vangen.
Beide vissers hebben kinderen,
maar die zien ze nog niet zo gauw
in het bedrijf komen. Johan: „Ik
heb een zoon van zestien, maar ik
weet niet of die gaat vissen." Wim:
„Mijn kinderen zijn nog te jong.
maar ze staan nog niet te springen.
Het is ook al jaren een moeilijk
verhaal met visserij." Toch zijn zo
wel Wim als Johan positief over de
toekomst van de visserij. Volgens
Wim gaat het de laatste jaren beter
met het palingbestand en op kreeft
denkt hij ook wel tot aan zijn pen
sioen te kunnen vissen. Zelf pleit
hij dan ook voor duurzaam beheer.
„Als je kreeft goed beheert door al
leen de exemplaren te vangen die
aan de maat zijn, dan is het een
kwestie van kweken. Als je buiten,
de extreme natuurverschijnselen
rekent - in een strenge winter vrie
zen ze dood - kun je die kreeften
nooit uitroeien."
Bijzondere vangsten hebben ze zel
den, zo hebben ze nog nooit een
blauwe kreeft gevangen. Wim:
„Die vang je bijna nooit, want die
leven in diepe wateren." Wel had
den ze pas een gele kreeft te pak
ken. Dat is een zandkleurig exem
plaar, die ook op grotere dieptes
leeft. Hun grootse vangst was er
eentje van 3,8 kilo. Die hebben ze
niet opgemeten, omdat ze meteen
wisten dat die ruim voldoende aan
de maat was.
Eindelijk hebben ze nu ook een
grote te pakken. Eentje van mis
schien wel 15 a 2 kilo. Met grote
scharen. Johan en Wim pakken de
kreeften op bij hun lijfje, achter de
scharen dus. Met die scharen doet
geen enkele kreeft, die nu wordt
gevangen, iets. Enkele exemplaren
krullen hun staart en klappen er
driftig mee tegen hun onderlijf. Zo
kunnen ze ook achteruit bewegen.
Johan: .Ze zijn feller als het water
wat warmer wordt. Nu valt het wel
mee."
Ze hebben allebei al wel eens een
vinger tussen één van de scharen
gehad. „Niet zo'n prettig gevoel,
zegt Johan. Hij klemt de kreeft met
zijn lijf tussen zijn knie en de bo
venkant van het opbergluik en pakt
een schaar vast. Hij draait er be
hendig een postelastiek om. Ande
re schaar ook en Klaar- Tegenspar
telen is er niet bij. Zo beschadigen
ze elkaar niet en zijn ze weer mak
kelijker te pakken. Zielig dat ze
straks de pan ingaan? Johan: „Wij
leveren alles levend. Als je visser
bent en je vindt het zielig voor de
vis, dan wordt het natuurlijk moei
lijk."
Heel soms nemen ze wel eens een
kreeft mee om thuis op te eten.
Maar vaker een paling of mossels.
Wim: „Een paling vind ik lekker
der dan een kreeftje. als ik eerlijk
ben. Kreeft is wel lekker, maar je
moet ervan houden."
De neven Johan voorgrond) en Wim Schot uit Tholen vissen samen op kreeft in de sloep TH23.
Wim meet een kreeft op. Deze is met 8,7 cm precies aan de maat.
De kubben zijn het meest geschikt
om kreeft te vangen, zegt Wim. Die
staan open. De kreeften lopen er
dan makkelijk in, maar ze kunnen er
niet meer uit.
Wim zit vandaag aan het roer en Jo
han haalt de fuiken uit het water,
een andere keer is het andersom. Ze
zijn op elkaar ingespeeld, hoeven
weinig tegen elkaar te zeggen, want
ze weten wat er moet gebeuren.
Het sloepje heeft een motor, een
dieptemeter, een hogedrukspuit om
de netten schoon te spuiten en het
hydraulische takelsysteem. Maar
voor de rest is het beroep nog hand
werk, en gebeurt het vissen net als
eeuwen geleden.
De grootste vangst is 'vuulte': lange
groene draden van zeewier. Er zit
ten er kilo's van in de netten. Ook al
weegt de fuik enorm, het is altijd
maar de vraag wat er boven water
komt. Het is elke keer hopen op een
paling of kreeft tussen alle bij-
Wim heeft zo'n exemplaar vast.
Vrijwel heel haar onderlijfje zit vol
met eitjes, rijendik. Dat vrouwtje
gaat terug het water in.
Eigenlijk weten ze meteen welke
exemplaren er te klein zijn en welke
groot genoeg. Alleen de twijfelge
vallen gaan onder de meetlat. Wim
heeft er eentje van precies 8,7 cm.
Die zijn er begin april nog volop. Ze
zijn dan net verschaald, wat wil
tussen zit. Of het aan de aanwezig
heid van de verslaggever ligt of
niet, maar deze keer is het niet al te
best. Aan de einde van de dag heb
ben Wim en Johan zo'n 30 kreeften
om af te leveren bij de visboer.
„Niet echt super", zegt Wim. De
prijs die ze daarvoor krijgen is ge
baseerd op de veilingprijs. Die
wordt steeds lager naarmate het sei
zoen vordert. Een kwestie van
marktwerking: hoe groter het aan
bod, hoe lager de prijs.
Dit jaar begon het seizoen een tien-
Met het touw van de fuik tussen de tanden, knopen Wim en Johan de netten weer dicht.
De scharen van een kreeft kunnen verschillen in grootte. Als ze er eentje verliezen, groeit er altijd een nieuwe aan.
Wim praat het meest. Johan is wat
stiller. De sloep maakt koers rich
ting een jol, een vlaggetje op een
drijfvaatje om de fuiken te marke
ren. TH23 staat er op de vlag. Zo
weten ze dat het hun fuik is.
Johan haalt de jol uit het water. Er
zit een lang touw aan dat hij over
een nettenrol gooit die op hydrau-
liek werkt. Zo is het minder zwaar
om de fuiken uit het water te trek
ken en is het mogelijk om het in je
eentje te doen. Dat is het verschil
met vroeger: de moderne techniek.
vangst, zoals krabben en allerlei an
dere zeediertjes.
De fuik wordt geleegd in een bak.
De paling en de kreeft wordt eruit
gehaald en overgedaan in een ande
re bak. Daar worden ze op maat
gesorteerd. De kleine exemplaren
gaan direct terug het water in. De
paling die de juist maat heeft, gaat
in de beun, een waterreservoir on
der een luik in het bootje. De grote
kreeften worden eerst omgedraaid
voor ze worden gemeten, om te kij
ken of ze geen eitjes bij zich dragen.
zeggen dat ze zich een nieuw jasje
hebben aangemeten. Verder in het
seizoen zijn ze al meer gegroeid. De
kreeften zijn ook actiever met war
mer weer om op zoek te gaan naar
voedsel. De kans op een kreeft in de
fuik is daarom dan ook groter. Toch
beginnen de Schotten al meteen aan
het begin van het seizoen met vis
sen. „Het seizoen is maar kort, dus
je moet vangen wat je vangen
kunt", zegt Wim.
Soms hebben ze al diverse fuiken
gelicht, zonder dat er iets geschikts
tje lager dan in 2010. De prijs voor
een kilo kreeft startte dit seizoen op
21.50 euro. Dat komt volgens Wim
omdat het al vroeg in het jaar warm
was. Dan zijn er al meer kreeften
aan het begin van het seizoen, want
dan zijn ze eerder actief. „Een kou
de start, betekent automatisch een
leuke prijs."
Als een fuik is geleegd, gaat er
weer een aantal stukken vis in en
Johan
De Schotten vissen op kreeft in de kom van de Oosterschelde. Zo ook op de duiklocatie bij de
Bergsediepsluis
laat de meterslange fuik terug het water in, voorzien van stukken aas.
Wim zit aan het roer, terwijl Johan de fuiken binnenhaalt. De neven wisselen elkaar per
keer af.
4