'Bijen nuttig voor bestuiven van bloemen
maar ook voor opsporen explosieven'
www.ondernemendoejesamen.nl
Barth staat aan
de kiem van uw bedrijf
Ofté tem étmt om a Urn!
GEBR. DIJKE
W. Brons b.v.
1
ff j
BS
1
accountants, bedrijfs- en organisatie adviseurs
LandoourcbUiai
Studieclub voor groente- en bloemzaadteelt in Sint-Annaland
Qgraan- en kunstmesthandel
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Donderdag 10 maart 2011
Ba
55-
f_r*r?
BARTH
Molendijk 96
Postbus 5150
3295 ZH's-Gravendeel
Tel.+31 (0)786733300
Fax +31(0)786734700
www.barthdrainage.nl
Dierenartspraktijk Eiland Tholen
Bijen zijn niet alleen meesters in het bestuiven van bloemen, planten en fruitbomen, ze kunnen worden
getraind op het ruiken van explosieven. Zodra de getrainde bij ruikt dat er in de berm van de weg een
bom ligt, vliegt het slimme diertje er op af en waarschuwt op die manier de mens dat er het een en ander
onschadelijk moet worden gemaakt.
Resistentie
Praktijkles
Nieuw proefveld
Vestiging Tholen
Welgelegen 2d
4691 SJ Tholen
T 0166 60 12 60
Kantoren:
Goes, Middelharnis, Oud-Beijerland,
Rotterdam, Terneuzen, Tholen,
Vlissingen en Zierikzee
GROND-, WEG- EN WATERBOUW AANLEG SPORT- EN GROENVOORZIENINGEN LAND- EN TUINBOUW INDUSTRIE
Broccolizaad
DAVID
OUDESLUIJS
ZZP
Landbouw -
Transport
Grond
verzet
Veerdijkseweg 4a 4694 RD Scherpenisse
tel. 0166 66 26 59 fax. 0166 66 40 82
16
DE THOOLSE COURANT
235^'- -*«fc
.rv
....-". - s -A rm
>-
-,v.
-*,**/* ,*>■-, -4-. *'*ai
t» »*E 4r_. rr - .-.-T -••• w>
DRAINAGE
Kalfdamseweg 2 4693 RM Poortvliet Tel.: 0166 - 662596
Spreekuren kleine huisdieren:
Poortvliet, Kalfdamseweg 2
Maandag-, woénsdag- en
vrijdagmiddag 13.30 - 14.00 uur
Dinsdag- en donderdagavond 18.00 - 19.00 uur
Zaterdagmorgen 8.30 - 9.00 uur
Tholen, Regentessestraat 17
Maandag-, woensdag- en
vrijdagavond 18.00 - 19.00 uur
Dinsdag- en donderdagmiddag 13.30 - 14.00 uur
Zaterdagmorgen 11.30 -12.00 uur
en volgens telefonische afspraak
Dat vertelde afgelopen dinsdag Wil Boogaard uit
Sint-Annaland, voorzitter van de studieclub voor
groente- en zaadteelt Eiland Tholen.
Een club met 99 leden, 9 sponsors en drie begunsti
gers. Het is voor het eerst dat het ledental beneden
de honderd is gekomen. De club wijt dat aan het be
ëindigen van agrarische bedrijven. Zes per dag, werd
er uitgerekend. In Tholen viel dat mee en bedankten
in een jaar tijd 8 leden, maar werden er ook twee
nieuwe ingeschreven.
Boogaard: „Je kunt bijen trainen voor allerlei doelein
den. Als je ze traint op het opsporen van de lucht van
explosieven, vliegen ze daar met uitgestoken tong
naar toe. Net zo als ze naar nectar zouden vliegen."
De club had 'bij-oloog' L. Hensels uit Limburg uitge
nodigd om zijn licht te laten schijnen over de nood
zaak van het houden van bijen en welke belangrijke
factoren er zijn om een bijenvolk gezond te houden.
Want het gaat in de wereld hard achteruit met de
stand van de bijenvolken. De sterfte is groot en van
nieuwe aanwas is maar mondjesmaat sprake, zo
bleek uit het betoog van Hensels. En hij waarschuw
de dat voor een grote voedselproductie er veel vol
ken nodig zijn. Zonder bijen, geen vruchten, stelde
hij vast.
Ook de Rabobank kwam in een recent verschenen
rapport tot die conclusie. 'Wereldwijd is de bijenpo
pulatie dusdanig uitgedund, dat de bestuiving van
gewassen en dus de voedselproductie in gevaar
komt; staat in het rapport.
In Nederland legde vorig jaar 21% van de bijenko
lonies het loodje, telde de huisbankier van menig
agrariër. Oorzaak? Chemische bestrijdingsmiddelen,
bijenmiddelen die niet aanslaan, milieuclubs die in
sommige gevallen bezwaarmaken tegen de inzet
van bijen, maar vooral een parasiet. De faroamijt. Een
parasiet die resistent is tegen in Nederland toegesta
ne chemische bestrijdingsmiddelen. Er zijn alterna
tieven, maar die mogen de grens met ons land niet
over. Dus is het in ons land heel moeilijk het aantal
bijenvolken op peil te houden. Waar dat niet lukt,
gaat de productie van groenten en fruit zienderogen
achteruit.
„Maar", doceerde Hensels: „Voor het behoud van een
werklustige bij heeft die een goede conditie nodig,
een goede sfeer om in te leven en goed voer. Honger
en spuitschade zijn de grootste boosdoeners. Vroe
ger werd er met parathion gespoten. Ik heb het de
hond gevoerd en die is er niet aan kapot gegaan. Dus
is het niet giftig, hoorde je bij boeren en tuinders."
En gebrek aan voer? „Gemeenten zijn heel goed in
het knotten van wilgen. Maar daarmee vernietig je
veel stuifmeel en dus voedsel voor de bijen."
Jaap van Popering uit Sint-Annaland, imker en des
kundige bij uitstek, heeft zo zijn twijfels over de
conclusies in de Rabobankrapportage. „Sinds die
resistentie werd ontdekt, is er geen enkel chemisch
middel meer aangevraagd. De bestrijding kost twee
cent per volk. Dus geen enkele'producent van be
strijdingsmiddelen is geïnteresseerd een nieuw pro
duct op de markt te brengen."
Op Tholen valt het wat de bijensterfte betreft alles
zins mee, vindt Van Popering. In totaal leven er in
Sint-Annaland 175 bijenvolken. Daarvan heeft hij er
75. „Nee. We hebben geen last van bijensterfte. Dat
komt omdat we weten hoe we de farroamijt het best
kunnen bestrijden."
Toch ging ook zijn bijenpad niet over rozen. Zeker
niet toen hij door Staatsbosbeheer werd gesom
meerd zijn 30 volken van de Zeeuwse schorren weg
te halen. Daar leeft volgens milieudeskundigen de
schorzijdebij. Een diertje van 12 mm groot dat ook
in Terschelling en de Eemshaven leeft. Het beestje is
vrij zeldzaam en daardoor beschermd. Van Popering
liet zich echter niet wegjagen en op basis van een
procedurefout laat hij nog steeds zijn bijtjes eten
halen op de lamsoren en verkoopt hij de lamsoor-
honing. „Nee. Lamsoor wordt daar niet gesneden.
De mensen snijden er zeeaster, maar noemen het
lamsoor."
Van Popering was ook de man die de tuinders op het
eiland waarschuwde dat ze het best zelf imker kon
den worden. „Als ik verdwijn, zou er een probleem
ontstaan omdat er dan te weinig bijen zijn. Veel tuin
ders hebben korven en manden in hun kassen en die
hebben een imkercursus gevolgd. Ik heb ze praktijk
les gegeven en nu nog ondersteun ik de tuinders.
Vandaar dat ik zo blij was met de komst van Hensels.
Die man is een echte deskundige en daar leer ik ook
weer van."
En te leren viel er zowel voor de tuinder als voor de
imker veel tijdens de jaarvergadering. Over kruisbe
stuiving. Over incest binnen het bijenvolk. Over ho
ning. Maar vooral over de noodzakelijke samenwer
king tussen tuinder en imker. „De tuinder heeft de
imker nodig" waarschuwde Hensels. „Want de imker
weet niets van planten en de tuinder weet niets van
bijen."
Eigenlijk zou dat moeten verbeteren, is zijn opvat
ting. Alleen schort er nog wel eens iets aan de samen
werking. Zowel de bijenhouders- als de groente- en
bloemzaadtelerij is nogal besloten, „leder heeft zijn
eigen geheimen en die geven ze niet graag prijs."
Van Popering kent die geluiden wel, maar zegt dat
daar opTholen geen sprake van is. „Veel gebeurt hier
onder glas en ik ondersteun de tuinders nog steeds
met adviezen."
Leen Bijnagte, secretaris van de studieclub, weet dat
een flink deel van de Thoolse groente- en bloem
zaadtelers zich in de bijencultuur heeft verdiept. „We
hebben als studieclub de aanschaf van bijenvolken
en het deelnemen aan cursussen sterk gestimuleerd."
Niet voor niets worden op het eiland minstens der
tig verschillende groente- en bloemenzaden ge-
teelt. Margrieten, anjers, duizendschoon, violen en
vergeet-mij-nieten geeft hij een paar voorbeelden.
Groentezaden is volgens Bijnagte een beetje uit.
„Daarin gebeurt niet veel meer. Een paar mensen
teelt nog kruidenzaden, zoals dragon en dille. De
teelt van bloemkoolzaad en peenzaad, vroeger toch
een flink product opTholen, is gestopt. De productie
daarvan in China, Tanzania en Kenia is een stuk goed
koper. En de werkmentaliteit is daar anders."
Tholen teelt vooral voor de export. Ook komt Thools
zaad in de bekende zaadzakjes van onder meer de
Boerenbond terecht. „Bloemenmengsels bijvoor
beeld. Daar worden ook akkerranden mee ingezaaid.
Maar het meeste van wat hier wordt geproduceerd,
gaat naar een zaadverwerkingsbedrijf in Enkhuizen."
Op het eiland is zaadhandel Van Dijke uit Sint-Anna
land een van de grotere telers. Die handelt tevens in
zijn eigen product, vertelt Bijnagte. Daarnaast heb
ben grote zaadhandelaren op het eiland teeltagen
ten rondlopen. Bijnagte telt er vier. „Die kijken of de
teelt goed verloopt en zorgen zonodig voor begelei
ding."
Het komende teeltseizoen wordt er in Sint-Annaland
een nieuw proefveld aangelegd. Op het veld van Wil
Boogaard aan de Veilingweg komen andere gewas
sen te staan en op de hoek van de Oude Zeedijk/
Oostweg in Sint-Annaland kunnen publiek en tuin
ders straks weer hun hart ophalen.
Hensels vertelt intussen al hoestend en proestend
over het wel en wee van de bij en dienst taak in de
Oesterstraat 22,
4691 kt tholen
d.oudesluijs@
hotmail.com
Schipper OA Z
Het proefveld aan de Veilingweg in Sint-Annaland wordt aan het eind van het bloeiseizoen opgesteld voor publiek. Hier
plukken Annemieke Slootweg(links) en Mary Bijnagte uit Sint-Maartensdijk bloemen.
bessen hebben we dat uitgeprobeerd. Met een en
kel korfje leverde een plant 300 gram bessen. Met
meer korven kwamen we aan de zes kilo."
natuur. „Tuinders en imkers moeten allebei het ge
drag van de planten kennen en het gedrag van de
bijen" is zijn uitgangspunt.
Er blijkt veel wel, maar ook heel veel wee te melden.
Wat het aantal bijenvolken vooral parten speelt is
het toenemende gebrek aan imkers. Tussen de 4000
en de 5000 schat Hensels. De meesten zijn al aardig
op leeftijd en van jonge aanwas is maar zelden spra
ke. Daarbij komt dat wanneer je in je tuin bijenkor
ven en bijenkasten gaat wegzetten, de buren daar
met argusogen naar zullen kijken. Want al zijn het
niet van die echte terrasdiertjes als wespen, je weet
maar nooit. Die hebben geen weet van de vrucht
bare periode bij een plant. Hensels: „Bij peren duurt
de vruchtbare periode tien dagen. Het stuifmeel dat
door de bij is aangebracht zakt door de stamper naar
beneden waar de bevruchting plaats vindt. Een au-
gurkenplant is slechts drie uur vruchtbaar. Zo heeft
elk gewas zijn eigen bestuivingcyclus."
Er komt nog meer voor kijken. De kwaliteit van de
bestuiving is ook afhankelijk van de hoeveelheid
koolzuur in de lucht, van hét vochtgehalte, van de
hoeveelheid zonlicht. Bloemzaadtelers zijn huiverig
voor schimmels, weet Hensels. „Een beetje droog
telen" is het advies. „Maar weer niet te droog. Want
dan komt er weer geen bij op af."
Intussen geeft hij aan de lopende band bestuiving-
adviezen. Veel van wat er dient te gebeuren in kas
sen of op het open veld, is gevoelswerk „Er zijn geen
boeken voor. Er is geen lesmateriaal", wijst hij op een
cursus die hij zelf heeft samengesteld en op een
boekje dat hij over de materie schreef.
De bezoekers van de jaarvergadering krijgen een
fors aantal fraaie dia's voorgeschoteld. Honderden
aardbeien vullen op een bepaald moment het pro
jectiescherm. „Er zitten tussen de 150 en 350 pitjes
op een aardbei. Dat zijn allemaal stampertjes en ze
moeten allemaal worden bestoven. Worden ze niet
allemaal bestoven, dan zie je hier het resultaat", ver
toont een dia een groenig wanproduct. „Je zult maar
drie hectare aardbeien hebben en je kunt niet aan
bijen komen", legt hij de vinger nogmaals op de ge
voelige bijensteek.
Ook de manier van telen is van belang. „Sommige
tuinders die onder glas telen brengen over de ramen
plastic met UV-blogs aan. Dan gaat het plastic min
der snel kapot. Maar de bij ziet dan haast niets meer
en kan zijn werk niet doen. Je kunt dan beter een
venster openlaten."
Hoe meer bijen, hoe meer vreugd is Hensels' credo.
„Meer bijen verbeteren de kwaliteit van het product
en zorgen voor meer omzet. Onder meer bij blauwe
Met de teelt van augurken hoefje helemaal niet met
een paar volken aan te komen. Een beetje teelt on
der glas is het beste uit met, als hij zich niet vergist,
8000 volken.
En dan zijn er ook nog mannetjesbijen en vrouwtjes
bijen. En hommels. Het ene geslacht doet het beter
bij de teelt van broccolizaad, de andere zweert bij de
bloemetjes van het aspergezaad. En let op waar je
de korf zet. „Als het personeel in een kas een paar
keer is gestoken, komen ze niet meer in de buurt van
de korf."
Hij raadt aan zelf bestuivingproeven te nemen. Dat
gebeurt zijns inziens veel te weinig. Ook al omdat
grote zaadtelers niet aan de buren gaan vertellen
hoe het komt dat hun productie zoveel is verbeterd.
Dat het ministerie van Landbouw een miljoen euro
heeft uitgetrokken om na te gaan op welke manier
de bijensterfte het best kan worden bestreden, heeft
volgens Hensels geen zin. "Dat is hetzelfde als het
volgen van een schriftelijke cursus paardrijden."
8c
-
telefoon:
06-29365470