'Door de EHBO heb ik geleerd
om altijd heel rustig te blijven'
'Ik zie Jenaplan als de maatschappij
in het klein, samen dingen oplossen'
'Dit maak je nooit meer mee'
Henny Ketting en Anja Oosdijk onderscheiden met Tilanus-penning
Peter Grabijn jubileert bij School met de Bijbel in Poortvliet
- Donderdag 10 februari 2011
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
3
Vechten
Afgerukte hand
Stemmen
van lezers
Henny Ketting en Anja Oosdijk van de EHBO-afdeling
Stavenisse zijn woensdagavond onderscheiden met de
Dr. Tilanus jr-penning. Dat gebeurde aan het einde van
de oefenavond in dorpshuis de Stove in Stavenisse. Dis
trictsbestuurder Adri Koole reikte de zilveren penningen
uit. Hij noemde de jubilarissen een voorbeeld van vrij
willigers die zich inzetten voor de EHBO.
r- Schaduw
Veel geschreeuw
Scaldis Naturalis draait gewoon door
als gemeente subsidie blijft betalen
Hij ademt Jenaplan, zou je kunnen zeggen, en heeft er 25
jaar geleden dan ook bewust een keus voor gemaakt om
zijn carrière te beginnen op een school die volgens die
onderwijsvorm werkt. Het jubileum van Peter Grabijn
(48) wordt morgen gevierd op de School met de Bijbel in
uit Poortvliet, beter bekend als de Jenaplanschool. Mees
ter Peter zit een kwart eeuw in het onderwijsvak en staat
nog steeds lijnrecht achter de beslissing om voor de klas
te gaan staan. Ook nu hij directeur is van de school, is hij
nog steeds tussen de kinderen te vinden. „De kinderen
zijn mijn werk en mijn leven, daar doe je het voor."
Weggegooid talent
Helemaal leeg
In discussie
Spelenderwijs
Positieve sfeer
Halve waarheid
Henny Ketting(links) en Anja Oosdijk worden in de Stove in het zonnetje gezet.
waren naar Sint Philipsland. „De
auto lag op zijn kop in het water.
Het was net gebeurd. Ik schrok me
groen. Ik zie mijn broer staan en
mijn schoonzus in de modder lig
gen. Ik kon ze gelukkig gewoon
meenemen in onze eigen auto.
Maar die heeft nog maanden naar
het slik gestonken."
Als ze op pad gaat, is de EHBO-
koffer het eerste wat ze meeneemt,
zegt ze. Toch heeft de fanatieke
Henny een stapje terug moeten
doen. Ze werd zelf het slachtoffer
van een ongeval thuis toen ze van
een huishoudtrapje viel en haar
pols verbrijzelde. „Het zware til-
werk kan ik niet meer. Heel jam
mer, maar als het nodig is, waag ik
me er toch aan, hoor." Ze heeft ook
de cursus reanimatie gedaan en kan
overweg met de AED, het apparaat
dat met stroomstoten het hart weer
op gang brengt. „Ik heb echt ge
mak van de EHBO."
De 45-jarige Anja Oosdijk uit Sta-
venisse had geen directe aanlei
ding om lid te worden van de EH
BO. Ze meldde zich in oktober
Districtsbestuurder Koole
was onder de indruk van de
inzet bij de vaardigheids-
ploegen met Lotusslacht
offers. Hij daagde de afde
ling uit om op 26 februari
mee te komen doen op de
wedstrijd in 's Gravenpolder.
,,Er zit hier talent voor zes
ploegen. Jullie kunnen een
robbertje vechten om uit te
maken wie er meedoet."
1984 aan en kreeg in april 1985
haar diploma. „Er waren toen nog
een paar jonge meiden uit het dorp
die lid werden. Ik vond het nog ge
zellig ook. Maar van dat clubje is
geen mens meer over." Ze kreeg
les in de Stove en dat is nog steeds
zo. De instructeurs waren onder
anderen Averdiek, dokter Veldman
en Huib Dorst. Nu krijgen ze les
van Anita Gladdines uit Steenber
gen. Ze bleef trouw de lessen vol
gen, maar aan wedstrijden deed ze
niet mee, zegt ze. „Om dat goed te
doen, moet je er erg veel tijd in
steken."
Wel is ze steeds betrokken bij hulp
verleningsoefeningen met de brand
weer. Die vonden onder andere
plaats op camping Stavenisse en in
de loods van Jan Bijnagte aan de
Stavcnisseweg. Ook zij heeft pro
fijt van de kennis en vaardigheden
die ze opgedaan heeft en nog
steeds opdoet bij de EHBO. „Je
weet wat. Als er zich iets voordoet,
dan kan je daar op reageren." Ze
geeft toe dat ze niet altijd zin heeft
om naar de lessen te gaan. „Maar
je bent al zo lang als clubje bij el
kaar dat je gewoon blijft. En je
bent ook nog eens een avondje
weg." Ze vindt het leuk als er een
beetje actie is, zegt ze. Zeker met
Lotusslachtoffers erbij en ongeval
len die in scène zijn gezet. „Ik weet
nog dat ik de eerste keer bij zo'n
oefening bij Leen Potappel op de
boerderij een gewonde met een af
gerukte hand zag. Toen ging ik zelf
bijna van mijn stokje. Daar heb ik
nu geen last meer van. Je weet nu
ongeveer wat er gaat komen."
VERVOLG VAN RUTTE
Hoe het nu kwam dat ze bij Van Om
men terecht kwamen, werd niet dui
delijk. De rijksvoorlichtingsdienst
deed daar geen uitspraken over, zegt
Arjan. „Ze lezen veel en hebben
overal voelhoorns. Van mij wisten ze
dat ik bij Karla Peijs was ontvangen
als sierzeeuw."
Vap Ommen en Brinkman deden ook
aan promotie van Tholen. Ze waren
van te voren bij burgemeester Nuis
langs geweest en hadden een foto
boek over de schout- en schepenen
race meegekregen om het aan Rutte
te laten zien. Van Ommen: „Nuis
stelde het zeer op prijs dat we hem op
de hoogte stelden. Op die manier
konden we in Den Haag het nuttige
en het aangename combineren. We
hebben Rutte uitgenodigd om er 25
juni bij te zijn, maar we hebben be
grepen dat hij heel moeilijk tc krijgen
is." Beiden gingen nog apart met hem
op de foto. Brinkman overhandigde
hem hel jaarverslag van Sjaloom
Zorg en een Hesje Thoolse babbelaar
likeur en Van Ommen een bock over
75 jaar Spar. Na afloop troffen ze
hem nog een keer en werden ze be
dankt voor het bezoek. Brinkman:
„Toen hebben we ook nog over Tho
len gesproken als vitale gemeente en
gesproken over het project duur
zaamheid voor ondernemers. En ook
dat we op het eiland een bovenbouw
missen in het voortgezet onderwijs.
Leerlingen voor de havo of vwo moe
ten naar Bergen op Zoom of Goes.
Dat is jammer."
Van Ommen bracht de recreatie op
Tholen onder de aandacht van de pre
mier. Maar ook het plan om het Vol-
kerak-Zoommecr te gaan gebruiken
als waterberging. „Hij wist precies
waar het over ging. Het gemak waar
mee hij reageert op verschillende on
derwerpen, is indrukwekkend. Hij is
ook constant in beweging. Je ziet
hem voortdurend rondkijken en hij
blijft je kennen. Hij wist heel goed
wat we doen. En bleef er op hameren
dat wat we doen uniek is." Ze kregen
zelf ook nog een presentje. Een fles
wijn, een boekje over het Catshuis,
een kladblok en memoblokjes. Plus
een stropdas.
Van Ommen is de laatste weken re
gelmatig in het nieuws. Hij vindt het
nu wel welletjes. „De persoonlijke ti
tel sierzeeuw vond ik bijna bezwaar
lijk. Dat deed geen recht aan het pro
ject en de andere mensen die er bij
betrokken zijn. Morgen moeten we
weer gewoon zorgen dat de winkel
draait en de klanten om hun bood
schappen komen. Daar gaar het om.
Om zeven uur staat de vrachtwagen
er weer vexir de deur om bloemkolen
te brengen."
Brinkman: „Het was leerzaam. We
konden gewoon onszelf blijven.
Maar dit maak je nooit meer mee."
„Zorgen over de toekomst van na-
tuurcentrum, einde Scaldis Naturalis
aannemelijk, zegt Melchers." Dat
stond 3 februari in de Eendrachtbode
naar aanleiding van de ledenvergade
ring van de Natuur Vereniging Tho
len. In dit artikel wordt gerefereerd
aan uitspraken gedaan door de voor
zitter van de Natuur Vereniging Tho
len. Henk Vinkeles Melchers. Het be
stuur van Scaldis Naturalis heeft zich
verbaasd over de uitspraken van de
voorzitter van de Natuur Vereniging
Tholen. De heer Vinkeles Melchers
noemt gesprekken die lopen. Jammer
dat hij zich niet heeft laten bijpraten,
want het verloop is niet zo, zoals de
heer Vinkeles Melchers beschrijft.
Het voorbestaan van Scaldis Natura
lis aan de Kastelijnsweg in Sint-
Maartensdijk is voor 2011 en groten
deels 2012 voldoende gewaarborgd.
Scaldis Naturalis is echter afhanke
lijk van een exploitatiesubsidie die
vanaf haar bestaan verleend wordt
door de gemeente Tholen. Zonder de
ze subsidie kan Scaldis Naturalis
niet.
Met de gemeente Tholen worden ge
sprekken gevoerd over de verlenging
van deze subsidie voor de komende
jaren 2012 en verder). Deze ge
sprekken verlopen moeizaam, wat
voor niemand nieuw is. In deze krant
hebben al meer artikelen gestaan over
het voornemen van de gemeente Tho
len om de subsidies aan stichtingen
en verenigingen op Tholen te verla
gen, af tc schaffen.
Wat het jaar 2012 voor de toekomst
van Scaldis Naturalis zal brengen, is
dan ook zeer onzeker. Daarop voor
uitlopen via de pers bemoeilijkt al
leen maar de gesprekken die hierover
gevoerd worden. Nu al concluderen,
dat het einde van Scaldis Naturalis
aannemelijk is, is dan ook voorbarig.
De uitspraken van de voorzitter van
de Natuur Vereniging Tholen zijn dan
ook weinig constructief.
Het bestuur van Scaldis Naturalis
gaat verder niet in op de inhoud van
het artikel en op het verloop van de
gesprekken, die wel gevoerd worden.
Zij wil dit vooralsnog niet doen via
de pers. Dit bemoeilijkt alleen de ge
sprekken maar en is ook niet in lijn
met de vertrouwelijkheid van de ge-
sprekken, zoals deze tot nu toe wor
den gevoerd.
Stichting Platform Leefbaar
Platteland Tholen,
George de Leeuw, voorzitter,
Piet de Kam, secretaris.
Ze kregen niet alleen een penning,
maar ook twee bossen bloemen en
een cadeautje van de afdeling. Ze
hadden er hun handen aan vol. Bo
vendien kwamen tijdens de huldi
ging familieleden de zaal in. Ook
met bloemen. Er moesten stoelen
bijgezet worden,
b De 53-jarige Henny Ketting uit
Sint-Maartensdijk begon in 1985
aan de lessen en haalde in 1986
haar diploma. Ze doet het werk
voor de EHBO met hart en ziel. In
haar tas heeft ze niet alleen de ac
tuele lesboekjes, maar ook eentje
van 1944. Om er maar eens op te
wijzen hoeveel er veranderd is. Een
van de vragen gaat over hoe een
EHBO'er een 'schijndoode' aan
pakt. „Dat woord gebruiken we
niet meer en zo iemand op de rug
-ü leggen mag al lang niet meer. Net
als met het leggen van een slacht
offer in de stabiele zijligging. „Dat
is in de afgelopen 25 jaar bijna elke
jaar veranderd. Net als je denkt dat
je hel onder de knie hebt, dan komt
er weer een nieuwe methode."
-t Henny werd lid omdat ze gecon
fronteerd werd met een brommer
ongeval bij Poortvliet. „Ik was er
als eerste bij en wist niet wat ik
moest doen. Ik kon niks doen be
halve zorgen dat er een arts kwam.
De enkel van de bromfietser was
zwaar verbrijzeld. Ik zag wel dat
het erg was." Ze meldde zich met
een aan bij de afdeling in haar
woonplaats Sint-Maartensdijk. Al
snel kwam ze in het bestuur met
onder anderen Han van Houdt en
Ali Weggcmans-Dorst. Dokter Van
der Bel gaf les, later kwam Ada van
Zijst als instructrice. „Het was heel
intensief, ik deed mee aan alle
wedstrijden en heb jarenlang de
wielerrondes van Sint-Maartens
dijk en Poortvliet gedaan." Ze
maakte mee dat er in de ronde van
Smurdiek een renner ten val kwam.
Op de Molendijk. „We zagen met-
1 een dat het niet goed zat. Dankzij
ons is voorkomen dat hij eèn
dwarslaesie opliep."
i Hun optreden bestond er uit dat
ze niks aan het slachtoffer hebben
gedaan. Dankzij de kennis die ze
bij de EHBO hadden opgedaan.
„Soms moet je juist niks doen om
erger te voorkomen. Het enige wat
we gedaan hebben is hem tegen de
- zon beschermen. We zijn als scha
duw gaan staan. Gelukkig was Van
der Bel er snel bij want die woonde
op de Molendijk." Later kreeg de
i afdeling nog een bedankje van de
renner voor hun inzet. Wie die ren
ner was, weet ze niet meer.
Henny wilde meer aan opleidingen
doen en werd ook lid van het Rode
Kruis. Ze bleef wel lid van de EH
BO. Via het Rode Kruis ging ze
vaak mee als verzorger op de Henri
Dunant. Vijf jaar heeft achtereen
heeft ze dat gedaan. Over de laatste
vaart van het toenmalige schip,
haalt ze uit haar tas een krantenbe
richt. Ze verzamelt alles wat met
de EHBO te maken heeft. „Op
rommelmarkten zoek ik er naar. Ik
heb thuis ook nog een EHBO-
trommel."
Door de ziekte van haar man,
kwam ze minder toe aan het vrij
willigerswerk. „Ik moest toen keu
zes maken en ben bij het Rode
Kruis gestopt. Wel lid gebleven van
de EHBO. Na een aantal jaren,
pakte ze de draad weer op. Ze sloot
zich aan bij de afdeling Stavenisse
die op woensdagavond oefent. „Ik
wilde een hele nieuwe start ma
ken."
Ze heeft in de loop der jaren al veel
baat gehad bij de kennis en de
vaardigheden die ze bij de EHBO
heeft opgedaan. Ze heeft onder
meer iemand geholpen die een be
roerte kreeg en werd bij iemand ge
roepen die door een hartinfarct was
getroffen. „Thuis heb ik ook wel
heftige dingen meegemaakt hoor,
met de kinderen. Maar ik heb ge
leerd om altijd rustig te blijven. Bij
ongevallen mankeren de grootste
schreeuwers in de regel bijna niks.
Veel geschreeuw weinig lol, zeg ik
altijd maar. Juist de slachtoffers die
je niet hoort, mankeren vaak veel."
Toen een van haar kleinkinderen
van de trap was gevallen en een
hersenschudding opliep, bleef ze
ook rustig. „Ik raak niet in pa
niek."
Henny heeft er ook nog spijt van
dat ze een keer bij een ongeval is
door gereden. „We waren op weg
naar Steenbergen om met de kinde
ren te gaan eten. Er was onderweg
een ernstig ongeval gebeurd. Maar
er stonden al zoveel mensen om
heen dat ik ben doorgereden. Toen
we in het restaurant waren, kwam
mijn dochter Heidi die achter ons
had gereden, pas een half uur later.
Zij was wel gestopt. Ze is verpleeg
ster en heeft de vrouw die voorover
op het stuur lag geholpen. Later
kwam ze bij haar op de afdeling te
liggen."
Ook heeft z.e gezien hoe haar eigen
broer met zijn vrouw met de auto
op de Krabbenkreekweg over de
kop was geslagen toen ze op weg
Peter ziet in 1962 het levenslicht in
Delft. Een ventje dat al snel weet
wat hij wil. „Het onderwijs sprak
mij altijd al aan. Als kind al." Toch
is er nog een andere optie. „De me
dische kant op, arts worden. So
wieso met mensen omgaan en voor
het merendeel met kinderen. Het
onderwijs leek mij een schitterend
beroep. Iedere dag is anders. En nu
weet ik, dat is ook. gewoon zo."
De interesse komt niet van huis uit.
„Mijn ouders zaten niet in het on
derwijs. Een oom wel." Ook al
heeft Peter inmiddels de lagere
school verruild voor de middelbare
school, hij blijft er terugkomen.
Doet er vrijwilligerswerk of gaat
op bezoek bij leerkrachten.
Omdat hij een goede leerling is,
kan hij kiezen uit meerdere moge
lijkheden. „Op de havo kon ik kie
zen: of naar het vwo of naar de pa
bo. Mijn leraar Engels vond het
weggegooid talent als ik naar de
pabo ging. Hij zei, je moet niet het
onderwijs in, je moet verder stude
ren. Maar ik had mijn keuze al be
paald." Peter heeft er nog wel eens
aan teruggedacht. „Maar ik heb
geen spijt gehad van deze keus. Ik
voelde me eigenlijk wel op mijn
plek. En dat klopt wel, dat ik 25
jaar in het onderwijs zit, getuigt
daarvan."
Kinderen iets bijbrengen, spreekt
hem aan en ook de omgang met
kinderen, de puurheid van een
kind. Dat inspireert, vindt hij.
„Maar ook ze leren zelfstandig tc
worden door bijvoorbeeld zelf te
plannen en dit te bespreken met
een kind. Op deze manier een kind
te leren zelf verantwoordelijk te
zijn voor zijn/haar leerproces. Ik
vind het mooi om een bijdrage te
kunnen leveren aan hun ontwikke
ling waarin ze elk met hun kwali
teiten een plek in de maatschappij
gaan vinden.
Al tijdens zijn opleiding op de pe
dagogische academie de Driestar in
Gouda komt hij erachter dat hij in
teresse heeft voor vernieuwend on
derwijs, waaronder Jenaplan, Mon-
tessori en Dalton. „Niet zo klassi
kaal en meer gericht op het kind."
Uiteindelijk spreekt Jenaplan hem
het meeste aan. „Zo doe je eigen
lijk het meest recht aan een kind.
Er is aandacht voor allerlei andere
dingen dan alleen het intellect van
een kind. Niet alleen het denken,
maar ook het doen. Jenaplan stimu
leert kinderen om samen na te den
ken over diverse facetten in de
maatschappij. Ik zie Jenaplan als
de maatschappij in het klein. Het
samen oplossen, dat spreekt mij
aan."
Dat past ook bij het christelijk ge
loof, vindt Peter. De Bijbel en de
liefde voor Jezus Christus, daar is
volgens hem de hele school van
doordrongen. „Wij leren de kinde
ren rekenen en taal, maar er is meer
dan alleen dat. Er is meer dan de
zichtbare wereld. In onze school
willen we de kinderen vertrouwd
maken met een persoonlijke om
gang met God. En dat kan door Zijn
zoon Jezus Christus. Door Hem te
leren kennen, maakt dat je een
mens wordt zoals God het heeft be
doeld. Het geloof eindigt niet bij de
Peter Grabijn is getrouwd met Leony Veldhuijzen. Ze wonen in
Poortvliet en hebben drie kinderen: Leah (17), Joel (14) en
Rhodé (11). Dochters en zoon weten hoe het is om bij hun vader
in de klas te zitten. De oudste twee zijn inmiddels naar de mid
delbare school, maar Rhodé zit nog op de Jenaplanschool. Dat
gaat goed, vindt Peter. „Ze zijn het gewend, pa werkt hier. En ik
ben thuis niet anders dan op school." Peter vindt het fijn om met
het hele gezin op fietsvakantie te gaan in het buitenland. Van
camping tot camping fietsen. „Juist op de fiets ben je er hele
maal uit en kun je je helemaal leeg maken." Ze hebben zo Corn
wall en de Provence ontdekt. Verder houdt hij van tuinieren en
veel lezen. „Allerlei lectuur en literatuur."
Peter Grahijn, temidden van de kinderen, is directeur, maar ook meester van de School met de Bijbel. Hij wil in zijn werk graag contact met
het kind in de klas blijven houden, want „daar doe je het voor."
Bijbelles, het is een levenshouding.
Peter Petersen (de grondlegger van
het Jenaplan onderwijs) zei het vol
gende: 'Want in onze verhouding
tot de medemens, onze naaste,
openbaart zich altijd klaar en duide
lijk hoe onze verhouding tot God
is.' De Bijbel zegt het zo: Aan de
boom herkent men de vrucht.
Aan de manier van leven, manier
van omgaan met elkaar en de
schepping moetje een christen her
kennen. Het 'samenwerken' en 'sa
men helpen' kan je hiervoor goed
gebruiken en neemt dan ook een
belangrijke plaats in op de school.
Ik zeg soms ook tegen de kinderen:
het is goed om te helpen en om te
ervaren geholpen te worden."
Tijdens het solliciteren blijkt ook al
de voorkeur voor het werken op
een traditionele vernieuwing-
school. Hij schrijft brieven naar al
lerlei scholen. „Maar als ik een Je
naplanschool zag, solliciteerde ik
daar zeker op." Na het behalen van
zijn diploma is hij aanvankelijk als
vrijwilliger verbonden aan een
school in Gouda. Maar hij mag in
Poortvliet op gesprek komen en
wordt aangenomen. Poortvliet is
niet vreemd voor hem. „Ik kende
het plekje wel. want ik heb hier
ook familie wonen."
Hij komt in de plek voor Fred
Boekhoudt, die dan meester is van
de bovenbouw (groep 6/7/8). „Ik
wilde eerst een week meedraaien
en zei ik tegen hem. Ik wil precies
weten wat je doet en waarom je dat
doet. Ik schreef dit allemaal op.
Toen ben ik begonnen." Inmiddels
heeft hij alle 'bouwen" gehad. Ook
een half jaartje de kleuters. „Dat
vond ik wel leuk om te doen, maar
ik merkte toen wel dat ik een voor
keur had voor oudere kinderen.
Dan kun je veel meer in gesprek
met de kinderen, dingen op een ab
stracte manier toelichten en kun je
in discussie gaan. Om bijvoorbeeld
de aandacht van kleuters vast te
houden, vergt een heel andere aan
pak en die aandacht is soms ook in
eens weer weg. Het is allemaal veel
basaler."
Er is nog een andere reden waarom
hij de bovenbouw het leukst vindt.
„Kinderen zijn allemaal heel ver
schillend en leren ook ieder op zijn
of haar eigen wijze." Peter vindt
dat dat het duidelijkst naar buiten
komt als kinderen zelf op onder
zoek mogen uitgaan. ..Zelfonder
zoekend leren", noemt hij dat. Hij
geeft als voorbeeld een les over
sprinkhanen, die is spontaan ont
staan. „Iemand nam een sprink
haan mee naar school. We zijn toen
in een kring gaan zitten en toen
kwamen de vragen los. 'Waar komt
het geluid dal hij maakt vandaan?',
'Wat is een sprinkhanenplaag en
hoeveel eet een sprinkhaan?'. We
hebben toen een les georganiseerd
waarvoor iedereen een sprinkhaan
meenam. Ik vind het belangrijk om
juist de natuur en de wereld om ons
heen binnen te halen en te onder
zoeken. Wc hebben ontdekt dat een
sprinkhaan het tsjirpen met zijn po
ten doet. Dat kun je uit een boekje
halen, maar het in de praktijk zien
is veel leuker."
Er zijn allerlei zaken ondQrzocht
aan de hand van zelfbedachte vra
gen. „Iemand wilde weten hoe ver
een sprinkhaan springt. Er werd
een meetlat op de grond gelegd om
dat te zien." Peter vertelt dat ieder
kind op zijn eigen manier en vanuit
zijn eigen interesse de zaak onder
zoekt. Zo ontstaat er ook een vol
gende vraag. „Zoals hoe ver kan
een mens springen als hij de spie
ren van een sprinkhaan heeft? Dan
zie je de kwaliteiten van ieder kind.
Want een kind dat meer visueel
aangelegd is, gaat niet rekenen,
maar juist een sprinkhaan tekenen.
Het mooie is dat je spelenderwijs
kinderen eigenlijk heel veel leert."
Zo gelooft Peter ook in de kracht
van excursies. „Nu kun je via inter
net en het smartboard beelden bin
nenhalen, maar dat kon vroeger
niet. We hebben bijvoorbeeld bij
een project over VOC een driemas
ter bezocht om te kijken hoe het le
ven op zo'n schip was." Maar ook
zelf proeven doen. „In een andere
natuurles de opwaartse kracht bere
kenen. Probeer maar eens zoveel
mogelijk voorwerpen te laten drij
ven. Er kwamen allerlei vragen en
die schreef ik op het bord. Kinderen
merkten: als ik mijn bootje dieper
en breder maak, kan er veel meer
op. Als het smaller is, lukt dat niet."
Met geschiedenisles over hunebed
den is een maquette gemaakt van
een heel dorp met hunebedden.
„Dan denk ik ja, dan komt iedereen
aan bod. Ieder kind komt tot zijn
recht. Ieder kind kan werken op
zijn eigen niveau en zijn creatieve
kant laten zien. Als leerkracht wil
ik dat zoveel mogelijk stimuleren.
Daar geniet ik van. dat vind ik
leuk."
Een les over vluchtelingen. „Daar
kun je over lezen, maar we wisten
dat er iemand uit Afghanistan in
het dorp woonde. Dus wij gingen
daar naar toe. Dat is levend onder
wijs. Het echte onderwijs, niet van
uit een boek, maar vanuit de wer
kelijkheid."
Na een periode van ongeveer tien
jaar dat Peter voor de klas staat,
haakt de Jenaplanschool aan bij de
andere de protestants-christelijke
scholen op Tholen van VPCO Tho
len. Peter wordt adjunct-clusterdi
recteur en heeft voor vier scholen
een portefeuille. Na vijf jaar weet
hij, dat dat niet helemaal is wat hij
wil. „Ik ben toch iemand met een
eigen stek. Geef mij maar gewoon
mijn eigen team om me heen plus
de kinderen. Ik wilde het contact
met de kinderen houden en weer
voor de klas gaan staan." Hij is nu
sinds acht jaar directeur van de
school in Poortvliet en staat elke
week een dag voor de klas in de
bovenbouw en een dag in de onder
bouw. Ook is hij vervanger bij
ADV in de onderbouw.
Officieel is hij op 6 februari 25 jaar
in het onderwijs, maar op de Jena
planschool wordt dat feit morgen
gevierd. Het is voor Peter nog een
verrassing wat er op het program
ma staat. „Ik hoop dat het een dag
wordt samen met de kinderen, de
ouders en het team. Dat we er ge
woon een gezellige dag van maken
en genieten van elkaar. Ouders zeg
gen vaak dat wij een school zijn
met een positieve sfeer, waarin je
alles met elkaar beleeft. Verdrietige
dingen, maar ook mooie dingen.
Nu staan we dan samen stil bij het
feit dat ik hier 25 jaar mocht wer
ken. Ze zullen zeker wel weer iets
geks of verrassends verzinnen,
want dal is inmiddels traditie op
deze school bij zulke evenemen
ten."
„Het onderwijs van nu legt sterk de nadruk op het cijfermatige",
merkt Peter tot zijn spijt op. Alles gaat om cijfers. Wat de Cito-
eindtoets betreft, komt deze op zijn school er niet aan te pas.
Deze meet alleen de resultaten. We gebruiken het schooleind-
onderzoek waarin ook de capaciteiten en de persoonlijkheids
kenmerken van het kind bekeken worden. „Verder bestaat het
leven van een kind uit meer dingen meer dan wat meetbaar is
door allerlei testen en toetsen. 'Meten is weten' is voor mij de
halve waarheid. Meten en zien is ook weten. Wij gaan uit van de
eigenheid van een kind. Door observatie zie je wat het kan: Kan
een kind samenwerken? Volhouden? En op welke manier neemt
het informatie tot zich?" Naast Cito gebruikt de Jenaplanschool
ook andere toetsen. „De nieuwe toets ordenen en taal voor
kleuters van Aarnoudse scoort weer beter. Dat is ook onder
zocht. Maar het blijven allemaal middelen om een beeld te krij
gen van de cognitieve ontwikkeling van het kind. Als school kies
je zelf de middelen die je wilt gebruiken. Als je een nieuwe keu
ken wilt heb je toch ook de keuze tussen een Bruynzeelkeuken
of een andere?"
5