Devotra verandert tien scholen in Kenia van gedateerd naar modern 'Elke kaars trekt van zichzelf krom, ze recht krijgen is doen, doen, doen' Thools bedrijf heeft ontwikkelingslanden als werkgebied Donderdag 23 december 2010 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 23 Technische vakken Unicef Timmermannen in Libië Het is eigenlijk net als aan de gemeente leveren, alleen is de gemeente in dit geval de VN. Het Thoolse bedrijf De votra B.V. doet al 15 jaar zaken met de Verenigde Naties en dat zegt wel wat volgens directeur van Devotra Pro jects Patti van de Werff, namelijk dat zij gezien worden als betrouwbaar. „Het is niet eenvoudig om aan de VN te leveren vanwege strenge selectiecriteria. Maar het is vaak wel de enige mogelijkheid om in derde wereldlan den te kunnen leveren." En dat is wat Devotra doet. Het bedrijf is pas gestart met het verbeteren en moderniseren van tien technische scholen in Kenia. Dompelmolen Walmen Druipers Marie-Cristien van der Moere enige vrouwelijke ambachtelijke kaarsenmaker Ze branden compleet tot de rand toe op. Dat garandeert ze, want ze heeft dat berekend met de lontdikte ten op zichte van de omvang van de kaars. Marie-Cristien van der Moere uit Sint-Annaland maakt zelf kaarsen. Niet al leen zoals elk creatief clubje wel kan doen met gietwerk, maar ook volgens het eeuwenoude ambacht van dompe len. En daar komt heel wat kennis en techniek bij kijken. De 43-jarige Marie-Cristien heeft er sinds twee jaar haar beroep van gemaakt. Om één simpele reden: „Ik vind het heel erg dat al die oude ambachten verdwijnen." Complete inboedel Hete was Koor ciëlc middelen, maar dat is dit jaar allemaal afgerond. Dit najaar kon het starten. Het Kenia-project kost 15 miljoen euro. De helft daarvan wordt gesubsidieerd door de Neder landse staat. Devotra richt zich voornamelijk op onderwijsprojecten. In Kenia wordt het beroepsonderwijs van de grond af aangepakt. De tien scholen waar mee wordt begonnen, bestaan al. De klaslokalen worden aangepast, er komen nieuwe materialen, zoals machines en gereedschappen en het personeel wordt omgeschoold. Al les gaat in fases. Devotra zorgt met een eigen projectteam in het land zelf voor de begeleiding en daarna is het de bedoeling dat ook de lera ren zelf weer andere leraren gaan scholen. Het zogeheten 'train de trainer' principe. Er zijn 36 scholen voor beroepson derwijs in Kenia, waarvan er nu 10 worden gemoderniseerd. Die overi ge 26 zouden straks ook allemaal aangepakt moeten worden. Op dit moment loopt het onderwijs in technische vakken tientallen jaren achter in vergelijking, met de wes terse wereld. Om mee te kunnen draaien, is modernisering nodig. De leraren van de scholen gaan op stage in Nederland. Er zijn acht vakgebieden en per vakgebied is er een achtweekse training. Zo zijn pas de tien leraren, waaronder één vrouw, voor autotechniek in ons land geweest om te zien en te leren hoe het er hier aan toe gaat en om de apparaten te leren bedienen. Er wordt ook een omslag gemaakt naar competentiegericht onderwijs, dat systeem bestaat nu nog niet in dat land. Devotra zorgt voor het complete pakket. Alles dat nodig is voor een project, wordt door Devotra bijeen gebracht. Zo beslaat de vestiging aan de Energieweg in Tholen niet alleen uit kantoorruimte, maar is er ook een grote opslagruimte. Daar Patti van de Werff staat hij kruiwagens voor Haïti. Vanuit het magazijn van Devotra worden producten voor diverse ontwikkelingslanden en rampgebieden verzonden. worden alle benodigde spullen klaargemaakt om te verschepen. In een jaar tijd worden er tussen de 100 en 120 containers naar Kenia gestuurd. Er worden voor twee scholen tegelijk spullen gestuurd en de eerste zending gaat in januari weg. Er worden pakketten aan di verse landen geleverd. Zo staat er een hele partij kruiwagens, bestemd voor Haïti. „We zijn ook goed-in het leveren van gereedschappen. Bijvoorbeeld boormachines of hele grote machines", zegt Van de Werff. Er is een hele lijst van VN-organi- saties waar Devotra in de afgelopen jaren aan heeft geleverd en de be kendste daarvan zijn onder meer de WHO en Unicef. Er wordt een be roep op het Thoolse bedrijf gedaan bij bijvoorbeeld rampen. Het is dan noodzaak dat er zo snel mogelijk spullen worden geleverd Voor reguliere VN-opdrachten wordt er telkens een openbare aan besteding gedaan, wat vaak een langdurig traject is. In geval van noodsituaties is er tijdgebrek en wordt de procedure versneld door alleen aan te vragen bij betrouwba re, reguliere leveranciers. Devotra heeft telkens lange termijn contracten (3 a 4 jaar) voor de leve ring van gereedschappen aan de VN en dat is uniek te noemen. Als er op andere gebieden dan on derwijs moet worden geopereerd, zoekt Devotfa samenwerking met daarin gespecialiseerde bedrijven. „Door onze ervaring groeien we ook op andere gebieden." Zo is De votra in Zuid-Soedan bezig met het opzetten van een medisch project. Het bedrijf weet zich waarschijnlijk wel stand te houden, ook al heeft de regering aangekondigd te gaan be zuinigen op ontwikkelingshulp. „Er is minder geld beschikbaar, dus het zou kunnen dat wij ons op minder projecten kunnen gaan richten. Maar alles dat we nu gestart zijn of toegezegd is, komt uit potjes van een paar jaar geleden. Er is overi gens nog niet vastgesteld waar er op bezuinigd wordt, dus het is moeilijk te zeggen of wij dat gaan merken." Het scholenplan in Kenia is tot nu het grootste project voor De votra Projects. Het concept voor de projectentak is overigens ontstaan in Libië. Er was vanuit dat land vraag naar beroeps krachten. ,,Er wordt wel geïnvesteerd in universitair onderwijs, maar niet in beroepsonderwijs. De timmermannen en metaal bewerkers, bouwvakkers, en dergelijke moeten ze uit een an der land halen, omdat die er gewoon niet zijn vanwege het ont breken van een opleiding", zegt Van de Werff. Onder de naam DCVI (Dutch Consortium VET (Vocational Education and Trai ning) Improvement) is er een scholenbouwproject gestart dat nog steeds loopt. Omdat er steeds meer bijkwam, heeft Ronald Simon besloten dat er een aparte b.v. voor de projecten moest komen. Hij wilde voortbouwen op de goede naam van Devotra en koos daarom voor Devotra Projects. Dat is nu twee jaar ge leden. De 46-jarige Patti van de Werff uit Etten-Leur werd aan gesteld als directeur. Zij hield zich in haar vorige baan bezig met de verkoop en export van cateringmaterialen voor zieken huizen in Europa. Er werken nu vijf mensen bij Devotra Projects en twaalf bij Devotra. Het bedrijf bestaat uit twee onder delen: Devotra B.V., met direc teur/eigenaar Ronald Simon uit Steenbergen, levert voornamelijk gereedschappen en noodhulpgoede ren aan de VN, geeft advies en trai ning; en Devotra Projects B.V. voert de langlopende meeromvat tende projecten uit. De naam staat voor Development Vocational Trai ning en kan vrij vertaald worden als ontwikkeling en training voor het, beroepsonderwijs. Het project Kenia gaat zes jaar du ren. In de landen waar Devotra werkt, is vaak van alles aan de hand. En alles hangt ook samen. Stel dat er oorlog uitbreekt, dan willen veel geldschieters geen geld meer in het project stoppen en staal alles stil. En zo zijn er meer facto ren van invloed op de duur van een project. Zo zijn de eerste contacten voor Kenia al in 2004 gelegd. Maar na praten met de regering over wat er nodig is voor een land, is de eer ste steen nog niet gelegd. Er moet een plan worden opgesteld dat door allerlei belanghebbenden (stakehol ders) moet worden goedgekeurd en er moet worden gezocht naar finan- I Een team van tien docenten autotechniek automotiveuit Kenia volgt, als onderdeel van het Devotraproject, in Nederland stage om volgens de modernste methoden te worden bijgeschoold in hun vak. bruiken dus niet de dompelmetho de." Om het vak te leren, gaat Marie- Cristien naar Buurmalsen. Daar heeft ze een leermeester. Die heeft haar verteld dat, om het vak te le ren, het een kwestie is van ervaring opdoen. Want dompelen, ook wel tonken genoemd, is niet zo simpel als het lijkt. De eerste keer een lont, ofwel pit, in de was dopen kan ie dereen. Maar daarna komt het neer op vakmanschap. „Elke kaars trekt van zichzelf krom, ze recht krijgen is een kwestie van doen, doen, doen." Allerlei omstandigheden hebben daar invloed op, zoals om gevingstemperatuur, de tempera tuur van de was, het soort was, de manier van dompelen en de manier van drogen. „Het woord kaarsrecht is daarom ook niet zomaar ont staan, maar heeft een geschiedenis die teruggaat op het ambacht." Want Marie-Cristien krijgt haar kaarsen wel recht. Haar uitdaging is om dat ook bij grotere kaarsen voor elkaar te krijgen. Ze zit nu op 60 centimeter, maar wil er eentje van een meter maken. „Het zijn de langste die gemaakt worden en dat kan alleen handmatig. Ze worden voornamelijk gebruikt in kerken." Dat gaat haar nu nog niet lukken, zegt ze. Ten eerste, omdat ze er de apparatuur niet voor heeft, haar dompelpan is niet diep genoeg, en ten tweede omdat ze er nog niet aan toe is. „Volgens mijn leermeester duurt het wel vijfjaar voor je zover bent." Ze heeft geen haast. „Je moet het rustig aan doen. Ik vind dat je van de basis af alles onder de knie moet hebben." Ze demonstreert hoe ze tewerk gaat. Voor dinerkaarsen spant ze een dompelmolen vol met touw voor de pit. Het zijn twee koperen schijven, die eruit zien als openge werkte tandwielen. Ze liggen hori zontaal op een as. De dompelmolen hangt aan een carrousel. Dat is een paal waaraan diverse dompclmo- lens via een juksysteem hangen: ze Veel mensen brengen de restanten van hun kaarsen naar Marie-Cristien. Dat vindt ze prima, maar een dompelkaars maakt ze er niet van. ,,Je weet niet wat voor was er is gebruikt. De resten hebben allemaal een verschillende samenstelling en daardoor gaan ze wal men." Daarom maakt ze er altijd een buitenkaars van. ,,Die walmt altijd, vanwege de lont. Die is extra dik, want hij mag niet uitwaaien." houden elkaar in evenwicht. Als de lonten verticaal zijn gespannen, laat Marie-Cristien de molen in de pan met hete was zakken en haalt die weer naar boven. Het eerste laagje was heeft zich dan tegen het touw afgezet. Zo gaat dat nog 22 keer met een minuut wachttijd ertussen. „Per dompeling heb je ongeveer I millimeter kaars en voor een diner- kaars is een dikte van 23 millimeter ongeveer de standaard." Er passen ongeveer 70 kaarsen, afhankelijk van de gewenste dikte, op een rek. Maar als Marie-Cristien verder wil dompelen, dan haalt ze er steeds wat kaarsen van tussen en hangt die op een ander rek om te voorkomen dat ze legen elkaar aan gaan stoten. En voor zoveel kaarsen op een rek is wel wat kracht nodig om ze tel kens weer op te takelen. Eén rede lijk dikke kaars weegt al gauw een kilo. Overigens is de temperatuur van de was van invloed op hel soort kaars. „Rustiek of hoogglans, dat heeft al lemaal met een andere temperatuur te maken. Hoe heter de was, hoe dunner het laagje kaars. De tonk- kaarsen zijn altijd te herkennen aan de ringen als je naar de onderkant kijkt. Hoe dikker de kaars, hoe dikker de pit. Maar ook daar zit verschil in. De fabriekskaarsen zijn meestal voorzien van gevlochten touw, maar Marie-Cristien geeft de voor keur aan geweven touw. „Daarmee zorg je dat de lont recht blijft en dat de kaars niet aan een kant gaat drui pen. Om een zo'n perfect mogelijke kaars te krijgen, doet ze veel aan testbranden. Dan weet ze of de kaars walmt of dat hij helemaal op brandt. Was is in diverse soorten verkrijg baar naar gelang de toepassing. Er zit bijvoorbeeld meer of minder ste arine (mengsel van vetzuren) in. In het eerste geval is de was beter ge schikt om te gieten. Ook is er kn- eedwas om een kaars in model te kneden. Het tonken heeft haar voor keur, maar Marie-Cristien vindt het ook een uitdaging om met gieten al lerlei kaarsen te maken. Ze heeft er diverse mallen voor, de leukste vindt ze zelf een piramidevormige ster. „Die vind ik geweldig en die kunnen het hele jaar door." En als ze een speciale dikte voor een stompkaars nodig heeft, gebruikt ze pvc-buizen van diverse doorsneden. Zo heeft ze pas een opdracht van een groot bedrijf gekregen om ruim 400 kaarsen met hun logo te ma ken. Om dat plaatje mooi op de kaars te krijgen, is een juiste dom peltechniek nodig. De kaars zelf wordt gegoten, maar voor de afwer king met het plaatje gaat de kaars even in de pan. „Als je dat niet goed doet. krijg je druipers en die Haar nieuwste creaties zijn grote bollen tuinkaarsen, maar die zijn gemaakt volgens de methode van het gieten. Marie-Cristien van der Moere vindt het ambacht van kaarsen dompelen het mooiste en daarom heeft ze er haar beroep van gemaakt dat ze uitoefent in de schuur in haar tuin in Sint-Annaland. De passie voor het oude ambacht dus. „Maar oude ambachten zijn meestal fysiek heel zwaar en wer den over het algemeen alleen door mannen beoefend. Ik dacht dat kaarsen maken wel zou gaan, maar ook hier is best wat kracht voor no dig." Ze had tot zeven jaar geleden een schoonheidssalon in Krimpen aan den IJssel. maar verkocht die toen zij en haar man Harry hun droomhuis in Sint-Annaland in een advertentie zagen staan. Beiden ko men oorspronkelijk uit Zeeland: zij uit 's-Heerenhoek en hij uit Goes. Het huis aan de Weststraat telt 2200 vierkante meter tuin en daarin staat ook de schuur waarin Marie-Chris- tien haar kaarsenmakerij Ambach telijk Kaarslicht heeft gevestigd. Ze begon ermee, omdat het weer ging kriebelen om iets voor zichzelf te doen, maar daarbij wilde ze ook iets doen waarbij ze voldoende aan dacht voor haar kinderen zou hou den. Ze hebben er twee: Marleen (9) en Chiel (3). De interesse voor het kaarsen ma ken, werd jaren geleden gewekt tij dens een bezoek aan het kleinste hotel ter wereld dat in Groningen staat. Daar bezocht ze ook een oude kaarsenmakerij en heeft ze voor het eerst van haar leven een kaars ge dompeld. Ze vond de handgemaak te kaarsen ook leuk om te gebrui ken als decoratie in haar salon en kocht ze daarvoor in. Toen ze in Sint-Annaland weer een eigen zaakje wilde beginnen, kwam ze al snel op de kaarsen. Ze zocht van al les op internet en stuitte toevallig op een advertentie voor de comple te inboedel van een kaarsenmaker die ermee stopte. Met de keuze voor het beroep heeft ze ook meteen iets unieks gedaan, want ze is de enige vrouw in Neder land die het ambacht uitoefent. „Er zijn wel meer vrouwen die kaarsen maken, maar die gieten ze en ge- Ze heeft de inboedel van een kaarsenmaker kunnen overnemen met onder andere een ketel om de was te verwarmen en een dompelmolen waaraan de lonten worden gespannen. Er wordt in de kaarsenmakerij met was tot bijna 100 graden Cel- cius gewerkt, maar je eraan verbranden kan niet volgens Marie- Cristien. Ze steekt haar vinger in de pan met hete was om het te demonstreren. Er zet zich een laagje kaarsvet tegen haar huid af. Meer niet. Zo kan ze achteraf gewoon lachen om een onge lukje met haar zoontje. Er stond een aantal gietvormpjes op een rij, maar er werd er per ongeluk eentje omgestoten tijdens het vullen. Er volgde een domino-effect, waarbij Chiel het laatste steentje vormde: hij kreeg de hete was over zijn hoofd en zat he lemaal onder. Maar hij had verder niets. kun je niet verkopen." Marie-Cris tien kan het vanuit de losse pols. Haar nieuwste vorm kaarsen zijn grote bollen voor buiten. Die maakt ze in twee helften en plakt ze ver volgens op elkaar. Maar dat gaat niet altijd even goed. „Je werkt met hete was, dus soms gaan ze lekken en ligt er een enorme plas." De grootste zijn 40 centimeter van doorsnede en wegen ongeveer 12 kilo. „Ik zorg altijd dat ze in de au to komen als iemand ze koopt." Ze werkt ook in opdracht. „Ik vind het leuk op te experimenteren of om een geboorte- of trouwkaartje na te maken op een kaars." Het creatieve zit er wel in bij haar, want dat komt ook naar voren in het vrijwilligerswerk dat ze doet. Ze is voorzitter van het Sint-Annalandse vrouwenkoor Kir Royal, lid van de activiteitencommissie van de Ca- sembrootschool, leent zich af en toe voor visagieopdrachten en was ar tistiek leider van het bevrijdings koor dat de dorpsgemeenschap voor 5 mei had opgericht. Marie-Cristien vindt het belangrijk dat het kaarsenmakersambacht be houden blijft en probeert daarom zoveel mogelijk mensen ermee in contact te brengen via workshops. Dat doet ze zowel thuis als in het Ambachtcentrum in Goes. Ze maakte kaarsen met kinderen op bijvoorbeeld kinderfeestjes of com bineert excursies van toeristen met een bezoek aan haar kaarsenmake rij. Haar mooiste ervaring vindt ze een workshop voor een grote groep mannen van een enorm bedrijf. „Het was de bedoeling om na een dag vergaderen de groep bij elkaar te houden. Ik stond met mijn ketel in een geweldig nostalgische kelder en wist de aandacht van al die man nen vast te houden. Ze stonden rondom de ketel en waren van be gin tot eind geboeid. Dat was su per."

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2010 | | pagina 23