of je beroep nu uitoefent of niet'
Stel leerde elkaar kennen op
bevrijdingsfeest Scherpenisse
'Molenaar ben je voor het leven,
Slachtoffer motorongeval
werkte eerder bij CWI
Eis cel tegen Tholenaar voor
seks met minderjarig meisje
Minder fietsbellen op Calvijn
dan op het Westerpoort
Toon en Lina van den Hoek-van Oeffelen zestig jaar getrouwd
Donderdag 21 oktober 2010
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
3
Elly Schuurman-Manschot (51) uit Sint-Maartensdijk die
vorige week met haar man Kees (53) Schuurman om het
leven kwam bij het tragische ongeval op de Philipsdam
was oud-medewerkster van het CWI op Tholen. In juni
behaalde ze nog haar hbo-examen sociale zekerheid.
Is een veertienjarig meisje deze zomer in Renesse door
twee Tholenaren verkracht? De 21-jarige man uit Tholen
zei donderdag bij de rechtbank in Middelburg dat het
meisje hem alleen oraal had bevredigd. Van verkrachting
was volgens hem in de nacht van 21 op 22 juni dit jaar in
Renesse geen sprake geweest. „Het gebeurde met in
stemming van haar." Ook officier van justitie W. Suijker-
buijk zag geen bewijs voor verkrachting, maar dat maak
te de Tholenaar niet minder strafbaar.
De één had last van hoogtevrees, de ander weet niet beter
of hij was er te vinden. Maar één ding hebben ze ge
meen: molens vinden ze machtig mooie dingen. Beiden
zijn ze nu in de leer voor vrijwillig molenaar. Dat is een
opleiding van een paar jaar. „De Hoop in Tholen is onze
lesmolen", zeggen André van Weenen (28) uit Tholen en
Mare Polderman (19) uit Stavenisse. Zij zijn op dit mo
ment de enige twee Tholenaren die zich officieel laten
scholen bij het Gilde van vrijwillige molenaars. Oscar
Huiskamp leert hen de kneepjes van het vak op molen
De Hoop in Tholen. In eerste instantie had hij zicht op
vier leerlingen, maar het zijn er twee geworden en daar is
hij ook nog blij om.
Familiehistorie
Achillespees
Ze leerden elkaar kennen in Scherpenisse op het bevrij
dingsfeest van 1945. Vijfjaar later trouwden ze. Na hun
huwelijk woonden ze in Bergen op Zoom, maar het
langst in Scherpenisse. Sinds een paar jaar in Sint-Anna-
land waar Lina op de fiets boodschappen kan doen en
waar een van hun drie dochters wonen. Dinsdag is het
precies zestig jaar geleden dat ze in de echt werden ver
bonden.
Huisarts
Lesje geleerd
Wipmolens
Kerkelijk ontvanger
Passie
Bij de fietsenkeuring van VVN op het Westerpoort en
het Calvijn college in Tholen kwamen onlangs vooral
gebreken aan de bel en de verlichting aan het licht.
André van Weenen en Mare Polderman houden gilde in stand met opleiding
Vier generaties van de familie gingen
toen mee naar Apeldoorn om het di
ploma in ontvangst te nemen. Hun
foto stond in deze krant. Elly had en
kel huishoudschool gehad, maar van
af haar 41 ste werkte ze zich op via
het mbo met het diploma sociaal ju
ridisch medewerker. Ze maakte de
verhuizing in 2008 nog mee van het
gebouw aan de Haven in Sint-Maar
tensdijk naar het gemeentehuis in
Tholen. Ze verruilde het CWI echter
voor het UWV in Rotterdam waar ze
werkzaam was als re-integratiebege-
leider. Het echtpaar woonde eerst in
het dorp, maar verhuisde later naar
een vrijstaande woning aan de Twee
de Dijk. De familie laat in de adver
tentie weten dat het stel midden in
het leven stond en hier enorm naar de
zin woonde. De uitvaart heeft inmid
dels plaatsgevonden.
Het onderzoek naar de oorzaak van
het ongeval waarbij een vrachtwagen
was betrokken, is nog niet afgerond,
laat de politie weten. De vrachtwa
gen werd bestuurd door een 18-jari-
ge man uit de gemeente Renswoude.
De zaak is in handen van het open
baar ministerie.
OM ziet geen bewijs voor verkrachting minderjarige
De gemeente Tholen heeft meer
molens dan molenaars, weet Huis
kamp. Het is een slechte zaak als
molens niet draaien, want dan ra
ken ze eerder in verval. Om molens
in stand te houden en mensen er
voorlichting over te geven, is het
belangrijker dat er molenaars bij
komen, vindt Huiskamp. „De
meeste molenaars zijn boven de
zes-tig. Als zij er mee stoppen, zijn
er bijna geen molenaars meer. Er is
dus een groot tekort", zegt André.
Volgens hen hebben alleen Huis
kamp en Jos Guequierre van De
Nijverheid in Sint-Maartensdijk
een diploma van het molenaarsgil-
de. De overige molenaars hebben
het vak al doende geleerd.
De opleiding omvat veel theorie.
De mannen moeten alle molenty
pen kennen. Ze moeten ook 30 uur
op een ander type molen draaien
dan hun lesmolen. Op De Hoop
moeten ze 150 uur hebben meege
draaid voor ze examen kunnen
doen. Ze krijgen de lessen van het
gilde, maar het examen wordt afge
nomen door de vereniging de Hol-
landsche Molen.
Mare en André hechten belang aan
de opleiding. Ze komen op die ma
nier nóg meer te weten over hun
hobby en ze vinden het leuk dat ze
op de cursus ook andere molenaars
leren kennen. „Voor mij is het zo
dat ik ook het papiertje ervoor wil
hebben. Als je in opleiding bent bij
een gediplomeerd lid, ben je ook
gelijk verzekerd. Anders moet je
zelf een verzekering afsluiten en
dat kost nogal wat."
Maar een diploma is niet verplicht.
Zo noemt Mare zichzelf al mole
naar van de molen in Stavenisse.
Daar heeft hij alles geleerd van
molenaar Gatze de Moed. „Ik ben
begonnen als veeghulpje", zegt hij.
„Later zetten we samen de molen
op de wind, of stil. Op den duur liet
Gatze me de molen alleen draaien."
Marc is altijd al gek van molens
geweest. „Vroeger liep ik altijd al
met mijn oma naar de molen. En
op molendag namen mijn moeder
en oma me altijd mee." Hij denkt
dat ze dat vooral voor hem deden.
„Iemand heeft eens de familiehis
torie uitgezocht en het zit mis
schien toch wel in de genen.
Schijnbaar hebben wc 200 of 300
jaar geleden een molenaar in de fa
milie gehad."
André heeft naar zijn weten geen
molenaars in de familie. „In Som-
melsdijk zit een Van Weenen, maar
dat is volgens mij geen familie."
Hem hebben molens altijd al ge
trokken en hij heeft altijd al een
molen willen laten draaien. „Ik
vind het prachtige dingen. Maar ik
had één probleem: ik had hoogte
vrees en weinig tijd. Ik repareerde
ook computers."
Hij kent de oorzaak van zijn hoog
tevrees maar al te goed. „Die heb ik
gekregen bij mijn vorige werkgever
waar ik elektromonteur was. Ik
stond op een ladder op ongeveer ze
ven meter hoogte. Een collega vond
het wel lollig om even flink aan de
ladder te schudden om me te roepen
voor de koffie. Toen heb ik het ge
kregen." Nu is het een eind over,
zegt André. Op de molen moet hij
in de wieken klimmen om de zeilen
op te zetten. „Ik doe het zo vaak
mogelijk, ook als het eigenlijk niet
hoeft. Door het gewoon te doen heb
ik mijn angst overwonnen."
André is nu algemeen monteur bij
Rieber en Spn in Sint-Maartens
dijk. „Mijn werk is nu veel breder.
Van een verstopte dakgoot tot ma
chinerevisie. Ik zit in de technische
dienst en repareer alles wat kapot
is." Mare heeft een mbo-opleiding
voor timmerman gevolgd in Bergen
op Zoom. Nu is hij een vervolgop
leiding begonnen voor restauratie
timmerman aan het ROC Zeeland
in Vlissingcn. „Ik heb een zwak
voor oude dingen", verklaart hij.
Zijn vak houdt in dal hij onder an
dere oude gebouwen gaat opknap
pen, zoals oude boerderijen en hui
zen. „Eventueel ook molens."
Elke zaterdag zijn ze op een molen
te vinden. Over het algemeen op
De Hoop in Tholen, maar hun le
raar Huiskamp is geblesseerd aan
zijn achillespees en kan geen trap
pen lopen. Daarom lessen ze tijde
lijk op molen De Hoop in Roosen-
Toon (85): „Op elk dorp was er
toen feest. Ik woonde in Sint-Maar
tensdijk maar als jonge jongens
gingen we daar op af. Ik wilde
vóóraan staan bij de spelen. Lina
deed een lintcnspcl." Zij was zo be
zig dat ze niet merkte dat hij naar
haar stónd te kijken. Na het spelle
tje kwam hij naar haar toe. Het was
niet de eerste keer dat ze elkaar za
gen want jongens en meisjes uit
Sint-Maartensdijk en Scherpenisse
troffen elkaar op zaterdagmiddag
en avond op de Molendijk (nu de
Provincialeweg) tussen de beide
dorpen. Bovendien kwam Lina ook
regelmatig in Smurdiek om haar
oom en tante te bezoeken.
Ze hadden vijf jaar verkering. Lina
(81was nog maar zestien jaar toen
ze Toon leerde kennen. „Toen mijn
moeder het wist, zei ze: maak het
maar uit, want je bent veel te jong.
Nou dat heeft maar een week ge
duurd, hoor." Ze kan er nog ge
noeglijk om lachen.
Van den Hoek kon in 1939 na de la
gere school aan de slag op de boer
derij van Reigersburg, tussen Sint-
Maartensdijk en Stavenisse. Niet
om in de landbouw te werken, maar
op het kantoor van de voedselvoor
ziening dat op de hofstede was ge
vestigd. Het zou een belangrijke
opstap worden voor zijn latere
loopbaan als directeur van de Rabo
bank in Scherpenisse. „Kees Hage
had daar de leiding. Hij kwam naar
het hoofd van de school. Hij wilde
twee jonge jongens voor de admini
stratie. Mijn naam is toen geval
len." Hij zou 5,5 gulden per week
gaan verdienen, maar zijn vader, Ko
van den Hoek, vond dat veel te wei
nig. „Hij zei dat ik 22 gulden per
week verdiende met het botten van
Aardappelen. Maar ik wilde wel.
Het was veel mooier dan naar het
land gaan." Er kwam een goede re
geling, zegt Toon. „Maar ik moest
ook gaan studeren. Ik mocht niet
meer altijd de hort op of voetbal
len."
Dat leerde Toon op Reigersburg.
Op een lapje tegenover de boerde
rij. Ook dat was een belangrijke op
stap. Van den Hoek zou tot zijn
36ste jaar in het eerste van Smer-
diek spelen. Hij was bovendien be
trokken bij de oprichting van de
Club.
Tot aan het eind van de oorlog deed
hij er het papierwerk voor het uitge
ven van bonnen voor voedsel en
kleding, het verstrekken van ver
gunningen voor het slachten van
een varken. Na dc oorlo<g"kwam hij
Op het ontvangkantoor van de be
lastingen in Tholen terecht. Tot hij
in militaire dienst moest. Toen hij
terugkwam was de plek bezet. Hij
kon naar de inspectie van belastin
gen in Bergen op Zoom. Hij zou er
twintig jaar bljjven werken.
Lina was in betrekking bij huisarts
Helleman. Een periode van 6 jaar.
Ze begon er na de evacuatie in 1944
tot aan haar trouwen in 1950. Na
hun huwelijk gingen ze inwonen bij
Lina's moeder in de Molenstraat in
Scherpenisse. Toon fietste naar Ber
gen, zomer en winter. Tot ze er een
woning vonden. Aan de Antwerpse
straat. Negen jaar zouden ze er wo
nen. Twee van hun drie kinderen
werden er geboren. Van den Hoek
had zich opgewerkt tot de derde
rang, maar had te weinig opleiding
(alleen lagere school) om hogerop
te komen. „Voor de belastingwetten
haalde ik prachtige cijfers maar
voor vakken voor algemene ontwik
keling kon ik het niet redden. Het
clubje van de HBS kon dat wel."
Via zijn voelbalmaatje Lambregt de
Graaf kreeg Van den Hoek te horen
dat er een vacature kwam bij dc
Boerenleenbank in Scherpenisse.
Hendrik Keur verkaste naar het
Kroondomein. „Ik had wel interes
se. Elenbaas, L.A.M., zat in het be
stuur. Er waren achttien kandidaten.
In 1961 werd ik aangenomen toen
ik 36 jaar was. We moesten wel in
Scherpenisse komen wonen. Eerst
hebben we in de woning aan de
bank in de Laban Deurloostraat ge
woond. Tot aan 1974. Daarna zijn
we verhuisd naar de overkant. In
Scherpenisse werd hun derde doch
ter geboren.
Omdat Van den Hoek ervaring had
met het invullen en verwerken van
belastinggegevens, kreeg hij steeds
meer verzoeken om belastingfor
mulieren in te vullen en de boek
houding te doen. „Dat had een
sneeuwbaleffect. Het werd een
boekhoudbureau, in het pand dat
aan de bank zat. Het waren meestal
particulieren. Grote bedrijven zaten
er niet in Scherpenisse." Het werk
dijde zo uit dat Van den Hoek hulp
nodig had. Mas Andriesse en Leen-
tje den Engelsman kwamen er voor
in dienst. Op de bank werkte Van
den Hoek aanvankelijk alleen. Later
kwam Piet van Dijke uit Sint-Anna-
land hem assisteren. „We werden
zelf ook gecontroleerd door de ac-
countantensdienst van dc Rabo
bank. Na een paar jaar werden dat
externe accountants. Zij zagen dat
we er ook een boekhoudkantoor op
na hielden. En dat kon niet. We
moesten er eert~punt achter zetten.
Het was niet verenigbaar met de
Toon van den Hoek en Lina van Oeffelen wonen nu aan de Anna van Bourgondiëstraat in Sint-Annaland.
te gemakkelijk te beïnvloeden. Op de
bewuste zondag van de 21ste juni
had hij samen met zijn vriend het
meisje in Goes opgepikt, waarna ze
naar Renesse reden. Op het steiger in
een park zou ze zijn verkracht. Ze
had verklaard dat ze door beiden was
verkracht. Ze had verteld dat de
jongste haar hoofd naar heneden had
geduwd. Ze werd gedwongen op een
handdoek te gaan liggen en als ze
zich zou verzetten dan zou ze alle
hoeken van Renesse zien. Na de ge
beurtenis heeft ze veertien dagen in
een crisisopvang van AZZ gezeten.
Uit hel verslag blijkt dat ze nog
steeds last heeft van huilbuien, zich
afzondert en zich afreageert door
zich erg kwaad te maken. Ze is bang
voor confrontatie met de verdachten.
De hulpverlening zal naar verwach
ting nog acht maanden duren.
De officier trok ook zijn conclusies
uit de verklaringen van het slacht
offer, die niet helemaal zouden klop
pen. De achttienjarige "'verdachte
kenden het meisje van school, waar
ze bekend staat dat 7!éhgefnakkelijk
liegt. Raadsman P. Bakkum vond
dat het meisje hulp had kunnen in
roepen of had kunnen vluchten naar
een van dc huizen dicht in de buurt
van het steiger. Over zijn cliënt zei
hij dat hij zich laat leiden door perso
nen die zich sterker profileren. „Hij
heeft zijn lesje geleerd." Dc advocaat
pleitte voor een voorwaardelijke ge
vangenisstraf of/en werkstraf. Hij
vroeg de schadeclaim af te wijzen.
Zijn cliënt betuigde spijt. „Dit kon
niet door de beugeL'De vriendschap
tussen de Tholenaar en de Fluplan-
der is voorbij. De rechtbank doet 28
oktober in beide zaken uitspraak.
daal. Dat komt mooi uit, want dan
maken ze ook meteen uren op een
ander type molen. De Brabantse
molen is een standerdmolen, net
als in Sint-Annaland, terwijl De
Hoop een stenen stellingmolen is.
Mare gaat 's middags meestal naar
Stavenisse om daar de molen te la
ten draaien. André helpt af en toe
ook bij Jan van Gorsel op molen
De Verwachting in Tholen.
Ze zijn er de hele dag zoet mee en
saai is het volgens hen dan ook al
lerminst. „Je bent constant bezig:
draait ie niet te hard?, verandert het
weer niet?. Ook zijn er bezoekers
om rond te leiden. Er is altijd wel
wat te doen." Zoals onderhouds
werk. „Eigenlijk moetje altijd met
zijn tweeën zijn. Dat is handig met
schoonmaken.", zegt André. „Maar
ook voor de veiligheid", zegt Mare.
Als dc molenaar alleen op de mo
len is en er overkomt hem wat, is er
niemand die hem hoort, denkt
André.
Haast al hun vrije tijd gaat eraan
op. André is dan ook gestopt met
de computerreparatie. Hij heeft het
er graag voor over. „Het is een hele
mooie hobby." Mare: „Het is ook
een soort ontspanning naast je
werk." Beiden vinden het fascine
rend dat zo'n oude installatie als
een molen nog werkt. „Ik vind het
heel leuk om zo'n monument in
stand te houden. De Hoop is 274
jaar oud en alles werkt nog. Als je
foto's van 100 jaar geleden bekijkt,
ziet alles er nog hetzelfde uit als
nu." Ze zijn er allebei vol van. „Je
kunt het een tik van de molen noe
men."
André's driejarige zoontje Jesse is
ook al besmet met het virus. „Hij
gaat bijna altijd mee naar de mo
len. Als we in de auto over de snel
weg rijden en hij ziet een molen,
roept hij altijd dat ik moet kijken",
zegt André. Het zat er al in vol
gens hem. „Eigenlijk ben ik er ook
aan begonnen, omdat Jesse het leuk
vond."
Mare denkt, dat de liefde voor dc
molen altijd zal blijven bestaan.
„Molenaar ben je voor het leven.
Of je het beroep nu uitoefent of
niet." André vindt alle molens
mooi. „De wipmolens, die je ziet
in Utrecht en Zuid-Holland, heb
ben we hier niet. Daarbij is de bo
venkant kleiner dan bij de stan
derdmolen. Meestal woont er
iemand onderin en zit het maalsys-
teem ook onderin. Bij de standerd
molen zit dat juist in de kast. De
bank, hoewel ik wel toestemming
had van Rabobank Nederland. Ik
had er de pest aan dat we moesten
sluiten. Na een jaar of vijf ging het
dicht."
Lina zorgde voor de kinderen en het
huishouden. „Vroeger bleef je
thuis." Dat was ook wel nodig want
Toon werd voor allerlei verenigin
gen in het bestuur gevraagd. Toen
Van den Hoek nog maar twee maan
den in het dorp woonde, werd hij
kerkelijk ontvanger van de her
vormde gemeente. Hij zou het 33
jaar blijven. Voor de KNVB selec
teerde hij spelers voor de selectie
van het Nederlands elftal van zater
dagvoetballers. In Zeeland en West-
Brabant. „Dan werd ik gebeld en
dan vroegerf "zë 'me* óm' ëeh féchts-
back te zoeken. Ik bekocht er veel
wedstrijden voor." Van den Hoek
werd lid van dc Oranjevereniging,
van de muziekvereniging. Twintig
jaar zat hij in het bestuur van het
Rode Kruis. Hij was lid van het
Welzijnsorgaan Tholen en van de
stichting Thoolse dagen. „Als er
dingen geschreven moesten worden,
dan kwamen ze naar mij toe. Ik
deed het ook heel graag. Ik heb wel
te maken gehad met gevogelte van
allerlei pluimage. Maar ik werd niet
gauw kwaad. Natuurljk moest je
wel eens op je tanden bijten. Als me
iets niet zinde, dat liet ik dat merken
door er een grap over te maken."
Voor al deze bestuurlijke functies
kreeg hij een koninklijke onder
scheiding. Voor de foto van het dia
manten bruidspaar gaat dan ook het
colbertje aan met de versierselen.
Van den Hoek bleef 25 jaar bij de
bank. Eind 1986 stopte hij er mee.
Om zijn vrije tijd te vullen, stelden
zijn kinderen hem voor een volks
tuintje te nemen. Hij huurde een
lapje aan de Stoofdijk. Het werd een
hobby waar hij veel plezier aan be
leefde. „Ik wist bij wijze van spre
ken niet het verschil tussen een
aardappel en een krote."
In 2007 verhuisde het echtpaar naar
Sint-Annaland. Het huis werd te
groot om te onderhouden. Lina:
„En er zijn ook geen voorzieningen
meer in het dorp. Ik rijd geen auto.
Hier kan ik alles lekker op de fiets
doen." Ze hielp ook mee in de kle
dingwinkel van haar dochter Lia,
inmiddels alweer overgenomen
door kleindochter Miranda. „Op
vrijdagavond en zaterdagochtend.
Twee keer in de week. Maar daar
ben ik ook alweer een tijdje mee
gestopt."
Ze is nog kerngezond en doet alles
nog zelf in het huishouden. „Zo
lang ik het kan, doe ik het."
Toon merkt dat hij moeite heeft met
het korte termijn geheugen. Licha
melijk mankeert ook hij niets. In dc
zomer fietsen ze nog veel samen.
Zonder motortje. En bezoekt hij re
gelmatig de voetbalwedstrijden van
WHS. Voetbal is zijn passie geble
ven.
Ze zongen samen ook nog twintig
jaar in het zangkoor in Scherpenis
se en in Sint-Annaland. Ze wonen
met plezier in de bungalow aan de
Anna van Bourgondiëstraat. „Lek
ker druk en toch niet vlak aan de
straat," zegt Toon. „Dat moet je
maar treffen." Ze bewaren goede
herinneringen aan Scherpenisse.
Lina: „Scherpenisse was één als er
iets werd gevierd. Anders dan in
Smurdiek."
Toon beaamt dat. „In mijn jeugdja
ren zaten de boeren apart. Daar
kwam je niet zomaar tussen te zit
ten, hoor." Het echtpaar viert de
diamanten bruiloft op dinsdag, pre--
cies zestig jaar nadat ze elkaar het
jawoord gaven. Het echtpaar heeft
negen kleinkinderen en vijf achter
kleinkinderen.
„Er is seksueel contact geweest met
een meisje jonger dan zestien jaar.
Dat is volgens de wet strafbaar, om
dat jonge meisjes van die leeftijd be
schermd moeten worden. U had er
vanaf moeten blijven." Dc officier
hield verdachte aan de verklaring bij
de politie dat hij met haar ook ge
meenschap heeft gehad. Hij eiste
veertien maanden gevangenisstraf,
waarvan zes maanden voorwaarde
lijk. In de proeftijd van twee jaar
dient hij zich te houden aan de voor
waarden van de reclassering. Ook als
dat een behandeling in een kliniek
voor seksuele delinquenten inhoudt.
Daarnaast meende hij dat het slacht
offer voor een bedrag van 1.547 eu
ro schadeloos moet worden gesteld.
Er was een schadeclaim van 3.500
euro ingediend. De officier liet in
zijn eis ook het leeftijdsverschil tus
sen verdachte en slachtoffer meewe
gen.
De behandeling van de strafzaak te
gen de achttienjarige inwoner van
Sint Philipsland vond bij de kinder
rechter achter gesloten deuren plaats,
omdat dc Fluplander tijdens het de
lict nog zeventien jaar was.
De 21-jarige man kwam terug op
zijn verklaringen die hij bij de politie
had afgelegd. „Ze zei tegen mij dat
ze zestien jaar was en ik heb geen
gemeenschap met haar gehad."
Rechtbankpresident G. Nomes hield
hem voor dat hij bij de politie anders
had verklaard. „Ik zei tegen haar dat
ze nog maar 15 jaar was (veertien
jaar en elf maanden) en niet wilde
dat ze in de problemen kwam. Ik heb
met haar gemeenschap gehad, heeft
u gezegd. Uw handtekening staat er
onder."
Volgens de psycholoog, die een
voorwaardelijke straf en reclasse-
ringstoezicht adviseerde, is verdach-
wipmolens zijn vaak watermolens.
Die werden ingezet bij een hoge
waterstand en daarom was het van
belang dat de molenaar snel ter
plaatse was."
Het maakt hem niet zoveel uit op
welke molen hij straks gaat draai
en. „De Hoop vind ik een prachtige
molen om te zien. Er zijn genoeg
molenaars die het niet bij één mo
len houden. Die in Scherpenisse
draait niet vaak, dus als ik daar wat
voor kan doen, doe ik dat graag."
Mare houdt het bij een stenen
grondzeilen het Zeeuwse korenmo-
lentje, zoals in Stavenisse. „Dat
vind ik het mooiste type. Het is ook
niet zo groot en daarom ook prima
te bedienen. Er zitten ook hele ou
de maalwcrktuigen in. Alles is nog
van vroeger. Bij de meeste molens
is alles er al uitgesloopt. Een stan
derdmolen vind ik ook mooi."
Gerrit Vis keurt fiets van leerling op het Calvijn college.
keuring. 52 tweewielers vertoonden
één of meer gebreken. Geen bel: 4.
Geen achterlicht 28. Geen koplamp
26. Bij vier fietsen deugden de rem
men niet. Volgens Taeke Wijma van
VVN is het verschil in het aantal
niet werkende bellen bij het Calvijn
college (29) ten opzichte van het
aantal op het Westerpoort (4) opval
lend. De vrijwilligers van VVN, Ri-
nus Quist, Jan van Oudenaarde, An-
toon Gclok, Bert Vermaas, Corry
Burgers en Taeke Wijma werden
deskundig ondersteund door de ge
pensioneerde fietsenmaker Gerrit
Vis en door Kees Jansen van Ter
louw tweewielers te Tholen. Door
onderwijzend personeel van de be
trokken scholen werd geregeld dat
er een voortdurende aanvoer van
leerlingen met fietsen was.
Mare Polderman (links) uit Stavenisse en André van Weenen uit Tholen leren voor vrijwillig molenaar. Dat doen ze onder andere op molen
De Hoop in Tholen.
Naast de bestaande technische eisen
voor een fiets werd de verlichting,
met het oog op het jaargetijde, na
drukkelijk in de keuring betrokken.
In totaal werden 425 fietsen ter keu
ring aangeboden. 114 fietsen ver
toonden één of meer gebreken. Het
ontbreken van een bel scoorde het
hoogst, daarna de niet werkende of
ontbrekende verlichting.
Een aantal leerlingen gaf aan dat zij
over een losse, op het lichaam be
vestigde, verlichting beschikten,
maar deze niet bij zich hadden.
Op het Calvijn college werden 247
fietsen bekeken. 62 daarvan had één
of meer gebreken. Geen bel: 29.
Geen koplamp: 15, geen achterlicht:
29. Bij twee fietsen waren de rem
men niet in orde. Op het Wester
poort kwamen 178 fietsen naar de