Leandra Andricssc
Anne-Wil Moerland
Ik bof met mijn stage
/lckenfj
Handel- en administratie
echt mijn ding'
'Ik wilde toerisme doen,
maar wil nu kapper worden'
'Directiesecretaresse
of lerares economie'
'Huiswerk op school
gaat beter dan thuis'
bij de kapper'
Uurtje bijles op school
vind ik helemaal niet erg
Op 't laatst hard werken,
dan lukt het wel
Examenetreee en
studiekeuze
Donderdag 21 januari 2010
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
IkZOl
Nog even en dan staat hot
examen voor de deur voor de
vierdejaars leerlingen van de
middelbare scholen. De scholie
ren moeten dan al weten welke
opleiding zij daarna willen gaan
volgen. We hebben een aantal
middelbare scholieren uit Tho
len gevraagd hoe zij er voor
staan en wat zij straks willen
gaan doen.
2
fjm
Bekijk ook elke week
onze website
www.eendrachtbode.nl
Anne-Wil uit Tholen doet verzorging op het Westerpoort college. Ze wilde eerst toerisme doen.
maar wil nu graag kapster worden. De 16-jarige Thoolse weet nog niet naar welke vervolgoplei
ding ze zal gaan, in Roosendaal, Breda of Rotterdam.
Anne-wil staat er goed voor. Ze doet eindexamen in Nederlands, Engels, verzorging, biologie,
maatschappijleer en gymnastiek. ,,lk heb veel zevens en één acht. Voor wiskunde haalde ik eens
een 5,5 maar ook af en toe een zes." Engels vindt ze het leukste vak. ,,Het is een leuke taal en
het is ook makkelijk als je op vakantie gaat." Ze valt in de tweede week van maart met haar neus
in de boter als ze samen de andere 77 vierdeklassers naar Engeland gaat.
Wiskunde vindt ze een moeilijk vak. Maar ze steekt er ook niet zoveel tijd in. Ze doet het huis
werk, net als alle andere leerlingen, op school. ,,Op het kennisplein. Er staat zes uur voor, maar ik
ben in drie uur wel klaar. Soms maak ik het thuis als ik op school niet veel gedaan heb. Het werkt
wel goed. Met de eigen klas kijk je het na."
Maar soms wordt er wel veel gepraat, zegt ze. Tijdens het huiswerk wordt er met een verkeers
licht gewerkt: groen betekent dat er gepraat mag worden, bij rood moet het stil zijn, bij oranje mag
er alleen over het werk gesproken worden.
Ze koos voor verzorging omdat ze graag met mensen wil werken. „Vooral het sociale contact
vind ik leuk. Ik wilde eerst het toerisme in, maar in het derde jaar deed ik een snuffelstage bij kap
salon Hairr'r in Tholen en nu wil ik kapster worden. Het was heel leuk en ik mocht best veel doen.
Haren wassen, maar ook oefenen met een permanent aanbrengen op een pop."
Het deed haar in ieder geval van gedachte veranderen. Het is zelfs zo dat ze er al mag komen
werken op vrijdag en zaterdag. „En ik mag er al mijn stage gaan lopen als ik op de kappersvak
school zit. Ik bof maar. Er zijn al heel veel kapsters."
Ze heeft het wel naar de zin op school, maar is het ook al wel een beetje beu. „En veel dingen
mogen niet. Niet roken op het schoolplein of eten op het binnenplein. Je moet ook je mobiele te
lefoon in de kluis doen en er staan overal camera's.
Welke school ze na het vmbo gaat kiezen, weet ze nog niet.
Ze moet de open dagen nog bezoeken, zegt ze. Ze gaat zich oriënteren op het
Kellebeek in Roosendaal en Vitalis in Breda.
De vierdeklasser Leandra Andriesse uit Scherpenisse op het Calvijn college in Tholen is tot nu toe tevreden met
de resultaten die ze voor haar eindexamenvakken heeft gehaald. Gemiddeld ruim een zeven. „Het laagste is 7,1.
Het hoogste een 8 voor handel- en administratie." En dat is juist de richting die ze volgt. Ze maakt zich dan ook
niet zo heel erg druk om het examen in Nederlands. Engels, Duits, economie, wiskunde én handel- en administra
tie. Vooral dat laatste spreekt haar aan. „We hebben nu met acht leerlingen een mini-onderneming We verkopen
buttons die we zelf maken. Met een foto erop. We gaan een machine kopen van de inleg van de mensen die aan
delen hebben gekocht." Leandra is zelf directiesecretaresse van de mini-onderneming. „Eén van de twee, anders
waren er te weinig functies."
Ze koos aan het eind van het tweede jaar bewust voor de economische richting. „Handel- en administratie is echt
mijn ding. Dat heb ik altijd al gewild. Ik wilde niet in de verzorging."
Met het diploma van de school wil ze verder gaan leren. Ze wil directiesecretaresse worden. Daarvoor moet ze
eerst naar een middelbare beroepsopleiding. Ze gaat naar het Hoornbeeck college in Goes, zegt ze. „Misschien
ga ik daarna wel voor lerares leren om voor de klas te staan. Economie, lijkt met het leukst. Lesgeven op een
middelbare school. Maar ik weet dat nog niet zeker. Of ik over een paar jaar nog zin heb om door te leren, of hoe
moeilijk het is."
Leandra heeft weinig moeite met leren. „We hebben pas tentamens gehad. Daar moet je wel veel voor leren,
maar meestal leer ik een uurtje of soms nog minder."
Ze heeft het goed naar haar zin op het Calvijn college. „Het is een kleine school, het is vertrouwd, ik ken ieder
een. In ieder geval van gezicht. En de band met de leraren is goed. Ze kennen ons goed." Of ze iets mist op
school. Ze haalt haar schouders op. „Eigenlijk niks. Wat je nodig hebt is er."
Werken met zijn handen. Dat was voor Marco Moerland uit Sint-Maar
tensdijk de reden waarom hij op het Westerpoort college in Tholen voor
techniek koos. Bouwtechniek wel te verstaan, want daar doe je meer
met je handen dan bij metaaltechniek, zegt de 16-jarige.
„Bij metaal bedien je vooral machines. Ik vind het metaal ook stinken.
Met hout doe je veel meer met je handen." Marco staat er goed voor.
„Alles voldoende. Zessen en zevens." Hij doet examen in bouwtechniek,
wiskunde. Nederlands, Engels, natuur- en scheikunde. Hij maakt zich geen
zorgen, zegt hij. Voor bouwtechniek en wiskunde staat hij 7,4 gemiddeld.
Nederlands is voor hem het moeilijkst. „Moeilijker dan Engels. Ik praat het
zelf, maar het is toch een rottaaltje. Ik moet er echt veel voor leren. Anders
komt het niet goed. Ontleden van zinnen is moeilijk."
Marco wil na zijn eindexamen verder in de bouw. „Ik wil naar de SPB in Ber
gen op Zoom, de praktijkopleiding voor bouw en hout. Daar kun je kiezen wat
je wilt: timmeren, metselen of stukadoren. Dat weet ik nog niet."
Op school maakte hij inmiddels al een tafeltje, een krukje, een bankje en een
kist om er gereedschap in te doen. Voor zijn werkstukken haalde hij steeds een
voldoende. Maar voor zijn eerste schriftelijke toets bouwtechniek slecht 5,6.
Dat viel hem wel tegen, maar hij kan het ook wel verklaren. „Ik ben pas twee da
gen van te voren gaan leren. Het waren 25 bladzijden. Dat was best veel."
Moerland zit met elf anderen in de examenklas. Het huiswerk maakt hij op
school. Dat is in Tholen onderdeel van het onderwijssysteem op het zogeheten
kennisplein. „Er staat zes uur per week voor. Je moet zorgen dat je het daarin kan
doen. Ik doe het meestal in vier uur. Het is beter dan dat je het thuis moet doen
want er zit ook een controle-ui* in. Huiswerk op school maken, gaat beter dan
thuis."
De Smurdiekenaar wil na de SPB eerst gaan werken. En hoopt later uitvoerder te
kunnen worden.
Voor het examen maakt hij zich niet druk, „Ik ben niet echt gespannen. Ik denk wel
dat ik het haal."
Job Schot uit Tholen zit in de vierde klas van het Calvijn college en doet de studie
richting verzorging. De 15-jarige Schot staat gemiddeld voldoende voor zijn vakken,
maar moet er wel veel voor doen. Voor wiskunde krijgt hij bijles van zijn buurman.
Job moet examen doen in de vakken Nederlands, Engels, wiskunde, biologie, ge
schiedenis en verzorging. Zijn hoogste cijfer is een 7,1 voor geschiedenis, het
laagste een 5,5 voor wiskunde.
Op het ogenblik volgt hij bijles voor het vak verzorging, het hoofdvak. „We moes
ten tentamen doen. Examenteksten van vier jaar geleden. Die had ik niet goed
genoeg gelezen. Elke woensdagmiddag blijf ik een uurtje langer op school. Ik heb
er zelf om gevraagd. Het is voor mijn eigen bestwil. Ik vind het helemaal niet
erg." Job heeft bewust gekozen voor verzorging. Omgaan met mensen vindt hij
leuk. „Zieke mensen helpen, of gehandicapten. Ik zou het liefst in een zieken
huis willen werken. In de verpleging."
Techniek en handel- en administratie sprak hem niet aan, zegt hij. „Ik dacht
dan doe ik verzorging. Het is me erg meegevallen. Het is best leuk." Het hoge
cijfer voor geschiedenis is niet zo verwonderlijk. „Heb ik altijd al leuk gevon-'
den. Op de basisschool al. Niet een bepaalde periode, maar van alles een
beetje, de hele geschiedenis."
Job besteedt vooral voor zijn tentamens veel tijd aan school. „Voor elk vak
leer ik dan elke dag een half uur. Ik kan me niet zo lang concentreren. En ik
ben snel afgeleid. Als ik boven zit te leren en ik hoor beneden wat, dan ga
ik gelijk kijken."
Hij vindt dat zijn gemiddelde wel wat hoger zou kunnen. Vooral voor wis
kunde wil hij een hoger cijfer. Job moet er hard voor werken. „In het der
de jaar had ik er helemaal geen zin in. In de tweede dacht ik dat wordt
een zacht eitje, maar toen ik mijn kerstrapport zag, besefte ik pas dat ik
er echt wat aan moest gaan doen. Ik ben met de hakken over de sloot
over gegaan."
Voor wiskunde krijgt hij bijles van zijn buurman, een vriend van zijn va
der. „Die werkt bij Fokker in Woensdrecht en is goed in wiskunde.
Elke dinsdagavond ga ik naar hem toe. Het is fijn dat het kan."
Volgend jaar wil hij naar het Hoornbeeck college in Goes voor de mbo-verzor-
ging. De eerste twee jaar moet hij dan vijf dagen naar school. In de derde maar één dag in
de week, de anderen vier is werken in de zorg. „Op die manier hoop ik verder te komen."
Eduard en Camiel Jas uit Tholen hebben vier jaar samen op 't Rijks in Bergen op Zoom gezeten, maar gaan al een tijdje ie
der hun eigen weg. De 17-jarige tweeling lijken zoveel op elkaar dat ze moeilijk uit elkaar te houden zijn. Maar ieder vaart
zijn eigen koers als het om onderwijs gaat. Eduard doet vwo aan 't Rijks en Camiel internationale handel en groothandel
aan het Zoomvliet college in Roosendaal.
Eduard zit in de zesde klas van het vwo, en heeft het wel gehad, zegt hij- Hij doet het profiel economie en-maatschappij. Met
de verplichte vakken economie, wiskunde A, Nederlands, Engels en geschiedenis. Als keuzevakken Frans, management en
organisatie en aardrijkskunde. Gemiddeld staat hij 6,5 tot 7. Voor de vakken wiskunde, geschiedenis en aardrijkskunde
haalt hij de hoogste cijfers. Geschiedenis en aardrijkskunde vindt hij het interessantst. „Het heeft betrekking op.de wereld.
Het gaat over oorzaak en gevolg. Talen vind ik minder interessant. Ik heb Frans gekozen omdat mijn familie een Franse ach
tergrond heeft via mijn vaders kant."
Eduard moet voor zijn examen wel 'flink leren', zegt hij. „Anders red ik het niet. Op het laatste moment hard werken. Dan lukt
het wel. Huiswerk maak ik meestal op school, ook het leerwerk."
De tweeling zat eerst samen op de Regenboog in Tholen. Eduard dacht er over om naar het Molier lyceum te gaan, maar kon
op 't Rijks meteen op vwo-niveau tweetalig onderwijs krijgen: Nederlands en Engels.
Over het vervolg is Eduard al vrij zeker: „Aarde en economie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Ik wilde zeker met eco
nomie doorgaan. Toen kwam ik deze combinatie tegen. Vooral fysische geografie, hoe de aarde is gevormd, interesseert me.
Voor een bedrijf, zoals Shell, kun je dan onderzoek doen naar het gevolgen voor het milieu bij het boren naar olie bijvoorbeeld."
Camiel doet nu mbo aan het Zoomvliet in Roosendaal. Niveau 3. „Over een week moet ik examens doen. Dat moet ik halen om
door te gaan naar niveau 4." Hij moet in een half uur een scriptie verdedigen. Het gaat onder meer over het beheer van de voor
raad in een magazijn, en hoe een product verkocht kan worden. Camiel praat over kerntaken met vakken als logistiek, marke
ting, bedrijfskunde, Engels, Nederlands en Frans. Zijn slechtste vak is Engels. Hij heeft er een hekel aan.
Eduard deed eerst mavo op 't Rijks. Hij wilde wel havo doen, maar had geen zin in biologie. Na zijn vierde jaar ging hij naar het
mbo, maar vind het wel zwaar. „Soms denk ik wel eens, was ik maar havo gaan doen." Aan de andere kant is het mbo volgens
hem een betere voorbereiding op het hbo. Hij moet nog anderhalf jaar. Ziet er wel een beetje tegenop omdat 'het grootste deel'
zakt. Eduard verwacht wel dat hij het haalt. Hij maakt nu lange dagen omdat hij stage loopt bij groothandel Michel van der Avert, in
de vestiging in Roosendaal. „Iedere dag tot vijf uur. De tijd vliegt als je werkt. Ik loop liever stage dan dat ik op school zit." Camiel
wil bedrijfskunde gaan doen. In Utrecht of Rotterdam. In ieder geval in de Randstad. In de buurt van zijn broer.