Hun bedrijf houdt gezin van Addy en
Marleen Aarnoudse in Oud-Vossemeer
Warm onthaalkortingen
'Kamp lag regelmatig onder vuur,
ik ben steeds goed weggekomen'
60% KORTING
den Engelsman q^van Driel
jaar Oud-Vossemeer
Donderdag 14 januari 2010
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
5
Van Aarnoudse
tot Van der Zande
Op een steenworp afstand van het dorp drijven Addy en
Marleen Aarnoudse hun bedrijf, een boerderij met win
kel. De Stelhoek staat aan de Patrijzenweg. Of zoals ech
te Vossemeerders zeggen: het Stoofwegje. Genoemd naar
de meestoof die tot eind 19de eeuw aan het einde ervan
stond. Het gezin Aarnoudse woont er prachtig, vinden ze.
Vooral nu de akkers door sneeuw en ijs bedekt zijn.
'Vroeger waren er veel meer winkels en kon je nog op straat spelen
Hij was altijd wel medisch
geïnteresseerd. Maar wer
ken in een Nederlands zie
kenhuis leek hem toch wat
saai. Hij zocht meer uitda
ging. Meer spanning. Die
vond de 20-jarige Fluplan-
der Richard van Duuren bij
de Koninklijke luchtmacht.
Als beroeps werd hij uitge
zonden naar Afghanistan
met als standplaats Kanda
har. Hij werkte er op de
eerste hulp van het trau
macentrum waar gewonde
militairen en burgers wor
den gebracht. Slachtoffers
van gevechten, van berm-
bommen, van bombarde
menten, van ongevallen en
van zelfmoordaanslagen.
Bijna vijf maanden ver
bleef hij in kamp Kanda
har.
Overleven
Grondmonsters
Boksen
Schutse
Slagersmes
Veiling
Trouwen
Op onze damesafdelina»
1 ARTIKEL 50% KORTING
V.A. 2 ARTIKELEN
en heel veel superkoopjes!
Richard van Duuren (20) verleent eerste hulp aan gewonden in A fghanistan
De Eendrachtbode grijpt de
viering van 600 jaar Oud-Vossemeer aan,
om een aantal echte Vossemeerse families te
belichten. Maandelijks wordt
iemand met een in het dorp
bekende naam geïnterviewd.
Wie zijn ze?
Wat vinden ze van hun dorp?
Hoe vinden ze er hun bestaan?
De familie Aarnoudse bijt de spits af. Volgens de Nederlandse Fa-
milienamenbank van het Meertensinstituut woonden er in 2007
liefst 16fi> mensen met die achternaam in de gemeente Tholen,
dat is ruim een kwart van de 609 Aarnoudsen die ons land toen
telde. In het telefoonboek staan er onder het kopje Oud-Vosse-
meer 26 Aarnoudsen.
Addy en Marleen Aarnoudse genieten van het winterse landschap hij hun boerderijwinkel De Stelhoek.
Waar de naam Stelhoek vandaan
komt. weten Addy (45) en Marleen
(42) Aarnoudse niet. Hun over
grootvader Adriaan (ze zijn achter
neef en achternicht van elkaar)
bouwde het boerderijtje in 1913 aan
de westkant van Oud-Vossemeer.
En sindsdien hebben er altijd Aar
noudsen gewoond. Adriaan Aarn
oudse (1862-1951) kwam welis
waar in Sint-Maartensdijk ter
wereld, maar diens ouders verhuis
den in 1874 naar het dorp waar Ad
riaans vader was geboren en zijn
groot- en overgrootouders ook al
woonden. Addy's opa Adriaan en
Marleens opa Johannes namen het
bedrijf in 1928 over van hun vader.
Johannes ging op de boerderij wo
nen, Adriaan in het huis er zowat
schuin tegenover. In 1940 ruilden
ze, Johannes stapte toen uit het be
drijf en werd landarbeider. Waar
schijnlijk is de Stelhoek genoemd
naar de Stelblok, de veldnaam die
vroeger in gebruik was voor het ge
bied ten noorden en oosten van de
boerderij.
Addy Aarnoudse is niet op de Stel
hoek geboren. „Mijn vader nam het
Van Duuren werd er voor opgeleid
en op het werk in het oorlogsge
bied voorbereid. Maar de werke
lijkheid is toch altijd weer anders,
zegt hij. Richards thuisbasis is Gil-
ze-Rijen. De korporaal vertrok op
23 juli. Vanaf vliegveld Eindhoven
naar de Arabische Emiraten met
een gewone lijnvlucht. Vandaar met
een militair toestel vol militairen,
voornamelijk Amerikanen, recht
streeks naar Kandahar. Een vlucht
van vijf tot zes uur. Van Duuren
kwam in het grootste internationale
militaire kamp van het land terecht.
„Er zitten 25.000 tot 30.000 men
sen. Er rijden bijvoorbeeld 5500
auto's rond. Het grootste deel be
staat uit tenten, maar er zijn ook
stenen gebouwen voor de opslag
van munitie. De militairen slapen
in gepantserde containers. Overal
staan stenen muren tegen raketaan-
vallen." De elektriciteitsdraden
hangen tussen palen boven de rots
achtige bodem. Het kan er heet zijn
in het land. De Afghaanse zomer
begint half mei en duurt tot eind
september. Van Duuren heeft het
ervaren. „Vaak was het ruim boven
de 50 graden. Met een uitschieter
tot 65 graden. Dan blijf je liever
binnen."
Van Duuren kwam in zijn werk met
veel andere nationaliteiten in con
tact: Amerikanen, Britten, Fransen.
Duitsers, Australiërs, Belgen, Roe
menen. Ze voerden er militaire- en
humanitaire acties uit. Maar kon
den ook als slachtoffer in het trau
macentrum op de behandeltafel te
recht komen. Van Duuren maakte
deel uit van een groep van zes hel
pers. Het team bestaat uit totaal
acht groepen van zes medisch ge
schoolde militairen die klaar staan
als er een gewonde wordt binnen
gebracht op de spoedeisende hulp.
Alleen al voor deze afdeling waren
acht aparte behandelruimtes be
schikbaar.
Van Duuren sprak er de hele dag
Engels. Ook als hij vertelt, vallen
er Engelse of Amerikaanse termen.
„Het traumacentrum ligt naast de
landingsbaan. Alle gewonden wor
den met een Amerikaanse helikop
ter, een Black Hawk, naar het kamp
gebracht. Op een stretcher naar een
ambulance gedragen die ze naar
bedrijf in 1970 over van mijn opa
die op de boerderij bleef wonen. Ik
ben in de Molenweg geboren en op
gegroeid." Marleen, die dus ook
Aarnoudse heet, woont hel grootste
deel van haar leven in de Patrijzen-
weg. Ze is geboren in het huis waar
haar opa vanaf de oorlog woonde.
„Dat heeft mijn vader twee keer ge
kocht, want we hebben tussendoor
ook nog in de Kalisbuurt gewoond."
Beide woningen zagen er oorspron
kelijk precies hetzelfde uit, maar ze
weten niet of hun overgrootvader ze
allebei heeft laten bouwen.
Hannie van Poortvliet-de Boer uit
Oud-Vossemeer heeft onderzoek
gedaan naar de stamboom van de
familie Aarnoudse. Daaruit blijkt
dat vanaf halverwege de achttiende
eeuw leden van dit geslacht in Oud-
Vossemeer hebben gewoond. Rond
1800 was Jacob Aarnoudse boer in
Vrijberghe. Zijn broer Bastiaan, een
voorvader van Addy en Marleen,
was in het dorp geboren maar boer
de aan de Hogeweg 'in Poortvliet.
Oudere generatics woonden in Tho
len en Schakerloo. De oudst beken
de voorvader heette Arnout Pleune
ons brengt. Dat is maar een heel
klein stukje. Een meter of dertig.
Hoe minder iemand vervoerd hoeft
te worden, hoe beter."
Duuren heeft op zijn laptop een
kleine selectie gemaakt van foto's
van gewonden die in hel trau
macentrum werden binnenge
bracht. De slachtoffers met de erg
ste verwondingen laat hij niet zien.
Maar ook voor wat hij wel laat
zien, is een sterke maag nodig.
„We moesten ze voorbereiden voor
de operatiekamer. Dat houdt in dat
we ze stabiel moesten maken door
ze aan een infuus of de beademing
te leggen. Ieder heeft dan zo zijn
taak. Net zo lang tot ze capabel wa
ren om naar de o.k. te gaan."
Van Duuren is ptls'cr, zegt hij. Dat
staat voor 'primary trauma life sa-
ver'. Eerste hulpverlener.
Richard zag lichte verwondingen,
maar ook zware. „Soms komt er ie
mand binnen waarvan je denkt dat
die gaat sterven en die dan blijft le
ven. Van een ander denk je dat hij
wel zal blijven leven, maar die dan
toch dood gaat. Dat is heel apart.
Soms zie je niks aan iemand, maar
kunnen de hersenen door de druk
van een bomexplosie verpulverd
zijn."
De dood was dichtbij in het werk
van Van Duuren, ook al zat hij zelf
niet in de frontlinie. Vocht niet zelf
maar vocht voor het leven van an
deren die slachtoffer waren van het
oorlogsgeweld. Militairen én Af
ghaanse burgers.
Het traumaeentrum was goed uit
gerust met medische apparatuur.
Met behulp van een ct-scan (een
geavanceerd röntgenapparaat) kan
de medische staf al veel zien, zegt
hij. Dat is belangrijk om het ver
volg van de behandeling te kunnen
bepalen.
(waarschijnlijk was hij een zoon van
Pleun Aertsen) en hij overleed in
1673 in Tholen.
Zowel Addy als Marleen gingen
naar de School met de Bijbel. Hij
herinnert zich Biesheuvel en Non-
nekens als onderwijzers, zij noemt
Van der Kaa en Giljam. Over het
dorp in hun jeugd staat hen vooral
slag. „Als je dat ziet, is het maar
goed dal we er zijn. Zulke mensen
kun je helpen."
Gewonde militairen worden na
twee of drie dagen naar Duitsland
gevlogen naar een groot internatio
naal ziekenhuis. Daar worden ze
verder geholpen.
Van Duuren was er wel op voorbe
reid „Ze laten voor het vertrek fo
to's zien van wat je kan verwach-
bij dat er veel meer winkels waren
dan tegenwoordig. „En het was een
stuk rustiger. Je kon in de Molen
weg op straat spelen. Dat hoefje nu
niet meer te doen", zegt Addy. Die
speelde als kind ook vaak op de
boerderij van zijn opa, weet Mar
leen. Haar vader (Arend) werkte als
chauffeur en magazijnbediende bij
de slagersgroothandel Zuneha in
Halsteren.
Na de middelbare landbouwschool
ten. Dat is al heel erg. Maar op de
foto's hoor je niks, je ruikt niets.
Dan ben je daar ver van huis en is
het toch heel anders. Er is altijd
spanning." Bij het zien van zoveel
leed en ernstige verwondingen
moesten de leden van het team wel
eens even bijkomen, zegt de Flup-
lander. Soms moest je je wel eens
even omdraaien en even gaan zit
ten. Achtera! werd daar dan ook
stapte Addy bij zijn vader (Jan) in
het bedrijf. „Die was toen al zestig
en blij dat ik thuis kwam", zegt hij.
„Ik ben in het werk op de boerderij
opgegroeid." Dat was akkerbouw,
terwijl opa Aarnoudse eerder een
gemengd bedrijf had met vee. Addy
is de enige zoon, heeft nog een zus.
Of een van zijn eigen kinderen
straks het bedrijf voort zal zetten, is
afwachten. Van de vier jongens heb
ben de oudste twee heel ander werk
wel over gepraat."
Soms was hel niet om aan te zien,
erkent Van Duuren. Hij beschrijft
een aantal trauma's waarmee ge
wonden waren aangevoerd. Met
zulk zwaar letsel door het geweld
op het slagveld waar volgens hem
'eigenlijk niemand tegen kan.'
„Maar je moet de knop omzetten.
Dat geldt voor iedereen."
Van Duuren maakte het mee dat er
en zijn de jongste nog klein. En bei
de dochters werken in de zorg. „Ik
zal niemand dwingen", zegt Addy.
Financieel is overname volgens hem
nauwelijks mogelijk. „En je moet
150 procent achter je bedrijf staan."
De Vossemeerder floet er in de min
der drukke periode ander werk bij:
hij steekt grondmonsters en helpt bij
aannemer Bolier.
Addy en Marleen woonden na hun
trouwen eerst in de Weelhoekstraat
23 gewonden achter elkaar werden
binnengebracht. Dat was groot
alarm. Slachtoffers van bermbom-
men en een zelfmoordactie. „Ieder
een in het kamp die een beetje me
disch is opgeleid is dan verplicht
mee te helpen op dé eerste hulp.
Ook monteurs bijvoorbeeld. An
ders krijg je het nooit voor elkaar
om er zoveel in korte tijd te hel
pen."
De 'medics' werkten in ploegen
van vijf keer twaalf uren. Maar als
er daarna nog gewonden werden
aangevoerd, liep dat vaak uit, zegt
hij. In de maand augustus waren er
236 gewonden binnen gebracht op
het traumacentrum.
In zijn vrije tijd bezocht Van Duu
ren het fitnesscentrum in het kamp.
Om te oefenen op de toestellen of
om een partijtje te boksen. Zo hield
hij zijn conditie op peil om onder
de extreme omstandigheden te
kunnen blijven werken. „Op zater
dagavond ging ik naar de Neder
landse tent op het terrein. Daar kon
je RTL Nieuws zien of werd er wel
eens wat gevierd bij de wisselen
van de wacht. Met Sinas of Cola."
lacht hij. Van Duuren hield contact
met thuis via e-mail en msn, maar
de verbindingen waren behoorlijk
slecht. Zijn ouders bezochten een
aantal keren de avonden die Defen
sie in den lande voor de thuisblij
vers organiseert.
In de eetzaal werd meestal rijst en
kip met een sausje gereserveerd. Hij
at er met mannen en vrouwen van
de internationale troepenmacht
Enduring Freedom. Zag hoe, men
sen van andere landen met elkaar
omgaan. „Fransen kussen elkaar al
tijd. Een Amerikaan zirmcer in zijn
eigen wereldje. Van ons wordt ge
zegd dat we aardig zijn en veel la
chen. Wat ze van Nederland kennen,
zijn de tulpen, de klompen en de
drugs." Volgens Van Duuren klopt
dat beeld niet. „Het is net als wij
denken dat er in New York alleen
maar wolkenkrabbers staan. Dat is'
maar in een gedeelte van de stad."
Van Duuren is er van overtuigd dat
het belangrijk is om in Afghanistan
te zijn. „De Afghanen hebben ook
liever dat we blijven. Er wordt ook
aan wederopbouw gedaan. Me
disch personeel leidt buiten het
kamp Afghaans personeel op." Ri
chard wijdt er niet te veel over uit.
Hij is bescheiden, nuchter en voor
al praktisch. Zoekt oplossingen als
er zich problemen voordoen.
Het kamp ligt regelmatig onder
vuur. Er worden raketten afgevuurd
door de Taliban. „Tienlallen keren
heb ik het meegemaakt. Steeds gaat
het luchtalarm. Dan moet je zorgen
dat je wegkomt. Dan is het ineens
een rommeltje. Ik ben steeds goed
weg kunnen komen."
De kans bestaat dat Van Duuren la
ter weer wordt uitgezonden. „Dat
weet je als je tekent. Zonder te te
kenen, kom je niet bij Defensie." Jn
het gezin Van Duuren is Richard
niet de enige militair die in Afgha
nistan was. Ook zijn jongere broer
Jorian was er. Die kwam in maart
vorig jaar terug. In juli vertrok Ri
chard naar het oorlogsgebied. Op
11 december landde hij weer in
Eindhoven, na een tussenstop van
twee dagen op Kreta. Hij was lie
ver meteen maar doorgevlogen.
„Het was midden in de winter, het
stormde. De hotelkamers op de be
gane grond liepen onder water."
en kwamen in 1992 op de Stelhoek
waar tot dan een oom en tante
woonden. „Vanaf dat moment heb
ben we de verkoop van producten
aan huis opgezet." Addy's vader
verkocht ook al wel aardappelen
aan huis. En eerder eieren, want bij
de boerderij stond een kippen-
schuur. Net als trouwens bij het huis
van Marleens ouders. „Molenaar
Vogel huurde die. Hij verkocht ei
eren. Naderhand verhuurde mijn va
der de schuur voor opslag", vertelt
ze. Het stel begon met de verk<x)p
van aardappelen, uien en"eieren, en
ook appels., „Onze eigen producten.
Mijn zwager had een boomgaard bij
Sint-Annaland en wij deden in deel-
bouw mee." De huisverkoop levert
een hogere prijs op dan wanneer de
producten naar de veiling gaan.
Gaandeweg is de verkoop uitge
breid. en nu is er een boerderijwin-
kel die zes dagen per week open is.
„Marleen kan daardoor thuis blij
ven, ze hoeft niet meer mee naar het
land." Addy lag een aantal jaren ge
leden met de provincie in de clinch
over het plaatsen van een bord langs
de weg - op zijn eigen akker - om
voorbijgangers op zijn bedrijf te at
tenderen. Hij trok aan het langste
eind. „Zestig procent van onze klan
ten komt van buiten het dorp. Onder
meer van campings."
De winkel is een onmisbaar onder
deel geworden van het bedrijf met
26 hectare akkerbouw. Aarnoudse
teelt aardappelen en graan, en ook
zo'n tien tot twaalf hectare bloe
men. „Afgelopen jaar waren de
bloemetjes goed, maar de aardappe
len minder. Het is noodzakelijk om
er iets bij te doen." Inmiddels vindt
60 tot 70 ton aardappelen via de
winkel zijn weg naar de klant. „Er is
groei, en de vraag naar andere pro
ducten neemt toe." Addy en Mar
leen verkopen nu ook de exclusieve
re Zeeuwse streekproducten. Ze zijn
ook in trek als cadeautje of voor
kerstpakketten. „Geen dagverse
producten, gezien alle eisen met be
trekking tot voedselveiligheid."
Twee jaar geleden is de schuur aan
de woning verbouwd tot winkel. En
recent verrees een nieuwe werktui-
genloods op de plek van de kippen-
schuur. „Ook het oude wagenhuis
gaat nog weg." Zo wordt er geïnves
teerd in het bedrijf om een goede
boterham te kunnen verdienen.
En is er naast het gezin en het be-
VERVOLG VAN LIONS
De pauzes tussen het klieven en zagen
waren kort maar hevig. In een van de
schuren van de boerderij was een kan
tine ingericht. Daar had zich onder
meer Theo van Gurp genesteld. Deze
directeur van Kint Machinebouw uil
Halsteren beijvert zich al vele jaren
voor het goede doel. Evenals Wim
Brevet uit Sint-Maartensdijk die als
geen ander weet hoe de Thoolsc mid
denstand functioneert.
Ze komen allemaal bij van een paar
uur zagen. Martirt Tilman is er ook.
Hij lijkt een van de stcrkstcn. De bijl
hanteert hij alsof hij een peuter in de
lucht houdt en zijn slagen meppen het
hout even gemakkelijk in stukken als
een slagersmes de leverworst.
Het afvoertempo van de in stukken
gehakte moten wordt bepaald door
Wim van de Ree. Die mag het resul
taat van het enorme slagwerk in een
houten bak gooien die, als de bak vol
js, ongeveer een kubieke meter hout
bevat.
Na de koffie met cake gaat het gezel
schap aan de slag. Als een geoliede
machine kent iedereen zijn taak en
binnen een mum van tijd heeft elke
leeuw zijn stek weer gevonden. De
een bij de schragen, de ander bij de
boomstammen. En weer een ander
voert met een vorkheftruck hout aan
en volle bakken af.
Waar het om gaat is zoveel mogelijk
hout geschikt te maken voor de ver
koop. Hage: „En er blijft niets aan de
strijkstok hangen."
Dat betekende bijvoorbeeld in het re
cordjaar 2009 dat er 100 kubieke me
ter hout werd gezaagd, terwijl zestig
tot zeventig kubieke meter in een aan
tal zaterdagen normaal is en dat er dus
5000 euro naar het goede doel ging.
Hage kent geen problemen bij de af
zet. „Doorgaans zijn het dezelfde
mensen die hout kopen. Ze weten dat
ze het daarmee niet alleen lekker
warm kunnen stoken, maar ook het
goede doel dienen. We leveren zolang
de voorraad strekt."
Die voorraad dreigt wel eens uitgeput
drijf nog tijd voor iets anders? Addy
was een periode hoofdingeland van
het waterschap, maar heeft op dit
moment geen functies meer. „En
hobby's voor ontspanning? Ik werk
in de vrije natuur, dat is ontspanning
genoeg. Bovendien kx>p ik, wan
neer ik grondmonsters steek, zo'n
10 tot 15 kilometer op een dag over
akkerland." Twee weken per jaar, in
de herfstvakantie, gaat het gezin
Aarnoudse op vakantie. Dan doen
Marleens ouders de winkel. Mar
leen is ook vrijwilligster bij De
Schutse, het dagactiviteitencentrum
voor verstandelijk gehandicapten
dat in de Coentjcsweg staat. „Een
ochtend per week komt er hier een
deelneemster wat werk doen. Haar
begeleid ik." Daarnaast helpt Mar
leen bij het sch(x»nmaken van het
gebouw. „Eens in de zes weken een
keer. Er zijn zeventig vrijwilligsters
die het hele complex schoonhou
den." Ze is blij dat iedereen zo mee
leeft met de instelling. „Dat zie je
aan de drukte bij de verkopingen,
waar allerhande mensen komen."
Echt binding met Oud-Vossemeer
hebben Addy en Marleen niet. Ze
wonen net buiten het dorp, bun kin
deren gingen (en gaan) in Stavenisse
naar de Rehobothschool. „Dat
scheelt natuurlijk in de contacten."
Vanzelfsprekend is er de familie
(Marleen heeft een broer en drie zus
sen). En de kerk. Het gezin gaat naar
de Gereformeerde Gemeente in Ne
derland in de F.D. Rooseveltslraat.
Marleen haalt de dagelijkse bood
schappen in de plaatselijke super
markt en bij de slager. Maa( verder
heeft het dorp weinig voorzieningen
te bicden, vinden ze. „Als het over
winkels gaat, kun je beter in Sint-
Annaland wonen." Als ze hun bedrijf
niet hadden, zou een vertrek uit Oud-
Vossemeer zeker tot de mogelijkhe
den behoren, dat is wel duidelijk.
Het programma voor de viering van
600 jaar Oud-Vossemeer spreekt het
gezin Aarnoudse niet erg aan. „Ge
schiedkundig is het wel interessant.
Een bock over het ontstaan en de
ontwikkeling van het dorp zou zeker
mijn belangstelling hebben", zegt
Addy. Maar 2010 wordt in een an
der opzicht belangrijk voor het ge
zin. „Onze oudste zoon. Jan. hoopt
te gaan trouwen. En hij gaat van
Tholen weg, gaat in Middelharnis
wonen", vertelt Marleen Aarnoud
se.
te raken. „Wc krijgen op diverse
plaatsen hout aangeboden. We haal
den al eens snoeihoul van camping
De Pluimpot. Daar zijn we overigeas
met onze activiteiten begonnen. Ook
komt er hout uit Bergen op Zoom en
nu hebben we (Kik een aanbod liggen
uit Walcheren en uit België. Dat hout
krijgen we voor niets en vexir de
transportkosten wordt een vrienden
prijsje gerekend. We zijn uiteindelijk
geen houthandel."
Naast de houtactie levert ook de door
de Lionsclub georganiseerde haring
party geld op. In mei of juni van dit
jaar is het weer zo ver. Hage: „Daar
naast wordt ook meegewerkt aan
Nautica Musica uit Sint-Annaland en
dat zijn al vele jaren plezierige bijeen
komsten."
Toch word je niet zomaar lid van de
Lionsclub. Swarthoff: „Je moet voor
gedragen wordenDe laatst bijgeko
men lion is Martin Tdman uit Tholen.
Hij voldeed aan de voorwaarden.
Grote maatschappelijke betrokken
heid. het hart op de juiste plaats en
van onbesproken gedrag. Ja, ja. Dat
laatste wordt nagegaan. Nee. Niet via
het ministerie van Justitie. Zo streng
zijn we niet. Maar wc hebben andere
bronnen."
Nieuw dit jaar wordt de organisatie
van een veiling. Het plan staal wat
Swarthoff betreft nog in de kindcr-
schoenen. „Wc hebben de indruk dat
een veiling een hcxip geld kan opleve
ren. Dan verkopen we bijvoorbeeld
een keuken die als showmodel heeft
gediend en die we voor een zacht
prijsje kunnen kopen. Of we krijgen
een schilderij uit een nalatenschap.
Daar wordt allemaal nog over nage
dacht."
Autobedrijf Tholen B.V.
ruim 75 jaar een begrip
in mobiliteit
SAAB verkoop
SAAB onderhoud
SAAB tuning
Gagelboslaan 161,
Bergen op Zoom
Tel. 0164-247636
E: info@tholenbv.nl
www.tholenbv.nl
www.saabtuning.nl
Van Duuren laat foto's zien die met
de scan zijn gemaakt. Een opname
van een hoofd met een kogel in de
hersenen in zwartwit. „Zo iemand
kan overleven. Het is maar net of
die kogel een bepaald centrum in
de hersenen raakt of niet. Een an
dere foto toont een borstkas met
een kogel tussen de ribben.
Maar er zijn ook opnamen die met
een camera gemaakt zijn. In kleur.
Bloederige opnamen van kapotte
benen, armen, gezichten, buiken,
open schedels. Brandwonden en
botbreuken. Een kind zonder be
nen. De gruwelijke plaatjes van een
land waar een oorlog wordt uitge
vochten. Voor Van Duuren en zijn
collega's bijna dagelijkse kost.
Toch laat hij niet alleen ellende
zien. Er zijn ook opnamen van kin
deren die herstellende zijn. Een on
derbeen waarvan de verbrijzelde
botten weer met schroeven aan el
kaar gezet zijn en met een frame
aan de buitenkant bij elkaar wor
den gehouden. Afghanen die ge
troffen zijn bij een zclfmoordaan-
*Uitgezonderd basis en nieuwe collectie - ruilen niet mogelijk
Voorstraat 15, Sint-Annaland, (0166) 65 24 90
www.denengelsmanenvandriel.nl
maandagmorgen gesloten
Advertentie I.M.
Richard van Duuren behandelt een Afghaans jongetje in kamp Kadahar.