Hun bedrijf houdt gezin van Addy en Marleen Aarnoudse in Oud-Vossemeer Warm onthaalkortingen 'Kamp lag regelmatig onder vuur, ik ben steeds goed weggekomen' 60% KORTING den Engelsman q^van Driel jaar Oud-Vossemeer Donderdag 14 januari 2010 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 5 Van Aarnoudse tot Van der Zande Op een steenworp afstand van het dorp drijven Addy en Marleen Aarnoudse hun bedrijf, een boerderij met win kel. De Stelhoek staat aan de Patrijzenweg. Of zoals ech te Vossemeerders zeggen: het Stoofwegje. Genoemd naar de meestoof die tot eind 19de eeuw aan het einde ervan stond. Het gezin Aarnoudse woont er prachtig, vinden ze. Vooral nu de akkers door sneeuw en ijs bedekt zijn. 'Vroeger waren er veel meer winkels en kon je nog op straat spelen Hij was altijd wel medisch geïnteresseerd. Maar wer ken in een Nederlands zie kenhuis leek hem toch wat saai. Hij zocht meer uitda ging. Meer spanning. Die vond de 20-jarige Fluplan- der Richard van Duuren bij de Koninklijke luchtmacht. Als beroeps werd hij uitge zonden naar Afghanistan met als standplaats Kanda har. Hij werkte er op de eerste hulp van het trau macentrum waar gewonde militairen en burgers wor den gebracht. Slachtoffers van gevechten, van berm- bommen, van bombarde menten, van ongevallen en van zelfmoordaanslagen. Bijna vijf maanden ver bleef hij in kamp Kanda har. Overleven Grondmonsters Boksen Schutse Slagersmes Veiling Trouwen Op onze damesafdelina» 1 ARTIKEL 50% KORTING V.A. 2 ARTIKELEN en heel veel superkoopjes! Richard van Duuren (20) verleent eerste hulp aan gewonden in A fghanistan De Eendrachtbode grijpt de viering van 600 jaar Oud-Vossemeer aan, om een aantal echte Vossemeerse families te belichten. Maandelijks wordt iemand met een in het dorp bekende naam geïnterviewd. Wie zijn ze? Wat vinden ze van hun dorp? Hoe vinden ze er hun bestaan? De familie Aarnoudse bijt de spits af. Volgens de Nederlandse Fa- milienamenbank van het Meertensinstituut woonden er in 2007 liefst 16fi> mensen met die achternaam in de gemeente Tholen, dat is ruim een kwart van de 609 Aarnoudsen die ons land toen telde. In het telefoonboek staan er onder het kopje Oud-Vosse- meer 26 Aarnoudsen. Addy en Marleen Aarnoudse genieten van het winterse landschap hij hun boerderijwinkel De Stelhoek. Waar de naam Stelhoek vandaan komt. weten Addy (45) en Marleen (42) Aarnoudse niet. Hun over grootvader Adriaan (ze zijn achter neef en achternicht van elkaar) bouwde het boerderijtje in 1913 aan de westkant van Oud-Vossemeer. En sindsdien hebben er altijd Aar noudsen gewoond. Adriaan Aarn oudse (1862-1951) kwam welis waar in Sint-Maartensdijk ter wereld, maar diens ouders verhuis den in 1874 naar het dorp waar Ad riaans vader was geboren en zijn groot- en overgrootouders ook al woonden. Addy's opa Adriaan en Marleens opa Johannes namen het bedrijf in 1928 over van hun vader. Johannes ging op de boerderij wo nen, Adriaan in het huis er zowat schuin tegenover. In 1940 ruilden ze, Johannes stapte toen uit het be drijf en werd landarbeider. Waar schijnlijk is de Stelhoek genoemd naar de Stelblok, de veldnaam die vroeger in gebruik was voor het ge bied ten noorden en oosten van de boerderij. Addy Aarnoudse is niet op de Stel hoek geboren. „Mijn vader nam het Van Duuren werd er voor opgeleid en op het werk in het oorlogsge bied voorbereid. Maar de werke lijkheid is toch altijd weer anders, zegt hij. Richards thuisbasis is Gil- ze-Rijen. De korporaal vertrok op 23 juli. Vanaf vliegveld Eindhoven naar de Arabische Emiraten met een gewone lijnvlucht. Vandaar met een militair toestel vol militairen, voornamelijk Amerikanen, recht streeks naar Kandahar. Een vlucht van vijf tot zes uur. Van Duuren kwam in het grootste internationale militaire kamp van het land terecht. „Er zitten 25.000 tot 30.000 men sen. Er rijden bijvoorbeeld 5500 auto's rond. Het grootste deel be staat uit tenten, maar er zijn ook stenen gebouwen voor de opslag van munitie. De militairen slapen in gepantserde containers. Overal staan stenen muren tegen raketaan- vallen." De elektriciteitsdraden hangen tussen palen boven de rots achtige bodem. Het kan er heet zijn in het land. De Afghaanse zomer begint half mei en duurt tot eind september. Van Duuren heeft het ervaren. „Vaak was het ruim boven de 50 graden. Met een uitschieter tot 65 graden. Dan blijf je liever binnen." Van Duuren kwam in zijn werk met veel andere nationaliteiten in con tact: Amerikanen, Britten, Fransen. Duitsers, Australiërs, Belgen, Roe menen. Ze voerden er militaire- en humanitaire acties uit. Maar kon den ook als slachtoffer in het trau macentrum op de behandeltafel te recht komen. Van Duuren maakte deel uit van een groep van zes hel pers. Het team bestaat uit totaal acht groepen van zes medisch ge schoolde militairen die klaar staan als er een gewonde wordt binnen gebracht op de spoedeisende hulp. Alleen al voor deze afdeling waren acht aparte behandelruimtes be schikbaar. Van Duuren sprak er de hele dag Engels. Ook als hij vertelt, vallen er Engelse of Amerikaanse termen. „Het traumacentrum ligt naast de landingsbaan. Alle gewonden wor den met een Amerikaanse helikop ter, een Black Hawk, naar het kamp gebracht. Op een stretcher naar een ambulance gedragen die ze naar bedrijf in 1970 over van mijn opa die op de boerderij bleef wonen. Ik ben in de Molenweg geboren en op gegroeid." Marleen, die dus ook Aarnoudse heet, woont hel grootste deel van haar leven in de Patrijzen- weg. Ze is geboren in het huis waar haar opa vanaf de oorlog woonde. „Dat heeft mijn vader twee keer ge kocht, want we hebben tussendoor ook nog in de Kalisbuurt gewoond." Beide woningen zagen er oorspron kelijk precies hetzelfde uit, maar ze weten niet of hun overgrootvader ze allebei heeft laten bouwen. Hannie van Poortvliet-de Boer uit Oud-Vossemeer heeft onderzoek gedaan naar de stamboom van de familie Aarnoudse. Daaruit blijkt dat vanaf halverwege de achttiende eeuw leden van dit geslacht in Oud- Vossemeer hebben gewoond. Rond 1800 was Jacob Aarnoudse boer in Vrijberghe. Zijn broer Bastiaan, een voorvader van Addy en Marleen, was in het dorp geboren maar boer de aan de Hogeweg 'in Poortvliet. Oudere generatics woonden in Tho len en Schakerloo. De oudst beken de voorvader heette Arnout Pleune ons brengt. Dat is maar een heel klein stukje. Een meter of dertig. Hoe minder iemand vervoerd hoeft te worden, hoe beter." Duuren heeft op zijn laptop een kleine selectie gemaakt van foto's van gewonden die in hel trau macentrum werden binnenge bracht. De slachtoffers met de erg ste verwondingen laat hij niet zien. Maar ook voor wat hij wel laat zien, is een sterke maag nodig. „We moesten ze voorbereiden voor de operatiekamer. Dat houdt in dat we ze stabiel moesten maken door ze aan een infuus of de beademing te leggen. Ieder heeft dan zo zijn taak. Net zo lang tot ze capabel wa ren om naar de o.k. te gaan." Van Duuren is ptls'cr, zegt hij. Dat staat voor 'primary trauma life sa- ver'. Eerste hulpverlener. Richard zag lichte verwondingen, maar ook zware. „Soms komt er ie mand binnen waarvan je denkt dat die gaat sterven en die dan blijft le ven. Van een ander denk je dat hij wel zal blijven leven, maar die dan toch dood gaat. Dat is heel apart. Soms zie je niks aan iemand, maar kunnen de hersenen door de druk van een bomexplosie verpulverd zijn." De dood was dichtbij in het werk van Van Duuren, ook al zat hij zelf niet in de frontlinie. Vocht niet zelf maar vocht voor het leven van an deren die slachtoffer waren van het oorlogsgeweld. Militairen én Af ghaanse burgers. Het traumaeentrum was goed uit gerust met medische apparatuur. Met behulp van een ct-scan (een geavanceerd röntgenapparaat) kan de medische staf al veel zien, zegt hij. Dat is belangrijk om het ver volg van de behandeling te kunnen bepalen. (waarschijnlijk was hij een zoon van Pleun Aertsen) en hij overleed in 1673 in Tholen. Zowel Addy als Marleen gingen naar de School met de Bijbel. Hij herinnert zich Biesheuvel en Non- nekens als onderwijzers, zij noemt Van der Kaa en Giljam. Over het dorp in hun jeugd staat hen vooral slag. „Als je dat ziet, is het maar goed dal we er zijn. Zulke mensen kun je helpen." Gewonde militairen worden na twee of drie dagen naar Duitsland gevlogen naar een groot internatio naal ziekenhuis. Daar worden ze verder geholpen. Van Duuren was er wel op voorbe reid „Ze laten voor het vertrek fo to's zien van wat je kan verwach- bij dat er veel meer winkels waren dan tegenwoordig. „En het was een stuk rustiger. Je kon in de Molen weg op straat spelen. Dat hoefje nu niet meer te doen", zegt Addy. Die speelde als kind ook vaak op de boerderij van zijn opa, weet Mar leen. Haar vader (Arend) werkte als chauffeur en magazijnbediende bij de slagersgroothandel Zuneha in Halsteren. Na de middelbare landbouwschool ten. Dat is al heel erg. Maar op de foto's hoor je niks, je ruikt niets. Dan ben je daar ver van huis en is het toch heel anders. Er is altijd spanning." Bij het zien van zoveel leed en ernstige verwondingen moesten de leden van het team wel eens even bijkomen, zegt de Flup- lander. Soms moest je je wel eens even omdraaien en even gaan zit ten. Achtera! werd daar dan ook stapte Addy bij zijn vader (Jan) in het bedrijf. „Die was toen al zestig en blij dat ik thuis kwam", zegt hij. „Ik ben in het werk op de boerderij opgegroeid." Dat was akkerbouw, terwijl opa Aarnoudse eerder een gemengd bedrijf had met vee. Addy is de enige zoon, heeft nog een zus. Of een van zijn eigen kinderen straks het bedrijf voort zal zetten, is afwachten. Van de vier jongens heb ben de oudste twee heel ander werk wel over gepraat." Soms was hel niet om aan te zien, erkent Van Duuren. Hij beschrijft een aantal trauma's waarmee ge wonden waren aangevoerd. Met zulk zwaar letsel door het geweld op het slagveld waar volgens hem 'eigenlijk niemand tegen kan.' „Maar je moet de knop omzetten. Dat geldt voor iedereen." Van Duuren maakte het mee dat er en zijn de jongste nog klein. En bei de dochters werken in de zorg. „Ik zal niemand dwingen", zegt Addy. Financieel is overname volgens hem nauwelijks mogelijk. „En je moet 150 procent achter je bedrijf staan." De Vossemeerder floet er in de min der drukke periode ander werk bij: hij steekt grondmonsters en helpt bij aannemer Bolier. Addy en Marleen woonden na hun trouwen eerst in de Weelhoekstraat 23 gewonden achter elkaar werden binnengebracht. Dat was groot alarm. Slachtoffers van bermbom- men en een zelfmoordactie. „Ieder een in het kamp die een beetje me disch is opgeleid is dan verplicht mee te helpen op dé eerste hulp. Ook monteurs bijvoorbeeld. An ders krijg je het nooit voor elkaar om er zoveel in korte tijd te hel pen." De 'medics' werkten in ploegen van vijf keer twaalf uren. Maar als er daarna nog gewonden werden aangevoerd, liep dat vaak uit, zegt hij. In de maand augustus waren er 236 gewonden binnen gebracht op het traumacentrum. In zijn vrije tijd bezocht Van Duu ren het fitnesscentrum in het kamp. Om te oefenen op de toestellen of om een partijtje te boksen. Zo hield hij zijn conditie op peil om onder de extreme omstandigheden te kunnen blijven werken. „Op zater dagavond ging ik naar de Neder landse tent op het terrein. Daar kon je RTL Nieuws zien of werd er wel eens wat gevierd bij de wisselen van de wacht. Met Sinas of Cola." lacht hij. Van Duuren hield contact met thuis via e-mail en msn, maar de verbindingen waren behoorlijk slecht. Zijn ouders bezochten een aantal keren de avonden die Defen sie in den lande voor de thuisblij vers organiseert. In de eetzaal werd meestal rijst en kip met een sausje gereserveerd. Hij at er met mannen en vrouwen van de internationale troepenmacht Enduring Freedom. Zag hoe, men sen van andere landen met elkaar omgaan. „Fransen kussen elkaar al tijd. Een Amerikaan zirmcer in zijn eigen wereldje. Van ons wordt ge zegd dat we aardig zijn en veel la chen. Wat ze van Nederland kennen, zijn de tulpen, de klompen en de drugs." Volgens Van Duuren klopt dat beeld niet. „Het is net als wij denken dat er in New York alleen maar wolkenkrabbers staan. Dat is' maar in een gedeelte van de stad." Van Duuren is er van overtuigd dat het belangrijk is om in Afghanistan te zijn. „De Afghanen hebben ook liever dat we blijven. Er wordt ook aan wederopbouw gedaan. Me disch personeel leidt buiten het kamp Afghaans personeel op." Ri chard wijdt er niet te veel over uit. Hij is bescheiden, nuchter en voor al praktisch. Zoekt oplossingen als er zich problemen voordoen. Het kamp ligt regelmatig onder vuur. Er worden raketten afgevuurd door de Taliban. „Tienlallen keren heb ik het meegemaakt. Steeds gaat het luchtalarm. Dan moet je zorgen dat je wegkomt. Dan is het ineens een rommeltje. Ik ben steeds goed weg kunnen komen." De kans bestaat dat Van Duuren la ter weer wordt uitgezonden. „Dat weet je als je tekent. Zonder te te kenen, kom je niet bij Defensie." Jn het gezin Van Duuren is Richard niet de enige militair die in Afgha nistan was. Ook zijn jongere broer Jorian was er. Die kwam in maart vorig jaar terug. In juli vertrok Ri chard naar het oorlogsgebied. Op 11 december landde hij weer in Eindhoven, na een tussenstop van twee dagen op Kreta. Hij was lie ver meteen maar doorgevlogen. „Het was midden in de winter, het stormde. De hotelkamers op de be gane grond liepen onder water." en kwamen in 1992 op de Stelhoek waar tot dan een oom en tante woonden. „Vanaf dat moment heb ben we de verkoop van producten aan huis opgezet." Addy's vader verkocht ook al wel aardappelen aan huis. En eerder eieren, want bij de boerderij stond een kippen- schuur. Net als trouwens bij het huis van Marleens ouders. „Molenaar Vogel huurde die. Hij verkocht ei eren. Naderhand verhuurde mijn va der de schuur voor opslag", vertelt ze. Het stel begon met de verk<x)p van aardappelen, uien en"eieren, en ook appels., „Onze eigen producten. Mijn zwager had een boomgaard bij Sint-Annaland en wij deden in deel- bouw mee." De huisverkoop levert een hogere prijs op dan wanneer de producten naar de veiling gaan. Gaandeweg is de verkoop uitge breid. en nu is er een boerderijwin- kel die zes dagen per week open is. „Marleen kan daardoor thuis blij ven, ze hoeft niet meer mee naar het land." Addy lag een aantal jaren ge leden met de provincie in de clinch over het plaatsen van een bord langs de weg - op zijn eigen akker - om voorbijgangers op zijn bedrijf te at tenderen. Hij trok aan het langste eind. „Zestig procent van onze klan ten komt van buiten het dorp. Onder meer van campings." De winkel is een onmisbaar onder deel geworden van het bedrijf met 26 hectare akkerbouw. Aarnoudse teelt aardappelen en graan, en ook zo'n tien tot twaalf hectare bloe men. „Afgelopen jaar waren de bloemetjes goed, maar de aardappe len minder. Het is noodzakelijk om er iets bij te doen." Inmiddels vindt 60 tot 70 ton aardappelen via de winkel zijn weg naar de klant. „Er is groei, en de vraag naar andere pro ducten neemt toe." Addy en Mar leen verkopen nu ook de exclusieve re Zeeuwse streekproducten. Ze zijn ook in trek als cadeautje of voor kerstpakketten. „Geen dagverse producten, gezien alle eisen met be trekking tot voedselveiligheid." Twee jaar geleden is de schuur aan de woning verbouwd tot winkel. En recent verrees een nieuwe werktui- genloods op de plek van de kippen- schuur. „Ook het oude wagenhuis gaat nog weg." Zo wordt er geïnves teerd in het bedrijf om een goede boterham te kunnen verdienen. En is er naast het gezin en het be- VERVOLG VAN LIONS De pauzes tussen het klieven en zagen waren kort maar hevig. In een van de schuren van de boerderij was een kan tine ingericht. Daar had zich onder meer Theo van Gurp genesteld. Deze directeur van Kint Machinebouw uil Halsteren beijvert zich al vele jaren voor het goede doel. Evenals Wim Brevet uit Sint-Maartensdijk die als geen ander weet hoe de Thoolsc mid denstand functioneert. Ze komen allemaal bij van een paar uur zagen. Martirt Tilman is er ook. Hij lijkt een van de stcrkstcn. De bijl hanteert hij alsof hij een peuter in de lucht houdt en zijn slagen meppen het hout even gemakkelijk in stukken als een slagersmes de leverworst. Het afvoertempo van de in stukken gehakte moten wordt bepaald door Wim van de Ree. Die mag het resul taat van het enorme slagwerk in een houten bak gooien die, als de bak vol js, ongeveer een kubieke meter hout bevat. Na de koffie met cake gaat het gezel schap aan de slag. Als een geoliede machine kent iedereen zijn taak en binnen een mum van tijd heeft elke leeuw zijn stek weer gevonden. De een bij de schragen, de ander bij de boomstammen. En weer een ander voert met een vorkheftruck hout aan en volle bakken af. Waar het om gaat is zoveel mogelijk hout geschikt te maken voor de ver koop. Hage: „En er blijft niets aan de strijkstok hangen." Dat betekende bijvoorbeeld in het re cordjaar 2009 dat er 100 kubieke me ter hout werd gezaagd, terwijl zestig tot zeventig kubieke meter in een aan tal zaterdagen normaal is en dat er dus 5000 euro naar het goede doel ging. Hage kent geen problemen bij de af zet. „Doorgaans zijn het dezelfde mensen die hout kopen. Ze weten dat ze het daarmee niet alleen lekker warm kunnen stoken, maar ook het goede doel dienen. We leveren zolang de voorraad strekt." Die voorraad dreigt wel eens uitgeput drijf nog tijd voor iets anders? Addy was een periode hoofdingeland van het waterschap, maar heeft op dit moment geen functies meer. „En hobby's voor ontspanning? Ik werk in de vrije natuur, dat is ontspanning genoeg. Bovendien kx>p ik, wan neer ik grondmonsters steek, zo'n 10 tot 15 kilometer op een dag over akkerland." Twee weken per jaar, in de herfstvakantie, gaat het gezin Aarnoudse op vakantie. Dan doen Marleens ouders de winkel. Mar leen is ook vrijwilligster bij De Schutse, het dagactiviteitencentrum voor verstandelijk gehandicapten dat in de Coentjcsweg staat. „Een ochtend per week komt er hier een deelneemster wat werk doen. Haar begeleid ik." Daarnaast helpt Mar leen bij het sch(x»nmaken van het gebouw. „Eens in de zes weken een keer. Er zijn zeventig vrijwilligsters die het hele complex schoonhou den." Ze is blij dat iedereen zo mee leeft met de instelling. „Dat zie je aan de drukte bij de verkopingen, waar allerhande mensen komen." Echt binding met Oud-Vossemeer hebben Addy en Marleen niet. Ze wonen net buiten het dorp, bun kin deren gingen (en gaan) in Stavenisse naar de Rehobothschool. „Dat scheelt natuurlijk in de contacten." Vanzelfsprekend is er de familie (Marleen heeft een broer en drie zus sen). En de kerk. Het gezin gaat naar de Gereformeerde Gemeente in Ne derland in de F.D. Rooseveltslraat. Marleen haalt de dagelijkse bood schappen in de plaatselijke super markt en bij de slager. Maa( verder heeft het dorp weinig voorzieningen te bicden, vinden ze. „Als het over winkels gaat, kun je beter in Sint- Annaland wonen." Als ze hun bedrijf niet hadden, zou een vertrek uit Oud- Vossemeer zeker tot de mogelijkhe den behoren, dat is wel duidelijk. Het programma voor de viering van 600 jaar Oud-Vossemeer spreekt het gezin Aarnoudse niet erg aan. „Ge schiedkundig is het wel interessant. Een bock over het ontstaan en de ontwikkeling van het dorp zou zeker mijn belangstelling hebben", zegt Addy. Maar 2010 wordt in een an der opzicht belangrijk voor het ge zin. „Onze oudste zoon. Jan. hoopt te gaan trouwen. En hij gaat van Tholen weg, gaat in Middelharnis wonen", vertelt Marleen Aarnoud se. te raken. „Wc krijgen op diverse plaatsen hout aangeboden. We haal den al eens snoeihoul van camping De Pluimpot. Daar zijn we overigeas met onze activiteiten begonnen. Ook komt er hout uit Bergen op Zoom en nu hebben we (Kik een aanbod liggen uit Walcheren en uit België. Dat hout krijgen we voor niets en vexir de transportkosten wordt een vrienden prijsje gerekend. We zijn uiteindelijk geen houthandel." Naast de houtactie levert ook de door de Lionsclub georganiseerde haring party geld op. In mei of juni van dit jaar is het weer zo ver. Hage: „Daar naast wordt ook meegewerkt aan Nautica Musica uit Sint-Annaland en dat zijn al vele jaren plezierige bijeen komsten." Toch word je niet zomaar lid van de Lionsclub. Swarthoff: „Je moet voor gedragen wordenDe laatst bijgeko men lion is Martin Tdman uit Tholen. Hij voldeed aan de voorwaarden. Grote maatschappelijke betrokken heid. het hart op de juiste plaats en van onbesproken gedrag. Ja, ja. Dat laatste wordt nagegaan. Nee. Niet via het ministerie van Justitie. Zo streng zijn we niet. Maar wc hebben andere bronnen." Nieuw dit jaar wordt de organisatie van een veiling. Het plan staal wat Swarthoff betreft nog in de kindcr- schoenen. „Wc hebben de indruk dat een veiling een hcxip geld kan opleve ren. Dan verkopen we bijvoorbeeld een keuken die als showmodel heeft gediend en die we voor een zacht prijsje kunnen kopen. Of we krijgen een schilderij uit een nalatenschap. Daar wordt allemaal nog over nage dacht." Autobedrijf Tholen B.V. ruim 75 jaar een begrip in mobiliteit SAAB verkoop SAAB onderhoud SAAB tuning Gagelboslaan 161, Bergen op Zoom Tel. 0164-247636 E: info@tholenbv.nl www.tholenbv.nl www.saabtuning.nl Van Duuren laat foto's zien die met de scan zijn gemaakt. Een opname van een hoofd met een kogel in de hersenen in zwartwit. „Zo iemand kan overleven. Het is maar net of die kogel een bepaald centrum in de hersenen raakt of niet. Een an dere foto toont een borstkas met een kogel tussen de ribben. Maar er zijn ook opnamen die met een camera gemaakt zijn. In kleur. Bloederige opnamen van kapotte benen, armen, gezichten, buiken, open schedels. Brandwonden en botbreuken. Een kind zonder be nen. De gruwelijke plaatjes van een land waar een oorlog wordt uitge vochten. Voor Van Duuren en zijn collega's bijna dagelijkse kost. Toch laat hij niet alleen ellende zien. Er zijn ook opnamen van kin deren die herstellende zijn. Een on derbeen waarvan de verbrijzelde botten weer met schroeven aan el kaar gezet zijn en met een frame aan de buitenkant bij elkaar wor den gehouden. Afghanen die ge troffen zijn bij een zclfmoordaan- *Uitgezonderd basis en nieuwe collectie - ruilen niet mogelijk Voorstraat 15, Sint-Annaland, (0166) 65 24 90 www.denengelsmanenvandriel.nl maandagmorgen gesloten Advertentie I.M. Richard van Duuren behandelt een Afghaans jongetje in kamp Kadahar.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2010 | | pagina 5